Nieuwsbrief augustus 2015 Beleggen Inleiding In de nieuwsbrief van juli 2015 over het nieuwe FTK en het toeslag-/premiebeleid kondigden we aan dat het Q8 Pensioenfonds u graag nader wil informeren over het beleggingsbeleid en de beleggingen van het fonds. Het risico bereidheid onderzoek (toegelicht in onze nieuwsbrief van juni 2015) wees begin dit jaar uit dat deelnemers slechts in beperkte mate op de hoogte zijn van de manier waarop het fonds belegt. Een groot deel van de ondervraagden wilde graag meer weten over het beleggingsbeleid en de beleggingsresultaten. Slechts een zeer klein percentage gaf toen correct aan dat, met een doeltreffend collectief beleggingsbeleid, elke euro aan ingelegde pensioenpremie uiteindelijk omgezet moet worden naar drie tot vier euro pensioen. Dit is in lijn met de doelstelling van het fonds om een zodanig rendement te behalen dat we aan de (uitkerings) verplichtingen kunnen voldoen. In dit nummer Beleggen Rectificatie juli-nieuwsbrief nftk Laatste nieuws!! Veel van onze deelnemers zijn van mening dat door de crisis de financiële positie van pensioenfondsen er fors op achteruit is gegaan. Dit is een misverstand. Pensioenfondsen hebben natuurlijk verliezen geleden, net als de rest van de wereld. Maar in tegenstelling tot veel particulieren zijn pensioenfondsen als institutionele belegger niet uitgestapt en hebben ze de weg omhoog volledig meegemaakt. De opgelopen verliezen zijn meer dan goedgemaakt. Het totale Nederlandse pensioenvermogen bedraagt momenteel ongeveer e 1.200 miljard. Dit is bijna twee keer zoveel als bij het uitbreken van de crisis in 2008. Met dit vermogen moeten we wel veel langer pensioenen gaan uitbetalen dan waarop 10 tot 15 jaar geleden gerekend werd. Dit komt o.a. door de sterk gestegen levensverwachting in diezelfde periode. Ook moeten fondsen inmiddels voldoen aan aanmerkelijk strengere financiële bufferverplichtingen. Daarover las u in de nieuwsbrief van juli 2015. Bij ons fonds wordt pensioen niet op individuele basis geregeld maar op basis van het collectief. Deelnemers bouwen pensioenaanspraken op in plaats van kapitaal (een individuele spaarpot die wordt omgezet in levenslang pensioen op moment 1
van pensionering). Het beleggen gaat ook door nadat men met pensioen is gegaan. Ongeveer 1/3e van de pensioenuitkeringen wordt betaald door de beleggingsresultaten die dan behaald worden. Daardoor wordt het individuele risico dat men loopt, wanneer kapitaal omgezet moet worden in pensioen, gespreid over het collectief. Anders is men zeer afhankelijk van o.a. de rentestand op het moment dat men met pensioen gaat. Een lage rente op zo n moment geeft dan automatisch een laag pensioen. Daarnaast heeft een institutionele belegger (zoals ons fonds) lagere kosten dan een particulier. Er zit al gauw 1% verschil in deze kosten. Lagere kosten betekent meer pensioen. Het fonds belegt zijn gehele vermogen. Door de beleggingen te spreiden over verschillende categorieën (zoals verschillende soorten obligaties, aandelen, onroerend goed, hypotheken) spreiden we de risico s. Tegenvallers in de ene categorie kunnen worden gecompenseerd door meevallers in de andere categorie. Onze doelstelling is om voldoende beleggingsrendement te behalen om aan de verplichtingen te voldoen, d.w.z. het uitbetalen van pensioenen etc. en indien mogelijk, binnen de regels van het Financiële Toetsingskader, toeslag te verlenen. Eisen gesteld door DNB en AFM De Nederlandse Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM) hebben strenge eisen gesteld aan de verschillende risico s die pensioenfondsen bij het beleggen mogen nemen. Voorbeelden van risico s zijn risico s door renteontwikkelingen, valutarisico, risico s verbonden aan het hebben van aandelen in de portefeuille en kredietrisico. Via een ingewikkelde formule worden al deze risico s meegenomen in de berekening van het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Het VEV is een buffer die het fonds moet aanhouden. Voor het Q8 Pensioenfonds bedraagt het VEV 117,1 % (dit betekent dat het fonds minimaal een buffer van 17,1% van zijn verplichtingen zou moeten hebben). Is de dekkingsgraad lager dan het VEV, dan moet het fonds een herstelplan opstellen met als doel om uiterlijk binnen 10 jaar op het niveau van het VEV te komen. De DNB ziet