verkeer en vervoer Programma van Eisen Haaglanden Bus (stadskavel)



Vergelijkbare documenten
Programma van Eisen. Concessie Stadsgewest Haaglanden Busnet Ingaande

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015

Concessie Rail Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015

Concessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Efficiencygegevens regionaal stad- en streekvervoer 19 november 2010

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus

Bijlage 1: Europese en nationale regelgeving inzake de gunning van openbaar stads- en streekvervoer.

Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen

Voorstellen Vervoerplan Rail 2016

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman

Plan van aanpak Uitvoeringsprogramma OV Holland Rijnland

Onderwerp Aanbesteding busconcessie

Gewijzigd voorstel van het college inzake Zienswijze op de ontwerp kadernota Openbaar Vervoer MRDH

R. Koo 23 februari 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet inbesteding Openbaar Vervoer grote steden MEMORIE VAN TOELICHTING (VOORONTWERP)

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

Gemeente Delft VERZONDEN 2 8 SEP Geachte leden van de Raad,

Concessieverlening Openbaar Vervoer Amstelland Meerlanden 2018

Nota van Uitgangspunten. Concessie Rail Haaglanden december 2016

Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009

VERGADERING VAN DE REGIORAAD

MEMO Ontwerp Programma van Eisen Concessie Zuidoost Brabant

HTMbuzz Vervoerplan 2018 Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Raadsinformatieavond openbaar vervoer. MRDH, Veolia, HTM en gemeente Delft

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

REGIORAADSESSIE Verkeer en Vervoer

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV in Haaglanden: snoeien en groeien. een spagaat

Er zijn een paar overall -conclusies te trekken als alle data, inclusief de financiering met elkaar vergeleken worden.

Eisen conform artikel 10 inzake aanbesteding en marktconformiteit. Inkoop en aanbesteding. Marktconformiteit

Nota van Uitgangspunten. Concessie Rail Rotterdam december 2016

Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: d/50/A.43, VV Groningen, 12 december 2003

Voorstel aan Stadsregioraad nr

Inhoudelijk A. HTM Verbetervoorstellen HTM versus voorstel lijn 19. Besluiten Bestuurscommissie Va 12 april 2017:

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

Methodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HTMbuzz. HTMbuzz Vervoerplan Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad. I ki

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer

Vragen en antwoorden bij het ontwerp Programma van Eisen van de aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019

Raamovereenkomst ARBIT inzake IV Expertisediensten 2017

Behoefte van de reiziger centraal

Overzicht wijzigingsvoorstellen dienstregeling openbaar vervoer 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018

Gemeente Delft. VER7Nonmg 1 :c Geachte leden van de raad,

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid,37 van de Mededingingswet.

Aanbestedingen. 1. Aanbestedingen van opdrachten

Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord

Ontwerp Programma van Eisen Concessie Rail Haaglanden Zaaknummer Documentnummer DOC Versie Auteur

Netwerk RandstadRail. verkeer en vervoer

Productvoorwaarden Landelijke Kortingsproduct ALTIJD KORTING

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de verlenging busconcessie Groningen en Drenthe.

Netwerk rationalisatie G3

Overzicht van openbaarvervoerconcessies in Nederland, uitgave 2011

Concessie(busvervoer(Almere(2018!2027"

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Hoofdlijnenakkoord concessie Rail Rotterdam. 24 juli 2013

Memorandum Wijziging contracten wegens nieuwe cao voor huishoudelijke hulp 1. Inleiding

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Helvert (CDA) over het station in Eijsden.

Overzicht van openbaarvervoerconcessies in Nederland, uitgave 2012

Geachte heer Langenberg,

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland

Curriculum Vitae Ron Muller

Nationaal Congres Openbaar Vervoer 14 maart 2013

Concessie Haaglanden Regio Veolia Transport Vervoerplan 2016

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. M. Cetin (CDA) (d.d. 11 november 2015) Nummer 3097

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Deze is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit

*U * Ruimtelijke Ontwikkeling. De leden van de gemeenteraad. Onderwerp Vervoerplan Geachte raadsleden,

Commissie Verkeer en Vervoer vergadering 17 januari agendapunt 7

Resultaten enquête Uithoornlijn

Plan van aanpak Aanbesteding accountantsdiensten gemeente Langedijk (behoort bij besluit van de raad d.d.

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam

Stand van zaken aanbesteding M7-metromaterieel Openbaar Vervoer

2MS?M, Gemeente Landsmeer Landsmeer, Den lip en Purmerfand

OV-chipkaart: Distributievisie stadsregio Rotterdam

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT

Transcriptie:

verkeer en vervoer Programma van Eisen Haaglanden Bus (stadskavel) concept 29 juni 2011

Programma van Eisen Concept-versie 5. 20 juni 2011 (t.b.v. DB/AB 29 juni 2011) Concessie Stadsgewest Haaglanden Bus (stadskavel) Actualisering 2011 Vast te stellen op 24 augustus 2011 door het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden

