SCHEMAGERICHTE VAKTHERAPIE, HOE PAS JE DAT TOE?



Vergelijkbare documenten
Schemagerichte cognitieve therapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornis

Schematherapie bij persoonlijkheidsstoornissen en verslaving. Tineke van der Linden GGz Breburg

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Workshop: Groepsschematherapie: tegengif bieden aan verslaving. Werken met modi: praten, voelen, doen.

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek

Het onderzoeksverslag

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Registratiereglement voor aspirant, junior, senior en supervisor Register Schematherapie Ingangsdatum: 1 mei 2016

Registratiereglement Schematherapeutisch Werkers Register Schematherapie Januari 2015

Beoordeel de twee vas-schalen. Indien niet van toepassing omcirkel: A. In hoeverre waren bovenstaande methoden en technieken op z n plaats?

Cognitieve gedragstherapie

Deeltijdbehandeling. Barneveld. volwassenen deeltijd

Accreditatiereglement schematherapie 2018

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Omgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling Antidiscriminatievoorziening Limburg

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: Klas: 2B2

Vraag & Antwoord. Tevredenheidsmetingen Scholengroep Veluwezoom 2013

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Accreditatiereglement schematherapie 2018, aanpassing 2019

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Focus Group Seminar Versterk je persoonlijke balans en effectiviteit Zaterdag 23 Januari 2016

Imaginaire rescripting in groepsschematherapie voor BPS. Guido Sijbers en Rosi Reubsaet

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

EENDAAGSE GROEPSPSYCHOTHERAPEUTISCHE DAGBEHANDELING

Uitwerkingen hoofdstuk 5

6 e schematherapiecongres:

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven.

SCHEMAGERICHTE VAKTHERAPIE, HOE PAS JE DAT TOE?

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Handboek klinische schematherapie

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

onderzoeksopzet handhaving

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING. Henk Smeijsters

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

Inhoud. I Deel 1. II Deel 2. Anne-Marie Claassen en Silvia Pol. Silvia Pol en Anne-Marie Claassen. Anne-Marie Claassen

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Accreditatiereglement Cursussen Register Schematherapie Ingangsdatum: 1 mei 2015

De ervaringen met doen alsof van volwassenen met ASS en NT-partners

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Therapy Adherence Scale (Therapie-trouw schaal) voor Schematherapie bij de Borderline Persoonlijkheidsstoornis.

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Voorwoord bij de tiende druk 8. 1 Inleiding 1 0. deel i voorbereiding 15

Doen bij Depressie. Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

Samenvatting. Samenvatting

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Individueel Traject Afdeling WORKSHOP FFZ 22 JANUARI 2019 DOOR JOLITA DE VETH EN IRENE BOS

Door Cliënten Bekeken voor tandartspraktijken. Informatie en stappenplan

Postmaster opleiding systeemtherapeut

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek

Students Voices (verkorte versie)

Supplement 1 Correspondentie Martin Walton Hoe waait de wind? Interpretatie van geestelijke verzorging door cliënten in de ggz Tilburg KSGV 2014

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Registratiereglement Schematherapeutisch Werkers Register Schematherapie Maart 2017

Informatie voor proefpersonen over het onderzoek: Haal meer uit je leven, met pijn

Cursus in Gestalt-psychologie.

Behandeling in de algemene kinder- en jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Helpers en Helden: Kaarten set Schemagerichte Therapie bij forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Schemagericht spelen Schemagerichte behandeling binnen dramatherapie voor cliënten van jaar met een cluster B persoonlijkheidsstoornis.

Opname op afdeling Argo en gedwongen opname. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie

Leerlingenhandleiding

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Transactionele Analyse. Begrijpen en beïnvloeden. Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

INLEIDING 1 DOCENTEN EN CURSISTEN 1 VOORWAARDEN AAN DOCENTEN EN GROEPSGROOTTE 1 VOORWAARDEN AAN DEELNEMENDE CURSISTEN 2

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Wiskunde Lesperiode 1

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Voorwoord... iii Verantwoording... v

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Orthopsychiatrie en ambulante forensische kinderen jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking

Workshop NGO congres. VGN Masterclass. de gehandicaptenzorg: betekenis voor beroepsuitoefening en het werkveld. Programma

Transcriptie:

SCHEMAGERICHTE VAKTHERAPIE, HOE PAS JE DAT TOE? Kwalitatief onderzoek naar de integratie van schemagerichte therapie in vaktherapieën in de klinische en forensische psychiatrie Janet van Grunsven Studentnummer 77541 E-mail: janet.van.grunsven@gmail.com Veghel, 13 mei 2009 Projectbegeleider : Jan Broekhuijsen Tweede beoordelaar : Sylka Uhlig Deeltijd Opleiding Creatieve Therapie, Mixed Media, richting Beeldend Hogeschool van Arnhem en Nijmegen te Nijmegen Praktijkbegeleider bij aanvang: Erik Kampen, beeldend therapeut

1. SAMENVATTING Op dit moment is nog relatief weinig zicht op de wijze waarop collega vaktherapeuten schemagerichte therapie inzetten. Doel van dit kwalitatieve inventariserende onderzoek is om schemagerichte toepassingswijzen van vaktherapeuten, werkzaam in de klinische en forensische psychiatrie, te verzamelen en te analyseren om daarna de resultaten beschikbaar te stellen. Hiermee wordt beoogd de professionalisering op het gebied van de schemagerichte vaktherapie te bevorderen. Centrale vraagstelling: Hoe integreren vaktherapeuten in de klinische en forensische psychiatrie aspecten van de schemagerichte therapie in de diagnosestelling en de behandeling van patiënten? Deelvragen: Welke interventies worden gedaan met betrekking tot de therapeutische relatie? Welke therapeutische attitude wordt aangenomen? Welke werkwijzen wordt gehanteerd ten behoeve van de diagnostiek en behandeling van cliënten? Wat zijn interventies? Welke werkvormen worden toegepast? Welke functie hebben deze werkvormen? Welke visie hebben vaktherapeuten op de integratie van schemagerichte therapie in hun discipline? Wat is hun beleving hierbij? Er is een literatuuronderzoek uitgevoerd en een praktijkonderzoek. De respondenten die deelnamen aan het praktijkonderzoek zijn dertien vaktherapeuten uit de klinische en forensische psychiatrie die schemagericht werken of doelbewust elementen gebruiken uit de schemagerichte therapie. Zij zijn met behulp van een halfgestructureerd interview bevraagd. De respondenten hebben de tussentijdse resultaten toegestuurd gekregen en zijn in de gelegenheid gesteld om de eigen inbreng te corrigeren of toevoegingen te doen. Deze nieuwe gegevens toegevoegd aan de resultaten. Op de aanwezige gegevens uit beide onderzoeken is een inhoudsanalyse toegepast. Werkwijzen en belevingen beschreven door de auteurs en respondenten zijn zoveel mogelijk onbevooroordeeld verzameld en geanalyseerd. De resultaten uit beide onderzoeken staan per deelvraag in een categorie beschreven. Geconcludeerd is dat de vaktherapeuten binnen de therapie gebruik maken van de structuur van de schema s en modi en de bijbehorende schemagerichte taal. Enerzijds bestaat er een grote variatie in de wijze waarop vaktherapeuten schemagerichte therapie integreren, ook per afzonderlijke vaktherapie. Anderzijds worden in het behandelproces ongeveer dezelfde fasen doorlopen. Vooral aan de fase van het doorwerken van oude pijn uit vroege schema s en die van het zoeken naar passend, nieuw gedrag wordt relatief veel aandacht besteed. In de therapeutische relatie neemt meer dan de helft van de vaktherapeuten zichzelf als persoon mee in de therapie. Ze stellen zich accepterend en redelijk transparant op en Empathische Confrontatie en Limited Reparenting worden veelvuldig toegepast. Het vergelijken van de vaktherapieën onderling levert een onevenwichtig beeld op, door de onevenredige aantallen therapeuten uit de verschillende disciplines. Wel is duidelijk naar voren gekomen, dat de psychomotore therapeuten in verhouding tot de andere vaktherapieën meer werkvormen met betrekking tot gedrag en het lichaam toepassen. Summary Subject in this qualitative research is how schema focused therapy is integrated by the various arts therapist and psychomotoric therapists in the Dutch clinical and forensic psychiatry. The results describe how these therapists fill in the therapeutic relationship and attitude, how they work throughout the treatment process, what methods and interventions are implemented and what their experiences of and visions on schema focused therapy are. Conclusions are, that on the one hand there is a large variation in the manner of application, and on the other hand the treatment process has similar phases. Especially the phases of working through old pain from early schema s and the search for appropriate new behaviour get relatively much attention. More than half of the therapists try to be natural, transparent and accepting in the relationship. Empathic Confrontation and Limited Reparenting are frequently applied. Especially the structure and the language of schema focused therapy have been found very useful in explaining what happens. When all arts and psychomotoric therapies are compared, the results provide an unbalanced picture, because of the disproportionate number of therapists from different disciplines. Nevertheless the results show clearly, that psychomotore therapists apply more behaviour and body methods in comparison to the other therapies. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 2 van 83 Janet van Grunsven.

2. INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING 2 2. INHOUDSOPGAVE 3 3. INLEIDING 5 3.1 Aanleiding tot dit onderzoek 5 3.2 Situatieschets 5 3.3 Inhoudelijke oriëntatie 6 3.4 Kernbegrippen 8 3.5 Probleem- en doelstelling 9 4. METHODE 11 4.1 METHODE PRAKTIJKONDERZOEK 11 4.1.1 Onderzoeksbenadering praktijkonderzoek 11 4.1.2 Databronnen praktijkonderzoek 11 4.1.3 Dataverzamelingstechnieken praktijkonderzoek 12 4.1.4 Verloop van dataverzameling praktijkonderzoek 13 4.1.5 Analysemethoden praktijkonderzoek 16 4.1.6 Kwaliteitsactiviteiten praktijkonderzoek 17 4.2 METHODE LITERATUURONDERZOEK 18 4.2.1 Onderzoeksbenadering literatuuronderzoek 18 4.2.2 Databronnen literatuuronderzoek 18 4.2.3 Dataverzamelingstechnieken literatuuronderzoek 19 4.2.4 Verloop van dataverzameling literatuuronderzoek 19 4.2.5 Analysemethoden literatuuronderzoek 19 4.2.6 Kwaliteitsactiviteiten literatuuronderzoek 20 5. DE RESULTATEN 22 5.1 RESULTATEN UIT HET PRAKTIJKONDERZOEK 22 5.1.1 Resultaten praktijk: De therapeutische relatie & attitude 22 5.1.2 Resultaten praktijk: Beschreven werkwijzen & interventies 25 5.1.3 Resultaten praktijk: Werkvormen en de functie die ze hebben 53 5.1.4 Resultaten praktijk: Beleving van / visie op schemagerichte therapie 59 5.2 RESULTATEN UIT HET LITERATUURONDERZOEK 64 5.2.1 Resultaten literatuur: De therapeutische relatie & attitude 64 5.2.2 Resultaten literatuur: Beschreven werkwijzen & interventies 66 5.2.3 Resultaten literatuur: Werkvormen en de functie die ze hebben 71 5.2.4 Resultaten literatuur: Beleving van/visie op schemagerichte therapie 75 Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 3 van 83 Janet van Grunsven.

6. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 77 6.1 Beantwoording onderzoeksvraag 77 6.2 Discussie 80 6.3 Aanbevelingen 81 7. NAWOORD 81 8. LITERATUUR 82 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 : Verklaring van schemagerichte begrippen : E-mail om potentiële respondenten uit te nodigen deel te nemen aan dit onderzoek : Overzicht van de resultaten van de respondentenwerving : E-mail aan respondenten met uitnodiging te corrigeren of aan te vullen in de eigen analyse, met mogelijkheid te reageren op de analyses van de andere respondenten : Opsomming van de codes in de analyse : Voorbeeld van stap 4 in de analyse van een interview : Voorbeeld van stap 4 in de analyse van literatuur : Tabellen met betrekking tot de therapeutische relatie en attitude : Tabellen met werkvormen en hun functie, per vaktherapie De volgende bijlagen zijn in een aparte band gebundeld: - Bijlage Praktijkonderzoek : tussentijdse analyses per respondent (stap 6) - Bijlage Literatuuronderzoek : tussentijdse analyses per artikel of boek (stap 6). Overal waar in dit onderzoeksverslag de mannelijke vorm wordt gebruikt, dient ook het vrouwelijke equivalent te worden gelezen. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 4 van 83 Janet van Grunsven.

3. INLEIDING 3.1 Aanleiding tot dit onderzoek In Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Rooyse Wissel te Venray wordt door verschillende disciplines schemagerichte therapie toegepast in de behandeling van forensisch-psychiatrische patiënten. Sinds 2008 wordt deelgenomen aan een onderzoek onder leiding van David Bernstein 1 in verschillende forensische instellingen in Nederland. Doel van Bernstein s onderzoek is het aantonen van verschillen in effectiviteit tussen schemagerichte therapie en wat men noemt treatment as usual. Zodoende is het onderwerp schemagerichte therapie erg actueel in de Rooyse Wissel. Tijdens de behandeling van patiënten met persoonlijkheidsstoornissen in deze instelling heb ik ervaren, hoezeer patronen van disfunctionele gedachten en gedrag geworteld kunnen zijn in de persoon. Als beeldend therapeut in opleiding ben ik gaandeweg geïnteresseerd geraakt in de toepassingsmogelijkheden van schemagerichte therapie. In de schemagerichte therapie worden gedachten, gevoelens en gedragingen van de patiënt gekoppeld aan schema s en schemamodi 2. In de schemagerichte behandeling van de forensisch-psychiatrische patiënt worden ook delictgerelateerde gedragingen verklaard vanuit zijn schema s. Dit biedt de patiënt de ruimte om op zichzelf te reflecteren, zonder zich door de ander aangevallen of afgewezen te voelen. Gaat de patiënt reflecteren vanuit het perspectief van zijn schema s op bijvoorbeeld keuzemomenten, dan kan hij vat krijgen op persoonlijke drijfveren en toch wordt de ernst van disfunctioneel gedrag niet gebagatelliseerd. In 2006 maakte mijn praktijkbegeleider beeldend therapeut Erik Kampen de keuze om schemagerichte therapie als onderzoeksonderwerp te nemen voor zijn Master-opleiding. Gaandeweg ontstond de behoefte aan een beschrijving van de wijze waarop vaktherapeuten in het werkveld schemagerichte therapie integreren in hun discipline. Vanuit het doel om een dergelijke beschrijving te produceren, is het initiatief tot dit onderzoek ontstaan. 3.2 Situatieschets Steeds meer vaktherapeuten in Nederland passen in de behandeling van patiënten schemagerichte therapie toe of gebruiken elementen hieruit. Theorie over deze therapievorm kan men onttrekken uit bijvoorbeeld handboeken voor psychotherapeuten of patiënten, of uit cursussen en workshops over dit onderwerp. Vaktherapeuten zetten schemagerichte theorie in op eigen wijze en vanuit eigen opleidings- en ervaringsachtergrond. Er is op dit moment nog onvoldoende zicht op aanwezige knowhow in het werkveld, vaktherapeuten hebben op eigen vakgebied nauwelijks of geen klankbord of uitwisselingscontacten over dit onderwerp. Voor zover mij bekend, bestond er bij aanvang van dit onderzoek nog geen inventarisatie van schemagerichte toepassingen in vaktherapieën. Er is nog geen overzicht van toepassingsmogelijkheden die men als vaktherapeut in behandelingen zou kunnen inzetten, of die als overzicht kan worden gebruikt door de vakgroep om informatie uit te dragen naar bijvoorbeeld patiënten, collega s en anderen. Met dit onderzoek, gericht op deze inventarisatie 1 David Bernstein ontving zijn Ph.D in Klinische Psychologie aan de Universiteit van New York. Hij is een ervaren beoefenaar, docent en trainer in schemagerichte therapie. Hij is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Maastricht en is hoofdonderzoeker van een studie naar de doeltreffendheid van Schema Focused Therapy onder forensische patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. (bron: website van Expertisecentrum Forensische Psychiatrie). 2 Uitleg over schema s en schemamodi staat onder het kopje schemagerichte therapie op pagina 8. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 5 van 83 Janet van Grunsven.

