Revalidatie CI kinderen

Vergelijkbare documenten
Cochleaire implantatie bij volwassenen informatie voor werkgevers

Cochleaire implantatie en logopedie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort.

cochleaire implantatie bij kinderen

Ria Massy. De taart van Tamid

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Stemwerkschrift. Inhoud

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

Praten leer je niet vanzelf

Als papa of mama een bolletje in het hoofd heeft Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar over brughoektumor bij hun papa of mama

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Psychosociale ontwikkeling

Bijlage Vragenlijst voor stotterende kinderen

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren?

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

informatiepakket Revalidatie CI CI NN Cochleair Implantatie team Noord- Nederland

Identificatiegegevens. Algemene gegevens in verband met uw gehoor

Adviezen stimulatie taalontwikkeling

Sociale/pedagogische vragenlijst

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Verbindingsactietraining

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Cochleaire implantatie bij volwassenen

Als praten niet vanzelf gaat

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com 3.0

Huilen als communicatiemiddel

Revalidatie CI. Informatiepakket. Werkgroep Cochleaire Implantaties Noord-Nederland. februari 2011 Rijksstraatweg 61b in Haren

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Identificatiegegevens. Algemene gegevens in verband met uw gehoor

Bijlage Stoere Schildpadden

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! Verkenning van het verhaal " #

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind

10. Gebarentaal [1/3]

lichaam is gestopt met groeien? De groei zou gemiddeld 0,2 millimeter per jaar bedragen. Dit komt neer

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Er zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind:

Gefeliciteerd. De allerbelangrijkste regel als we het hebben over kinderen en honden is:

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

~ (]J. -S ca. /;a.;j ~ ~/ ~ Ir'! ' ~ '-' 1 C\) 4. Middenoor. s. Slakkenhuis. 6. Gehoorzenuw ,.. ...

Verhaal: Jozef en Maria

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Spraak-taal 0-1½ jaar

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling

De olifant die woord hield

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Een kar vol muziek. Rotterdam, mijn stad. Een muziekproject voor kleuters

Ontdekdoos Geluid voor groep 5 en 6. docentenhandleiding

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Muzieklessen groep 5:

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Ik ben een heel klein muisje

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Hoe verloopt de muzikale ontwikkeling bij dove en slechthorende kinderen En de invloed die de ontwikkeling van het Cochleair Implant daar op heeft

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

i!i' ] ] ] ] ] 1 ~ 1 ~ Door: A /isha Chandoe Groep Bb VanOstadeschoo/ 1..

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

3 Hoogbegaafdheid op school

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

Vrienden kun je leren

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

ze er iets gewichtigs mee wil aangeven, al is het nooit duidelijk haar schouders reikte, is nagenoeg gehalveerd. Een simpele

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

OPVOEDEN ZO!!! De cursus is bedoeld voor ouders van kinderen van 3 tot 12 jaar

ZORGELOOS OP UITJE, VOOR OUDERS EN BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE KINDEREN

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Transcriptie:

informatiepakket Revalidatie CI kinderen CI NN Cochleair Implantatie team Noord- Nederland Universitair Medisch Centrum Groningen 1/1/2014

Inhoudsopgave 1. HOOFDACTIVITEITEN 3 2. PROGRAMMA REVALIDATIE KINDEREN 4 3. HET LOGOPEDISCH TRAJECT 5 3a. Voor de revalidatie 5 3b. De revalidatie 5 3c. Logopedisch traject na de intensieve revalidatie 6 3d. Taken van de logopedist van het CI-team 6 3e. Tot slot 6 4. ERVARINGEN VAN KINDEREN MET EEN CI 7 4a. Hoe kan het omgaan met een cochleair implantaat (CI) en het reageren op geluid zich in het eerste jaar ontwikkelen? 7 4b. Hoe kan de stem van het kind en de verstaanbaarheid zich ontwikkelen in het eerste jaar? 10 4c. Hoe kan de gebarentaal en het gesproken Nederlands zich ontwikkelen in het eerste jaar? 11 5. GELUIDSWAARNEMING 12 5a. Betekenis geven en benoemen van geluiden 12 5b. Bewustwording van omgevingsgeluiden 13 5c. Geluiden van instrumenten, apparaten, toestellen en voorwerpen 14 5d. geluiden in het verkeer 15 5e. Geluiden in de natuur 15 5f. Dierengeluiden 15 5g. Geluiden die mensen zelf maken met hun eigen lichaam 16 6. HET DAGBOEK 17 2

1. HOOFDACTIVITEITEN De hoofdactiviteiten tijdens de revalidatieperiode zijn: 1. Het optimaliseren van de spraakprocessor. 2. Spelobservatie en hoortraining (met en zonder spraakafzien). 3. Instructie over het zelfstandig kunnen uitvoeren van oefeningen (door de ouders en/ of door de logopediste/leerkracht). 4. Doornemen van het logboek. 5. Begeleiden en adviseren van ouders en andere betrokkenen met betrekking tot de hoorontwikkeling, spraaktaalontwikkeling en communicatieve vaardigheden. 6. Het opdoen en verwerken van spontane geluidservaringen tijdens de spelobservatie of hoortraining. 7. Aandacht voor de emotionele verwerking van nieuwe ervaringen en het al dan niet uitkomen van de verwachtingen m.b.t. de implantatie. Bij deze hoofdactiviteiten zijn de volgende disciplines betrokken: - audioloog - logopedist Eventueel op uitnodiging: - maatschappelijk werker 3