Inhoud Pagina Actualisering 2011 2 Actualisering 2011 2 1 Inleiding 2 1.1 Wet personenvervoer 2000 2 1.2 De besluiten van het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden3 1.3 Huidige concessies Haaglanden 4 1.4 Rol en functie van het Programma van Eisen (PvE) 6 1.5 Leeswijzer 7 2 Wat wil het Stadsgewest met deze aanbesteding bereiken? 8 3 Vorm en onderwerp van aanbesteding 14 3.1 Vorm 14 3.2 Wijze van selectie, beoordeling en gunning 14 3.3 Onderwerp 14 3.4 Concessieduur 14 3.5 Concessiegebieden 15 3.6 Relatie met andere concessies 16 3.7 Algemene bepalingen 16 4 Beleidskader 18 4.1 Beleidskader Stadsgewest Haaglanden 18 4.2 Beleidskader inliggende gemeenten 18 5 Producteisen en wensen 19 5.1 Visie op ontwikkeling en exploitatie van het openbaar vervoer 19 5.2 Referentienetwerk 19 5.3 Innovatief netwerk 20 5.4 Dienstregelingsprocedure 21 5.5 Nachtnet 22 5.6 Buurtbus 22 5.7 Kwaliteit dienstverlening 23 5.7.1 Zitplaatscapaciteit 23 5.7.2 Betrouwbaarheid, stiptheid 24 5.7.3 Verkeersleiding 26 5.7.4 Exploitatie-beheersplan 27 5.8 Veiligheid, comfort en gemak 27 5.8.1 Materieel 27 5.8.2 Serviceverlening 34 5.8.3 Sociale veiligheid 35

5.8.4 Reis- en productinformatie 36 5.8.5 Tarieven en vervoerbewijzen 39 5.8.6 Marktbewerking 45 6 Positie van de reiziger 47 6.1 Advies consumentenoverlegorganen 47 6.2 Klantenservice 47 6.3 Klantenpanel 48 6.4 Klanttevredenheidsonderzoek 48 7 Financiën 49 8 Monitoring, handhaving en informatie 51 8.1 Voorbereidingsfase 51 8.2 Uitvoeringsfase 51 9 Selectie- en gunningscriteria 53 Bijlagen: 1. Kaart concessie-indeling Haaglanden 2. Kaart stadskavel 3. Kaart stadskavel nachtlijnen 4. Kaart centrumgebied Den Haag waarbinnen verkoop- en informatiepunt gevestigd moet zijn 5. Overzicht lijnen 6. Begrippenlijst 7. Dienstregelingprocedure Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 1

Actualisering 2011 Op 11 juli 2007 heeft het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Programma van Eisen (PvE) ten behoeve de openbare aanbesteding van het openbaar vervoer per bus in Haaglanden (zowel in de regio als in de stad Den Haag) vastgesteld. Dit PvE behoeft een actualisering ten behoeve van de openbare aanbesteding van het stadsvervoer per bus dat momenteel door HTM Personenvervoer N.V. wordt uitgevoerd. De concept-versie van het geactualiseerde PvE ten behoeve van de besluitvorming door het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden omvat vervallen tekstdelen die in rood zijn aangeduid. De herschreven tekstdelen zijn in geel aangegeven. Kleine tekstuele wijzigingen zijn niet gemarkeerd. 1 Inleiding 1.1 Wet personenvervoer 2000 Korte geschiedenis van de Wet personenvervoer 2000 Op 1 januari 2001 werd de Wet personenvervoer 2000 (Wp 2000) van kracht. De doelstelling van de wet is te komen tot een marktgericht en een kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer. Tevens dient een substantiële verbetering van de kostendekkingsgraad bereikt te worden. Twee nieuwe sleutelbegrippen deden in de Wp 2000 hun intrede: vervoerders kunnen slechts op basis van een door een vervoersautoriteit verleende concessie openbaar vervoer aanbieden. Een concessie geeft de desbetreffende vervoerder het exclusieve recht om in een nader omschreven gebied openbaar vervoer te bieden. Na inwerkingtreding wetwijziging van 13 april 2006 van de Wp 2000 (Stb. 222) ingaande 1 juli 2006 kan aan een vervoerder uitsluitend een concessie worden verleend op basis van een openbare aanbestedingsprocedure. Daarmee is marktwerking in de openbaar vervoersector volledig geïntroduceerd. Niet-aanbestede concessies zouden in beginsel per 1 januari 2007 van rechtswege vervallen. Uitzondering voor de GVB en Door de Minister is geconcludeerd dat de ingangsdatum van de aanbestedingsverplichting voor de concessies die verleend zijn aan gemeentelijke vervoerbedrijven (GVB en) van de vier grote steden moet worden verschoven van 1 januari 2007 naar 1 januari 2009, dit om de GVB en de gelegenheid te geven zich voldoende voor te bereiden op de aanbesteding van hun huidige markt. Ook zullen de betrokken gemeenten moeten komen tot verzelfstandiging van het GVB (vóór 2007) en tot marktconformiteit (vóór 2009). Op 31 oktober 2006, tijdens de laatste vergadering voor het verkiezingsreces, heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wetwijziging van de Wp 2000 waarin is vastgelegd dat de aanbestedingsverplichting ook voor de gemeentelijke vervoerbedrijven van toepassing is. In beginsel diende het busvervoer dat toen nog werd uitgevoerd door de gemeentelijke vervoerbedrijven vóór 1 januari 2009 aanbesteed te zijn. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 2