hier streng op toe. Zeer slecht economisch weer kan tot korten van pensioenaanspraken en rechten leiden. Elk jaar moet het herstelplan up-to-date gemaakt worden. Het Q8 Pensioenfonds heeft in juni 2015 zijn herstelplan bij de DNB ingediend. Naar verwachting bereikt het fonds binnen 10 jaar het niveau van het VEV op basis van de huidige beleggingsportefeuille. We verwachten dat hierbij geen bijzondere maatregelen (zoals korten of vermindering van de pensioenopbouw) nodig zijn. Om te beslissen welke beleggingen voldoende rendement geven bij een acceptabel risico laat het fonds regelmatig een zogenaamde Asset Liability Management (ALM) studie uitvoeren. De laatste studie was in oktober 2014. In deze studie worden veel economische scenario s doorgerekend. Daarmee wordt een voorspelling gemaakt van het gemiddeld beleggingsresultaat over een periode van 15 jaar en de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Op die manier krijgen we inzicht in hoe groot de kans op volledige toeslag is en hoe groot het risico voor het korten van de pensioenaanspraken en rechten. De ALM-studie wordt gedaan op basis van verschillende beleggingstrategieën. Door deze strategieën te variëren, kiezen 2
we de beleggingsstrategie die het beste lijkt te zijn voor het fonds en het best aansluit bij de risk appetite van de deelnemers. Zo bepalen we de samenstelling van de beleggingsportefeuille en berekenen we het VEV. In 2015 laat het bestuur weer een ALM-studie uitvoeren. De economische situatie verandert snel. Het fonds moet alert blijven om hierop in te spelen. Dat kan alleen op basis van ALMberekeningen die ons een beter inzicht geven in de te verwachten resultaten. Beleggingsbeleid Het fonds voerde de laatste jaren een beleid van actief beleggen. Hierbij beheert een geselecteerde vermogensbeheerder het vermogen. De opdracht is om, op grond van veronderstelde kennisvoorsprong, betere resultaten te behalen dan de benchmark (de referentie voor een bepaalde beleggingscategorie). Actief beleggen gaat gepaard met relatief hoge kosten. De vermogensbeheerder zelf brengt aanzienlijke kosten in rekening maar elke transactie op zich kost ook geld. De beleggingscommissie van het fonds toetst het beleid van de vermogensbeheerder. De richtlijnen van het bestuur hiervoor zijn bepaald met de ALM-studie. In 2014 werd de beleggingscommissie tijdelijk uitgebreid met de 2 leden van het dagelijks bestuur en externe adviseurs. Het bestuur heeft deze Samenstelling huidige beleggingsportefeuille werkgroep beleggingen gevraagd het beleggingsbeleid te onderzoeken en eventueel te herzien. De indruk bestond namelijk dat de hogere kosten voor actief beleggen niet opwogen tegen de behaalde extra rendementen. De werkgroep kwam in de loop van 2014 tot de conclusie dat voor de meeste beleggingscategoriën actief beleid niet loonde. In de 2e helft van 2014 besloot het bestuur over te gaan naar een passief, tenzij. beleid. Het tenzij staat voor een beperkt aantal beleggingscategorieën waarvoor echt bewezen is dat kennisvoorsprong een hoger rendement oplevert. Hoe werkt dit nu? De markt van Europese staatsobligaties: deze is zeer transparant. Elke belegger heeft toegang tot dezelfde informatie. Daarom is het erg moeilijk om de benchmark te verslaan. Beleggen in Europese staatsobligaties kan ook op een passieve manier. Er wordt dan een beleggingsfonds uitgekozen dat de benchmark zo goed mogelijk volgt (een zogenaamde tracker). Het resultaat van deze vorm van beleggen is misschien lager dan dat van de benchmark. Maar de beheerskosten van zo n tracker zijn ook veel lager en het aantal transacties gaat fors omlaag. De werkgroep heeft een zorgvuldige selectie gemaakt van trackers en vermogensbeheerders. In het 4e kwartaal van 2014 begon de beleggingscommissie met het omzetten van een groot gedeelte van de portefeuille van actief naar passief beheer. In de tabel met de huidige samenstelling van de portefeuille is aangegeven waar passief c.q. actief belegd wordt. Categorie Strategisch Min Max Beheer Rente risico afdekking 75% 70% 80% actief USD exposure (aandelen) 50% 45% 55% passief Vastrentend (matching) Staatsobligaties 35,0% 27,5% 52,5% passief Bedrijfsobligaties 15,0% 10,0% 20,0% actief Vastrentend (return) Opkomende markten obligaties in locale valuta 5,0% 2,5% 7,5% passief Opkomende markten obligaties in US$ 5,0% 2,5% 7,5% passief High Yield 2,5% 0,0% 5,0% passief Hypotheken 5,0% 0,0% 10,0% passief Aandelen 22,0% 18,0% 26,0% passief Aandelen (opkomende markten) 5,5% 3,0% 8,0% actief Vastgoed 5,0% 0,0% 10,0% passief 3
