Opmerking Als bij het aflezen uit de figuur een percentage van 76, 78 of 79 is gevonden, dan hiervoor geen punten in mindering brengen.



Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Correctievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1

Correctievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1,2

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 1 juni uur

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-II

het antwoord 0, Antwoordmodel VWO wa II Startende ondernemingen Maximumscore % komt overeen met een kans van 0,4 (per 9 jaar) 1

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2008-I

Examen VWO-Compex. wiskunde A1

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2006-I

Eindexamen wiskunde A havo I

Vraag Antwoord Scores

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

Examen VWO. wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde C vwo II

draagvermogentoename van =75 1 Het draagvermogen is = 875 (kg) 1 Alleen hellingsgetal uitgerekend: maximaal 1 punt

wiskunde A havo 2017-I

wiskunde A havo 2017-II

Krachtvoer voor melkkoeien

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-I

Examen VWO-Compex. wiskunde A1,2

Eindexamen wiskunde A havo II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-II

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2002-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Eindexamen vwo wiskunde C 2013-I

Vraag Antwoord Scores

wiskunde A vwo 2017-II

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO

Eindexamen wiskunde A havo I

Antwoorden HAVO wa I. Duikeend. Maximumscore 3 1 5% van 6 gram is 0,3 gram 1 Het aantal duiken is 120 : 0,3 =

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen havo wiskunde A 2013-I

wiskunde A havo 2016-I

Beoordelingsmodel HAVO wiskunde A 2012-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2002-I

Eindexamen wiskunde A pilot havo II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-I

Kunstrijden op de schaats. Opmerking Als 3! + 4! berekend is, maximaal 2 scorepunten voor deze vraag toekennen.

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde A havo I

Eindexamen vwo wiskunde A I

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

wiskunde C vwo 2016-II

Correctievoorschrift VWO

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Beoordelingsmodel. Antwoorden VWO wa I. Deelscores. Meer neerslag

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde C vwo I

Eindexamen havo wiskunde A II

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken

Beoordelingsmodel VWO wa I. Deelscores. Antwoorden. Meer neerslag

wiskunde C vwo 2017-II

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

wiskunde A pilot vwo 2016-II

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I

wiskunde C pilot vwo 2016-I

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-II

wiskunde A bezemexamen havo 2017-II

Beoordelingsmodel wiskunde A VWO 2014-I

Eindexamen wiskunde A vwo I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2002-II

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Eindexamen vwo wiskunde A pilot 2013-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I

Correctievoorschrift HAVO

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Antwoordmodel VWO wa I. Vogels die voedsel zoeken

wiskunde A pilot havo 2016-I

Krachtvoer voor melkkoeien

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2008-II

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Eindexamen vwo wiskunde C I

Correctievoorschrift VWO

Eindexamen wiskunde A pilot havo I

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A (oude stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak CV15 Begin

Transcriptie:

Beoordelingsmodel VWO wa 2004-I Antwoorden Bevolkingsgroei De wereldbevolking neemt in de periode 950-2025 toe van 3 miljard naar 8 miljard 2 5,6% van 3 miljard is (ongeveer) 0,47 miljard 6,% van 8 miljard is (ongeveer) 0,49 miljard 2 8,8% van 3 miljard is (ongeveer) 0,26 miljard 8,8% van 8 miljard is (ongeveer),50 miljard Bij 3% groei per jaar zou in 2025 het aantal inwoners (ongeveer) 0,26,03 75 = 2,4 miljard zijn 2 Er kan dus niet steeds 3% groei per jaar zijn 3 een redenering als: De hogere leeftijdsklassen groeien relatief sterker dan de lagere leeftijdsklassen 2 Daardoor stijgt de gemiddelde leeftijd een berekening van de gemiddelde leeftijd in 985 (ongeveer 25 jaar) 2 een berekening van de verwachte gemiddelde leeftijd in 2025 (ongeveer 32 jaar) 4 een redenering als: De hoeveelheid bewoonbare aarde was in 750 ongeveer 0,75 2025 ( 59 miljard m 2 ) 2 In 2050 zal dat ongeveer 9 44 (= 296 miljard m 2 ) zijn De totale hoeveelheid bewoonbare aarde is afgenomen Tussen 750 en 2050 wordt de wereldbevolking ongeveer 2 keer zo groot Daardoor zou de hoeveelheid bewoonbare aarde per persoon 2 keer zo klein worden Volgens figuur D wordt het 4 keer zo klein Dus er is nog een oorzaak Examenresultaten 5 aflezen in figuur 2: 77% heeft een score van 65 lager Dus 23% heeft een score hoger dan 65 Dat zijn (ongeveer) 59 kandidaten aflezen in figuur 2: 77% heeft een score van 65 lager Dat zijn (ongeveer) 736 kandidaten Dus 59 kandidaten hebben een score hoger dan 65 Als bij het aflezen uit de figuur een percentage van 76, 78 79 is gevonden, dan hiervoor geen punten in mindering brengen. 40004--8c 4 Lees verder