Uitzondering rail Voor het railvervoer geldt een latere aanbestedingsverplichting dan voor het busvervoer. Voor rail is ook nog een ontvlechting van strategische activa en exploitatie nodig, zodat bij de aanbesteding alle partijen tegen gelijke voorwaarden van deze strategische activa (infrastructuur, mogelijk ook materieel) gebruik kunnen maken. In beginsel dient het railvervoer dat nu nog wordt uitgevoerd door de gemeentelijke vervoerbedrijven vóór 1 januari 2017 aanbesteed te zijn. Door de datum van inwerkingtreding van de aanbestedingsverplichting voor rail in beginsel exact één volledige concessieperiode (8 jaar) later te laten ingaan dan voor bus, wordt de integratie op termijn verder verzekerd. Overheden konden zo eenmalig het busvervoer apart aanbesteden en vervolgens bus, tram en metro in één of meerdere geïntegreerde concessies op de markt zetten. Dit resulteerde in een verplichting tot aanbesteding voor busvervoer per 1 januari 2009 en voor railvervoer uiterlijk per 1 januari 2017. Dit jaartal komt, gezien de investeringen in Randstadrail, ook in de stappenplannen van betreffende vervoersautoriteiten naar voren. 1.2 De besluiten van het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden In zijn vergadering van 13 december 2006 heeft het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden ingestemd met het Plan van Aanpak aanbesteding busnet Stadsgewest Haaglanden. Dit besluit hieldt in dat gestart wordt met de aanbestedingsprocedure voor het huidige busnet in het Stadsgewest conform het Plan van Aanpak. De aanbestedingsprocedure was er op gericht om op 1 juli 2007 het Bestek op de markt te brengen, in december 2007 het gunningbesluit te kunnen nemen en op zondag 31 augustus 2008 de geselecteerde vervoerder(s) te kunnen laten starten met de uitvoering van de verleende concessie(s). Het Bestek is op 30 juli 2007 gepubliceerd. Op 4 juli 2007 nam de Tweede Kamer de motie Roefs aan. Kern van deze motie was het mogelijk maken van een uitzonderingssituatie voor de aanbestedingsverplichting voor het stadsvervoer dat door de gemeentelijke vervoerbedrijven in de stadsregio s Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden wordt uitgevoerd. Daarmee zou een keuzemogelijkheid worden gecreëerd om het stedelijk openbaar vervoer aan te besteden, of onder strikte voorwaarden, onderhands te gunnen aan HTM. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in zijn vergadering van 12 september 2007 besloten om de reeds gestarte aanbestedingsprocedure tijdelijk op te schorten. Op 14 maart 2008 is het Bestek voor de regiokavel opnieuw op de markt gebracht. Op basis van de ontvangen biedingen heeft het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden in zijn vergadering van 27 augustus 2008 besloten om de regioconcessie te gunnen aan Veolia Transport Nederland B.V. De regioconcessie heeft een looptijd van 8 jaar en loopt van 30 augustus 2009 tot 27 augustus 2017. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in zijn vergadering van 19 november 2008 na een onderhandse biedingprocedure besloten de Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 3

stadskavel te gunnen aan HTM Personenvervoer N.V. Deze concessie heeft een looptijd 3 jaar en loopt van 1 januari 2009 tot 31 december 2011. Tijdens de looptijd van deze concessie is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om vanaf 1 januari 2012 aan HTM een onderhands te verlenen concessie te verlenen voor uitvoering van de stadskavel. Het wetvoorstel tot wijziging van de Wp 2000 dat op 27 april 2010 door het destijds demissionaire Kabinet bij de Tweede Kamer werd ingediend, maakte het mogelijk om het openbaar vervoer dat wordt uitgevoerd door een gemeentelijk vervoerbedrijf in te besteden. Dit houdt in dat onder strikte voorwaarden volgens Europese regelgeving 1 aan HTM een concessie zou kunnen worden verleend, zonder dat aan deze concessie een openbare aanbestedingsprocedure is vooraf gegaan. In het regeerakkoord van het najaar 2010 is de keuze gemaakt voor het verplicht aanbesteden van het openbaar vervoer dat uitgevoerd wordt door de gemeentelijke vervoerbedrijven. De instedingsmogelijkheid is daarmee komen te vervallen en de aanbestedingsverplichting voor het busvervoer van de stadskavel wordt uiterlijk per 1 januari 2013 2 een feit. In het regeerakkoord is, naast de korting van 5% op de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) en het vervallen van de groeicomponent van 1,1% een extra korting aangekondigd van 120 mln. voor de stadsregio s Rotterdam, Amsterdam en Haaglanden. Deze korting wordt gemotiveerd door de te behalen aanbestedingswinst indien de concessies van de gemeentelijke vervoerbedrijven op de markt gebracht zijn. 1.3 Huidige concessies Haaglanden Het Stadsgewest Haaglanden kent vier concessies. Het gaat hier om: 1. agglomeratie Den Haag / Zoetermeer rail (HTM) tot 1-1-2017; 2. RandstadRail/Erasmuslijn regio Den Haag (RET) tot 1-1-2017; 3. agglomeratie Den Haag bus (HTM) tot 1-1-2012, onderhands te verlengen tot 26 augustus 2012; 4. Haaglanden Regio (Veolia) tot 27 augustus 2017. Aanbesteding per 31 augustus 2008/14 december 2008: De drie laatst genoemde concessies betreffen busvervoer. De Connexxion-concessie dient per 1-1-2007 aanbesteed te zijn, maar het Stadsgewest Haaglanden heeft ontheffing van de aanbestedingsplicht tot uiterlijk 1 januari 2009 bij de Minister van Verkeer en Waterstaat aangevraagd. Deze ontheffing is op 5 december 2006 verleend. Op basis hiervan zijn de beide concessies van Connexxion verlengd tot 31 augustus 2008. Zoals onder 1.1 is betoogd, dient de HTM-busconcessie uiterlijk per 1 januari 2009 te zijn aanbesteed. Conform het Plan van Aanpak worden de beide busconcessies van 1 Verordening (EG) nr. 1370/2007 van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg 2 De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft in haar brief van 1 februari 2011 aan het Stadsgewest Haaglanden aangekondigd dat het Besluit personenvervoer zodanig wordt gewijzigd dat de aanbestedingsverplichting met een jaar wordt uitgesteld tot uiterlijk 1 januari 2013 Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 4