2. PROGRAMMA REVALIDATIE KINDEREN Intensieve revalidatie: Week 1 Ochtend: Week 2 Ochtend: Week 3 Ochtend: Afregeling Informatieverstrekking aan ouders/ (spel)observatie en hoortraining Aandacht voor het dragen van de apparatuur Afregeling Informatieverstrekking aan ouders/ (spel)observatie en hoortraining Aandacht voor het dragen van de apparatuur Afregeling Informatieverstrekking aan ouders/ (spel)observatie en hoortraining Aandacht voor het dragen van de apparatuur en evaluatie revalidatie Dit programma is zeer afhankelijk van de gemoedstoestand van uw kind en daarom kan de indeling van de ochtend en inhoud van het programma variëren. De audioloog en logopedist zijn op alle revalidatieochtenden aanwezig. Verder kunt u een beroep doen op de maatschappelijk werker van het CI team Noord Nederland. Vervolg (na de eerste 3 revalidatieweken): na 1 maand na 3 maanden na 6 maanden na 1 jaar Jaarlijks Afregeling door de audioloog + afspraak met de logopedist Afregeling door de audioloog + afspraak met de logopedist Afregeling door de audioloog + afspraak met de logopedist Afregeling door de audioloog + afspraak met de logopedist Controle afspraak door de audioloog + afspraak met de logopedist 4

3. HET LOGOPEDISCH TRAJECT 3a Voor de revalidatie 1. voor de operatie Introduceren van het logboek. 2. voor of tijdens de revalidatie Voorlichtingsavond in de thuissituatie door een logopedist van het CI team Noord Nederland. 3. vlak voor de revalidatie Eerste afregeling CI en aansluiten van de processor in het UMCG. Het uitwendige deel van de CI en de koffer met handleiding en accessoires gaat nu mee naar huis. 3b De revalidatie Wanneer uw kind geopereerd is en voldoende hersteld, start de periode van revalidatie en begeleiding. Uw kind moet gaan leren horen met zijn CI. Dit proces kost heel veel tijd en energie van uw kind en zijn omgeving. Hooropvoeding/bewustworden van geluiden/ontwikkelen spraak en taal U als ouders, maar ook andere betrokkenen (familie, crèche-, en peuterleiding, etc.) moeten weer bewust gemaakt worden van allerlei geluiden, die als vanzelfsprekend worden ervaren, om vervolgens uw kind bewust te maken van omgeving- en spraakgeluiden. Dit gebeurt op een speelse wijze waarbij uw kind het gevoel moet krijgen op ontdekkingstocht te zijn in een wereld vol geluid. Tevens is het belangrijk dat uw kind niet overvoerd wordt met geluidservaringen en dat hij er plezier in krijgt én houdt. Dit kan op school/ peutergroep (in de klas en bij de logopedist), thuis en in het UMCG begeleid worden. Afstelling van de spraakprocessor Voordat uzelf en de school met uw kind kunnen gaan oefenen, moet eerst de spraakprocessor (een onderdeel van de CI) afgesteld worden. Een optimaal gebruik van de CI is alleen mogelijk met de juiste individueel aangepaste afstelling van deze spraakprocessor. De spraakprocessor is in feite een computer, die de spraak en de geluiden uit de omgeving bewerkt, zodat de gehoorzenuw er iets mee kan. Een groot deel van de revalidatie en begeleiding is op de aanpassing of afstelling van de spraakprocessor gericht. De CI biedt uw kind in principe de mogelijkheid om (spraak)geluid waar te nemen. Revalidatie en begeleiding zijn nodig om die geluiden te leren onderscheiden en om de betekenis van die geluiden te leren. 5

De afstelling van de spraakprocessor en de eerste hoor indrukken vinden plaats binnen de KNO afdeling van het UMCG. Tevens wordt er door de audioloog en logopedist informatie gegeven over de apparatuur en over het omgaan met en uitbreiden van de ervaringen die uw kind opdoet. U komt met uw kind gedurende drie weken één ochtend naar het UMCG. Ook worden leerkrachten, leden van de gezinsbegeleiding en logopedisten die met uw kind werken, nauw betrokken tijdens de intensieve revalidatieweken. Andere familieleden kunnen eveneens één ochtend van de revalidatieweken langskomen. Aan een ieder wordt relevante informatie gegeven afhankelijk van zijn relatie met het kind. 3c Logopedisch traject na de intensieve revalidatie Na de intensieve revalidatie wordt de logopedische begeleiding voortgezet door de logopedist van de gezinsbegeleiding, de schoollogopedist of de logopedist in de vrije vestiging. De logopedist van het CI team Noord Nederland volgt de ontwikkelingen m.b.t. de CI, gedurende (in ieder geval) 5 jaren na implantatie en houdt contact met ouders, leerkracht en behandelend logopedist. 3d Taken van de logopedist van het CI team Noord Nederland - Begeleiden van kinderen en hun omgeving in het proces van het leren horen. - Volgen van de spraak- en taalontwikkeling en hier informatie en adviezen over geven. - Zorgdragen voor tijdige afname van de diverse testen. - Samen met ouders invullen van observatievolglijsten. Deze lijsten worden soms al voor de operatie ingevuld, dan na drie en na zes maanden en vervolgens jaarlijks. 3e Tot slot Cochleaire implantatie is een zeer zorgvuldig gebeuren. Pas wanneer aan veel voorwaarden wordt voldaan kan tot implantatie worden overgegaan. Aan de hand van gesprekken, afregelingen van het CI en logopedie, zal telkens duidelijker worden wat de mogelijkheden en beperkingen van het CI bij uw kind zijn. Al met al vereist dit langdurige zorg van en samenwerking tussen het CI team, ouders, leden van de gezinsbegeleiding en leerkracht van het kind. Alleen dan kan een CI een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van uw kind. Indien er problemen zijn met bijvoorbeeld de afregeling of de apparatuur of om andere redenen, kan men tussentijds contact opnemen met de logopedist van het CI team. Er zal dan gekeken worden welke actie verder moet worden ondernomen. 6

