Praktijkinstructie Sparen en beleggen 4 (CBV13.4/CREBO:50165)



Vergelijkbare documenten
Praktijkinstructie Sparen en beleggen 4 (CBV04.4/CREBO:50165)

Praktijkinstructie Consumptieve kredieten 4 (CBV14.4/CREBO:50164)

Praktijkinstructie Woningfinanciering 4 (CBV12.4/CREBO:50166)

Praktijkinstructie Consumptieve kredieten 4 (CBV05.4/CREBO:50164)

Praktijkinstructie Woningfinanciering 4 (CBV03.4/CREBO:50166)

Sparen en beleggen 4 SPAREN EN BELEGGEN 4 (CBV13.4/CREBO:50165)

Praktijkinstructie Betalingsverkeer 4 (CBV11.4/CREBO:50167)

Praktijkinstructie Betalingsverkeer 4 (CBV02.4/CREBO:50167)

Betalingsverkeer 4 BETALINGSVERKEER 4 (CBV11.4/CREBO:50167)

Consumptieve kredieten 4 CONSUMPTIEVE KREDIETEN 4 (CBV14.4/CREBO:50164)

Woningfinanciering 4 WONINGFINANCIERING 4 (CBV12.4/CREBO:50166)

Praktijkinstructie Dataverwerking 1 (CSE02.1/CREBO:50236)

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Praktijkinstructie Transportmanagementondersteuning

Praktijkinstructie Fiscaal administratief beheer 4 (CBA07.4/CREBO:50171)

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Volksverzekeringen 4 VOLKSVERZEKERINGEN 4 (CJU06.4/CREBO:50104)

Praktijkinstructie Personeelsadministratie 3 (CSE09.3/CREBO:50178)

Praktijkinstructie Stenografie 3 (CSE10.3/CREBO:50177)

Praktijkinstructie Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 3 (CBA10.3/CREBO:50142)

Praktijkinstructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131)

Praktijkinstructie Planning en organisatie 3 (CSE04.3/CREBO:50215)

Praktijkinstructie Medisch secretariaat 3 (CSE07.3/CREBO:50180)

Praktijkinstructie Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3 (CIN02.3/CREBO:50170)

Externe transportplanning 3 EXTERNE TRANSPORTPLANNING 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Sociale voorzieningen 4 SOCIALE VOORZIENINGEN 4 (CJU04.4/CREBO:50106)

Praktijkinstructie Zakelijke kredieten 4

Praktijkinstructie Magazijnbeheer 3 (CLO07.3/CREBO:50201)

Praktijkinstructie Zakelijke communicatie 2 (CAL04.2/CREBO:50208)

Werknemersverzekeringen 4 WERKNEMERSVERZEKERINGEN 4 (CJU05.4/CREBO:50105)

Praktijkinstructie Zakelijke communicatie 1 (CAL04.1/CREBO:50239)

Zakelijke communicatie 1 ZAKELIJKE COMMUNICATIE 1 (CAL04.1/CREBO:50239)

Zakelijke kredieten 4 ZAKELIJKE KREDIETEN 4 (CBV16.4/CREBO:50161)

Zakelijke communicatie 3 ZAKELIJKE COMMUNICATIE 3 (CAL04.3/CREBO:50111)

Magazijnbeheer 3 MAGAZIJNBEHEER 3 (CLO07.3/CREBO:50201)

Communicatie 2 COMMUNICATIE 2 (CBE05.2/CREBO:55111)

Magazijnbeheer 4 MAGAZIJNBEHEER 4 (CLO07.4/CREBO:50150)

Praktijkinstructie Correspondentie 4

Leidinggeven 4 LEIDINGGEVEN 4 (CAL08.4/CREBO:53091)

Praktijkinstructie Zakelijke kredieten 4

CORRESPONDENTIE EN MONDELINGE CONTACTEN MVT 3 - KEUZETAAL 1, 2 (CSE06.3, CSE11.3/CREBO:50213, 50212)

Correspondentie 4 CORRESPONDENTIE 4 (CSE05.4/CREBO:50184)

Transportadministratie 3 TRANSPORTADMINISTRATIE 3 (CLO09.3/CREBO:50198)

DIENSTENWIJZER. Goudzwaard Assurantiën en Financiële Diensten C.V. Adviseur op Maat