De werkgroep rondde begin 2015 zijn taak af. Raar maar waar: passief beleggen vraagt om een meer intensieve inzet en hoger kennisniveau van de beleggingscommissie zelf. Daartoe zijn externe financiële specialisten tot de commissie toegetreden. Het fonds voert geen specifiek beleid ten aanzien van verantwoord/duurzaam beleggen anders dan dat het fonds inclusief zijn vermogensbeheerders zich houden aan nationaleen internationale wetgeving op dit gebied. Dit houdt bijvoorbeeld in dat er niet wordt belegd in (producenten van) clustermunitie. Beleggingsresultaten 20% 15% 10% 5% 0% 1993-5% -10% -15% Beleggingsrendementen Gemiddeld: 5.91% 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014 laatste 5 jaren gemiddeld 6.98% In de grafiek ziet u de beleggingsresultaten van 1993 t/m 2014. Het gemiddelde beleggingsrendement over deze periode is 5,91%. Over de laatste 5 jaar is dat 6,98%. De grafiek laat grote uitschieters naar boven en beneden zien. Deze worden voornamelijk veroorzaakt door de crises die zijn opgetreden en helaas steeds vaker schijnen te gebeuren. Een crisis zoals de financiële crisis van 2008 heeft direct invloed op de economie en de beleggingsresultaten. Het tegenvallend resultaat in 2013 was een gevolg van de actie van de US Federal reserve om haar dollar sterker te maken waardoor de opkomende markten in de problemen kwamen. Risico s Eén van de grootste risico s die een pensioenfonds loopt, is het renterisico. Daalt de rente en blijven de uitkeringsverplichtingen in de toekomst gelijk? Dan moet het fonds nu meer vermogen hebben om aan die toekomstige verplichtingen te voldoen. De dekkingsgraad wordt gebruikt om dit duidelijk te maken. Het renterisico ontstaat doordat de rentegevoeligheid van de verplichtingen afwijkt van die van de bezittingen (kort lopende obligaties met een relatief lage rente tegenover ver in de toekomst liggende pensioenuitkeringen). Een pensioenfonds kan besluiten om zich te beschermen tegen het renterisico. Hiertoe kan een fonds meerdere instrumenten gebruiken. Bijvoorbeeld obligaties en renteswaps. Renteswaps zijn derivaten waarvan de waarde verandert afhankelijk van de renteschommelingen. Met renteswaps wordt de invloed van renteschommelingen op de dekkingsgraad gedempt. Het Q8 Pensioenfonds heeft in de loop van 2014 het rente afdekkingspercentage in 2 stappen verhoogd naar 75%. Dit bleek een goede beslissing: ondanks de forse daling van de marktrente in 2014 daalde de dekkingsgraad slechts beperkt. Aan de andere kant is het zo dat, mocht de rente weer structureel gaan stijgen, de renteafdekking van 75% een stijging van de dekkingsraad fors zal dempen. Het fonds heeft als uitgangspunt om geen grote risico s met betrekking tot de dekkingsgraad te nemen. Dit vooral om korten te voorkomen. Maar om aan de toeslagambitie te kunnen voldoen, zal het fonds zeker overwegen om voordelen van een rentestijging te benutten. Dat betekent wel dat we de afdekking van het renterisico moeten verlagen. Daartoe heeft het fonds een dynamisch beleid nodig. Samen met externe adviseurs geven we hieraan vorm. Een ander substantieel risico voor het fonds is het valutarisico. In de pensioenwereld wordt in de regel het valutarisico afgedekt omdat alle verplichtingen in Euro s zijn. Valutarisico is voor ons fonds en hoogstwaarschijnlijk voor de meeste Nederlandse pensioenfondsen vrijwel synoniem aan dollarrisico. Voor zijn obligaties heeft het Q8 Pensioenfonds het dollarrisico volledig afgedekt. Voor het aandelenpakket hebben we gekozen voor een verlaging van de afdekking van het dollarrisico van 80% naar 50%. Dit in reactie op het beleid van de centrale banken waardoor de Euro sterk onder druk is komen te staan. 4