4. ERVARINGEN VAN KINDEREN MET EEN CI De auditieve en communicatieve ontwikkeling van het kind in het eerste jaar na aanpassing van de spraakprocessor. Voorbeelden uit oudergesprekken en bijpassend commentaar. 4a Hoe kan het omgaan met het cochleair implantaat (CI) en het reageren op geluid zich in het eerste jaar ontwikkelen? Tijdens de revalidatie wordt een begin gemaakt met de hoortraining. Hieronder valt ook het langzaam opbouwen van de draagtijd van het CI. Bij sommige kinderen loopt de draagtijd al snel op, andere kinderen hebben langere tijd nodig om aan het nieuwe apparaat te wennen. Over het algemeen zult u als ouders/verzorgers het initiatief nemen om het CI op te zetten. Uw kind zal het eerste jaar zelden om het CI vragen. Sommige kinderen vinden het dragen van het CI aanvankelijk niet prettig. Het komt echter ook voor dat kinderen gaan protesteren als het CI af moet of het apparaat toch zelf op willen doen. Enkele voorbeelden hoe het dragen kan verlopen: Thuis draagt Willem het CI enkele keren per dag ongeveer een kwartier. Thuis wil hij het apparaat alleen op als het rustig is (dus wanneer zijn broertjes even weg zijn). Eerst huilt hij even en daarna draagt hij het apparaat gewoon. (Willem 3 weken CI) Willem draagt zijn CI ongeveer een halve dag, zowel thuis als op school. (Willem 3 maanden CI) Joost heeft zijn CI altijd op. Het is voor hem een onderdeel van het aankleedritueel geworden. (Joost, 1 maand CI) Nine draagt haar CI minimaal een uur op school en thuis. Soms heeft ze hem vier uur in. Ze heeft dan geen last van lawaai. Moeder doet het CI op en af. Soms vraagt Nine zelf of ze het apparaat af mag. Ze doet het CI soms zelf op als ze het anderen wil laten zien. (Nine 2 weken CI) Ze wil de spoel niet altijd op als vader of moeder dit vragen. Als ze het apparaat eenmaal op heeft, wil ze het ook niet meer af. (Nine 1 maand CI) In het begin zullen we het advies geven om het apparaat alleen op te doen in rustige situaties. Dit omdat uw kind moet wennen aan alle nieuwe geluiden om zich heen. Alleen als uw kind het geluid dat het hoort kan koppelen aan de bron ervan, kan hij leren welke geluiden bij welk voorwerp horen. Sommige kinderen geven zelden aan dat ze last hebben van geluid. Andere kinderen vinden bepaalde geluiden niet prettig. Enkele mogelijkheden om uw kind toch langzaam te laten wennen aan minder prettige geluiden: Kas geeft aan wanneer hij bepaalde geluiden niet prettig vindt. Toen er bijvoorbeeld tijdens het kerstfeest veel lawaai en geklets waren om hem heen, wilde Kas zijn CI uit. Je kunt dan inderdaad zijn CI af doen. Ook kun je de volumeknop terugzetten als je weet dat het lawaai maar even duurt en het volume weer hoger zetten als de situatie rustiger is. (Kas 6 maanden CI) Vandaag deed Sylvia haar CI onverwacht af en ook de week daarvoor deed ze de spoel een keer van haar hoofd. Ze was toen in het circus en er was veel lawaai. Waarschijnlijk was de hele situatie haar teveel en te druk. Jullie kunnen dan in plaats van het apparaat uitzetten, ook het zachtere programma aanzetten. (Sylvia, 4 ½ maand CI) 7