van toepassingen van schemagerichte vaktherapie, gedragen door deskundigen uit het werkveld, kan mogelijk aan hierboven genoemde behoeften worden voldaan. In FPC de Rooyse Wissel, van waaruit dit onderzoek is gestart, worden alleen mannelijke patiënten behandeld. De meeste hebben een persoonlijkheidsstoornis, een minderheid lijdt aan een psychotische stoornis. Ook hebben veel patiënten een verslavingsprobleem. De Rooyse Wissel kiest voor een eclectische benadering. Bij de keuze van de meest geschikte behandelmethode wordt uitgegaan van wetenschappelijk onderbouwde behandelvormen. Schemagerichte therapie is hier een "state of the art" voorbeeld van. Elementen uit deze therapievorm worden toegepast in beeldende, drama-, muziek- en psychomotore therapie, en in psychotherapie en in sociotherapie op de afdelingen. Tot voor kort waren schemagerichte therapeuten niet formeel georganiseerd. Er ontstond behoefte aan een register van therapeuten die schemagericht werken, zowel bij hulpverleners als bij hulpvragers. Op 1 juni 2007 is een groep mensen in Amsterdam bijeengekomen op het Oprichtingscongres Register Schematherapie. Deze bijeenkomst had als doel een register van schemagerichte therapeuten in te stellen, zodat hulpverleners elkaar kunnen vinden voor bijv. intervisie, verwijzing en het verder ontwikkelen van schematherapie. Doel is bovendien, de kwaliteit van schematherapie te waarborgen, door een aantal kwaliteitseisen te stellen aan de schematherapeut. Het gewicht lag destijds nog wat meer bij de psychologische/-therapeutische en, bijgevolg, de verbale kant. De vaktherapieën lagen daar nog een stapje achter. Dat komt doordat onderlinge uitwisseling onder vaktherapeuten, scholingsdagen op eigen vakgebied en werken aan de ontwikkeling van de schemagerichte vaktherapie nog maar zeer recent zijn gestart (eind 2007/begin 2008). De respondenten die voor dit onderzoek zijn benaderd om over hun ervaringen te vertellen, zijn drama-, muziek-, beeldende en psychomotore therapeuten. De deelnemende therapeuten zeggen schemagerichte therapie toe te passen, of intentioneel schemagerichte elementen te gebruiken in de behandeling van patiënten. Zij zijn werkzaam in de klinische of forensische psychiatrie in instellingen verspreid over Nederland. 3.3 Inhoudelijke oriëntatie Ter oriëntatie is literatuur gelezen, een bijeenkomst van schemagerichte vaktherapeuten bijgewoond en deelgenomen aan een symposium. Literatuur en artikelen Bij aanvang van dit onderzoek bestond, voor zover bekend, nog geen overzicht van toepassingswijzen van schemagerichte vaktherapeuten. Juist omdat er nog weinig literatuur aanwezig was over de toepassing van schemagerichte vaktherapie, kan met dit onderzoek een bijdrage geleverd worden voor beroepsbeoefenaars in het werkveld. Ten behoeve van de inhoudelijke oriëntatie en evenzeer om de af te nemen interviews in het praktijkgedeelte van dit onderzoek inhoudelijke betekenis te kunnen geven, is het volgende ondernomen: - In bibliotheken en op internet gezocht naar relevante literatuur en artikelen over het onderwerp schemagerichte therapie in het algemeen en schemagerichte vaktherapie in het bijzonder - Binnen FPC de Rooyse Wissel zijn actuele gebeurtenissen met betrekking tot schemagerichte therapie die plaatsvonden met belangstelling gevolgd. Voorbeelden van actuele gebeurtenissen: o gesprekken met of tussen collega vaktherapeuten over hun schemagerichte manier van werken met patiënten o de voorbereidingen met betrekking tot het onderzoek van David Bernstein, zoals: vooraf aan dit onderzoek werd door collega s overlegd welke patiënten geschikt Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 6 van 83 Janet van Grunsven.

zouden zijn voor deelname, aan deze patiënten werd uitgelegd wat deelname aan het onderzoek zou inhouden en wat voor- en nadelen zouden kunnen zijn, hierna kregen patiënten de gelegenheid om te gaan bepalen of ze wel of niet wilden gaan deelnemen. - Bijeenkomst van schemagerichte vaktherapeuten bijgewoond in de GGZ te Nijmegen. - Deelgenomen aan het minisymposium Schema s in de Groep bij het Centrum voor Persoonlijkheidsproblematiek PsyQ te Den Haag. De hieronder vernoemde literatuur is gebruikt ter oriëntatie: Handboeken met betrekking tot (verbale) schemagerichte therapie; deze zijn benut om helderheid te krijgen over schemagerichte termen en verbale toepassingen o Schemagerichte therapie, Handboek voor therapeuten (Young, Klosko & Weishaar, 2005); vindplek: studiecentrum HAN te Nijmegen o Leven in je leven, Leer de valkuilen in je leven herkennen (Young & Klosko, 2005); vindplek: studiecentrum HAN te Nijmegen o Schemagerichte therapie voor moeilijke mensen, Een nieuwe uitdaging voor de cognitieve gedragstherapie (Schacht & Peeters, 2000); vindplek: studiecentrum HAN te Nijmegen. o Schemagerichte cognitieve therapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornis (Van Genderen & Arntz, 2005); vindplek: studiecentrum HAN te Nijmegen. Artikelen geheel of gedeeltelijk handelend over schemagerichte (vak-)therapie; o Nieuwe hoop voor behandeling Borderline persoonlijkheidsstoornis; artikel op het Psychologie Plein; vindplek: http://psychologie.plein.nl/weblog/?id=38351. o Onderzoek: genezing borderliners mogelijk; artikel in Trouw d.d. 6 juni 2006; vindplek: http://www.trouw.nl/nieuws/laatstenieuws/article1297982.ece. o Communiceren met borderliners (Remmers & Schoen); scriptie in beroepsopdracht; vindplek: http://scriptiesonline.bib.hva.nl/document/42833. o Schematherapie userfiles; hierin onder anderen een in te vullen schemadagboek, cognitief modi dagboek en casusconceptualisatie en het artikel Schemagerichte therapie, Informatie voor cliënten uit Psychopraxis, jaargang 2, nummer 2 maart 2000; vindplek: http://www.schematherapie.nl/userfiles/files/therapieformulieren3.pdf. o Ontwikkelen en vergelijken van producten, een niet gepubliceerd document van Erik Kampen (2007), met schemagerichte therapie in de verzamelde gegevens. o Opbouw van vierdaagse cursus schemagerichte therapie, verzorgd door Van Genderen en Nadort; vindplek: https://www.peonline.org/xaurumuploadhandler.aspx?requestparam=dl&fn=45303_1.doc&afn=1.do c. o 1.1 Theoretisch behandelkader; onderdeel in het Instituutsdocument van FPC de Rooyse Wissel in 2005; vindplek: http://www.derooysewissel.nl/images1/rooysewissel/bestanden/instituutsdocument2 005.pdf. o Je vak in schema s, deel 1 (Blokland-Vos, Günther & Van Mook), artikel in het Tijdschrift voor vaktherapie 2008/2; ook te vinden op internet: http://www.vispd.nl/publications2008/2008blokland-vostijdvvaktherapie.pdf. o Je vak in schema s, deel 2 (Blokland-Vos, Günther & Van Mook), artikel in het Tijdschrift voor vaktherapie 2008/3 gepubliceerd na de sluitingsdatum voor dataverzameling. Bijeenkomst van schemagerichte vaktherapeuten Op 15 november 2007 is in het gebouw van GGNet te Nijmegen een bijeenkomst bijgewoond met als onderwerp de toepassing van schemagerichte therapie door vaktherapeuten. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door schemagericht beeldend therapeut Suzanne Haeyen, onder anderen werkzaam bij GGNet, en schemagericht klinisch psycholoog en psychotherapeut Eelco Muste, werkzaam bij de Viersprong te Halsteren. Doel van deze bijeenkomst was om schemagerichte vaktherapeuten bijeen te brengen en, onder andere, te onderzoeken of er behoefte bestaat aan uitwisseling en om te inventariseren of er eventueel andere behoeften actueel zijn op het gebied van schemagerichte vaktherapie. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 7 van 83 Janet van Grunsven.

