Management & Organisatie



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Inhoud VII. 1. De balans Veranderingen in de balans Grootboekrekeningen Hulprekeningen van het eigen vermogen 61. Voorwoord...

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 5

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak.

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

1 De inventarislijst en de balans

BECO: DE BALANS - THEORIE

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1, 3, 4, 8, 10, 11, 12

Samenvatting M&O Hoofdstukken 1,2,4,5

1 De inventarislijst en de balans

Uitwerkingen vragen en opgaven. 1 De balans. BA. H 1 Vragen. Uitwerking vragen

fun house fun house fun house Pink

Financieel Management

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2

Hoofdstuk 1: Rechtsvormen

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Samenvatting M&O Hoofdstuk 10

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben).

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Samenvatting door een scholier 1471 woorden 5 januari keer beoordeeld. Economie 1.1 t/m 1.6

Hoofdstuk 43 belangrijk

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1

dit erratum per bladzijde aangegeven. ALGEMENE INSTRUCTIE: - Schrap alle vermeldingen en tekst over OVR en CVR.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Eigen vermogen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS

Inzicht in uw cijfers

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3

Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.

ALGEMENE ECONOMIE /05

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

Debet Balans per 9 januari Credit Gebouw Eigen vermogen

Grootboekrekening Debet Credit

Samenvatting Management & Organisatie Stichting en Vereniging

Management & Organisatie. Profielkeuze havo 3

Vraag Antwoord Scores

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Vraag Antwoord Scores. Opmerking Voor het eindantwoord 50 geen scorepunten toekennen.

Hoofdstuk 25, 30 en 31

Vwo 3 deel H4 t/m Ontwerp power point: Henk Douna

De resultatenrekening

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenwerkingsverband tussen personen gericht op het bereiken van een bepaald doel.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Het kasstroomoverzicht

2 Veranderingen in de balans

Inventaris Kassa Keuken Beelden om de inrichting gezelliger te maken Tafels en stoelen Totaal

Beginbalans. Grootboek

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 7

Eindexamen m&o havo I

de basis van bedrijfsadministratie

Beginner. Beginner. Beginner

Samenvatting Management & Organisatie Stichting & Vereniging

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

M&O VWO 2011/

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

Financiële ratio s met CASH!

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek

1 De inventarislijst en de balans

Dit uitwerkingenformulier bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.

Een lening met een onroerend goed als onderpand. 5. Waarom is het handig een boekhouding bij te houden (noem 2 redenen).

Hoeveel geld zit er in de bedrijfsvoering?

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen

Examenopgaven VMBO-KB 2004

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN


Financiële aspecten van de planning

Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden. Correctiemodel voorbeeldexamen

Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen. Hoofdstuk 5. Opgave 5.1 en 5.2

OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn?

Criteria toets financieel management.

Uitwerkbladen Examentraining 1

2014 Nederlandse Associatie voor Examinering Elementair Boekhouden 1 / 7

Inhoud VII. 1. De balans Veranderingen in de balans Grootboekrekeningen Hulprekeningen van het eigen vermogen...

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Ruilen over de tijd (havo)

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging)

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

4,1. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 2 november keer beoordeeld. Samenvatting M&O

Transcriptie:

Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken. Een organisatie heeft drie kenmerken: 1. Mensen werken samen 2. Mensen maken afspraken 3. Mensen hebben samen een doel Je kunt organisaties in twee soorten verdelen: Commerciële organisaties en niet-commerciële organisaties Commerciële organisaties streven naar winst. De eigenaren hebben geld in de organisatie gestopt en willen voor dat geld een vergoeding hebben. Een ander woord voor commerciële organisatie is profitorganisatie. Het wordt ook wel bedrijf of onderneming genoemd. Een onderneming of bedrijf is een organisatie die producten voortbrengt, verkoopt en/of diensten verleent met het doel om winst te maken. Niet-commerciële organisaties streven niet naar winst. Een niet-commerciële organisatie streeft naar een doel. Wat dat doel is, hangt van de organisatie af. Dit wordt ook wel een non-profitorganisatie genoemd. Een organisatie kun je vaak herkennen aan de naam. Wil je een organisatie oprichten, moet je een rechtsvorm kiezen. Rechtsvorm is de juridische vorm van de organisatie. Juridisch toont hier aan dat het de wet is die per rechtsvorm aangeeft wie de leiding heeft in de organisatie. Rechtsvormen kun je splitsen in natuurlijke personen en rechtspersonen. Natuurlijke personen zijn mensen, ze zijn ondeelbaar, zaak en privé zijn niet gescheiden. Volledig aansprakelijk voor schulden. Een rechtspersoon is een zelfstandige eenheid naast de natuurlijke personen die het bedrijf besturen of van geld voorzien. De rechtspersoon is zelf verantwoordelijk voor schulden. Voor een commerciële organisatie zijn er de volgende rechtsvormen mogelijk: 1. Eenmanszaak 2. Vennootschap onder firma 3. Naamloze vennootschap 4. Besloten vennootschap Een eenmanszaak is een ondernemingsvorm die geen rechtspersoonlijkheid bezit. Er is één eigenaar die de leiding heeft, het eigen vermogen heeft ingebracht en verantwoordelijk is voor de schulden. De vennootschap onder firma is een ondernemingsvorm waarbij twee of meer vennoten een bedrijf uitoefenen onder gemeenschappelijke naam. Ze brengen EV in en hebben de leiding. Doordat er