Praktijkinstructie Beheer en installatie computersystemen/administratie 3 (CIN06.3/CREBO:50191)

Voorraadbeheer 2 VOORRAADBEHEER 2 (CLO06.2/CREBO:50228)

Zakelijke communicatie MVT 1 - keuzetaal 1, 2 ZAKELIJKE COMMUNICATIE MVT 1 - KEUZETAAL 1, 2 (CAL05.1, CAL06.1/CREBO:50238, 50206)

Planning en organisatie 3 PLANNING EN ORGANISATIE 3 (CSE04.3/CREBO:50215)

Transportmanagementondersteuning 3 TRANSPORTMANAGEMENTONDERSTEUNING 3 (CLO10.3/CREBO:50197)

Arbeidsvoorziening 4 ARBEIDSVOORZIENING 4 (CJU07.4/CREBO:50101)

VEELGESTELDE VRAGEN OVERSTAPSERVICE

DIT DOEN WIJ VOOR U. Alles wat u moet weten.

Praktijkinstructie Tekstverwerking 1 (CSE12.1/CREBO:53139)

Praktijkinstructie Voorraadbeheer 3 (CLO06.3/CREBO:50202)

Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Loop geen onnodig risico. Beleggings- verzekeringen

Burgerlijk recht 4 BURGERLIJK RECHT 4 (CJU16.4/CREBO:56178)

Praktijkinstructie Openbaar bestuur 4 (CJU 11.4/CREBO:50098)

Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Loop geen onnodig risico. Verstandig beleggen

CORRESPONDENTIE EN MONDELINGE CONTACTEN MVT 4 - KEUZETAAL 1, 2 (CSE06.4, CSE11.4/CREBO:50181, 50176)

Materials handling 3 MATERIALS HANDLING 3 (CLO08.3/CREBO:50200)

Materials handling 4 MATERIALS HANDLING 4 (CLO08.4/CREBO:50149)

Dienstenwijzer van : ETC verzekeringen

Oriëntatie op het bedrijf

Praktijkinstructie Ondersteuning aanschaf en gebruik educatieve software 2 (CIN17.2/CREBO:53095)

Inkopen/bestellen 3 INKOPEN/BESTELLEN 3 (CLO02.3/CREBO:50153)

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT VERSIE

Praktijkinstructie Transportadministratie 3 (CLO09.3/CREBO:50198)

Let op! In dit document beschrijven we wat we normaal gesproken doen en wat de gemiddelde prijs is van deze diensten. Deze

Boekhouden 1 BOEKHOUDEN 1 (CBA08.1/CREBO:50229)

Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 2 BEDRIJFSECONOMISCHE BEROEPSVORMING - FINANCIERING 2 (CBA10.2/CREBO:50174)

Leidinggeven 3 LEIDINGGEVEN 3 (CAL08.3/CREBO:56184)

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Elke dag een uur voor uzelf

Praktijkinstructie Boekhouden 1 (CBA08.1/CREBO:50229)

UWPLUS DIENSTENWIJZER

Marketingplanning 4 MARKETINGPLANNING 4 (CCA06.4/CREBO:50147)

Planning en organisatie 4 PLANNING EN ORGANISATIE 4 (CSE04.4/CREBO:50185)

Praktijkinstructie Particuliere verzekeringen 4 (CBV06.4/CREBO:50163)

Organisatie van werkzaamheden

AEGON Rendementplan. Je wilt meer dan sparen

Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4 BURGERLIJK PROCESRECHT EN FAILLISSEMENTSRECHT 4 (CJU17.4/CREBO:56179)

Fiscaal administratief beheer 4 FISCAAL ADMINISTRATIEF BEHEER 4 (CBA07.4/CREBO:50171)

Transportadministratie 4 TRANSPORTADMINISTRATIE 4 (CLO09.4/CREBO:50135)

Je functie, taken en planning van werkzaamheden

Medisch secretariaat 3 MEDISCH SECRETARIAAT 3 (CSE07.3 /CREBO:50180)

Dienstverleningsdocument Hypotheken

Monuta Adviesinstructie uitvaartverzekering

Praktijkinstructie Correspondentie en mondelinge contacten MVT 4 - keuzetaal 1 en 2 (CSE06.4, CSE11.4 /CREBO:50181, 50176)

Al je financiële zaken op orde!