Tijdens deze bijeenkomst is onder andere een basis gelegd voor: het vormen van subgroepjes van schemagerichte vaktherapeuten per medium voor uitwisseling, casuïstiek en/of intervisie het organiseren van scholingsdagen op gebied van schemagerichte vaktherapie. Minisymposium Schema s in de Groep Op 13 november 2008 is het minisymposium Schema s in de Groep bijgewoond in het Centrum voor Persoonlijkheidsproblematiek PsyQ te Den Haag. Tijdens dit minisymposium werd door Hans Snijders, klinisch psycholoog/psychotherapeut een presentatie verzorgd met als onderwerp De evolutie in het schemagericht cognitief werken. Deelgenomen is aan de workshops Groepsmodule schemagerichte cognitieve therapie en Schematherapie en beeldende therapie. 3.4 Kernbegrippen Schemagerichte therapie (Young, Klosko & Weishaar, 2005) Deze therapievorm wordt ook wel schematherapie of schemagerichte cognitieve therapie genoemd. Schemagerichte therapie is een therapievorm ontwikkeld door Jeffrey Young, bedoeld voor mensen met moeilijk behandelbare psychische stoornissen, zoals persoonlijkheidsstoornissen. Er zitten elementen in uit verschillende modellen, zoals de cognitieve gedragstherapie, hechting, Gestalt, psychoanalytische modellen, enzovoort. Schemagerichte therapie heeft tot doel oude disfunctionele schema s te doorbreken en in de plaats hiervoor nieuwe functionele schema s op te bouwen. Schema s In dit onderzoek verstaan we onder een schema een cognitieve structuur, die is opgebouwd in de vroege jeugd en uitgebouwd in de tijd daarna. Een cognitieve structuur is een patroon in de wijze waarop iemand zichzelf en zijn omgeving waarneemt, structureert en evalueert. Met behulp van het begrip cognitieve structuur kan verklaard worden waarom verschillende mensen in soortgelijke of identieke situaties anders reageren. En ook waarom dezelfde persoon zich in zeer uiteenlopende situaties anders kan gedragen. Schema s bepalen de manier waarop wij onze ervaringen beleven in ons denken, voelen en handelen (Aaron Beck, 1969). Door continue herhaling van schemabevestigende ervaringen kunnen schema s diep geworteld zitten in de persoon. Verandering van oude disfunctionele schema s of ontwikkeling van nieuwe functionele schema s is hierdoor moeilijk. Schemamodi Bij patiënten kunnen duidelijke verschuivingen in gedrag en gevoel binnen korte tijd optreden. Dat kan voor de patiënt zelf en voor de omgeving moeilijk te begrijpen zijn. Hiervoor zijn de schemamodi ontwikkeld. In dit onderzoek verstaan we onder een schemamodus een set van bij elkaar horende schema s en processen, die samen in bepaalde situaties het denken, voelen en handelen van de patiënt bepalen. Dit gebeurt ten koste van andere mogelijk meer functionele schema s (van Genderen & Arntz, 2005). Een voorbeeld. Volgens Young hebben patiënten met borderline persoonlijkheidsstoornis meestal de volgende vijf modi: de Beschermer 3, de Straffende Ouder, het Verlaten/Misbruikte Kind, het Boze/Impulsieve Kind en de Gezonde Volwassene. De namen kunnen in overleg met de patiënt omgezet worden, in namen die hijzelf vindt passen. Schemadomeinen Alle schema s zijn door Young ondergebracht in vijf brede categorieën van onbevredigde emotionele behoeften. Zo n categorie wordt een schemadomein genoemd. 3 In dit onderzoek beginnen verschillende schemagerichte termen, in dit geval de schemamodi, met een hoofdletter, zodat direct herkenbaar is dat het een schemagerichte term betreft. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 8 van 83 Janet van Grunsven.

De fasen in het handboek van Young In de diagnostische fase worden disfunctionele schema s van de patiënt in kaart gebracht en wordt onderzocht op welke manier hij met zijn schema s omgaat. Hoe een patiënt omgaat met zijn schema s, noemt men een coping-stijl. Hij kan ze bevestigen (erin meegaan), vermijden (bijv. situaties uit de weg gaan) of overcompenseren (bijv. het tegenovergestelde doen). In de behandelfase wordt de geldigheid van disfunctionele schema s van de patiënt uitgedaagd, met als doel ze te veranderen. Young beschrijft in deze fase drie verschillende stadia. Eerst worden er cognitieve strategieën ingezet, waarin de patiënt zijn schema leert zien als een hypothese die getoetst moet worden. Hij wordt zich meer bewust van de voor- en nadelen van schema s en leert dat zijn schema s onjuist of overdreven zijn. Hierna volgen de zogenaamde experiëntiële strategieën, wat wil zeggen dat wordt gewerkt op ervarings-/belevingsgebied. De patiënt wordt beter in het benoemen van zijn schema s en gaat ze op affectief niveau bestrijden. Doel is om de patiënt te helpen om het rationele inzicht in zijn schema s te ondersteunen met emotioneel inzicht. Tot slot komt het doorbreken van gedragspatronen van de patiënt aan bod. De patiënt zoekt naar en oefent met nieuwe, functionele gedragingen en voert dialogen tussen blokkades die verandering in de weg staan en zijn gezonde kant. Hij ontwikkelt nieuwe functionele schema s door, implementeert nieuwe gedragingen en schema s in de leefomgeving en brengt gezonde veranderingen aan in het dagelijks leven. Therapeutische relatie Young benadrukt dat de therapeutische relatie een essentieel onderdeel is van de diagnostiek en de behandeling. Twee kenmerken van de relatie spelen een grote rol: Empathische Confrontatie: het tonen van begrip dat de patiënt de neiging heeft te voelen, denken en handelen vanuit zijn schema s, en tegelijkertijd de patiënt overtuigen van de noodzaak om deze schema s te veranderen, omdat ze disfunctioneel zijn. Limited Reparenting: het in beperkte zin tegemoetkomen aan de patiënt zijn onvervulde emotionele behoeften uit de kindertijd. De therapeut sluit aan bij de schema s en copingstijlen van de patiënt. Omdat bewust gewerkt wordt met overdracht en tegen-overdracht, helpt zelfkennis met betrekking tot eigen schema s en copingstijlen de therapeut om effectief te werken. In bijlage 1, Verklaring der schemagerichte begrippen, worden een aantal schemagerichte begrippen nader uitgelegd. Vaktherapie In dit onderzoek wordt onder vaktherapieën verstaan: creatieve therapie beeldend, ook vernoemd als beeldende therapie creatieve therapie muziek, ook vernoemd als muziektherapie creatieve therapie drama, ook vernoemd als dramatherapie psychomotore therapie, ook vernoemd als pmt. 3.5 Probleem- en doelstelling Probleemoriëntatie In verschillende klinische en forensische psychiatrische instellingen in Nederland wordt schemagerichte therapie geïmplementeerd en bovendien onderzocht. Er is op dit moment nog onvoldoende zicht op aanwezige knowhow bij vaktherapeuten in het werkveld, men heeft op eigen vakgebied amper of geen klankbord of uitwisselingscontacten over dit onderwerp. Daardoor kan men de eigen werkwijze niet vergelijken met die van anderen en niet leren van de ervaringen van anderen. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 9 van 83 Janet van Grunsven.