Connexxion en de busconcessie van HTM in één aanbestedingsprocedure aanbesteed en zou eveneens per 31 augustus 2008 de nieuwe concessie van kracht worden voor het stadsbusnet van Den Haag. De gemeente Den Haag heeft op 16 februari 2007 het dagelijks bestuur van het Stadsgewest verzocht tot uitstel van de aanbesteding van de concessie van HTM-bus tot 1 januari 2009, i.c. de ingang van de jaardienstregeling van de Nederlandse Spoorwegen per 14 december 2008. Dit verzoek heeft het Stadsgewest gehonoreerd; zij het dat het huidige concessiegebied van HTM-bus niet geheel overeen komt met de indeling in kavels van het totale concessiegebied voor het busvervoer in het Stadsgewest. Voor een toelichting inzake de kavelindeling wordt verwezen naar paragraaf 3.5 Concessiegebieden. Naar aanleiding van het uitstel van de aanbesteding van de concessie van HTM-bus is aan Connexxion verzocht of zij bereid zijn de aan Connexxion verleende concessies tegen ongewijzigde voorwaarden te blijven exploiteren tot 14 december 2008. Connexxion bleek hiertoe bereid. Het dagelijks bestuur heeft op grond van deze toezegging in zijn vergadering van 23 mei 2007 besloten te keizen voor één ingangsdatum voor aanbestede concessies, zijnde zondag 14 december 2008. Aanbesteding van de stadskavel bus De stadskavel bus wordt openbaar aanbesteed ingaande 26 augustus 2012 voor een periode van 5 jaar tot 27 augustus 2017. De concessie stadskavel eindigt dan gelijk met de aan Veolia verleende regioconcessie. Dan ontstaat beleidsruimte voor het dan zittende bestuur. Het bestuur kan dan bijvoorbeeld kiezen om beide busconcessies als één concessie op de markt te brengen. Eventueel zou ook gekozen kunnen worden om de railconcessie(-s) en de beide busconcessies tegelijkertijd op de markt te brengen zodat één vervoerder het gehele netwerk van openbaar vervoer in Haaglanden gaat exploiteren (zie onder). Aanbesteding per 1 januari 2017 De railconcessies (HTM/Agglomeratie Den Haag / Zoetermeer rail en RET/RandstadRail regio Den Haag) vallen onder het regime van tijdelijke ontheffing van de aanbestedingsplicht voor railconcessies en behoeven pas per 1 januari 2017 te worden aanbesteed. Uitgaande van de hernieuwde aanbesteding van de busconcessies per 27 augustus 2017 betekent dit dat per 1 januari 2017 (defacto medio december 2016) in beginsel de uitgifte van geïntegreerde concessies van bus- en railvervoer mogelijk is. Het busdeel van de geïntegreerde concessie gaat dan 8 maanden later in. Naast de vier bovengenoemde openbaar vervoerconcessies, heeft het Stadsgewest ook vervoerscontracten afgesloten voor het uitvoeren van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV). Daaronder vallen de RegioTaxi Haaglanden en een tweetal Treintaxiprojecten. Het CVV maakt geen deel uit van deze aanbestedingsprocedure. Op basis van artikel 29 van de Wp 2000 moet het Stadsgewest een ontheffing verlenen aan een vervoerder zonder in bezit te zijn van een concessie die voor eigen rekening en risico een openbaar vervoerlijn wenst te exploiteren voor een vervoersrelatie Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 5