Sommige kinderen merken vrij snel dat het CI niet werkt. Anderen merken het misschien wel maar reageren niet. Drie verschillende voorbeelden: Op school deed Luuk de spoel van zijn hoofd. Toen bleek dat de batterijen op waren. (Luuk 3 maanden CI) Kurt reageert zelf als de batterijen op zijn. Laatst hoorde hij het alarmpiepje van de CI. Kurt gebaarde toen /op/. (Kurt 9 maanden CI) Geert reageert niet als de batterijen op zijn. Wel merken de ouders aan zijn reacties en zijn stemgeving wanneer het apparaat niet werkt. Ook zien ze een blijde reactie wanneer het apparaat weer wordt aangezet. (Geert 1 jaar CI) Sommige kinderen reageren op een bepaalde manier wanneer het apparaat wordt aangezet (eerste voorbeeld of als het apparaat schijnbaar niet werkt (tweede en derde voorbeeld): Willem maakt zelf meer geluid door te tikken of te rammelen met voorwerpen als hij zijn CI op heeft. (Willem 3 weken CI) Kurt merkte een keer dat de (dove) klassenassistente haar stem niet gebruikte. Kurt keek toen namelijk verbaasd naar zijn eigen CI alsof deze niet werkte. (Kurt 4 ½ maand CI) Nine is zich er bewust van hoe haar CI werkt. Vader vertelde namelijk dat haar kleine zusje Nine riep terwijl Nine haar CI niet droeg. Op een gegeven moment merkte Nine dit en vertelde haar zusje dat zij haar aan moest tikken in plaats van roepen als ze haar CI niet op heeft. (Nine 1 jaar CI) Het reageren op het roepen van de naam ontwikkelt zich bij elk kind weer anders. Over het algemeen gaan kinderen wel beter op hun naam reageren naarmate ze het CI langer dragen. Enkele voorbeelden: In rustige situaties reageert Geert soms op het roepen van zijn naam en hij gaat nu ook af en toe op zoek naar waar het geluid vandaan komt. (Geert 3 maanden CI) De ouders vinden dat Nick de laatste twee weken meer consequente reacties geeft op het roepen van zijn naam. (Nick 3 maanden CI) Thuis reageert hij altijd op het roepen van zijn naam. Als hij echter teveel bezig is met iets anders, reageert hij niet. (Nick 3 maanden CI) Kas reageert in de klas duidelijk op zijn eigen naam. De verwarring met Kees is er logischerwijs natuurlijk wel, maar als hij Sylvia of Anissa hoort, weet hij wie er aangeroepen wordt. (Kas 9 maanden CI) Het horen van omgevingsgeluiden is voor ouders eigenlijk de grootste verandering. Hier wordt soms ook (te) veel druk op gelegd. Het is genoeg om te vertellen dat wij een bepaald geluid horen en om dat geluid nog eens te herhalen. De kinderen komen net kijken in de wereld van geluid en weten zelf niet welke dingen geluid maken en welke niet. Veel kinderen geven zelf geen tot weinig reacties wanneer er geluid te horen is. Ze moeten nog echt leren wat geluid maakt. Vooral door zelf geluiden te maken, leren de kinderen wat geluid is en wat het doet. Op de trommel slaan, in de handen klappen, met trommeltjes rammelen, iets laten vallen, iemand roepen, de deur dichtdoen: allemaal voorbeelden van geluiden die kinderen zelf kunnen maken. Als ze dit spelenderwijs doen, leren ze de geluiden ook echt kennen. Soms gaan kinderen reageren op de geluiden, soms ook niet. Enkele kinderen reageren vrijwel altijd. Een voorbeeld: Sylvia reageert vaak op omgevingsgeluiden. Bijvoorbeeld tijdens het rijden met haar poppenwagentje zocht ze naar waar het geluid vandaan kwam. Vanmorgen sleepte ze een stok achter zich aan en dit hoorde ze ook. Sylvia reageert bijna altijd op nieuwe geluiden. Ze zoekt voortdurend naar dingen die geluid maken. (Sylvia 1 maand CI) 8

Op een gegeven moment kennen de kinderen een groot aantal geluiden en hoeft er niet steeds gereageerd te worden: Sylvia reageert op omgevingsgeluiden, maar minder vaak dan voorheen. Dit is een goede ontwikkeling omdat ze nu blijkbaar geluiden kan selecteren. Een horend kind reageert namelijk ook niet op elk geluid. (Sylvia 4 ½ maand CI) Zo zie je dat je elk kind steeds met zichzelf moet vergelijken. Ieder kind maakt zijn eigen ontwikkeling door in zijn eigen tempo. Signaalgeluiden zijn geluiden die door iedereen opgemerkt worden en waarop een reactie verwacht wordt zoals de telefoon, een schreeuw, een sirene. Dit zijn vaak duidelijke, vrij luide geluiden. Een voorbeeld van een reactie op een signaalgeluid: Ouders vertellen dat Nick een keer omkeek toen het gerinkel van een fietsbel te horen was. (Nick 3 maanden CI) Kinderen met een CI kunnen vrij zachte geluiden waarnemen maar zullen aanvankelijk alleen op luider geluid reageren. Later leren ze ook op zachtere geluiden te reageren. Het is niet zo dat elk kind meteen een reactie laat zien op geluid. Eigenlijk is zelfs het omgekeerde het geval. De kinderen moeten leren wat geluid maakt en pas als ze bepaalde geluiden een aantal keer gehoord hebben, weten ze wat ze horen. Hoe wisselend kinderen reageren op geluid, blijkt uit de volgende voorbeelden: De oppas van Leroy begon tegen de jongen te praten.voor Leroy was dit eerst heel vreemd: voor hem had de oppas er een (stem)dimensie bij gekregen. Leroy hoort ook de wasmachine, de fietsbel, een vliegtuig, de autodeur, een drukke snelweg, het lopen van water. Van sommige geluiden schrikt Leroy; bijvoorbeeld het geluid van de stofzuiger en van een trein. Ook de matrixprinter waarnaar Leroy voorheen gefascineerd kon kijken, had er nu ineens een heel vreemd geluid bij. (Leroy 1 maand CI) Willem reageert soms op zijn naam als het rustig is. Soms reageert hij op omgevingsgeluiden. Hij heeft wel interesse in geluid maar lijkt er af en toe een beetje bang voor te zijn. Willem speelt nu thuis bewust met het volumeknopje van de tv. (Willem 3 maanden CI) Soms reageert Esther als de batterijen op zijn. Ze gebaart dan /op/. Thuis reageert ze zelden op haar naam, op school reageert ze wisselend. Voor reacties op omgevingsgeluid geldt hetzelfde: thuis zelden, op school wisselend. (Esther 6 maanden CI) Tegenwoordig zijn er overal mobiele telefoons te vinden, dus ook in de buurt van Nick. Op een gegeven moment gaat er een mobiele telefoon af, op een meter afstand van Nick. Hij reageert door te gebaren: Ik hoor het. (Nick 10 ½ maand CI) Iedereen heeft eigenlijk wel een mening over geluid. Men vindt het ene geluid mooi, het ander onaangenaam en een derde vindt men neutraal klinken. Ook kinderen met CI kunnen een mening gaan vormen over geluiden. Het ene vinden ze prachtig en het andere verschrikkelijk of onaangenaam. Dit onaangename geluid kan een negatieve reactie opleveren. Deze reactie kan op een gegeven moment ook vanzelf weer verdwijnen. Een paar voorbeelden van minder prettige hoorervaringen: Sommige geluiden vindt Marieke niet prettig zoals het fluiten van de juf en het schreeuwen van haar twee zusjes. (Marieke 7 ½ maand CI) Als er heel hard geroepen wordt, geeft Kas wel eens aan dat hij er last van heeft. Tijdens de carnavalsoptocht echter had hij helemaal geen last van het harde lawaai. Waarschijnlijk komt dit omdat hij al het geluid ook meteen ziet en hierdoor tevens afgeleid wordt. (Kas 9 maanden CI) 9

