Dhr. G. van Wijland Leveranciers zuchten onder te grote papierdruk Warmtewet Gert van Wijland Week 51 16 december 2014 De bureaucratische druk die de Warmtewet met zich meebrengt, is zo groot dat de situatie vrijwel onwerkbaar wordt. Dat zeggen `leveranciers-tegen-wil-en-dank', zoals zorginstellingen, corporaties en andere grote verhuurders en jaar na de invoering van de wet. 'Die wet is een juridisch gedrocht.' Een uitleg van het cc. warmtelevering is verplichte kost sinds de invoering van de Warmtewet Th!ri!ctr,ck Een kwartier per intakegesprek van een uur: dat is de tijd die de medewerkers van Zorggroep Sint Maarten gemiddeld kwijt zijn aan de uitleg van het contract voor de warmtelevering in de aanleunwoning waar de cliënt wil gaan wonen verplichte kost sinds de invoering van de Warmtewet, begin van dit jaar. Klachten De Wanntewet is sinds januari 2014 van kracht en is bedoeld om huurders te beschermen tegen de
monopoliepositie van grote verhuurders. Deze leveren immers ook de waimte, waardoor de huurder niet vrij is om zijn eigen energieleverancier te kiezen. De wet gaat uit van het principe 'niet meer dan anders', wat betekent dat de huurder globaal hetzelfde betaalt als de gemiddelde Nederlander die wel kan overstappen naar een andere energiemaatschappij. Een van de instrumenten in de wet is de invoering van een maximumtarief, dat elk jaar door de ACM wordt vastgesteld. Sinds de invoering van de wet klagen consumenten over hoge waiintetarieven. Leveranciers zoals corporaties en Zorggroep Sint Maarten hekelen de toegenomen administratiedruk. Een brief van Kamp aan de kamer afgelopen zomer met verbeteringen, heeft de onvrede niet kunnen wegnemen. Intakegesprek Bestuurssecretaris Annieke Rosier neemt het woord 'absurd' nog net niet in de mond, maar maakt zich er hoorbaar boos over: 'In het intakegesprek brengen we de zorgvraag in kaart, wisselen we nuttige infoimatie uit waar de toekomstige huurder met zorgvraag iets aan heeft. Je wilt dan niet een kwart van het gesprek besteden aan hoe de woning verwarmd wordt en wat het contract voor de bewoner betekent.' Veel werk Rosier noemt het voorbeeld als één van de tijdrovende gevolgen die de Waitirtewet voor de zorgorganisaties in Nederland heeft. 'De bureaucratic is enorm, we moeten bijvoorbeeld alle bestaande contracten aanvullen met warmteleveringsovereenkomsten, gebouwen geschikt maken en nieuwe meters plaatsen. Verder moeten we installaties soms versneld afschrijven en dat alles in een uitgebreide administratie vastleggen.' Hoe zwaar de kosten op de begroting drukken is nog niet te berekenen. In een gesprek met Rosier en projectleider verhuurorganisatie Kim Keuters over de Warmtewet keert het zinnetje 'Veel werk waar de zorg echt niet beter van wordt' wel herhaaldelijk terug. Juridisch gedrocht In huurrecht en Waimtewet gespecialiseerd juriste Marieke Thijssen begrijpt de frustratie van Rosier en Keuters maar al te goed. Werkzaam bij het Nijmeegse advocatenbureau Hekkelman ziet zij hoe haar cliënten - grotere verhuurders uit met name de sociale sector - zuchten onder de uitdijende bureaucratic die de wet met zich mee heeft gebracht. Ze spreekt zelfs van een juridisch gedrocht: 'Er is tien jaar aan deze wet gewerkt en dan komen ze met dit monster.' Onwerkbaar
'Het treft onder andere organisaties met een sociale taak, die zichzelf totaal niet als energieleverancier zien maar die zich ineens wel zo moeten gaan gedragen. Zo geldt er voor de zorgverleners, corporaties en gemeenten per verhuurd pand soms een vergunningsplicht en altijd een zeer omvangrijke administratieplicht. Deze moet op verzoek worden overlegd aan de ACM, die toeziet op de handhaving van de wet. Dit levert volgens Thijssen en Rosier een bijna onwerkbare situatie op, te meer daar de wet lang niet altijd duidelijk is geformuleerd. Thijssen geeft een naar het lijkt willekeurig gekozen voorbeeld, één van de vele: 'De verhuurder moet een storingslogboek bijhouden, zodat huurders na een storing aanspraak op een vergoeding kunnen maken. Maar de omvang van wat dan weer een storing moet heten is niet precies vastgelegd. Dus alleen deze boekhouding is al een crime om bij te houden'. Rompslomp moet betaald Ook de woningbouwcorporaties voelen de papierdruk van de Warmtewet, zo stelt René van Genugten, energiedeskundige bij de brancheorganisatie Aedes. Hij spreekt van energieleveranciers tegen-wil-en-dank. 