waarin de concessiehouder niet voorziet. Voordat deze ontheffing wordt verleend, moet de concessiehouder wel gehoord worden. Op dit moment zijn geen ontheffingen van toepassing, maar nieuwe ontheffingen worden in de toekomst niet uitgesloten. Het Stadsgewest voert evenwel geen actief beleid met betrekking tot dit artikel van de Wp 2000. Een in 2005 verleende ontheffing voor het traject Den Haag CS - Delft IKEA - Rotterdam Airport is inmiddels vervallen. 1.4 Rol en functie van het Programma van Eisen (PvE) Dit Programma van Eisen (PvE) gaat over de openbare aanbesteding van de huidige busconcessie stadskavel met ingang van 26 augustus 2012 voor een periode van 5 jaar. Het is een geactualiseerd PvE waarbij uitsluitend een actualisering aan de orde is voor aspecten waarvoor een actualisering strikt noodzakelijk is vanwege recente ontwikkelingen. De aan Veolia verleende concessie regiokavel met een looptijd van 8 jaar en aan HTM verleende concessie stadskavel met een looptijd van (ruim) 3 jaar zijn immers ook op hetzelfde PvE gebaseerd. Een voorbeeld van actualisering is de toepassing van de OV-chipkaart en het daarmee samenhangende tariefsysteem. Dat was in 2007 nog onvoldoende uitgekristalliseerd. De keuze voor aardgasexploitatie in het in 2007 vastgestelde PvE hield in dat Veolia en HTM hebben geïnvesteerd in aardasmaterieel en aardgasvulpunten 3. De laatste aardgasbussen zijn in april 2011 door HTM in gebruik genomen. Deze kapitaalintensieve productiemiddelen van HTM worden ingebracht in het nieuwe Bestek. De keuze voor aardgasexploitatie staat in dit PvE dan ook niet ter discussie. Het opstellen van het PvE is één van de eerste stappen in het aanbestedingsproces. Het PvE geeft de biedende marktpartijen inzicht in de beleidsmatige context waarbinnen de aanbesteding plaats vindt. Op basis van het PvE wordt het Bestek uitgewerkt. Dit Bestek vormt het centrale aanbestedingsdocument. Om deze rol te kunnen vervullen, dient een groot aantal aspecten uit het PvE nader uitgewerkt te worden. Naast de specificatie van het gevraagde vervoersproduct, wordt in het Bestek een groot aantal andere bepalingen opgenomen. Deze bepalingen vormen de basis voor de afspraken tussen het Stadsgewest Haaglanden en (toekomstige) vervoerder. Zo worden er bepalingen opgenomen over de wijze waarop de prestaties van de vervoerder worden gemeten. Daarbij wordt er ook aangegeven hoe de vervoerder wordt beloond bij goed presteren en welke sancties er zijn bij slecht presteren. Naast de bovengenoemde bepalingen, staan in het Bestek regels voor de aanbestedingsprocedure opgenomen. 3 Het aardgasvulpunt op de vestiging van HTM is overigens geen eigendom van HTM maar van CNG Net. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 6

Het oorspronkelijke PvE is voor inspraak voorgelegd aan het Reizigersoverleg ROCOV Haaglanden. Een aantal te actualiseren aspecten is daarbij aan de orde gekomen. Het ROCOV Haaglanden heeft met zijn vergadering van 8 maart 2011 een advies uitgebracht inzake dit PvE. De concessie stadskavel heeft geen relatie met de aan Haaglanden grenzende concessies die uitgegeven zijn door de provincie Zuid-Holland en de Stadsregio Rotterdam. Met alle betrokken gemeenten Den Haag, Leidschendam- Voorburg en Rijswijk is het PvE besproken. De oorspronkelijke versie van het PvE is vrijgegeven ten behoeve van een openbare marktconsultatie onder vervoerders. De marktconsultatie attendeert vervoerders op de komende aanbestedingen en geeft inzicht in wat het Stadsgewest met deze aanbesteding denkt te bereiken. In de marktconsultatie zijn enkele specifieke vragen opgenomen met betrekking tot de opbrengstverantwoordelijkheid en de specifieke eisen die aan het busvervoer in een grootstedelijke gebied worden gesteld. Vervoerders werden via de marktconsultatie in de gelegenheid gesteld te reageren op het concept-pve. De marktconsultatie is aangekondigd via het Supplement op het Publicatieblad van de EU. Daarmee werd tegemoet gekomen aan de eisen van objectiviteit, non-discriminatie en gelijke behandeling van alle vervoerders en werd ook tegemoet gekomen aan reeds ontvangen vragen en opmerkingen van enkele vervoerders. De marktconsultatie sloot op 29 april 2011. Het concept-pve is opgevraagd door zeven vervoerders. Zij hebben allen een reactie ingediend. De resultaten van de marktconsultatie zijn geanonimiseerd samengevat en becommentarieerd in een document dat bij de definitieve versie van het PvE wordt gevoegd. Op basis van alle ontvangen reacties en het advies van het ROCOV Haaglanden op het concept van het PvE is het voorliggende PvE opgesteld. De bepalingen uit dit PvE maken deel uit van het Bestek. Het voorliggende PvE is in zijn vergadering van 29 juni 2011 check door het dagelijks bestuur van Stadsgewest Haaglanden vastgesteld, op grond van de wettelijke bevoegdheid tot concessieverlening voor het openbaar vervoer. 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op het doel van de aanbesteding. Belangrijk thema daarbij is de plaats van de ontwikkelfunctie in relatie tot de vervoerder. Hoofdstuk 3 beschrijft vorm en onderwerp van de aanbesteding, hoofdstuk 4 het gehanteerde beleidskader. In hoofdstuk 5 komt de kern van de aanbesteding aan de orde. In dit hoofdstuk zijn de producteisen en wensen geformuleerd. In de hoofdstukken 6 t/m 9 komen achtereenvolgens de positie van reiziger, financiën, monitoring en selectie- en gunningcriteria aan de orde. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 7