PRIVACYVERKLARING DUISENBURGH

Triodos Bank. Dit zijn onze Voorwaarden Sparen

Dienstenwijzer. Wij informeren u over het volgende:

Productkenmerken en voorwaarden Van Lanschot Spaar & DepositoRekening

Inkoopbeleid en -planning 3 INKOOPBELEID EN -PLANNING 3 (CLO03.3/CREBO:50155)

Privacy statement Mentorplus/Microconsult

Communicatie 1 COMMUNICATIE 1 (CBE05.1/CREBO:50226)

Praktijkinstructie Leidinggeven 4 (CAL08.4/CREBO:53091)

Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening

Privacy reglement. 28 juli Privacyreglement Surplus Welzijn

Praktijkinstructie Volksverzekeringen 4

Transcriptie:

instructie Sparen en beleggen 4 (CBV13.4/CREBO:50165)

pi.cbv13.4.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT

Inhoud Inleiding 3 Taak 1 Informatie en advies (eindterm 1 t/m 4, 9 en 11) 5 Taak 2 Het openen van spaar- en beleggingsrekeningen (eindterm 5, 6, 7 en 8) 7 Taak 3 Effecten (eindterm 1 en 10) 9 Taak 4 Gegevensverwerking (eindterm 7) 12 Taak 5 Opheffen van spaar- of beleggingsrekeningen (eindterm 12) 13 Taak 6 Organisatie van promotie acties 15 Sparen en beleggen 4

Inleiding Sparen. Wie doet dat niet? Veel mensen sparen voor specifieke doelen, iets waar ze al lang van dromen, een auto, een boot, een wereldreis enz. Sparen voor een aanvullende oudedagsvoorziening of een studie kan natuurlijk ook. Belangrijke redenen die meespelen bij het sparen zijn: - veiligheid - zekerheid - rente-opbrengst. Wanneer iemand geld op de bank zet weet hij zeker dat het veilig staat en, als het een spaarrekening is, dat er rente bijgeschreven zal worden. Deze spaarder neemt vrijwel geen risico als hij voor een bepaalde periode zijn spaartegoed bij een bank onderbrengt. De belegger in effecten streeft in de eerste plaats naar het financieel voordeel dat hij kan behalen door bewust een zeker risico te nemen, namelijk dat het beleggingsresultaat tegenvalt. In taak 1 leer je informatie en advies te verstrekken over de diverse spaarvormen en beleggen in huisfondsen. In taak 2 leer je welke activiteiten je moet verrichten als een cliënt een spaarrekening wil openen of in een huisfonds wil deelnemen. Informatie en advies over de verkrijging en verkoop van effecten wordt in taak 3 behandeld, alsmede de open bewaargeving. In taak 4 komt gegevensverwerking aan bod. In taak 5 leer je wat je moet doen als een cliënt zijn spaar- of beleggingsrekening wil opheffen. In taak 6 tenslotte komt, als mogelijke aanvulling op taak 1, het organiseren van marktbewerkingsacties aan de orde. Of je hier op jouw praktijkwerkplek daadwerkelijk mee aan de slag gaat is sterk afhankelijk van het bedrijf waar je werkt. Sparen en beleggen 4 3