Doelstelling Schemagerichte toepassingswijzen van vaktherapeuten, werkzaam in de klinische en forensische psychiatrie, verzamelen en analyseren om daarna de resultaten te verstrekken aan de deelnemende respondenten en andere belanghebbenden in het werkveld, ter bevordering van de professionalisering op het gebied van de schemagerichte vaktherapie. Centrale vraagstelling: Hoe integreren vaktherapeuten in de klinische en forensische psychiatrie aspecten van de schemagerichte therapie in de diagnosestelling en de behandeling van patiënten? Om tot een concrete beantwoording van de centrale vraagstelling te kunnen komen, zijn er deelvragen geformuleerd. Deelvragen: Welke interventies worden gedaan met betrekking tot de therapeutische relatie? Welke therapeutische attitude wordt aangenomen? Welke werkwijzen wordt gehanteerd ten behoeve van de diagnostiek en behandeling van cliënten? Wat zijn interventies? Welke werkvormen worden toegepast? Welke functie hebben deze werkvormen? Welke visie hebben vaktherapeuten op de integratie van schemagerichte therapie in hun discipline? Wat is hun beleving hierbij? Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 10 van 83 Janet van Grunsven.

4. METHODE Dit onderzoek is tweedelig. Er is een literatuuronderzoek uitgevoerd en een praktijkonderzoek. Doordat gegevens uit verschillende typen databronnen gehaald worden, worden schemagerichte vaktherapieën vanuit verschillende perspectieven bekeken. Dit komt ten gunste van de validiteit van dit onderzoek (Migchelbrink, 2004, pag. 108-109). Om beschrijvingen overzichtelijk te kunnen laten zien, is in hoofdstuk 4 over de methode de volgende indeling gemaakt: 4.1 Methode praktijkonderzoek 4.2 Methode literatuuronderzoek 4.1 METHODE PRAKTIJKONDERZOEK 4.1.1 Onderzoeksbenadering praktijkonderzoek In het praktijkgedeelte van dit kwalitatieve inventariserende veldonderzoek is de inhoud van interviews met respondenten met betrekking tot schemagerichte vaktherapie fenomenologisch reductief benaderd. In dit onderzoek wil dat zeggen dat werkwijzen en belevingen beschreven door de respondent zoveel mogelijk onbevooroordeeld worden verzameld en geanalyseerd. Niet alleen de feitelijke toepassing van schemagerichte vaktherapie wordt in dit onderzoek gebruikt, maar indien aanwezig ook de persoonlijke beleving van de respondent of de essentie waar hij op doelt. Een voordeel van dit type benadering is, dat de unieke wijze van toepassen van schemagerichte therapie van de individuele vaktherapeut de ruimte krijgt, in plaats van dat het kader van de onderzoeker bepalend is voor welke informatie verstrekt wordt. 4.1.2 Databronnen praktijkonderzoek Respondenten In dit praktijkgedeelte bestaan de databronnen uit halfgestructureerde interviews met vaktherapeuten. De geïnterviewde schemagerichte vaktherapeut geeft informatie over zijn eigen manier van toepassen van schemagerichte vaktherapie. Hij wordt bijgevolg respondent genoemd (Migchelbrink, pag. 91). Werving van respondenten Om informatie te kunnen verzamelen, zijn vaktherapeuten gezocht en benaderd die schemagerichte therapie toepassen of elementen hieruit gebruiken. Dit zijn de resultaten van de respondentenwerving: Aantal respondenten in dit praktijkonderzoek: Beeldende therapeuten 2 Muziektherapeut 1 Dramatherapeuten 4 Psychomotore therapeuten 6 Totaal: 13 Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 11 van 83 Janet van Grunsven.

Inclusiecriteria Om deskundigen te werven, van wie relevante informatie met betrekking tot de onderzoeksvragen verworven kan worden, zijn de volgende inclusiecriteria geformuleerd: 1. Vaktherapeuten die zeggen schemagerichte therapie toe te passen, of in het verleden schemagerichte therapie toegepast te hebben 2. Ze zijn werkzaam in de klinische of forensische psychiatrie 3. Er wordt of werd doelbewust gewerkt met tenminste één van de volgende, afkomstig uit de schemagerichte therapie: schema s schemamodi schemadomeinen 4 4.1.3 Dataverzamelingstechnieken praktijkonderzoek In dit praktijkonderzoek zijn de nu volgende dataverzamelingstechnieken gehanteerd: Interview Er zijn halfgestructureerde interviews afgenomen van dertien respondenten met behulp van een topiclijst (Migchelbrink, 2004, blz. 168). De topiclijst (zie figuur 1) bevatte een tabel met daarin negen onderwerpen, die betrekking kunnen hebben tot schemagerichte diagnostiek en behandeling. Interview leidraad Voor de topiclijst zijn die onderwerpen gekozen, welke een belangrijke rol lijken te spelen in de schemagerichte diagnostiek en behandeling. Deze onderwerpen zijn geselecteerd vanuit wat beschreven staat in het boek Schemagerichte therapie, handboek voor therapeuten van Young et al. en evenzeer vanuit de schemagerichte thema s die in FPC de Rooyse Wissel te Venray aan de orde leken te zijn. Afnemen van de interviews Van de interviews zijn geluidsopnamen gemaakt met behulp van een voice recorder. Om ervoor te zorgen dat die onderdelen van de schemagerichte therapie ter sprake zouden komen, die handelen over de eigen situatie en de persoonlijke wijze van toepassen in het medium, is vooraf aan elk interview met de respondent besproken: De respondent kiest maximaal vijf van de onderwerpen op de topiclijst om over te vertellen. Alle onderwerpen op de topiclijst zijn samen doorgenomen om ervoor te zorgen, zodat de betekenis ervan voor de respondent helder zou zijn. De respondent is gevraagd de onderwerpen te nummeren: wat je het belangrijkste vindt krijgt nummer 1, het minst belangrijke krijgt nummer 5; op deze manier komen we binnen de tijd die we hebben aan de belangrijkste onderwerpen toe. Benoemd is dat in het interview de focus zou komen te liggen op 1. het schemagericht werken 2. en hoe dat gebeurt in de eigen vaktherapie. Member Checks Er is gecontroleerd of betekenisverlening in de interpretaties van de onderzoeker de strekking van de gegevens zoals beoogd door de respondent benaderde (Wester & Peters, 2004, pag. 194). Met dit doel zijn de anonieme resultaten uit de analyses van de interviews van de respondenten aan de deelnemende respondenten toegestuurd, tezamen met diens eigen transcript. Hen werd verzocht om de gegevens in de eigen analyse te controleren en indien nodig te corrigeren en aan te vullen naar eigen inzicht. Bovendien is de mogelijkheid geboden 4 Uitleg over schema s, modi en schemadomeinen op blz. 7, Kernbegrippen, en in Bijlage 1: Verklaring van schemagerichte begrippen Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 12 van 83 Janet van Grunsven.