2 Wat wil het Stadsgewest met deze aanbesteding bereiken? Uitgangssituatie Bij de rolverdeling tussen vervoersautoriteit en vervoerder noemt de Wp 2000 in de Memorie van Toelichting de driedeling: de beleidsfunctie, de ontwikkelfunctie en de uitvoeringsfunctie. De beleidsfunctie geeft in hoofdlijnen aan welke rol het openbaar vervoer heeft in het verkeers- en vervoersbeleid; de uitvoeringsfunctie ligt bij de vervoerder. Daarbij gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van de vervoerdiensten ten behoeve van de (potentiële) gebruikers van het openbaar vervoer. De ontwikkelfunctie ligt op het snijvlak tussen beleid en uitvoering: op welk detailniveau werkt de vervoersautoriteit zelf uit welke dienstverlening van de vervoerder verwacht wordt? Welke mate van aansturing kiest de vervoersautoriteit en welke vrijheid en creativiteit heeft de vervoerder bij zijn vervoersaanbod aan de klant? De antwoorden hierop zijn in hoge mate medebepalend geweest hoe dit PvE ingevuld is. Essentieel in de verhouding tussen het Stadsgewest en vervoerders is dat het Stadsgewest in de Beleidsnota Openbaar Vervoer Meer en beter openbaar vervoer gekozen heeft om de ontwikkelfunctie in hoofdlijnen zelf in te vullen. Het actuele verkeers- en vervoersbeleid van het Stadsgewest Haaglanden is verwoord in de Regionale Nota Mobiliteit (RNM), vastgesteld op 29 juni 2005. Het supplement van de Regionale Nota Mobiliteit is op 16 april 2008 door het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden vastgesteld. In deze nota wordt een samenhangend pakket aan beleid en projecten gepresenteerd die beogen de regio voor de periode tot 2020 beter bereikbaar, verkeersveiliger en leefbaarder te maken. In de RNM wordt een belangrijke rol aan het openbaar vervoer toebedeeld. Het Stadsgewest streeft naar een groei van 40% van het aantal instappers in 2020 bij een kostendekkingsgraad van 40 tot 45%. Verder streeft het Stadsgewest naar verbetering van het voorzieningenniveau, de capaciteit, de reisinformatie op de haltes, de sociale veiligheid, de reissnelheid en de toegankelijkheid van bussen, trams en haltes. De aangekondigde bezuinigingen in de BDU hebben naar alle waarschijnlijkheid grote invloed op de planning en uitvoering van de in de RNM opgenomen projecten. Een actualisering van de RNM is nog niet beschikbaar. De huidige reizigers geven een hoge waardering aan het openbaar vervoer per bus in het Stadsgewest. Blijkens de Kwaliteitsbarometer van het KpVV geven de reizigers de navolgende rapportcijfers. Concessie 2008 2009 2010 HTM-stadskavel 6,8 7,6 7,7 Veolia regiokavel 4 7,2 7,4 7,4 Landelijk gemiddelde 7,2 7,2 7,2 4 In 2008 nog Connexxion, onderverdeling stadsdienst Delft/Zoetermeer- Streek: in 2008 beide 7,2 in 2009 resp. 7,3 en 7,4. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 8

De waardering voor HTM-bus in 200 is de hoogste score van de ruim 75 concessies; ook de waardering van 7,7 voor Connexxion Delft/Zoetermeer was in 2004 de op één na hoogste score. De uit de toon vallende score van 6,6 voor Connexxion streek kan toegeschreven worden aan matige dienstuitvoering als gevolg de vele werkzaamheden t.b.v. RandstadRail en herstelt zich weer in 2006. Ook de sterke terugval van de score voor HTM-bus van 7,8 in 2005 naar een score van 7,0 in 2006 is naar verwachting een incident. HTM bus scoorde in 2010 met een waardering van 7,7 (algemeen oordeel) de hoogste score van alle stadsdiensten. De flinke sprong in de waardering voor HTM bus van 6,8 in 2008 naar 7,6 in 2009 berustte niet op toeval. Samenvattend: Naar het oordeel van de klant scoort de huidige vervoerder HTM boven gemiddeld. Het Stadsgewest wil dit vasthouden. Het doel van de aanbesteding is om tegen de achtergrond van de doelstellingen uit de RNM, de huidige goede klantwaardering van het busvervoer en de budgettaire ruimte het openbaar busvervoer met een hoog gedefinieerde kwaliteit in te kopen tegen een zo laag mogelijke prijs. Daarbij hanteert het Stadsgewest de volgende uitgangspunten: het handhaven van de bereikbaarheid per openbaar vervoer, met prioriteit voor de belangrijke economische centra, waarbij de railverbindingen het primaat hebben boven het busvervoer; het waarborgen van de sociale functie van het openbaar vervoer, ook in het licht van de onvermijdelijke bezuinigingen in het busnet als gevolg van de bezuiniging in de BDU; het handhaven en zo mogelijk verbeteren van de kwaliteit (onder meer toegankelijkheid/milieubelasting voertuigen en sociale veiligheid) en klantgerichtheid van het openbaar vervoer; het gebruik van het openbaar vervoer per bus, uitgedrukt in het aantal instappers, blijft zo veel mogelijk op peil. groeit taakstellend voor de vervoerder met 2% per jaar. Daarmee wordt handhaving en zo mogelijk een verbetering van de opbrengsten en kostendekkingsgraad bereikt ten behoeve van een duurzame financierbaarheid van het openbaar vervoer. Keuze voor een sterke aansturing van de vervoerder Om deze doelen te kunnen bereiken heeft het Stadsgewest gekozen voor een sterke aansturing van de vervoerder: de ontwikkelfunctie in hoofdlijnen wordt door het Stadsgewest zelf ingevuld. Met de ontwikkelfunctie wordt hier bedoeld het onder andere vaststellen van het gewenste beleid ten aanzien van vervoersmodaliteit, lijnvoering, dienstregeling in hoofdzaken en tarieven. Dit is een bewuste keuze. In veel gebieden in Nederland wordt het openbaar vervoer gegund volgens het principe dat één vervoerder het alleenrecht verkrijgt (de concessie) om al het openbaar vervoer in een concessiegebied uit te voeren. In het Stadsge- Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 9