Taak 1 Informatie en advies Banken bieden cliënten de keuze uit verschillende spaarvormen. De manier waarop een cliënt met zijn spaargeld om wil gaan is bepalend voor de keuze van de spaarvorm. Belangrijke elementen zijn hierbij het spaarmotief, de wensen van de cliënt met betrekking tot de beschikbaarheid en fiscale vrijstellingen en aftrekmogelijkheden. Op sommige spaarrekeningen wordt het geld voor een aantal jaren vastgezet. In ruil daarvoor krijgt de cliënt een hoge rente. Op andere spaarrekeningen ontvangt de cliënt een minder hoge rente, maar kan hij redelijk vrij opnemen. Naast deze twee varianten zijn er nog allerlei andere vormen van spaarrekeningen. Cliënten die willen beleggen hebben vaak geen tijd, zin of onvoldoende kennis om te kiezen voor een bepaalde vorm van beleggen. Voor deze cliënten zijn de collectieve beleggingsvormen ontwikkeld, ook wel huisfondsen genoemd. In een gesprek kun je inzicht krijgen in de wensen van de cliënt en op basis hiervan een advies geven. Doel Aan het eind van deze taak kun je: de cliënt informatie verschaffen over de verschillende vormen van sparen en beleggen (eindterm 1) de cliënt de financiële, fiscale en juridische consequenties van het openen van een spaar- of beleggingsvorm uitleggen (eindterm 2) de cliënt adviseren bij de keuze van een passende spaar- of beleggingsvorm (eindterm 3) de (administratieve) afhandeling van een adviesgesprek verzorgen (eindterm 4) de cliënt wijzen op en informeren over overige producten en diensten die verband houden met of een aanvulling vormen op de transactie die de bank met de cliënt is aangegaan (eindterm 9) de cliënt doorverwijzen naar interne adviseurs in geval van nietstandaardvragen (eindterm 11) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Vraag aan de cliënt welke wensen hij heeft met betrekking tot de spaarvorm of het beleggen in een huisfonds en noteer deze. Stap 2 Geef de cliënt een toelichting op de spaarvorm die bij zijn wensen aansluit. Gebruik hierbij eventueel een brochure. Stap 3 Leg de juridische gevolgen en tenaamstellingsmogelijkheden uit. Stap 4 Maak aan de hand van de wensen van de cliënt berekeningen m.b.t. de financiële en fiscale gevolgen. Stap 5 Licht, als dit voor de betreffende cliënt belangrijk is, de wettelijke en fiscale gevolgen van verzekerde spaarplannen toe. Stap 6 Geef de cliënt, als hij dat wil, informatie over de andere (aanvullende) spaaren beleggingsproducten (diensten) van het bedrijf. Er kunnen nu twee verschillende situaties ontstaan: Taak 1 Sparen en beleggen 4 4

Cliënt wil verder praten Cliënt wil nadenken Stap 7 Stap 7 De verdere behandeling van Geef cliënt brochures deze cliënt wordt in taak 2 en rekenvoorbeelden mee. uiteengezet. Stap 8 Stap 8 Als blijkt dat de cliënt Leg een dossier aan en agendeer meer informatie wenst dan jij gemaakte afspraken. hem kunt verschaffen moet je de cliënt doorverwijzen naar een ter zake kundige collega, bijvoorbeeld de beleggingsadviseur. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. Welke spaarmotieven komen vaak voor? Wat is de invloed van de diverse levensfasen van consumenten op hun spaar- en beleggingsgedrag? 2. Welke mogelijkheden voor cross-selling bestaan er bij het bedrijf waar je werkt bij het afsluiten van spaar- of beleggingsrekeningen? 3. Welke vervolgacties onderneem je als een cliënt na het adviesgesprek nog niet tot een besluit is gekomen? Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1. Vraag aan de praktijkopleider een ingevuld formulier voor de opening van een bestaande spaar- of beleggingsrekening. Neem de betreffende procedure erbij en ga na of het formulier volledig en correct is ingevuld. Bespreek onduidelijkheden met de praktijkopleider. 2. Woon, in overleg met de praktijkopleider, een aantal adviesgesprekken bij over een spaar- of beleggingsrekening. Vul tijdens deze gesprekken, naast de formulieren die de praktijkopleider invult, schaduwformulieren in. Vergelijk na afloop van het gesprek jouw formulier met dat van de praktijkopleider. Geef aan op welk moment je de cliënt eventueel overgedragen zou hebben aan een meer deskundige collega. Bespreek dit met de praktijkopleider. 3. Voer met potentiële cliënten een aantal informatie- en adviesgesprekken over spaarvormen of deelneming in huisfondsen. Bespreek het resultaat en de eventuele vragen met de praktijkopleider. Taak 1 Sparen en beleggen 4 6