om nieuwe gegevens toe te voegen, al dan niet als reactie op de analyses van de andere respondenten. In bijlage 4 staat de brief die met de anonieme resultaten aan de respondenten is verstuurd, met de vraag om te corrigeren of aan te vullen. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Focus ligt op: 1. Schemagericht 2. Toepassing in beeldend/ muziek/ drama/ pmt 5 TOPICS Diagnostiek en voorlichting Cognitieve strategieën Experiëntiële Strategieën Gedragspatronen doorbreken Therapeutische relatie Schema s en/of schemamodi Casusconceptualisering Belangrijke ervaringen met patiënten Uw eigen inbreng I.v.m. de tijd => onderwerpen nummeren: belangrijkste onderwerp = nr. 1, 2 e belangrijkste = nr. 2, enz. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Figuur: topiclijst en aanwijzingen voor de respondent Inhoudsanalyse Op de aanwezige gegevens uit de interviews met de respondenten is een inhoudsanalyse toegepast, die aansluit bij de fenomenologisch reductieve benadering die is beoogd in dit onderzoek. 4.1.4 Verloop van dataverzameling praktijkonderzoek Voorbereidingen ten behoeve van de dataverzameling Voorbereidingen die naast de oriëntatie op het onderwerp zijn gedaan, zijn de werving van respondenten en de voorbereiding van het interview. Werving van respondenten Uitnodigingsmail schrijven Om schemagerichte vaktherapeuten te werven die bereid zijn deel te nemen aan de interviews, is er een informerende uitnodigingsmail opgesteld. Deze mail is te vinden in bijlage 2. E-mailen om respondenten te werven Het zoeken naar potentiële respondenten is voornamelijk via e-mail en de telefoon gegaan. Via deze kanalen zijn de volgende e-mailadressen gevonden: Via netwerken: collega s in de Rooyse Wissel, medestudenten en docenten aan de opleiding Creatieve Therapie aan de HAN te Nijmegen Via de interne e-mail van de Rooyse Wissel, in het adresboek staan e-mailadressen van verschillende justitiële instellingen Via websites: startpagina van de GGZ, websites van psychiatrische instellingen Via de nieuwsbrief netwerk vaktherapeuten forensisch werkveld Via vermelde gegevens achterin verschillende boeken, artikelen en vakbladen Via het uitproberen van e-mailadressen, bijv. info@deviersprong.nl. 5 Wat bij de betreffende respondent die geïnterviewd werd niet van toepassing was, werd weggelaten. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 13 van 83 Janet van Grunsven.

Resultaten respondentenwerving In totaal zijn er 236 e-mails verstuurd, waarop 75 reacties zijn binnengekomen. In de gevallen waarin geadresseerd is aan info@... bleek het twijfelachtig, of de vaktherapeuten binnen de betreffende instelling überhaupt bereikt werden. Een voorbeeld is de reactie van Riagg Rijnmond, samengevat: dit kost onze hulpverleners teveel tijd, we gaan hier niet op in. Via welke weg een reagerende persoon bereikt is, is in sommige gevallen niet meer te achterhalen. Eén van de redenen hiervoor is, dat in de wervingsmail voor dit onderzoek de lezer gevraagd wordt om tips, en/of om de mail door te sturen naar mogelijk schemagerichte collega s. Positieve resultaten uit de respondentenwerving: 12x afspraak voor een live interview 1x afspraak voor een telefonisch interview 1x deels live én deels telefonisch interview 19x belangstelling voor de resultaten van dit onderzoek; het aantal belangstellenden is mettertijd nog opgelopen. Een exact overzicht met de alle reacties op de respondentenwerving vindt u in de tabel Alle reacties op de respondentenwerving in bijlage. Voorbereiding vooraf aan het interview Aanvankelijk was een gestructureerd interview voorbereid. De inhoud hiervan was gebaseerd op het boek Schemagerichte therapie, handboek voor therapeuten (Young & Klosko, 2005). Een risico van dit type interview is dat het nogal sturend kan zijn, zodat respondenten te weinig ruimte krijgen om te praten over wat zij zelf relevant vinden. Om deze reden is gekozen voor het halfgestructureerde interview. Verloop van de dataverzameling Stappen rondom het interview en de overstap van de Delphi-methode naar Member Checks worden toegelicht. Interview Vooraf aan het interview: Aan respondenten die geïnterviewd zouden worden op hun eigen locatie is gevraagd om voor het interview een rustige ruimte te reserveren voor minimaal een uur. Om efficiënt te werken zijn met de respondent direct vooraf aan het interview afspraken gemaakt 6. Tijdens het interview: Er is gewerkt met een topiclijst (zie figuur 1). Bij gelegenheid is de inhoud van het eerder opgestelde gestructureerde interview benut voor het inzoomen op een onderwerp en om meer specifieke vragen te kunnen stellen. De meerderheid van de respondenten bleek indirect of direct te kiezen voor de topic belangrijke ervaringen met cliënten. Met als doel een bepaalde werkwijze of werkvorm en het effect ervan te verduidelijken, werden in de meeste gevallen anekdotes verteld met betrekking tot ervaringen met cliënten. Na het afnemen van het interview: Van één live interview werd de interviewtijd door omstandigheden verkort. Dit interview is een week later telefonisch voortgezet. Eén live interview met een beeldend therapeut is niet meegenomen in de resultaten, omdat de ontvangen gegevens buiten de inclusiecriteria bleken te vallen. Overstap van Delphi-techniek naar Member Checks Toesturen van de tussentijdse resultaten Oorspronkelijk was het de bedoeling om de Delphi-techniek toe te passen en meerdere vragenrondes te laten plaatsvinden. De verzamelde gegevens uit de interviews waren geanalyseerd en de tussenresultaten uit de analyses van de interviews zijn anoniem geretourneerd aan alle deelnemende respondenten. Dit toesturen gebeurde echter later dan afgesproken: in plaats van na drie maanden gebeurde dit na een jaar nadat de interviews waren afgenomen. Deze anonieme resultaten werden gestuurd tezamen met een begeleidende e-mail, waarin de respondenten werd verzocht naar eigen inzicht te corrigeren, aan te vullen en/of toe te voegen en het transcript van de desbetreffende 6 zie ook 4.1.3 onder het kopje Afnemen van de interviews op pagina 12. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 14 van 83 Janet van Grunsven.

respondent. Deze e-mail is te vinden in bijlage 4. Reacties op e-mail met verzoek In de drie weken na de hierboven vernoemde e-mail zijn alle correcties en aanvullingen ontvangen. De respondenten die nog niet gereageerd hadden, zijn aan het verzoek herinnerd. Hun is gevraagd om voor een nieuwe uiterlijke datum te reageren. Indien nog geen inhoudelijke reactie op de analyse was ontvangen, is gevraagd wat voor hun haalbaar zou zijn. Het uitstel heeft geen nieuwe data opgeleverd. Dit is een overzicht van de uiteindelijke reacties: Respondent status afronding. A ondanks verschuiven reactiedatum geen tijd nee B correcties/aanvullingen ontvangen ja C 2x correctie ontvangen ja D correcties/aanvullingen ontvangen ja E correcties/aanvullingen ontvangen ja F één correctie ontvangen i.v.m. afwezigheid ja G inhoud goedgekeurd: geen behoefte aan correcties/aanvullingen ja H correcties/aanvullingen ontvangen ja I niet meer gereageerd na verschuiven reactiedatum nee J correcties/aanvullingen ontvangen ja K aangegeven: geen correcties i.v.m. omstandigheden nee L geen correcties i.v.m. omstandigheden nee M niet te bereiken, afwezig nee. Totaal: 8x ja en 5x nee Reden van overstappen naar Member Checks Het aantal respondenten dat correcties en aanvullingen stuurde is 8. De inhoud van de reacties betrof voornamelijk correcties en een enkele beknopte aanvulling, er is niet op de inhoud van de andere analyses gereageerd. De vooruitzichten om nog te kunnen gaan voldoen aan de Delphi-techniek door middel van een derde vragenronde leken niet groot. Met de hierboven beschreven stappen die gedaan zijn ten behoeve van de Delphi-techniek is reeds voldaan aan de Member Checks. Bijzonderheden tijdens het analyseren van de data: 1. Van één van de interviews in geen transcript gemaakt, omdat tijdens het interview bleek dat de informatie niet voldeed aan de inclusiecriteria. 2. Tijdens het maken van de transcripts, bleek dat letterlijke verwoording te verkiezen viel boven globale verwoording. Respondenten bleken in heel korte zinnetjes tussendoor, die soms klonken als een lange eh, heel relevante informatie te geven. Voordeel van letterlijke verwoording is, dat alle data van de respondenten gemakkelijk terug te vinden waren. 3. Het maken van de transcripts bleek een zeer tijdrovende taak; daarom is voor twee transcripts voor assistentie gezorgd; waarna ze door de onderzoeker zijn gecontroleerd en gecorrigeerd waar nodig. 4. De codering in het interview van respondent A is meegenomen naar de andere interviews om op specifieke termen te zoeken; reden voor de keuze van respondent A was, dat deze therapeut zeer bewust een diversiteit aan schemagerichte technieken bleek in te zetten. 5. Op het moment dat gegevens in de categorisering gezet werden, trad het volgende probleem op: in relatief veel gevallen konden gegevens niet eenvoudigweg in de categorieën Cognitieve technieken, Experiëntiële technieken of Doorbreken van gedragspatronen ingedeeld worden, omdat twee of drie van deze categorieën in de werkwijze van toepassing waren. Met deze reden werden deze werkwijzen dan in allebei of alledrie de categorieën gezet. In de uiteindelijke resultaten zijn deze herhalingen verwijderd (zie 4.1.5 analysemethoden, punt 6 en 8, pag. 16) 6. Ook het categoriseren van de gegevens bleek een buitengewoon tijdrovende taak te zijn. 7. Om de onderzoeksvragen beter te kunnen beantwoorden, is op het laatste moment een nieuwe categorisering gebruikt. Hiermee was het probleem genoemd bij nummer 5 opgelost. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 15 van 83 Janet van Grunsven.