Kinderen doen steeds meer hoorervaringen op, leren van geluid en slaan het op in hun auditief geheugen. Er vindt een rijpingsproces plaats in de hersenen op het gebied van het horen. De kinderen leren bijvoorbeeld om verschillende geluiden tegelijkertijd waar te nemen zoals de volgende voorbeelden laten zien: Thuis hoort Jelle het belletje van de magnetron; ook als er gepraat wordt. (Jelle 4 ½ maand CI) Sylvia en haar moeder waren in de keuken. De afzuigkap stond aan en moeder begon met vlees te braden. Dit maakte een sissend geluid en Sylvia vroeg verbaasd wat ze hoorde. Moeder kon meteen op het vlees wijzen. Britt wil nu als ze tv kijkt, dat de cd-speler uitgaat. Anders kan ze de tv niet goed horen, vertelt ze dan. (Britt 10 ½ maand CI) Op een gegeven moment leren de kinderen welke geluiden ze horen. Soms vertellen ze wat ze horen. Dit heet identificatie van het geluid. Een keer zong het oudere zusje van Britt dat op de wc zat. Britt was iets verderop en gebaarde dat ze haar zusje hoorde zingen. (Britt 4 ½ maand CI) Het leren van geluiden blijft een continue proces voor de kinderen. Ook als je denkt dat ze alles kunnen horen. Nog steeds moeten ze van de omgeving horen wat geluid maakt en wat niet en soms vragen ze daar zelf om. Laatst gooide Sylvia thuis een rammelaar op de grond en ze vroeg of je dat kon horen. (Sylvia 10 ½ maand CI) 4b Hoe kan de stem van het kind en de verstaanbaarheid zich ontwikkelen in het eerste jaar? Als gevolg van het CI kunnen kinderen meer geluiden waarnemen en dus ook meer spraakgeluid horen. Door het horen van dit spraakgeluid kan het kind weer gaan brabbelen of kan het brabbelen zich verder ontwikkelen. Net zoals een baby stapsgewijs leert praten, zal ook het spreken van dove kinderen met een CI zich in stappen ontwikkelen. In het begin zullen de kinderen klanken of geluiden imiteren. Soms doet Mark spontaan de geluiden na die hij hoort, zoals het beh van het schaap en shsh van de slagroomspuit. (Mark, 2 maanden CI) Toen de rolluiken dichtgingen leek het alsof Kurt dit waarnam omdat hij het geluid imiteerde met mmm. (Kurt 4 ½ maand CI) De logopediste herhaalde een aantal keer het woord poep in haar verhaal. Sylvia hoorde dit en begon in haar spel ook de oe -klank te herhalen. (Sylvia 7 ½ maand CI) Tijdens de logopedie vertelde Marieke een verhaal over vuurwerk en imiteerde de verschillende geluiden van het vuurwerk. Een andere keer vertelde ze een verhaal over een auto die bij een spoorwegovergang stond terwijl er een trein aankwam. Tijdens het vertellen deed ze de geluiden van de signalen en de trein na en deze waren goed herkenbaar. (Marieke 10 ½ maand CI) De manier van stemgeven kan veranderen. Het is vaak zo dat er op een gegeven moment meer melodie te horen is in de stem van het kind, of het kind gaat klanken verlengen en lange en korte klanken door elkaar gebruiken. Deze supra-segmentele kenmerken van de spraak (melodie, ritme, duur) pikken de kinderen als eerste op. Daarna zullen ze ook de segmentele (= spraak) kenmerken oppikken en dus spraakklanken gaan waarnemen en ook zelf verschillen in spraakklanken laten horen. Meestal kun je eerst in hun eigen stem deze verschillen horen. Op het roepen van zijn naam reageert Tim nu niet. Wel wordt zijn eigen stemgeving wat zachter als hij zijn CI op heeft. (Tim 2 weken CI) Haar stem klinkt gevarieerder. Nee en ja zegt Britt nu en hierin is een beetje het Limburgse accent te horen. (Britt, 9 maanden CI) 10