west is de situatie wezenlijk anders. Het gaat hier om een concessie om met één bepaalde voertuigtechniek (bus) het openbaar vervoer in het concessiegebied uit te voeren. Daarnaast zijn er twee concessiehouders (HTM en RET) voor het railgebonden vervoer in het gebied actief en blijven dat naar verwachting in ieder geval tot het einde van de concessietermijn van deze busconcessie. Deze voor het Stadsgewest specifieke omstandigheid maakt dat de ontwikkelfunctie tot de bevoegdheden van het Stadsgewest wordt gerekend omdat het openbaar busvervoer aan belangrijke inhoudelijke eisen moet voldoen, die vanwege concurrentieoverwegingen mogelijk minder goed zullen worden nageleefd door een vervoerder. Het Stadsgewest meent dat het naar de burger meer verantwoordelijkheden heeft dan de vervoerder om de ontwikkelfunctie op een goede manier gestalte te geven. Speciaal gaat het hierbij om het feit dat het railnet het primaat heeft vanwege de hoge investeringen die daarvoor gedaan zijn. Het is ongewenst dat in de busconcessies de vervoerder de vrijheid heeft om het railnet leeg te rijden. Haaglanden wil - in overleg met de inliggende gemeenten - de afstemming tussen rail en bus zelf vorm geven. Daarbij geldt dat: voor het busverkeer de infrastructuur steeds belangrijker wordt, gezien de noodzaak van snel openbaar vervoer (doorstromingsmaatregelen) en toegankelijk openbaar vervoer (bushaltes en overige haltevoorzieningen), deze investeringen zijn bepalend voor het lijnennet in de busconcessies; categorisering van het wegennet in het kader van Duurzaam Veilig er toe leidt dat er slechts een relatief beperkt wegennet ter beschikking staat als busroute. Dit alles betekent overigens niet dat de vervoerder geen enkele rol speelt bij de ontwikkelfunctie. In tegendeel: elk jaar zal op basis van een dienstregelingprocedure, waarin de vervoerder een belangrijke adviserende rol speelt, het lijnennet en de dienstregeling kunnen wijzigen, onder meer op basis van ontwikkelingen op infrastructureel en ruimtelijk gebied. Rolverdeling tussen Stadsgewest en vervoerder De vervoerder wordt een beperkte vrijheid gegeven in de ontwikkeling van het voorzieningenniveau. Wanneer dit tot verbeteringen leidt, kan de vervoerder van deze vrijheid gebruik maken, maar het hoeft niet. Daarnaast hecht het Stadsgewest een bijzondere waarde aan de rol van de vervoerder bij een klantgerichte uitvoering van de concessie en hoopt dat op deze wijze gebruik gemaakt kan worden van de kennis en innovatieve ideeën van de vervoerders. Kortom: het Stadsgewest heeft op hoofdlijnen de verantwoordelijkheid voor de ontwikkelfunctie. De vervoerder heeft de verantwoordelijkheid om de reiziger goed en comfortabel te vervoeren en de reiziger op klantgerichte manier tegemoet te treden. Vanuit dat perspectief is er de volgende rolverdeling te maken: Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 10

Stadsgewest Haaglanden Heeft primair via de deelnemende gemeenten de relatie met de burgers van het Stadsgewest Kiest op basis van maatschappelijk/politieke besluitvorming Algemene doelstellingen verkeers- en vervoerbeleid Afbakening van concessiegebieden Beleid t.a.v. lijnvoering en vervoersaanbod Ontwerp nieuwe lijnen, techniekkeuze en aanleg infrastructuur Beleid t.a.v. tarieven en kwaliteit vervoersdiensten Aanleg DRI-systemen Coördinatie tussen vervoerders en andere overheden Afstemming rol openbaar vervoer en RegioTaxi, mede gezien samenhang toegankelijkheid en rol gemeenten in het kader van de Wmo Vervoerder Heeft primair de relatie met de reizigers in het Stadsgewest Kiest op basis van economisch belang van de onderneming Stelt de dienstregeling op ritniveau vast en voert deze uit door middel van een efficiënte inzet van materieel en personeel Kiest het bustype gegeven de concessievoorwaarden (ligt echter in de onderhavige busconcessie stadskavel vast) Is opbrengstverantwoordelijk gegeven het tarief- en voorzieningenniveau (in de onderhavige busconcessie wordt hierop een uitzondering gemaakt) Werkt met op de klant toegesneden kaartproposities Zorgt voor goede statische reisinformatie (haltes, drukwerken, etc.), levert digitale reisinformatie t.b.v. databases en voert marketingpromotie- en imagocampagnes uit Tabel 3.1: Rolverdeling Stadsgewest en vervoerder Deze rolverdeling is een resultante van het zogenaamde zes-knoppen-model, waarlangs Haaglanden de ontwikkelfunctie wil vormgeven. Kortweg komt het model er op neer dat het Stadsgewest een vaste vergoeding geeft voor het openbaar vervoer. Op basis van deze vaste vergoeding wil het Stadsgewest in hoofdlijnen bepalen waar en wanneer het openbaar vervoer rijdt. Naast het primaat op infrastructureel en ruimtelijk gebied wil het Stadsgewest ook een zekere zeggenschap houden over de tarieven en de kwaliteit van de aan te bieden vervoersdiensten. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 11