Taak 2 Het openen van spaar- en beleggingsrekeningen Je hebt de cliënt geïnformeerd over de mogelijkheden van sparen en beleggen in een huisfonds bij het bedrijf waar je werkt. De cliënt heeft besloten bij het bedrijf waar je werkt een spaar- of beleggingsrekening te openen. Aan jou de taak om de handelingen die verricht moeten worden bij een dergelijke transactie uit te voeren. Doel Aan het eind van deze taak kun je: cliëntgegevens verzamelen en registreren ten behoeve van het openen van een spaar- of beleggingsrekening (eindterm 5) de identiteit van de cliënt en de juistheid en volledigheid van verstrekte gegevens controleren (eindterm 6) de administratie en berichtgeving rondom spaar- en beleggingsovereenkomsten verzorgen (eindterm 7) actie ondernemen bij constatering of vermoeden van ongebruikelijke transacties (eindterm 8) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Verzamel en registreer de relevante gegevens van de cliënt. Stap 2 Controleer of de door de cliënt verstrekte gegevens juist zijn. Stap 3 Laat de cliënt het aanvraag-/openingsformulier tekenen en informeer de cliënt over de verdere gang van zaken. Stap 4 Overhandig de cliënt de relevante papieren. Stap 5 Leg in geval van een nieuwe cliënt een dossier aan. Agendeer eventueel gemaakte afspraken. Stap 6 Informeer andere functionarissen c.q. afdelingen over de afgesloten transactie. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. Welke procedure moet je volgen bij het openen van een spaar- of beleggingsrekening (huisfonds)? 2. Als blijkt dat je een cliënt moet doorverwijzen naar een interne adviseur welke gegevens van de cliënt moet je dan noteren? 3. Zijn er door het bedrijf waar je werkt grenzen gesteld aan je bevoegdheid met betrekking tot het openen van spaar- of beleggingsrekeningen? Zo ja, welke? 4. Welke beveiligingsvoorschriften voor geautomatiseerde systemen gelden er binnen het bedrijf bij het openen van spaar- of beleggingsrekeningen? Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1. Vraag aan de praktijkopleider een overeenkomst van een bestaande spaarrekening. Neem de betreffende procedure erbij en ga na of het formulier volledig en correct is ingevuld. Bespreek onduidelijkheden met de Taak 2 Sparen en beleggen 4 7

praktijkopleider. 2. Woon, in overleg met de praktijkopleider, een aantal gesprekken bij voor het openen van een spaarrekening. Vul tijdens deze gesprekken, naast de formulieren die de praktijkopleider invult, schaduwformulieren in. Vergelijk na afloop van het gesprek jouw formulier met dat van de praktijkopleider. Geef aan op welk moment je de cliënt eventueel overgedragen zou hebben aan een meer deskundige collega. Bespreek dit met de praktijkopleider. 3. Voer een aantal gesprekken voor het openen van een spaarrekening met potentiële cliënten. Verzorg ook de administratieve afhandeling hiervan. Bespreek het resultaat en de eventuele vragen met de praktijkopleider. 4. Vraag aan de praktijkopleider een overeenkomst van een bestaande belegging in een huisfonds. Neem de betreffende procedure erbij en ga na of het formulier volledig en correct is ingevuld. Bespreek onduidelijkheden met de praktijkopleider. 5. Woon, in overleg met de praktijkopleider, een aantal gesprekken bij voor het plaatsen van een belegging in een huisfonds. Vul tijdens deze gesprekken, naast de formulieren die de praktijkopleider invult, schaduwformulieren in. Vergelijk na afloop van elk gesprek jouw formulier met dat van de praktijkopleider. Geef aan op welk moment je een cliënt eventueel overgedragen zou hebben aan een meer deskundige collega. Bespreek dit met de praktijkopleider. 6. Voer een aantal gesprekken voor het plaatsen van een belegging in een huisfonds met potentiële cliënten. Verzorg ook de administratieve afhandeling hiervan. Bespreek het resultaat en de eventuele vragen met de praktijkopleider. Taak 2 Sparen en beleggen 4 8