De hoeveelheid stemgeving kan veranderen in de tijd maar ook per kind. Kurt is nu minder zelf aan het experimenteren met geluid. (Kurt 4 ½ maand CI) Joost is aanvankelijk minder gaan stem geven. Nu gaat hij geleidelijk aan zijn stem wat meer gebruiken. (Joost 1 maand CI) De kinderen zullen zich spontaan gaan uiten met behulp van gesproken taal. Enkele voorbeelden: Vandaag zei Nine spontaan baby toen ze een pop zag staan. Dit was goed verstaanbaar. (Nine 6 maanden CI) Sylvia gaat nu spontaan meer woorden zeggen: bah (bal), mm (lekker ruiken), aa (klaar), bu (blauw), biebie (baby). (Sylvia 7 ½ maand CI). De ouders vinden er nu meer verstaanbare klinkers te horen zijn. Zelf wanneer Jelle een korte zin zegt. (Jelle 9 maanden CI) Sommige woorden zegt Kurt duidelijker zoals (k) aas, (p) oes, ijs. Voor de ouders zijn deze redelijk te verstaan. (Kurt 9 maanden CI) Nick kan de namen van de kinderen uit de klas noemen. De namen zijn door bekenden redelijk te verstaan. Over het algemeen is er dus meer variatie in klanken te horen. (Nick 10 ½ maand CI) Sylvia gaat andere klanken ontdekken. Laatst maakte ze een s -klank, heel onbewust. Daarna was de klank vaker te horen en kon deze ook bewust gemaakt worden. In het begin imiteerde ze alleen maar de s -klank als ze die in een woord hoorde. Poes werd dan helemaal stemloos: ps. Sylvia kan er nu mee experimenteren en ook is ze te corrigeren op de s. (Sylvia 10 ½ maand CI) Het is vaak zo dat de kinderen spontaan meer klanken en woorden ontwikkelen. Het is dan wel van belang dat er ook voldoende gesproken wordt tegen de kinderen. Om voldoende toegang te hebben tot communicatie is het in het begin van belang om verschillende communicatiemiddelen te gebruiken (praten, gebaren, wijzen, mimiek, verwijzers, etc.). Doordat de kinderen gesproken taal horen, leren ze deze langzamerhand verstaan en gaan ze ook zelf meer gesproken taal gebruiken. Hoe dit zich ontwikkelt ten opzichte van gebarentaal komt in de volgende paragraaf aan de orde. 4c Hoe kan de gebarentaal en het gesproken Nederlands zich ontwikkelen in eerste jaar? Nick vertelt nu gemakkelijker, neemt initiatief en is zekerder geworden. Hij communiceert met brabbels Een groot aantal dove kinderen gaat naar een dovenschool waar tegenwoordig tweetalig onderwijs gegeven wordt. Ook de kinderen die een CI krijgen, volgen vaak tweetalig onderwijs. De ontwikkeling in beide talen wordt geobserveerd. Bij enkele kinderen merk je na een jaar CI-gebruik dat ze in sommige situaties geen gebaren gebruiken. Het volgende voorbeeld illustreert dat: De logopediste meldt dat Britt nadrukkelijk om je aandacht kan vragen en in verstaanbare woorden met steeds minder gebaren, vertelt wat er gebeurd is. (Britt 1 jaar CI). Vaak is het zo dat kinderen gedurende een langere tijd gesproken Nederlands ondersteunen met gebaren of hun gebaren ondersteunen met hun stem. Nick vertelt nu gemakkelijker, neemt initiatief en is zekerder geworden. Hij communiceert met brabbelsdie hij ondersteunt met gebaren. Hij laat nu een enkele keer ook tweewoordzinnetjes horen zoals mama mee of mama thuis. (Nick 1 jaar CI) 11

5. GELUIDSWAARNEMING 5a Betekenis geven en benoemen van geluiden De wereld is vol geluiden. Horende mensen hebben van jongs af aan geleerd deze geluiden op te merken en er een betekenis aan te geven. Na verloop van tijd worden bepaalde geluiden niet meer bewust waargenomen, omdat ze niet relevant zijn. Denk bijvoorbeeld aan het tikken van de klok tijdens een gesprek. Wil je echter weten hoe laat het is, dan ga je bewust luisteren hoeveel keer de klok slaat. Een kind met een CI, zijn ouders en zijn omgeving zullen verschillende stadia moeten doorlopen om uiteindelijk betekenis aan geluiden te kunnen toekennen. We onderscheiden: 1. Detectie Dat wil zeggen: waarnemen van geluid, in tegenstelling tot geen geluid. 2. Discriminatie Het kunnen onderscheiden van 2 verschillende geluiden. Met andere woorden: zijn deze geluiden hetzelfde of verschillend? 3. Identificatie Het koppelen van specifiek geluid aan een specifieke bron; het herkennen. 4. Interpreteren/begrijpen van de betekenis van het gehoorde geluid. Geluiden worden voortgebracht door een geluidsbron, die in trilling wordt gebracht. Geluiden kunnen heel verschillend van karakter zijn. We onderscheiden diverse kenmerken: Ø van luid tot zacht Ø van hoog tot laag Ø van lang tot kort Ø geluiden met een impulskarakter bijv. handgeklap Ø geluiden met een duurkarakter bijv. een draaiende motor Ø geluiden met een ruiskarakter bijv. bladgeritsel, de klanken f-s-g Ø geluiden met een afwisseling tussen lang en kort waardoor een bepaald ritmepatroon ontstaat. Ø zuivere geluiden bijv. van een fluit Ø complexe geluiden bijv. spraakklanken Ø eentonige geluiden Aan de waarneming van deze geluiden kunnen we subjectieve (persoonlijke) kwaliteiten toekennen. We krijgen dan omschrijvingen als: Ø zacht - te zacht Ø hard - te hard Ø aangenaam - onaangenaam - pijnlijk Ø prettig - vervelend - irritant Ø mooi - lelijk afschuwelijk De benamingen zullen vaak gegeven worden vanuit contrastervaringen. Het kunnen benoemen of beschrijven van de geluidswaarneming is een ondersteuning bij het herkennen en onthouden hiervan. Voor jonge kinderen met een CI kan dit nog te abstract zijn, wel kunnen ze middels gebaren goed vertellen of het raar, leuk, grappig, vervelend of niet prettig is wat ze horen. Ook kunnen de iets oudere kinderen leren om geluiden die ze horen, te imiteren met hun stem, net zoals wij dat doen door het imiteren van dierengeluiden of voertuigen (auto-brrrrrr, poes-mauw). 12

