RUD Utrecht Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht 1
Regeling functiebeschrijving en -waardering RUD Utrecht Het dagelijks bestuur van de RUD Utrecht Overwegende - dat de RUD Utrecht het functiewaarderingssysteem HR21 meer vindt aansluiten bij de taken van de RUD-organisatie ten opzichte van het functiewaarderingssysteem FUWAPROV, welke onderdeel uitmaakt van de Uitvoeringsregeling van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; - dat op 17 september 2015 de RUD Utrecht een definitief besluit heeft genomen het beschrijven en waarderen van functies uit te voeren conform het functiewaarderingssysteem HR 21 en een daarvoor afgesloten licentieovereenkomst; - dat het noodzakelijk is dat in lijn met de uitgangspunten van HR21 een nieuwe procedureregeling, afgestemd op een generieke wijze van beschrijven en waarderen wordt vastgesteld. Gelet op - de bereikte overeenstemming in de overlegvergadering met de Ondernemingsraad d.d. 2015 (datum); - de bereikte overeenstemming in de Commissie voor Georganiseerd Overleg van 2015 (datum) terzake de inhoud van deze regeling: Besluit vast de stellen de navolgende Procedureregeling functiebeschrijving en - waardering RUD Utrecht 2
Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a) Functiehouder: de ambtenaar als bedoeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP); b) Functieboek: het functieboek zoals dat door het dagelijks bestuur is vastgesteld; c) Functie: het samenstel van taken en of werkzaamheden dat, afgeleid uit de taakstelling van de organisatie, is opgedragen aan de medewerker; d) HR21: het functiebeschrijvings- en waarderingssysteem van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; e) Conversietabel: een tabel bevattende een vertaling van de uit de functiewaardering voortvloeiende functierangorde naar een voor de organisatie van toepassing zijnde salarisschaal; f) Normbeschrijving: de generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De normbeschrijving is voorzien van een vaste waardering(puntenreeks). g) Lokale functiebeschrijving: een groep van taken in de organisatie, niet behorende tot de HR21 normfunctie en volgens het format van HR21 beschreven; h) HR21 deskundige: medewerker opgeleid en gecertificeerd door HR21; i) Functiebeschrijving: de normbeschrijving dan wel lokale functiebeschrijving die een resultaatgerichte weergave is van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken; j) Structureel: feitelijk langer dan een jaar en of de verwachting van langer dan een jaar. Artikel 2. Procedure vaststelling functieboek 1. De directeur stelt op basis van de beschikbare normbeschrijvingen uit HR21 een lokaal concept functieboek samen. Indien de normbeschrijvingen niet volledig zijn of deze niet dekkend zijn voor het takenpakket, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld. 2. Het voorlopig vastgestelde functieboek wordt, bij belangrijke wijzigingen in de organisatie, ter advies aangeboden aan de ondernemingsraad en bij wijzigingen in het kader van de invoering van een nieuw functiewaarderingssysteem ter instemming aan de ondernemingsraad voorgelegd. Het voorlopig vastgestelde functieboek wordt tenminste eenmaal in een overlegvergadering behandeld. 3. De datum van de te houden overlegvergadering wordt in gezamenlijk overleg vastgesteld, doch vindt niet later plaats dan zes weken nadat de directeur de ondernemingsraad om advies of instemming heeft gevraagd. 4. Nadat de ondernemingsraad haar advies of instemming heeft verleend, legt de directeur het functieboek ter vaststelling voor aan het dagelijks bestuur. 5. Het dagelijks bestuur stelt het functieboek vast. Artikel 3. Wijziging functieboek 1. Bij wijziging of aanpassing van de organisatiestructuur, taken of doelstellingen van de organisatie, waarvoor het bestaande functieboek ontoereikend of onvolledig is, worden normbeschrijvingen uit HR21 toegevoegd en/of worden lokale functies beschreven en/of worden functies uit het functieboek verwijderd. De directeur zal, in overleg met het managementteam, jaarlijks bezien in hoeverre de noodzaak tot wijziging van het functieboek aanwezig is. 2. Het nieuwe of gewijzigde functieboek wordt vervolgens vastgesteld volgens de procedure als beschreven in artikel 2, leden 3 tot en met 5. Artikel 4. Indeling medewerker 1. De teamleider adviseert de directeur over de indeling van de functiehouders van het betreffende team. 2. De directeur legt de indelingsadviezen, al dan niet voorzien van een aanvullend advies, voor aan de HR21 deskundige, bedoeld in artikel 5 en 6. 3