Taak 3 Effecten Bedrijven, instellingen en de overheid hebben vaak grote sommen geld nodig, bijvoorbeeld voor de bouw van nieuwe kantoren of fabrieken. Om aan geld te komen kunnen ze natuurlijk geld lenen bij een bank, maar daarnaast proberen ze rechtstreeks middelen van particulieren of institutionele beleggers aan te trekken door aandelen of obligaties uit te geven. Door te beleggen nemen cliënten van banken financieel deel aan bedrijven, instellingen of overheid. Welke vorm van beleggen mensen kiezen is afhankelijk van hun financiële omstandigheden, hun wensen en de fiscale aspecten. Sommige mensen willen de zekerheid hebben dat ze een bepaald winstpercentage ontvangen, terwijl anderen wat meer risico durven nemen en zo misschien profiteren van koerswinsten. Omdat het informeren van cliënten over beleggingen en het aannemen en doorleiden van effectenorders tot jouw werkzaamheden behoort, wordt dit in deze taak behandeld. Doel Aan het eind van deze taak kun je: de cliënt informatie verschaffen over de verschillende vormen van sparen en beleggen (m.n. over de verkrijging en verkoop van effecten) (eindterm 1) de beheerstaken in het kader van de open bewaargeving van effecten uitvoeren (eindterm 10) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Vraag aan de cliënt welke wensen hij heeft m.b.t. effecten. Mocht de cliënt willen deelnemen in een (huis)fonds, volg dan de stappen zoals deze beschreven staan in taak 2. Wil de cliënt beleggen in aandelen/obligaties, ga dan verder met stap 2. Stap 2 Geef de cliënt een toelichting op de beleggingsvorm die aansluit bij zijn wensen. Denk aan: fiscale aspecten, provisiestructuur, rendement, koersfluctuaties, looptijd, risicospreiding. Gebruik hierbij eventueel een brochure. Stap 3 Geef de cliënt informatie over de kosten van effecten(producten). Stap 4 Geef de cliënt informatie over de mogelijkheden van beleggen via internet. Er kunnen nu drie situaties ontstaan: Taak 3 Sparen en beleggen 4 9

Cliënt wil standaardeffectenorder afsluiten Stap 5 Vul de effectenorder in, voer de gegevens in in het geautomatiseerde gegevensbestand en controleer of de ingebrachte gegevens juist zijn. N.b. bij sommige bedrijven wordt deze handeling verricht door de afdeling 'Effecten'. Stap 6 Laat de cliënt de effectenorder tekenen en informeer hem over de verdere gang van zaken. Stap 7 Verzorg de bewaargeving als de cliënt Stap 8 daarvoor kiest. In geval van een nieuwe cliënt: leg een dossier aan. Cliënt wil nadenken Stap 5 Vraag of de cliënt een vervolgafspraak wil maken. Stap 6 Vraag of de cliënt Stap 7 foldermateriaal wil meenemen. Agendeer gemaakte afspraken. Cliënt wil beleggen, maar geen standaard effectenorder afsluiten Stap 5 Draag de cliënt over aan een ter zake kundige collega. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. Welke procedures bestaan er binnen het bedrijf waar je werkt voor het telefonisch, schriftelijk en via internet aannemen van effectenorders? Vermeld de eventueel te gebruiken formulieren. 2. Zijn er door het bedrijf grenzen gesteld aan je bevoegdheid met betrekking tot het aannemen van effectenorders? Zo ja, welke? 3. Wat wordt er bij het bedrijf waar je werkt onder een 'zwaardere cliënt' verstaan? Welke criteria worden hiervoor gehanteerd? 4. Welke vormen van beleggen in edele metalen en munten biedt het bedrijf aan? 5. Welke kosten worden bij een cliënt in rekening gebracht voor de aan- of verkoop van aandelen, obligaties en opties? Taak 3 Sparen en beleggen 4 10

Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1. Vraag aan de praktijkopleider een ingevuld afschrift van een bestaande effectenorder. Neem de betreffende procedure erbij en ga na of de gegevens volledig en correct zijn opgenomen. Bespreek onduidelijkheden met de praktijkopleider. 2. Woon, in overleg met de praktijkopleider, een aantal gesprekken bij voor het afsluiten van een effectenorder. Vul tijdens de gesprekken, naast de formulieren die uw praktijkopleider invult, schaduwformulieren in. Vergelijk na afloop van het gesprek jouw formulier met het formulier van de praktijkopleider. 3. Verzorg een aantal malen, onder begeleiding, het afsluiten van een effectenorder. Bespreek je werkzaamheden met de praktijkopleider. Taak 3 Sparen en beleggen 4 11