6 het aflezen van de mediaan (52 scorepunten) bij 50% het aflezen van het eerste kwartiel (42 scorepunten) bij 25% het aflezen van het derde kwartiel (63 scorepunten) bij 75% de randpunten 0 en 88 de rest van de boxplot voorbeeld van een tekening van een boxplot: 0 42 52 63 88 De toegestane marges bij het aflezen van mediaan, eerste en derde kwartiel uit de figuur zijn scorepunt. 7 gemiddelde 63,8, standaardafwijking x, een voldoend kleine linkergrens en Uit, bijvoorbeeld, grafiek(en) een tabel blijkt dat deze functie de waarde 0,06 heeft voor x = 2,4 2 steekproef gemiddelde 63,8, standaardafwijking 4,7, een voldoend kleine linkergrens en de uitkomst 0,0946 0,0946 > 0,06 steekproef gemiddelde 63,8, standaardafwijking 4,7, een voldoend kleine linkergrens en Uit, bijvoorbeeld, grafiek(en) een tabel blijkt dat bij een standaardafwijking 2 een kans hoort van 0,054 en bij een standaardafwijking 3 een kans hoort van 0,069 0,054 < 0,06 < 0,069 dus ook 2 < standaardafwijking < 3 steekproef 8 gevraagd wordt P(X 30 n = 25, p = 0,29) het invoeren van deze waarden in de functie voor de cumulatieve binomiale verdeling op de GR het antwoord 0,3 40004--8c 5 Lees verder

9 de standaardafwijking 4,7 (,3) 25 2 gemiddelde 52,5, de gevonden standaardafwijking, linkergrens 54,92 en een voldoend grote rechtergrens 2 de uitkomst 0,03 Kleine ondernemers 0 voor A vermindering 2,5 650 = 625 gulden, dus af te dragen 3500 625 = 875 gulden 2 voor B vermindering 2,5 450 = 25 gulden, dus af te dragen 3700 25 = 2575 gulden 2 B moet 2575 875 = 700 gulden meer afdragen dan A vermindering 2,5 200 = 500 gulden lager 3 B moet 200 + 500 = 700 gulden meer afdragen dan A 2 y = x 2,5 (450 x) 2 y = 3,5x 0 375 2 De lijn gaat door (2964, 0) en (450, 450) 2 450 0 a = 3,5 450 2964 b = 0 3,5 2964 = 0374 2 een redenering als: Bij 2500 gulden zit een sprong in de grafiek Dat betekent: iets meer dan 2500 gulden zonder regeling afdragen, leidt tot een grote toename van de afdracht met regeling 2 Zonder regeling 2500 gulden af te dragen wordt met regeling 200 gulden Zonder regeling iets meer dan 2500 gulden af te dragen wordt met regeling ongeveer 850 gulden Dat verschil (van 650 gulden) is als onrechtvaardig te ervaren 3 Het verschil is maximaal bij x = 2964 een toelichting, bijvoorbeeld door de grafiek van de oude regeling en de nieuwe regeling in één assenstelsel te tekenen en te onderzoeken waar beide grafieken de grootste (verticale) afstand tot elkaar hebben 2 Het maximale verschil is 778 gulden 40004--8c 6 Lees verder

Vierkeuzevragen 4 Gemiddeld zal Tom een kwart van de vragen goed gegokt hebben Hij kan 0,25 20 = 5 goede antwoorden verwachten Tom kan 5 punten verwachten 5 verwachtingswaarde bij gokken 0,25 + 0,75 0,50 2 het antwoord: 0,25 2 2 2 2 6 de scoreformule bij juist antwoord B: score = ( pa ( pb) pc pd ) + + + 2 het invullen van de waarden p A = 0,2; p B = 0,7; p C = 0 en p D = 0, in deze formule de score 0,86 7 minimale score bij het antwoord p A = ; p B = 0; p C = 0 en p D = 0 minimale score bij het antwoord p A = 0; p B = ; p C = 0 en p D = 0 minimale score bij het antwoord p A = 0; p B = 0; p C = 0 en p D = Voor elke andere vermelde mogelijkheid punt in mindering brengen. Maximumscore 7 8 Bij 2 antwoorden waaronder het juiste is de score 2 Bij 2 onjuiste antwoorden is de score 2 De verwachte score bij mogelijkheid II is + = 2 2 2 2 0 Bij 3 antwoorden waaronder het juiste is de score 3 Bij 3 onjuiste antwoorden is de score 3 3 De verwachte score bij mogelijkheid III is + = ( 0,7) 4 3 4 3 6 de conclusie: mogelijkheid IV is de meest verstandige strategie KoersSprint 9 de jaarlijkse groeifactor is,2 22 500,2 5 = 39 653 39 653 22 500 = 7 53 20 De groeifactor per maand is,095,095 2,26 De groeifactor,26 komt overeen met het groeipercentage 26,% 40004--8c 7 Lees verder

60 60 59,095 2,095 +,095 +... +,095 =,095,095 60,095,095 4,284,095 Het totale spaarbedrag is 4,284 50 7 42,60 Het verschil is 0 (euro) het invoeren in de GR van de termen 50,095 n met n =, 2, 3,, 60 het gebruik van een geschikte functie om de som van deze termen uit te rekenen De som is 7 42,60 Het verschil is 0 (euro) Als door tussentijdse afronding een verschil berekend is dat niet gelijk is aan 0 euro dan maximaal 3 punten voor deze vraag toekennen. Einde 40004--8c 8 Lees verder