3. De gecertificeerd HR21 deskundige adviseert de directeur. 4. De directeur maakt schriftelijk aan de functiehouder bekend in welke normbeschrijving of lokale functiebeschrijving hij/zij voornemens is de functiehouder in te delen evenals de daarbij behorende functieschaal. 5. Indien dit voornemen tot plaatsing afwijkt van het advies van de HR21 deskundige, wordt dit in het voornemen tot indeling nader gemotiveerd. 6. De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de indeling kenbaar te maken, zoals bedoeld in artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt twee weken. De zienswijze wordt schriftelijk kenbaar gemaakt bij de directeur. 7. De directeur legt de zienswijze ter heroverweging voor aan de HR21 deskundige. 8. Binnen een termijn van acht weken na het ontvangen van de zienswijze adviseert de HR21 deskundige de directeur ten aanzien van de ingediende zienswijze, al dan niet nadat de functiehouder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze mondeling of schriftelijk nader toe te lichten. 9. Binnen een termijn van zes weken na ontvangst van het advies van de HR21 deskundige, besluit de directeur, met inachtneming van dit advies en gemotiveerd, in welke norm- of lokale functiebeschrijving de functiehouder wordt ingepast. 10. Ten aanzien van de indeling van de functie teamleider adviseert de directeur aan het dagelijks bestuur ter besluitvorming. 11. Ten aanzien van de indeling van de directeur adviseert het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur en neemt het algemeen bestuur daarop een besluit. 12. Tegen de besluiten tot indeling, als bedoeld in de leden 9, 10 en 11, staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open. Artikel 5. Wijziging indeling functiehouder 1. Indien de teamleider van mening is dat de functie waarin de functiehouder binnen HR 21 is ingedeeld niet meer aansluit bij de in het jaargesprek structureel overeengekomen taken en werkzaamheden, kan hij/zij gemotiveerd aan de directeur verzoeken om een andere indeling te overwegen. 2. Indien de functiehouder van mening is dat de functie waarin hij binnen HR21 is ingedeeld niet meer aansluit bij de in het jaargesprek structureel overeengekomen taken en werkzaamheden, kan hij/zij met kennisgeving aan de teamleider- aan de directeur gemotiveerd verzoeken om een indeling in een andere normfunctie. 3. De directeur beslist binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen. Artikel 6. Vaststelling waarderingen lokale functies 1. Het dagelijks bestuur geeft de HR21 deskundige opdracht alle lokale functiebeschrijvingen te waarderen aan de hand van de in HR21 vastgelegde functiewaarderingsmethode. 2. De waarderingsresultaten van de lokale functiebeschrijvingen worden ter toetsing aangeboden aan de directeur. 3. De waarderingsresultaten worden opgenomen in een eindadvies functiewaardering aan het dagelijks bestuur. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval: a. een motivering, gerubriceerd per invalshoek en dimensie, van de subscores en de totaalscore per lokale functiebeschrijving; b. een overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle lokale functiebeschrijvingen; c. een gecombineerd overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen; d. een verslag van de toetsing als bedoeld in lid 2 van dit artikel. 4. Het dagelijks bestuur stelt de waarderingen vast met inachtneming van het eindadvies functiewaardering. Afwijking van het advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. Het dagelijks bestuur stelt de waarderingen van de lokale functiebeschrijvingen en normbeschrijvingen vast. 4
Artikel 7. Vaststelling functieschaal en conversietabel 1. Het dagelijks bestuur stelt een conversietabel vast nadat in het bijzonder georganiseerd overleg hierover overeenstemming is bereikt. 2. Door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel worden de, in het functieboek opgenomen waarderingen omgezet in salarisschalen. Artikel 8. Inschaling en bezoldiging medewerker De inschaling en bezoldiging vindt plaats met in achtneming van de van toepassing zijnde Bezoldigingsregeling. Artikel 9. Slot- en overgangsbepalingen 1. Deze regeling wordt aangehaald als Regeling functiebeschrijving en -waardering RUD Utrecht 2015. 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het dagelijks bestuur in de geest van deze regeling. 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2015. 5
TOELICHTING REGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN WAARDERING Algemeen Deze regeling vormt de grondslag voor alle activiteiten rondom het proces van functiebeschrijving en functiewaardering voor de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht en kan worden ingegeven door organisatieveranderingen en wijziging van het functieboek. Dit betekent dat in deze regeling zowel formele verantwoordelijkheden zijn geregeld ten aanzien van het proces van functiebeschrijving en de waarderingsuitkomsten, als collectieve en individuele rechten en plichten gedurende de procesgang. De procedureregeling wordt formeel vastgesteld door het dagelijks bestuur na overeenstemming van het bijzonder georganiseerd overleg. Achtergrond van deze regeling Bij de vorming van de RUD is in afwijking van de provinciale CAO expliciet gekozen voor het HR21 functiewaarderingssysteem in plaats van het provinciale functiewaarderingssysteem FUWAPROV. Beide systemen zijn opgezet met generiek beschreven normfuncties. Ten aanzien van het functiewaarderingssysteem is gekozen voor HR21 omdat deze speciaal ontworpen is voor gemeenten en beter aansluiten bij de VTH taken die de RUD verricht. Het systeem bevat 100 normfuncties waaruit een lokaal functieboek kan worden samengesteld. Deze 100 normfuncties dekken bijna alle denkbare functies binnen de gemeentelijke organisaties. Een tweede voordeel van HR21 is