Taak 4 Gegevensverwerking Het is van groot belang dat wijzigingen in persoonlijke gegevens van de cliënt of wijzigingen in eerder gemaakte afspraken correct worden ingevoerd in de betreffende gegevensbestanden. Doel Aan het eind van deze taak kun je: de administratie en berichtgeving rondom spaar- en beleggingsovereenkomsten verzorgen (eindterm 7) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Verzamel de te muteren gegevens. Stap 2 Voer de mutaties in in de betreffende dossiers en controleer het resultaat. Stap 3 Berg de mutatie-opdrachten op in het centraal archief. Vragen Beantwoord de vraag en bespreek het antwoord met de praktijkopleider. 1. Welke beveiligingsvoorschriften in het geautomatiseerde systeem gelden er binnen het bedrijf bij spaar- en beleggingsovereenkomsten? Opdrachten De opdracht is een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdracht gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdracht daarna uit. 1. Vraag aan de praktijkopleider te muteren gegevens op. Neem de betreffende procedure erbij en voer de wijzigingen door. Bespreek onduidelijkheden met de praktijkopleider. Taak 4 Sparen en beleggen 4 12

Taak 5 Opheffen van spaar- of beleggingsrekeningen Een cliënt kan verschillende redenen hebben om zijn spaar- of beleggingsrekening niet langer bij het bedrijf waar je werkt te willen onderbrengen. Aan jou de taak om te achterhalen wat de reden daarvoor is en welke oplossing je eventueel kunt bieden. Als de cliënt toch besluit de spaar- of beleggingsrekening op te heffen, moet je een aantal activiteiten uitvoeren. Doel Aan het eind van deze taak kun je: de reden van het opheffen van een spaar- of beleggingsrekening via de cliënt achterhalen en adequaat reageren op de verkregen informatie (eindterm 12) Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Informeer bij de cliënt waarom hij de spaar- of beleggingsrekening wil opheffen. Stap 2 Maak notities van de informatie die de cliënt je geeft. Stap 3 Stel een alternatief voor als dat mogelijk is. Stap 4 Als de cliënt niet op het geboden alternatief ingaat en de spaar- of beleggingsrekening op wil heffen, roep je de gegevens van de cliënt op in het geautomatiseerd systeem en controleer je wat het tegoed van de cliënt is of wat de cliënt verschuldigd is aan de bank. Stap 5 Bespreek met de cliënt hoe het saldo verrekend moet worden. Stap 6 Verwerk de gegevens met betrekking tot de opheffing van de spaar- of beleggingsrekening in het geautomatiseerde gegevensbestand en controleer de ingebrachte gegevens op juistheid. Stap 7 Neem zaken zoals pasjes van de cliënt in. Stap 8 Keer het tegoed uit aan de cliënt of boek het desgevraagd over naar een andere rekening. Laat de cliënt tekenen voor ontvangst. Of laat de cliënt wat hij de bank nog verschuldigd is betalen. Stap 9 Meld de redenen en de door jou aangedragen alternatieven aan de functionarissen voor wie dit van belang is. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. Welke procedure moet je bij het bedrijf volgen bij het opheffen van een spaarof beleggingsrekening? Vermeld ook de eventueel te gebruiken formulieren. 2. Zijn er door het bedrijf grenzen gesteld aan je bevoegdheid met betrekking tot het opheffen van een spaar- of beleggingsrekening? Zo ja, welke? 3. Welke beveiligingsvoorschriften voor geautomatiseerde systemen gelden er binnen het bedrijf met betrekking tot het opheffen van een spaar- of beleggingsrekening? 4a. Zijn er binnen het bedrijf veelvoorkomende redenen voor opheffing van een spaar- of beleggingsrekening? Zo ja, noem een aantal redenen. 4b. Zijn door het bedrijf voorschriften opgesteld voor de benadering van deze gevallen? Zo ja, welke? Taak 5 Sparen en beleggen 4 13

Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1. Woon, in overleg met de praktijkopleider, een aantal gesprekken bij met een cliënten, die een spaar- of beleggingsrekening willen opheffen. Bespreek na afloop eventuele onduidelijkheden met de praktijkopleider. 2. Voer zelfstandig een aantal gesprekken met cliënten die hun spaar- of beleggingsrekening willen opheffen. Breng hierover verslag uit aan de praktijkopleider. 3. Voer een aantal keren de activiteiten uit het werkplan uit voor cliënten die hun spaar- of beleggingsrekening op willen heffen. Overleg zonodig met de praktijkopleider. Taak 5 Sparen en beleggen 4 14