4.1.5 Analysemethoden in het praktijkonderzoek Schemagerichte therapie is een verzameling van technieken en behandelperspectieven vanuit verschillende therapievormen. Het is niet haalbaar om een zuiver schemagerichte selectie te maken en daar is derhalve geen poging toe gedaan. Analyse per interview De volgende stappen zijn doorlopen: 1. Geluidsopnamen van de individuele interviews zijn letterlijk in transscripts verwerkt. 2. Fragmenten die niet van belang waren voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn weggelaten. 3. Open codering: bij de uitspraken van de respondent zijn termen, coderingen geplaatst, die de inhoud beschrijven. Een overzicht van de codes is te vinden in bijlage 5. 4. Samenvatten/interpreteren: gecodeerde passages zijn nogmaals doorgelezen, gericht op het begrijpen van wat de respondent bedoelt met bepaalde aspecten. De hieruit volgende samenvatting of interpretatie is zo dicht mogelijk bij de woorden van de respondent gebleven. In bijlage 6 vind je een voorbeeld van stap 4 in de analyse van een interview. Respondenten hebben verteld vanuit hun persoonlijke ervaringen en beleving. Woorden als bijvoorbeeld belangrijk, werkt heel goed en mooi werden veelvuldig gebruikt. De uitspraak: wat echt heel krachtig is, is een flashcard. Dat werkt echt heel goed. Patiënten zeggen dat zelf ook, die zeggen is in de resultaten vermeld als zijnde een werkvorm met een bepaalde functie. In dit onderzoek is namelijk primair gekozen voor het beschrijven van de wijze van toepassing van schemagerichte therapie boven de beleving en de visie van de respondent, omdat dit het meest gericht is op het beantwoorden van de onderzoeksvragen. 5. Controleren en herformuleren: tijdens het uitvoeren van stap 4 zijn tevens de coderingen gecontroleerd met de oorspronkelijke beschrijving van de respondent en indien nodig bijgesteld. 6. Selectief coderen: vanuit de topiclijst en de codes die relatief vaak waren toegekend zijn een aantal categorieën geformuleerd. Fragmenten zijn vervolgens in de categorieën geplaatst, die van toepassing waren. Sommige fragmenten zijn in verschillende categorieën geplaatst meerdere categorieën waren van toepassing, waardoor er herhaling heeft plaatsgevonden (zie punt 8). Na stap 6 hebben de Member Checks plaatsgevonden: de tussentijdse resultaten van stap 6 zijn geretourneerd aan de deelnemende respondenten. Hiermee werden de respondenten in de gelegenheid gesteld om te corrigeren, aan te vullen en toevoegingen te doen naar eigen inzicht. De begeleidende e-mail is te vinden in bijlage 4. 7. De hierboven vernoemde correcties en nieuwe gegevens zijn opgenomen in de gegevens van stap 6. Deze gegevens zijn te vinden in een apart gebundelde bijlage tussentijdse analyses per respondent. 8. Nieuwe categorieën zijn geformuleerd, gericht op het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Fragmenten uit stap 7 zijn hierin overgezet en eventuele herhalingen geëlimineerd (zie punt 6). Reden voor de eliminatie is, dat de herhalingen veroorzaakt zijn door de methode van de onderzoeker en mogelijk vertekening van de resultaten zouden kunnen veroorzaken. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 16 van 83 Janet van Grunsven.

9. Reduceren en herformuleren: fragmenten zijn verder teruggebracht naar de essentie. Een aantal fragmenten zijn geherformuleerd. 4.1.6 Kwaliteitsactiviteiten praktijkonderzoek De betrouwbaarheid en validiteit van dit praktijkonderzoek hangen nauw samen met de hieronder beschreven kwaliteitsactiviteiten: Er is gestreefd naar transparantie: - genomen stappen en beslissingen zijn beschreven - verschillende stadia van de databestanden in de analyse dat wil zeggen geluidsopnamen, transcript, codering, enzovoort zijn bewaard gebleven om controles te kunnen uitvoeren Er is gestreefd naar verkleining van de kans op fouten en vertekening: Onderzoeksinstrument hoe open of sturend is het interview/de interviewer - De respondent in de gelegenheid gesteld om vanuit eigen perspectief gegevens te verstrekken over het onderwerp, door de keuze voor een halfgestructureerd interview - de relevantie met betrekking tot de onderzoeksvragen van aangebrachte kaders in het interview is gecontroleerd - de interviews zijn opgenomen met een voice recorder, zodat de intonatie en/of intentie van de respondent opnieuw kon worden gecontroleerd - gestreefd is naar een open onderzoekshouding tijdens de interviews; afwisselend is door de interviewer een betrokken of neutraal houding aangenomen. - bij het opmerken van vraagstellingen waarmee door de interviewer onbedoeld sturing werd gegeven, zijn direct meerder opties gegeven waaruit de respondent zou kunnen kiezen - van de geluidsopnamen zijn letterlijke transcripts gemaakt - suggestieve vraagstellingen in het interview zijn gesignaleerd en indien deze sturend werden bevonden, is (een deel van) het antwoord niet meegenomen in de analyse Subjectiviteit van de onderzoeker: - er is gestreefd naar overeenstemming tussen de verwoording van de respondenten en de formulering ervan in de analyses en de resultaten - Member Checks: respondenten hebben inzage gekregen in de gecategoriseerde analyses van alle anonieme respondenten en zijn in de gelegenheid gesteld om in de eigen transcripts en analyses te corrigeren, toevoegingen te doen en te schrappen, al dan niet als reactie op analyses van andere respondenten. Methode van de onderzoeker: - ter controle is een deel van de codering door de praktijkbegeleider herhaald De te onderzoeken situatie zelf: - inclusiecriteria zijn geformuleerd met betrekking tot de respondenten en de interviews, met de intentie relevante gegevens te verzamelen, gericht op het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Er is langs meerdere perspectieven onderzocht: Triangulatie: bij de dataverzameling is gebruik gemaakt van - meerdere typen databronnen: de literatuur en de praktijk - verschillende databronnen in het praktijkonderzoek, namelijk vaktherapeuten uit verschillende instellingen in Nederland. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 17 van 83 Janet van Grunsven.