5b Bewustwording van omgevingsgeluiden Het spontaan reageren op geluiden kan, bij kinderen die langere tijd doof zijn, een vaardigheid zijn die verloren is gegaan, of nooit volledig ontwikkeld is. Men is gewend geraakt dat de gesprekspartner het gesprek begint met een visueel (wapperen met je hand) of voelbaar (aantikken) signaal. Als er gevraagd wordt om een reactie te geven op een geluid (hand opsteken, ja-zeggen, zoals bij het maken van een audiogram) kan het kind zich goed richten op het geluid. Dit, omdat het er dan op voorbereid is en de aandacht gericht is op het horen van een geluidsstimulus. Echter als het kind hier niet op voorbereid is en de aandacht is niet gericht op een specifieke luistertaak dan kan het moeilijk zijn spontaan te reageren op geluid. Dus: Als uw kind weet dat het een geluid kan verwachten, is het makkelijker om hierop te reageren dan wanneer dit van te voren niet is aangegeven. Wanneer uw kind geen geluid verwacht, kan het geluid dat aandacht trok van alles zijn. Voorbeelden zijn; een onverwachte klop op de deur, een telefoon die rinkelt of hoesten. Er is geen waarschuwing vooraf gegeven dat er geluid zou komen. Hierdoor kan het zijn dat dit geluid niet worden opgemerkt of niet worden herkend als betekenisvol. Om weer opnieuw spontaan te leren reageren op geluiden kunt u als ouder of logopedist het volgende doen: 1. Uw kind is met een bepaalde activiteit bezig: kleuren, eten, puzzel, spelletje. Gedurende de tijd dat het hiermee bezig bent geeft de ander een geluidsstimulus, zonder uw kind te waarschuwen. Dit kan zijn: het noemen van de naam, hoesten, ergens op kloppen, iets hardop zeggen, kortom van alles wat geluid maakt. Uw kind hoeft het geluid niet te herkennen of te benoemen het hoeft alleen aan te geven of te bevestigen dat hij een geluid heeft gehoord. (Het spreek voor zich dan de logopedist/ouder dit op gezette tijden kan doen, dus niet continu!) 2. Ook kunt u of kunnen andere huisgenoten in de thuissituatie, uw kind wijzen op geluid. Als de telefoon gaat tikt u uw kind op de schouder en zegt: De telefoon gaat. Dat is alles. Uw kind hoeft niets te bevestigen. Het kind wordt alleen op de hoogte gebracht. (= INFORMELE TRAINING) Andere voorbeelden zijn : Ik deed de portier van de auto dicht, dat maakt geluid. Er werd op de deur geklopt. Het geluid van de TV staat aan. De wasmachine maakt geluid. Ik kan mijn voetstappen horen. Er praat iemand. Ik hoor geluid van verkeer. Soms is het moeilijk voor ouders om niet te vragen om een bevestiging van het kind ( Hoorde je dit niet? ), maar in dit vroege stadium is dat niet nodig. Het doel is te weten dat uw kind spontaan op geluid kan reageren. Op de volgende bladzijden worden een aantal voorbeelden genoemd van omgevingsgeluiden. 13

5c Geluiden van instrumenten, apparaten, toestellen en voorwerpen - kraan aan/uit - stromend water in bad/emmer - sleutelbos - telefoon - bel - toilet - druppelende kraan - wekker - fluitketel - toetsenbord/computer - boren - geluidmakend speelgoed - tikken van de klok - voorwerpen die vallen op verschillende ondergronden - deur open/dicht - la open/dicht - kast open/dicht - ramen open/dicht - gordijnen open/dicht - iets neerzetten op verschillende ondergronden - zagen - timmeren - geluiden van bestek/servies - televisie - radio - stofzuiger - mixer - wasmachine - koelkast - afzuigkap - verwarmingketel - verwarming - koffiezetapparaat 14

5d Geluiden in het verkeer - vliegtuig - straaljager - helikopter - brommer - tractor - auto - vrachtwagen - fiets - fietsbel - sirene van brandweerauto, ambulance, politieauto - stoplicht voor voetganger met bel 5e Geluiden in de natuur - regen - onweer - wind - hagel - bladeren op de grond - takken tegen een raam 5f Dierengeluiden - koe - varken - paard - vogels - dierentuindieren - poes - hond 15

5g Geluiden die mensen zelf maken met hun eigen lichaam - lachen - huilen - hoesten - niezen - zuchten - fluisteren - roepen - smakken - tanden poetsen - stemgeluid: boos, vriendelijk, hard, zacht, hoog, laag, enz. - schreeuwen - zingen - slikken - slurpen - in de handen klappen - trommelen op de tafel - ritselen van papier - tikken op verschillende voorwerpen - afwassen - muziekinstrument bespelen bijv. piano, orgel, gitaar, viool - lopen,stampen,sloffen - op je tenen lopen - op klompen/hoge hakken lopen - op verschillende vloeren lopen 16