'Het is veel werk om aan alle eisen van de wet te voldoen', stelt hij onderkoeld. Hij begrijpt de gedachte achter de wet. De huurder wordt beter beschermd tegen mogelijk te hoge energierekeningen. Maar het kan ook zomaar tot hogere huurlasten leiden. 'De rompslomp zal uiteindelijk toch door alle bewoners moeten worden opgebracht, zo vreest hij. Claims Kostbaarder nog dan deze administratie is de verplichte schadeloosstelling bij een storing in de warmtelevering. 'Elke storing die langer dan vier uur duurt kan tot claims leiden van de getroffen bewoners. Het bedrag laat zich niet schatten, maar zeker is dat de corporaties voor eventuele compensatie heel veel geld apart moeten zetten. kunnen ze vervolgens niet in de woningen zelf steken. Daarom zijn we in gesprek met de ACM over een compensatieregeling die zowel voor de leverancier als de afnemer redelijk uitpakt.' Van Genugten heeft geen precies overzicht, maar er lopen al een aantal claims van huurders tegen corporaties. Zonder dat iemand overigens weet wat er precies mee aan te moeten. Er is nog teveel onduidelijkheid over wat bijvoorbeeld wel en wat vergoed moet worden. Van Genugten zit althans nog met veel vragen. 'Stel een aannemer trekt een stroomkabel kapot, waardoor de centrale ketel uitvalt. Wij noemen dat overmacht, je kunt toch niet van de corporaties verwachten dat zij deze schade gaan dragen? En
wat als de verwarming in de zomer bij 30 graden kapot gaat? Niemand die het merkt. Moeten we dan betalen omdat mensen soms even niet kunnen douchen?' Begrippenapparaat onduidelijk Andere artikelen in de wet kennen vergelijkbare onduidelijkheden, aldus Thijssen. Het is volgens haar aan de hand van het begrippenapparaat absoluut niet altijd met zekerheid vast te stellen wie leverancier is of verbruiker. `Denk aan de situatie van een onzelfstandige wooneenheid (een kamer bijvoorbeeld) die geen eigen aansluiting heeft, maar de zelfstandige eenheid waarvan de kamer deel uitmaakt wel.' Dezelfde verwarring kan zich voordoen bij een bedrijfsverzamelgebouw. 800 meters Zorggroep Sint Maarten neemt het zekere voor het onzekere en biedt alle bestaande huurders een wannte-leveringsovereenkomst naast het bestaande huurcontract. Nieuwe huurders met zorgvraag krijgen naast hun huurovereenkomst standaard een Warmtewet-clausule cq wannteleveringsovereenkomst. 'En dat zijn er nogal wat, onder het nieuwe zorgstelsel zullen we de komende jaren al met al ruim 800 woningen gaan omzetten van zorg met verblijf naar huurappartementen. Dat betekent veelal het aanbrengen van individuele meters en indien nodig het vervangen van de verwarmingsinstallaties'. Desinvestering dreigt De verhuurders zullen deze kosten zelf moeten dragen, maar het te reserveren bedrag is zoals bij veel verplichtingen die volgen uit de Warmtewet - nog niet in te schatten. De onduidelijkheid zit hem volgens Rosier in de folinulering 'indien nodig'. 'Verouderde installaties vervangen is natuurlijk prima, maar wat als het hele gebouw over een paar jaar is afgeschreven? Moet je dan nu toch dure investeringen doorvoeren, of mag je de oude ketel laten staan?' Gezien het jaarlijks vastgestelde maximum tarief loopt de verhuurder in het laatste geval het risico om verlies te lijden op de energielevering. 'Natuurlijk is het beter om inefficiënte installaties te vervangen, dat doen we nu ook al. Maar niet als dat een desinvestering oplevert.' En het is ook onnodig, stelt Keuters. 'Als we niet individueel kunnen bemeteren, middelen we onze warmtetarieven over alle afnemers in een gebouw. Mensen betalen nu en in de toekomst nooit meer dan gelijkwaardig mee aan de verwarmingskosten. Die bescheiming hadden zij ook in het bestaande huurcontract. Dus waar zit de verbetering?' De zorg wordt hier niet beter van wil ze maar zeggen.