meer vennoten zijn, is er arbeidsdeling mogelijk. Het is geen rechtspersoon, de vennoten zijn verantwoordelijk voor de schulden. Vaak staat er vof na / fa. voor de naam vermeld. De naamloze vennootschap heeft een rechtspersoonlijkheid. De nv heeft dus zelfstandig rechten en verplichtingen. De eigenaren zijn slechts aansprakelijk voor het gedeelte dat ze in de nv hebben ingebracht. een nv is een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld eigen vermogen, waarin elk van de vennoten (aandeelhouders) voor één of meer aandelen deelneemt. Een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) is een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld eigen vermogen, waarin ieder van de vennoten voor één of meer aandelen deelneemt. Het verschil in een nv en een bv zit hem in de aandelen. De aandelen van een bv zijn, in tegenstelling tot de aandelen van een nv, niet vrij aan anderen overdraagbaar. Meestal mogen ze slechts verkocht worden aan familieleden of andere aandeelhouders. Voor niet-commerciële organisaties worden de volgende rechtsvormen besproken: 1. Nv of bv 2. Vereniging 3. Stichting Een nv of bv komt voor bij grote niet-commerciële organisaties die niet naar winst streven maar wel een bedrijfsmatig karakter hebben, zoals energiebedrijven en publieke omroepen. Een geprivatiseerd bedrijf is commercieel! Een vereniging is een organisatie die leden kent en bepaalde doelen nastreeft. De leden betalen contributie en kiezen zelf een bestuur Een stichting is een rechtspersoon zonder leden die een bepaald doel willen bereiken. Het bestuur probeert het doel van de stichting te realiseren. Het vermogen wordt vaak verkregen door subsidies of schenkingen. Paragraaf 2 Management is het bepalen van doelstellingen van de organisatie, het plannen, organiseren, geven van leiding en het controleren. Managen is een continu proces. Bepalen van doelstellingen van de organisatie. Elke organisatie bepaald doelstellingen. Managers werken de hoofddoelstelling uit in subdoelstellingen, net zo lang tot een doelstelling zo concreet is, dat het omgezet kan worden in een plan en dat de uitwerking van dit plan ook gecontroleerd kan worden. Plannen Dit is de gedetailleerde uitwerking van de doelstellingen. De doelstellingen worden een bepaalde tijdsperiode vastgelegd: er wordt bepaald wanneer welke doelstelling gerealiseerd moeten zijn.