Taak 6 Organisatie van promotie acties Bedrijven in de financiële dienstverlening zijn voortdurend bezig nieuwe activiteiten te ontplooien die een bijdrage kunnen leveren aan een beter resultaat. Deze activiteiten worden vastgelegd in een commercieel jaarplan. In het jaarplan wordt de richting aangegeven om tot succesvolle bewerking van het marktgebied te komen. De gestelde doelen zijn gericht op het verbeteren van de marktpositie en de winstgevendheid. De leiding van het bedrijf waar je werkt zal voor het opstellen van een jaarplan onderzoek laten doen naar de mogelijkheden in het omschreven afzetgebied. Hieruit moet blijken waar het bedrijf mogelijk nog nieuwe cliënten kan aantrekken en bestaande en/of nieuwe producten en diensten kan aanbieden. Een promotie actie gaat over het algemeen vooraf aan het aanbieden zelf. In deze taak leer je hoe je een promotie actie kunt voorbereiden en (mede)organiseren. Niet bij alle bedrijven in de financiële dienstverlening zul je aan deze taak toekomen, soms zijn hiervoor specifieke deskundigen aangesteld. Doel Aan het eind van deze taak kun je: promotie acties voorbereiden en organiseren in het kader van spaar- en beleggingsproducten Werkplan Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Stel vast op welk(e) product/dienst en/of doelgroep een actie gericht moet worden. Stap 2 Verzamel zoveel mogelijk informatie over het product/de dienst en/of de doelgroep. Stap 3 Stel de doelstelling van de te voeren actie vast. Stap 4 Stel de vorm van de actie vast rekening houdend met de doelstelling. Stap 5 Stel een actieplan op en werk het uit. Stap 6 Stel vast op welke wijze vervolgactiviteiten zullen plaatsvinden. Stap 7 Stel vast hoe de actie geëvalueerd zal worden. Stap 8 Informeer de medewerkers over de actie. Stap 9 Zorg dat de actie uitgevoerd wordt. Vragen Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. Ligt het commercieel jaarplan van het bedrijf ter inzage voor alle mensen binnen het bedrijf? Zo nee, waarom niet? 2. Ligt het commercieel jaarplan ter inzage voor mensen van buiten het bedrijf? Zo nee, waarom niet? 3. Hoe komt het bedrijf aan gegevens van mogelijke cliënten? 4. Welke promotie acties werden er in het kader van sparen en beleggen door het bedrijf het afgelopen jaar georganiseerd? Welke vorm hadden deze acties en wat was het resultaat? 5. Wat is, als je het over sparen en beleggen hebt, de gang van zaken wanneer een actie gevoerd wordt waarbij mogelijke cliënten rechtstreeks benaderd worden d.m.v. een mailing? Taak 6 Sparen en beleggen 4 15

Opdrachten De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1. Vraag het commercieel jaarplan van het afgelopen jaar aan de praktijkopleider. Lees dit ter oriëntatie. Maak notities over de volgende punten: - de manier van marktbenadering - cliëntgroepen - productgroepen - marktontwikkelingen - beleidsuitgangspunten. 2. Overleg met de praktijkopleider op welk(e) product/dienst en/of doelgroep een nieuwe actie gericht zou kunnen worden. 3. Verzamel gegevens over het product/de dienst en/of doelgroep. 4. Stel de doelstelling van de actie vast. 5. Stel in overleg met de praktijkopleider de vorm van de actie vast rekening houdend met de doelstelling. Bespreek met hem ook de budgetruimte. 6. Stel een actieplan op, leg dit voor aan de praktijkopleider en verwerk zijn eventuele op- of aanmerkingen. 7. Werk het actieplan verder uit. Denk aan: locatie, planning, inschakeling in- en externe medewerkers, benodigde hulpmiddelen, enz. 8. Stel vast op welke wijze de vervolgactiviteiten plaats gaan vinden. 9. Stel vast hoe de evaluatie uitgevoerd zal worden. 10. Leg het actieplan, en jouw voorstel voor vervolgactiviteiten en evaluatie voor aan de praktijkopleider. 11. Verwerk mogelijke op- of aanmerkingen van de praktijkopleider. 12. Informeer de medewerkers van het bedrijf waar je werkt schriftelijk over de actie en geef de direct bij de actie betrokkenen een mondelinge toelichting. 13. Zorg in overleg met de praktijkopleider dat het plan uitgevoerd wordt. 14. Bespreek de resultaten van het actieplan met je praktijkopleider en formuleer zo nodig verbetervoorstellen. Taak 6 Sparen en beleggen 4 16