dat de normfuncties onafhankelijk van de organisatie, en daarmee objectief, zijn voorzien van een waardering. Deze waardering wordt via een conversietabel omgezet in een beloning. Ten slotte kan binnen HR21 een koppeling worden gelegd met competenties en de gesprekscyclus, waardoor de functiebeschrijving en waardering, zoals hiervoor aangeven, een beter kader vormt voor het dagelijkse HR-management. Door de minder gedetailleerde beschrijving verdwijnt de herkenbaarheid van de beschrijving in relatie tot wat de medewerker in de dagelijkse praktijk doet. Het management maakt in het kader van de jaarplannen afspraken met medewerkers over specifiek te behalen resultaten binnen de bandbreedte van de functiebeschrijving. Daarmee wordt de herkenbaarheid gerepareerd, maar nog belangrijker is dat daarmee de functiebeschrijving niet meer bepalend is voor de dagelijkse werkzaamheden, maar het kader vormt voor het dagelijkse HR management. Bezwaar en beroep Tegen het indelingsbesluit en tegen het inschalingbesluit kan bezwaar en beroep worden aangetekend. Als een medewerker bezwaar aantekent wordt dit bezwaar ter advisering aan de ex. artikel 7:13 Awb ingestelde commissie bezwaarschriften voorgelegd. Het dagelijks bestuur beslist binnen 12 weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken en doet hiervan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de medewerker. De beslissing kan voor maximaal zes weken worden verdaagd. Van deze verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan. Als een medewerker zich ook met deze beslissing op bezwaar niet kan verenigen kan binnen zes weken na de dag volgend op de bekendmaking van de beslissing op bezwaar beroep worden aangetekend bij de Rechtbank, conform hoofdstuk 8 Awb. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Bij wijziging van de indeling wordt gesproken over structurele wijziging van de functie. In dit artikel is omschreven dat structureel betekent: feitelijk langer dan een jaar en of de verwachting van langer dan een jaar. Onder feitelijk wordt verstaan dat in twee achtereenvolgende jaarplannen is aangegeven dat de taken niet meer overeenkomen met het functieprofiel. Onder de verwachting dat het langer dan een jaar zal duren kan o.a. worden verstaan dat op enig moment de wetgeving wijzigt en daardoor het takenpakket onmiddellijk aangepast moet worden. Artikel 2 Een organiek generieke beschrijving is afgeleid van de doelstellingen van de organisatie. De directeur heeft vanuit zijn/haar concernverantwoordelijkheid de belangrijkste rol in het vormen van het functieboek. Teamleiders hebben op teamniveau de verantwoordelijkheid inhoud te geven aan de doelstellingen van de organisatie en worden dan ook via het managementteam 6
betrokken bij de samenstelling van het functieboek Het dagelijks bestuur stelt het functieboek eerst voorlopig vast. Na instemming van de ondernemingsraad wordt het functieboek definitief door het dagelijks bestuur vastgesteld. Artikel 3 De RUD bevindt zich in de start- en ontwikkelingsfase naar een volwaardige organisatie. Daarom dient van tijd tot tijd het functieboek tegen het licht te worden gehouden. De procedure daarvoor is gelijk aan de procedure zoals deze in artikel 2 is beschreven. Artikel 4 In deze regeling wordt een onderscheid gemaakt tussen indeling en inschaling. De indeling is in artikel 4 geregeld en de inschaling in artikel 6. Na het vaststellen van het functieboek wordt de functiehouder ingedeeld in een functiebeschrijving uit het functieboek. Daarbij wordt tevens de bijbehorende functionele schaal bekend gemaakt. In het kader van integraal management adviseert de teamleider aan de directeur over de indeling van de medewerkers van de het betreffende team. De directeur adviseert ten aanzien van de, onder zijn/haar leiding vallende, teamleiders aan het dagelijks bestuur. Hiermee is een zekere mate van onafhankelijke toets ingebouwd. Omdat hier sprake is van een organieke plaatsing waarop de medewerker in het voortraject geen invloed heeft gehad, wordt hem de mogelijkheid geboden om een zienswijze in te dienen met betrekking tot de indeling. Artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht is hiervoor de juridische basis. De mogelijkheid van bezwaar is pas van toepassing als een definitief besluit over de indeling is genomen en kenbaar is gemaakt. De zienswijze wordt door de HR21 deskundige beoordeeld, die met de ingebrachte zienswijze een heroverweging maakt ten aanzien van het eerder uitgebrachte advies. Artikel 5 In dit artikel is geregeld dat zowel de teamleider als de medewerker de mogelijkheid hebben om een andere indeling voor te stellen aan de directeur. De toetsing van de taken ten opzichte van organieke functiebeschrijving vindt plaats binnen de gesprekscyclus. Artikel 6 Met het georganiseerd overleg wordt overleg gepleegd en overeenstemming bereikt over de conversietabel. Door middel van de conversietabel worden de aan de normfuncties gekoppelde waarderingen vertaald naar een functieschaal. Artikel 7 In artikel 4 is de indeling geregeld en in artikel 8 de inschaling. Inschaling geschiedt op basis van de bezoldigingsregeling. Tegen het besluit staat bezwaar en beroep open. 7