Organiseren Het scheppen van doelmatige (de meeste efficiënte) verhoudingen tussen mensen, middelen en handelingen om een bepaald doel te bereiken. Geven van leiding De managers begeleiden de activiteiten van de verschillende werknemers en afdelingen. Ze verstrekken opdrachten en geven hulp bij de uitvoering van deze opdrachten. Controleren Als er in een organisatie meer dan één persoon werkzaam is, is controle noodzakelijk. Medewerkers in bedrijven krijgen bepaalde middelen om hun taken uit te voeren. Controle is nodig om te zien of de medewerkers hun taken zo doelmatig uitvoeren. Controle geeft managers de kans om tijdig bij te sturen en eventueel nieuwe doelstellingen te bepalen. In een organisatie kunnen we verschillende soorten doelstellingen onderscheiden: 1. Strategische - geeft aan wat de organisatie op lange termijn wil bereiken. Worden opgesteld door het topmanagement van de organisatie/onderneming. 2. Tactische - een invulling van de strategische met een looptijd van 2 tot 5 jaar. Worden opgesteld door het middenmanagement in samenspraak met het topmanagement. 3. Operationele - invullen van de tactische, op kort termijn. Worden opgesteld door het lagere management in samenspraak met het middenmanagement. Het aantal strategische doelstellingen van een organisatie/onderneming is beperkt, het aantal tactische doelstellingen is groter en het aantal operationele doelstellingen is weer groter. Paragraaf 3 Informatie omvat gegevens die de kennis van de ontvanger vergroten. Gegevens zijn op zichzelf staande feiten. Gegevens kúnnen informatie zijn. Informatie moet aan de volgende eisen voldoen: 1. Betrouwbaar de ontvanger van de informatie mag aannemen dat de informatie juist en volledig is. 2. Relevant de informatie moet zo veel mogelijk aansluiten op de informatiebehoefte. 3. Tijdig de informatie moet er op het juiste moment zijn. Je hebt twee soorten informatie: 1. Beslissingsinformatie - gaat vooraf aan de te nemen beslissing 2. Verantwoordingsinformatie - geeft aan waarom een beslissing is genomen Paragraaf 4 Communiceren = het uitwisselen van informatie tussen een zender en een ontvanger. Je hebt interne en externe communicatie. Interne communicatie is afkomstig van de eigen organisatie, gericht aan de eigen organisatie. Externe informatie is informatie die de organisatie ontvangt van de buitenwereld of naar de buitenwereld stuurt. Een informatiesysteem is het geheel van personen, hulpmiddelen en activiteiten dat gericht is op het verzamelen, verwerken en verstrekken van gegevens om te kunnen voorzien in de informatiebehoeften van personen binnen en buiten de

organisatie. Een informatiesysteem wordt gebruikt om overzicht te houden over alle gegevens en informatie. Hoofdstuk 2: Basisrekenvaardigheden Een perunage is een percentage als getal. Afzet = aantal verkochte producten Omzet = afzet x verkoopprijs Brutowinst = verkoopprijs inkoopprijs Nettowinst = brutowinst overige kosten Paragraaf 2 Indexcijfer = getal dat de verhouding weergeeft tussen de waarde in het basisjaar en de waarde in een bepaald jaar. Het basisjaar is altijd 100. Verhoudingsgetal, geen percentage! Biedkoers = de prijs die de bank bied. De eerste prijs achter de muntsoort Laatkoers = de prijs voor welke prijs de bank het verkoopt. Tweede prijs achter de muntsoort. Provisie = bij omwisseling moet provisie aan de bank betaald worden. (nieuwe waarde / waarde basisjaar ) x 100,-./0.1234 4 5673.1234 Indexcijfer omzet: omzet index = 899 Koersen worden per 100 aangegeven. Euro s dollars en ponden per stuk, yen per 10.000 Hoofdstuk 3: balans en winst-en-verliesrekening Kapitaalgoederen zijn de goederen van een onderneming, zoals auto s, computers, voorraden en een tegoed op de bankrekening. Om kapitaalgoederen aan te schaffen is vermogen nodig. Dit kan eigen vermogen zijn, dus vermogen van de eigenaar zelf, maar ook vreemd vermogen (schulden). Bij vreemd vermogen stellen anderen een deel van het benodigde vermogen beschikbaar. Een balans geeft een overzicht van de bezittingen en het eigen en vreemd vermogen van een onderneming op een bepaald moment. De balans heeft twee zijden: een debet- en een creditzijde. De volgorde op de debet zijde wordt bepaald door de vraag: hoe lang duurt het voordat een element van bezit weer wordt omgezet in geld? De volgorde op de debetzijde is als volgt: 1. Vaste activa (wordt bekeken d.m.v afschrijving) 2. Vlottende activa (dmv. Verkoop en ontvangst) 3. Liquide middelen (geld, kas) De volgorde op de creditzijde wordt bepaald door de vraag: wanneer moet ik de schuld weer aflossen? De volgorde is als volgt:

1. Eigen vermogen (dit is permanent vermogen, geen schuld) 2. Lang vreemd vermogen 3. Kort vreemd vermogen Een lening o/g staat voor opgenomen geld, er is dus geleend geld. u/g staat voor uitgeleend geld, dus er is geld aan anderen uitgeleend. Een hypothecaire lening is een (langlopende) lening met als zekerheid onroerende zaken (grond etc). Een winst-en-verliesrekening is een overzicht van de kosten en de opbrengsten van een onderneming over een bepaalde periode. Wordt ook wel resultatenrekening genoemd. Als bij de balans het eigen vermogen verandert, zijn er ook mutaties op de winst-en-verliesrekening.