4.2 METHODE LITERATUURONDERZOEK 4.2.1 Onderzoeksbenadering literatuuronderzoek In het literatuurgedeelte van dit kwalitatieve inventariserende veldonderzoek is de inhoud van de literatuur met betrekking tot schemagerichte vaktherapie fenomenologisch reductief benaderd (Wester, 1995). In dit onderzoek wil dat zeggen, dat werkwijzen en belevingen beschreven door de schrijver zoveel mogelijk onbevooroordeeld zijn verzameld en geanalyseerd. Niet alleen de feitelijke toepassing van schemagerichte vaktherapie wordt in dit onderzoek meegenomen, maar indien aanwezig ook de persoonlijke visie en drijfveren van de schrijver of de essentie waar hij op doelt. Een voordeel van dit type benadering is, dat de unieke visie op de toepassing schemagerichte therapie van de schrijver de ruimte krijgt, in plaats van dat het kader van de onderzoeker bepalend is voor welke informatie wordt onttrokken. 4.2.2 Databronnen literatuuronderzoek De databronnen in dit literatuuronderzoek bestaan uit artikelen, een scriptie, een boek en een tekst. Om relevante informatie te verwerven, zijn inclusiecriteria geformuleerd. Inclusiecriteria: 1. Er wordt geschreven over de combinatie van vaktherapieën en schemagerichte therapie 2. De auteur schrijft vanuit het perspectief van de klinische of forensische psychiatrie 3. Er wordt of werd doelbewust gewerkt met tenminste één van de volgende, afkomstig uit de schemagerichte therapie: a. schema s b. schemamodi c. schemadomeinen 7 Locaties waar naar relevante literatuur is gezocht Op deze locaties is gezocht naar relevante literatuur en artikelen over het onderwerp schemagerichte vaktherapie: In het studiecentrum van de HAN te Nijmegen In de bibliotheek van FPC de Rooyse Wissel Contacten, bijvoorbeeld geïnformeerd bij docenten aan de HAN, bij vaktherapeuten in FPC de Rooyse Wissel Op Internet: o google.nl o google.nl/scholar (google wetenschap) o pubmed.com o psychwatch.com o bibliotheek van Ministerie van Justitie op Internet Gezocht is aan de hand van de nu volgende termen: Schema focused therapy, schema focused, schematherapie, schemagerichte therapie, schemagerichte cognitieve therapie, schemagericht, schema, sft, sgt, sct, Jeffrey Young, Young+Klosko, schemagerichte vaktherapie, verschillende eigennamen van schemagerichte (vak-)therapeuten. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 18 van 83 Janet van Grunsven.

Databronnen die zijn gebruikt in het literatuuronderzoek De nu volgende literatuur met betrekking tot schemagerichte vaktherapie heeft gediend als databron in het literatuuronderzoek: Beeldend Imaginatie in beeldende therapie, Een schema-gerichte benadering (Haeyen, 2006) Niet uitleven maar beleven, Beeldende therapie bij Persoonlijkheidsproblematiek (Haeyen, 2007) Combinatie drama en psychomotore therapie Zanger gezocht (Timmer, 2004) Muziek Ben IK in beeld? De muziektherapeutische behandeling van de narcistische persoonlijkheidsstoornis, volgens de schemagerichte therapie (De Jong, 2003) Musictherapy and Schema-focused Therapy. Uitnodiging voor de lezing van Almut Pioch tijdens het 7th European Music Therapy Congress in 2007 Psychotherapie: in dit artikel worden drama-, beeldende en psychomotore therapie genoemd Specialistische psychotherapie voor persoonlijkheidsstoornissen (Thunnissen, 2001) Volledige informatie over genoemde literatuur en websites vindt u in de literatuurlijst. 4.2.3 Dataverzamelingstechnieken literatuuronderzoek Er is een inhoudsanalyse toegepast op aanwezige gegevens in de verzamelde literatuur. Deze inhoudsanalyse sluit aan bij de fenomenologisch reductieve benadering die is beoogd in dit onderzoek. 4.2.4 Verloop van de dataverzameling in het literatuuronderzoek Eerst is het praktijkonderzoek uitgevoerd, daarna het literatuuronderzoek. De voorbereidingen voor het praktijkonderzoek en de hiermee opgedane ervaring heeft nuttige informatie opgeleverd ten behoeve van de wijze van uitvoering van de literatuuranalyses 7. De gevonden literatuur is op dezelfde wijze geanalyseerd, zodat beide werkwijzen goed te vergelijken zouden zijn. De literatuuranalyse is aangevuld met een nieuwe categorisering, beter afgestemd op de onderzoeksvragen. Deze nieuwe categorisering is daarna dienovereenkomstig toegepast op de praktijkanalyse. 4.2.5 Analysemethoden in het literatuuronderzoek Schemagerichte therapie is een verzameling van technieken en behandelperspectieven vanuit verschillende therapievormen. Het is niet haalbaar om een zuiver schemagerichte selectie te maken en daar is derhalve geen poging toe gedaan. De analysemethoden in het literatuuronderzoek komen grotendeels overeen met de die in het praktijkonderzoek. 7 Zie het 4.1.4 Verloop van de dataverzameling in het praktijkonderzoek op pagina 13. Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 19 van 83 Janet van Grunsven.

Analyse per artikel / boek De volgende stappen zijn doorlopen: 1. Fragmenten die niet van belang waren voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn weggelaten. 2. Open codering: bij fragmenten zijn termen, coderingen geplaatst, die de inhoud beschrijven. Een overzicht van de codes is te vinden in bijlage 5. 3. Samenvatten/interpreteren: gecodeerde passages zijn nogmaals doorgelezen, gericht op het begrijpen van wat de auteur bedoelt met bepaalde aspecten. De hieruit volgende samenvatting of interpretatie is zo dicht mogelijk bij de woorden van de auteur gebleven. In bijlage 7 vind je een voorbeeld van stap 3 in de analyse van een scriptie. 4. Controleren en herformuleren: tijdens het uitvoeren van stap 4 zijn tevens de coderingen gecontroleerd met de oorspronkelijke beschrijving van de auteur en indien nodig bijgesteld. 5. Selectief coderen: vanuit de topiclijst en de codes, die relatief vaak waren toegekend in het praktijkonderzoek, zijn een aantal categorieën geformuleerd. Fragmenten zijn vervolgens in de categorieën geplaatst, die van toepassing waren. Sommige fragmenten zijn in verschillende categorieën geplaatst meerdere categorieën waren van toepassing, waardoor er herhaling plaatsvond. Dit is in de volgende stap hersteld. Deze gegevens zijn te vinden in een apart gebundelde bijlage tussentijdse analyses per artikel of boek. 6. Nieuwe categorieën zijn geformuleerd, meer toegespitst op het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Fragmenten uit stap 5 zijn hierin overgezet en eventuele herhalingen verwijderd. 7. Reduceren en herformuleren: fragmenten zijn verder teruggebracht naar de essentie. Een aantal fragmenten zijn geherformuleerd. 4.2.6 Kwaliteitsactiviteiten literatuuronderzoek De betrouwbaarheid en validiteit van dit literatuuronderzoek hangen nauw samen met de hieronder beschreven kwaliteitsactiviteiten: De onderzoeker heeft gestreefd naar transparantie: - genomen stappen en beslissingen zijn beschreven - verschillende stadia van de databestanden in de analyse zijn bewaard gebleven, om controles te kunnen uitvoeren - feedback over handelen van de onderzoeker is gevraagd aan de praktijkbegeleider, projectbegeleider en anderen; deze feedback is behandeld. De onderzoeker heeft gestreefd naar verkleining van de kans op fouten en vertekening: Onderzoeksinstrument: - analyses zijn herlezen om onbedoeld richting geven te herstellen. Subjectiviteit van de onderzoeker: - gestreefd is naar overeenstemming tussen de verwoording door de schrijvers van de artikelen en de formulering ervan in de analyses en de resultaten - analyses zijn toegestuurd ter inzage aan de projectbegeleider; feedback op de analyse is verwerkt in de resultaten. Methode van de onderzoeker: - overwegingen en beslissingen gemaakt na raadpleging onderzoeksliteratuur en overleg met de praktijkbegeleider en projectbegeleider Kwalitatief onderzoek schemagerichte vaktherapie pag. 20 van 83 Janet van Grunsven.