Toekomstige acties Het fonds moet vóór 1 oktober 2015 zijn risicohouding formeel vastleggen en aan DNB overleggen. De risicohouding van het fonds is de mate waarin een fonds bereid is beleggingsrisico s te lopen om de doelstellingen van het fonds te realiseren, rekening houdend met de kenmerken van het fonds. Verder voert het fonds een zogenaamde haalbaarheidstoets uit. Die moet meer duidelijkheid geven over het op langere termijn te verwachten pensioenresultaat. wil maken van de eenmalige mogelijkheid die pensioenfondsen wordt geboden om het beleggingsrisico te verhogen. Bijvoorbeeld door het percentage aandelen te verhogen en/of door de afdekking van het renterisico te verlagen. Voordat we hierover een besluit nemen, moet eerst een nieuwe ALM-studie worden uitgevoerd. De resultaten hiervan bespreekt het fonds met vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en het verantwoordingsorgaan. In dit overleg worden de risicobereidheid en doelstellingen van het fonds bevestigd. Het risico bereidheid onderzoek, zoals nader uitgelegd in onze nieuwsbrief van juni 2015, gaf al aan dat deelnemers en gepensioneerden van ons fonds meer dan gemiddeld bereid zijn om wat meer risico te lopen om de indexatie-ambitie te realiseren. Richting DNB is al aangegeven dat het fonds gebruik We informeren u later dit jaar nader over de uitkomsten van de haalbaarheidstoets. U kunt alle nieuwsbrieven bekijken of downloaden via onze website, www.q8pensioenfonds.nl. Rectificatie juli-nieuwsbrief nftk Begin juli ontving u van het pensioenfonds een nieuwsbrief over het nftk, premiebeleid en toeslagbeleid. Daarin stond een grafiek afgebeeld op pagina 2. Helaas merkten we pas na verzending op dat deze onduidelijk was afgebeeld. De percentages aan de linkerzijde van de grafiek waren weggevallen. We sturen u daarom deze nieuwe grafiek. Die toont de ontwikkeling van de dekkingsgraad vanaf december 2010 tot en met juni 2015. Onze excuses voor deze fout. Wilt u op de hoogte blijven van de financiële positie van het pensioenfonds? Kijk dan op www.q8pensioenfonds.nl. Daar vindt u elke maand de meest actuele dekkingsgraad. Overzicht van de dekkingsgraad van het pensioenfonds 125.0% 120.0% 115.0% 110.0% 105.0% 100.0% dekkingsgraad Vereist Vermogen beleidsdekkingsgraad 95.0% 90.0% 85.0% 80.0% Dec-10 Mar-11 Jun-11 Sep-11 Dec-11 Mar-12 Jun-12 Sep-12 Dec-12 Mar-13 Jun-13 Sep-13 Dec-13 Mar-14 Jun-14 Sep-14 Dec-14 Mar-15 Jun-15 5
Laatste nieuws!! U zult het al wel in het nieuws gehoord of gelezen hebben: De Nederlandsche Bank (DNB) heeft besloten de rekenrente (UFR) voor pensioenfondsen te verlagen van 4,2% naar 3,3%. Dit heeft gevolgen voor alle pensioenfondsen in Nederland. Omdat pensioenfondsen minder rekening kunnen/mogen houden met toekomstige rente-inkomsten moeten zij nu grotere buffers gaan aanleggen. De zogenoemde kostendekkende premie, benodigd voor de jaarlijkse pensioenopbouw gaat hierdoor omhoog. Vorig jaar is in het hooflijnenakkoord een premie voor 5 jaar is vastgesteld en deze kan niet tussentijds worden aangepast. Wel is in de vaststelling van de premie wat extra ruimte meegenomen, waardoor een dergelijke aanpassing door DNB niet automatisch tot een verminderde opbouw leidt. Door de maatregel van DNB wordt de kans dat de huidige premie onvoldoende is om de beoogde pensioenopbouw van 1,875% te realiseren wel groter. Een ander gevolg van deze maatregel is dat de mogelijkheid om de opgebouwde aanspraken en pensioenen aan te passen aan de gestegen lonen of prijzen (indexatie) verder uit beeld raakt. Per 1 juli daalt door de UFR maatregel onze dekkingsgraad met 2,3%. Hierdoor komt de dekkingsgraad van het fonds weer dicht in de buurt van het minimum vereist vermogen van 104,2%. Dit effect zal de komende maanden ook geleidelijk zichtbaar worden in onze beleidsdekkingsgraad. Door deze maatregel van de DNB zal de dekkingsgraad in de komende jaren nog verder dalen omdat de het effect van de dalende rente over de afgelopen 5 jaar verder gaat doorwerken. We zullen u hier de komende tijd van op de hoogte houden. Colofon Deze pensioenkrant is toegezonden aan alle deelnemers en gepensioneerden van het pensioenfonds. Eindredactie: Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. Realisatie: Syntrus Achmea Deze nieuwsbrief is met zorg samengesteld en beoogt de lezers zo goed mogelijk te informeren over een belangrijk en ingewikkeld onderwerp. Aan deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend. In dit verband wijzen wij naar de officiële reglementen en overeenkomsten zoals die beschikbaar en toegankelijk zijn via de website van het pensioenfonds: www.q8pensioenfonds.nl. 73687 082015 6