6. HET DAGBOEK Tijdens het adviesgesprek van het CI team wordt u aangeraden om een dagboek bij te houden. In dit dagboek kunt u foto s plakken en beschrijven wat uw ervaringen met uw kind tot nu toen zijn geweest rondom de plaatsing van de CI. Het kan voor uzelf prettig zijn om terug te kunnen kijken op deze periode en voor uw kind nu om te kunnen uitleggen en verwijzen wat er is gebeurd en voor later om uit te leggen waarom u heeft gekozen voor een CI. Ook tijdens de revalidatie is het belangrijk om uw ervaringen en de ervaringen van uw kind te beschrijven. Vaak wordt al snel weer vergeten hoe het kind in het begin geluid heeft ervaren en hoe gewoon deze ervaringen al zijn geworden. Het beschrijven van de geluidservaringen is niet eenvoudig en kan veel tijd kosten. Gedurende het revalidatieproces kan het teruglezen van ervaringen in het logboek helpen om over een dood punt heen te komen als u het gevoel heeft dat de ontwikkeling van horen en spreken stagneert. Om het beschrijven van allerlei ervaringen rondom de CI te ondersteunen, is er een lijst van aandachtspunten opgezet, die als kapstok kan dienen. Het dagboek omvat algemene persoonlijke, emotionele ervaringen zowel positieve als negatieve. Daarnaast bevat het dagboek ook specifieke ervaringen ten aanzien van geluidservaringen en de spraak-/taalontwikkeling. Op de komende pagina s staan aandachtspunten waarvan u gebruik kunt maken. 17

WEEK 1 1. Welke positieve geluidservaringen waren er vandaag? verrassende geluiden, nieuwe geluiden, prettige geluiden 2. Welke negatieve geluidservaringen waren er vandaag? verwarrende, chaotische geluiden / vreemde, onbegrepen geluiden/ te druk, lastig / storend / pijnlijk, onaangenaam enz. 3. Waren er momenten waarop u of uw kind de processor bewust heeft afgezet of uitgedaan? Andere momenten dan gebruikelijk? tijdstip, uur, moment van de dag 18

4. Waren er bijzondere reacties van mensen in uw omgeving? 5. Waren er vandaag technische problemen? zoals problemen met batterijen, snoertjes etc. 6. Waren er vandaag medische problemen zoals: pijn of irritatie bij de inwendige spoel, oorpijn, duizeligheid 7. Heeft uw kind vandaag zijn stem/spraak gebruikt? Geluiden maken of imiteren, brabbelen, nieuwe klanken. 19

8. Heeft uw kind vandaag zijn stem/spraak gebruikt om te communiceren? Stemgeven om aandacht te vragen, imiteren van intonatie, terugbrabbelen. 9. Hoelang heeft uw kind vandaag de CI/CI s gedragen? 10. Wat is de algemene indruk van de dag: Erg goed, best tevreden, zoals anders, niet zo best, baaldag enz. 20

WEEK 2 1. Welke positieve geluidservaringen waren er vandaag? verrassende geluiden, nieuwe geluiden, prettige geluiden 2. Welke negatieve geluidservaringen waren er vandaag? verwarrende, chaotische geluiden / vreemde, onbegrepen geluiden/ te druk, lastig / storend / pijnlijk, onaangenaam enz. 3. Waren er momenten waarop u of uw kind de processor bewust heeft afgezet of uitgedaan? Andere momenten dan gebruikelijk? tijdstip, uur, moment van de dag 21

4. Waren er bijzondere reacties van mensen in uw omgeving? 5. Waren er vandaag technische problemen? zoals problemen met batterijen, snoertjes etc. 6. Waren er vandaag medische problemen zoals: pijn of irritatie bij de inwendige spoel, oorpijn, duizeligheid 7. Heeft uw kind vandaag zijn stem/spraak gebruikt? Geluiden maken of imiteren, brabbelen, nieuwe klanken. 22

8. Heeft uw kind vandaag zijn stem/spraak gebruikt om te communiceren? Stemgeven om aandacht te vragen, imiteren van intonatie, terugbrabbelen. 9. Hoelang heeft uw kind vandaag de CI/CI s gedragen? 10. Wat is de algemene indruk van de dag: Erg goed, best tevreden, zoals anders, niet zo best, baaldag enz. 23

WEEK 3 1. Welke positieve geluidservaringen waren er vandaag? verrassende geluiden, nieuwe geluiden, prettige geluiden 2. Welke negatieve geluidservaringen waren er vandaag? verwarrende, chaotische geluiden / vreemde, onbegrepen geluiden/ te druk, lastig / storend / pijnlijk, onaangenaam enz. 3. Waren er momenten waarop u of uw kind de processor bewust heeft afgezet of uitgedaan? Andere momenten dan gebruikelijk? tijdstip, uur, moment van de dag 4. Waren er bijzondere reacties van mensen in uw omgeving? 24

1. Waren er vandaag technische problemen? zoals problemen met batterijen, snoertjes etc. 2. Waren er vandaag medische problemen zoals: pijn of irritatie bij de inwendige spoel, oorpijn, duizeligheid 3. Heeft uw kind vandaag zijn stem/spraak gebruikt? Geluiden maken of imiteren, brabbelen, nieuwe klanken. 8. Heeft uw kind vandaag zijn stem/spraak gebruikt om te communiceren? Stemgeven om aandacht te vragen, imiteren van intonatie, terugbrabbelen. 25

9. Hoelang heeft uw kind vandaag de CI/CI s gedragen? 10. Wat is de algemene indruk van de dag: Erg goed, best tevreden, zoals anders, niet zo best, baaldag enz. 26

CI-TEAM Noord-Nederland CINN UMCG afd. KNO Huispost BB20 Postbus 30.001 9700 RB Groningen tel 050-361 1392 SMS 06-10576115 fax 050-361 1792 CI@KNO.umcg.nl Website: www.ci.umcg.nl 27