Warmte afrekenen Genugten vreest namens de corporaties vooral hoge kosten voor het aanpassen van blokverwarmingcomplexen. Bij blokverwarming is er sprake van centrale aanvoer van wamite die over verschillende woningen wordt verdeeld. Ook kan er sprake zijn van een centrale cv-ketel die een heel complex verwarmt. Onder de oude wet werden de individuele stookkosten berekend via eenvoudige metertjes op de radiatoren. 'Nu moeten we niet het verbruikte gas, maar de geleverde wanate afrekenen. Daarvoor zouden we dure joulemeters moeten aanbrengen. Gelukkig hebben we geregeld dat we dat met één centrale meter centraal bij de ketel mogen doen, maar het blijft een dure aanpassing'. Volgens hem heeft Aedes om die reden in aanloop naar de nieuwe wet dan ook 'hartstochtelijk gepleit' om de blokverwaiming buiten de Warmtewet te houden. 'Tevergeefs'. Hij verwijst naar de brief waarin minister Kamp (EZ) deze zomer een aantal veranderingen in de wet aankondigde. `De blokverwarming zal er (helaas) niet uitgaan'. Ook Thijssen ziet in de brief van de minister weinig echte verbeteringen. 'Het goede nieuws is dat waarschijnlijk de verenigingen van huiseigenaren niet langer als leverancier worden aangemerkt. Dit leidde tot de merkwaardige situatie dat de leden als bewoners tegen zichzelf als energieleverancier in bescherming werden genomen'. Meeliften voorkomen Voor de grote verhuurders voorziet de juriste eerder meer onduidelijkheid. Ze noemt bijvoorbeeld de voorgestelde correctiefactoren. Hierbij moet de verhuurder in de nota rekening houden met de ligging van de aangesloten woningen en het leidingverlies. Hiermee worden huurders van een koud appartement op de bovenste verdieping aan de noordkant gecompenseerd voor hun hogere stookkosten. En om het nog eerlijker en ingewikkelder - te maken moet ook worden berekend hoeveel warmte de tussenwoning via de transportleidingen in de muren opneemt. Dit om meeliften op de stookkosten van de bovenbuurman te voorkomen. Deze moet immers zijn verwarming hoger zetten door het leidingverlies. De gedachte is volgens Thijssen logisch, maar deze correctie maakt het zeker niet eenvoudiger voor de verhuurder. `Waar houdt de regelgeving een keer op?' Zij pleit globaal voor de volgende aanpassingen in de wet: -verduidelijking van het begrippenapparaat -administratieve lastendruk sterk omlaag brengen.
Huurbescherming volstaat Verwijzend naar de huidige huurbescherming vragen Van Genugten en Thijssen zich openlijk af welk probleem de Warmtewet nu eigenlijk oplost. De gedachte is dat grote verhuurders als energieleveranciers een monopolie hebben en dat huurders hiertegen beschemid moeten worden. Prima, maar hoe vaak komt misbruik nu helemaal voor? En als het gebeurt dan kan de huurder nu ook al stappen ondernemen. Nauwelijks woekertarieven Corporaties, zorginstellingen en gemeenten hebben volgens Thijssen ook geen belang bij het rekenen van woekertarieven. Van Genugten, Rosier en Keuters zeggen geen van allen misbruik in hun professionele omgeving te kennen. Van Genugten ziet een kwetsbare situatie bij de grote commerciële energiebedrijven die momenteel nog een wanntenetwerk beheren en mogelijk als monopolist optreden. 'Mau die zijn hun posities veelal aan het afbouwen.' Zo er al een risico is, dan ziet Thijssen dat bij grote particuliere verhuurders die via hun eigen netwerk wannte leveren. 'Maar dat is maar een heel kleine groep, daar hoefje niet deze hele wet voor op te tuigen'. Contraproductief Dit knelt temeer daar het effect van de wet in het eerste jaar na invoering contraproductief lijkt te werken. Veel verhuurders zoeken het maximumtarief op, waardoor huurders juist meer zijn gaan betalen dan daarvoor. Volgens Thijssen kan dat eigenlijk Met: ofwel deze verhuurders werkten in het verleden niet kostendekkend, ofwel ze passen de nieuwe wet niet goed toe. Hoe dan ook lijkt het haar 'een gekke constructie als een wet het tegenovergestelde bereikt van het beoogde doel'. Minder juridisch gesteld: heel veel rompslomp voor een wet die niet werkt. 'Mt is toch het toppunt'. Uitvoeringskosten onduidelijk Zorggroep Sint Maarten weet nog niet of bij de eerstvolgende afrekening van warmtelevering confotni de Warmtewet de energiekosten voor de huurders zullen stijgen of niet. Rosier: de tarieven zijn door ACM al vastgesteld maar de afrekening over verbruiksjaar 2014 wordt in het voorjaar 2015 opgemaakt. Dan pas zien we de (financiële) effecten van de Wainitewet voor onszelf en onze huurders. Ook over de uitvoeringskosten van de wet kan Rosier weinig zeggen. 'Het is niet zo dat we extra mensen hebben aangenomen, we doen het met het personeel dat we hebben. Sterker, we doen steeds meer werk met minder administratieve krachten.