No. Knop Rol Stadsgewest i.s.m. gemeenten Rol vervoerder 1 Voorzieningen-niveau Bepaalt in het PvE het lijnennet, de frequenties, eerste en laatste ritten en halte (-afstanden) en doet voor dit pakket een bestelling Doet suggesties, vult de bestelling in, maakt de dienstregeling op ritniveau, stelt de dienstregeling vast en voert de bestelling uit. bij de vervoerder; sti- muleert de creativiteit bij de vervoerder. 2 Snelheid Legt tram- busbanen aan, Maakt gebruik van deze verbetert kruispunten, wegindelingen infrastructuur, stelt rijtijden en regelt de vast gegeven deze infra- prioriteit voor het openbaar structuur en borgt deze vervoer in verkeersregelinstallaties. rijtijden door middel van rijtijd-metingen. 4 Tarieven voor de reiziger 3 Kwaliteit Stelt eisen aan de kwaliteit van het materieel, haltes (toegankelijkheid), milieubelasting, uitstraling, sociale veiligheid en (reis-) informatie Bepaalt de hoogte van het tariefniveau (vaste voet en km-tarief OV-chipkaart), beoordeelt voorstellen voor speciale tarieven en kan een bijdrage geven voor het (extra) exploitatietekort als gevolg van het lagere tariefniveau. Doet voorstellen voor een effectieve kwaliteitsverbetering en streeft naar een goede prijskwaliteitverhouding. Doet voorstellen voor een doordachte tariefstelling binnen het algemene tariefniveau en zorgt voor het innen van de kaartopbrengsten met zo min mogelijk zwart- en grijsrijden. 5 Flankerend beleid Bepaalt het beleid met betrekking tot ruimtelijke ordening, parkeerbeleid, Kan afhankelijk van het flankerend beleid concurreren met de auto. doorstroming overig verkeer, vervoersmanagement, milieu en Duurzaam Veilig. 6 Financiën Betaalt aan de vervoerbedrijven Strijdt in concurrentie met een vergoeding voor anderen om het verkrijgen het uitvoeren van openbaar van de opdracht, houdt vervoer. daarom zijn kostprijs zo laag mogelijk. Werkt bedrijfsmatig. Tabel 3.2: Uitwerking zes-knoppen-model Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 12

Eisen aan de geselecteerde vervoerder Het zes-knoppen-model maakt dat er gedurende de concessieperiode een sterke wisselwerking ontstaat tussen het Stadsgewest en de vervoerder wat betreft de doorontwikkeling van het vervoerproduct. Elders in het land ligt òf de ontwikkelfunctie vooral bij de vervoerder òf ligt de ontwikkelfunctie vooral bij de overheid, waardoor de wisselwerking minder sterk aanwezig is. Dit betekent dat er specifieke eisen gesteld moeten worden aan de vervoerder. De voor het Stadsgewest unieke rolverdeling tussen het Stadsgewest en de vervoerder zal daarin doorklinken. Daarbij is een zekere vorm van partnership op zijn plaats. Met partnership duiden we op het vermogen van beide partijen om op basis van gezamenlijke afspraken het vervoerproduct door te ontwikkelen waarbij het belang van reiziger centraal staat maar met wederzijdse acceptatie van elkaars rollen. Kortom, het Stadsgewest streeft naar een zakelijke maar positieve relatie met de vervoerder. De vervoerder heeft de kennis van de markt en de innovatiekracht om tegemoet te komen aan wensen uit de markt. Het Stadsgewest houdt de regie over het voorzieningenniveau, met name tegen de achtergrond van het samenspel tussen rail en bus en de aanleg en onderhoud van infrastructuur. Het Stadsgewest biedt de randvoorwaarde voor een dergelijk partnership op basis van een concessieduur welke recht doet aan het partnership, uitgaande van een langdurige samenwerking gedurende de concessietermijn van 5 8 jaar. Slechts ten behoeve van bijzondere situaties wordt een tussentijds evaluatiemoment (besluit na 4 jaar, inkorting tot 6 jaar) ingebouwd. Aan de vervoerder wordt de vraag gesteld in hoeverre hij de navolgende aspecten die het Stadsgewest verbindt aan partnership kan ondersteunen: de opbouw van een accountteam dat tenminste bestaande uit een gemandateerde concessiemanager en ondersteuning door met de regio bekende deskundigen op het gebied van reizigersmarketing, vervoersontwikkeling, wagenparkbeheer en exploitatie. Het Stadsgewest verwacht van dit team een pro-actieve houding met betrekking tot de ontwikkeling van het busvervoer in relatie met het Stadsgewest én de deelnemende gemeenten; het gedurende de gehele looptijd van de concessie indienen van plannen op het gebied van o.a. marketing en reisinformatie, sociale veiligheid, tarieven, exploitatie en innovaties op materieelgebied. De vervoerder dient daarbij in te stemmen met het toetsen door het Stadsgewest van nieuwe voorstellen van de vervoerder door middel van onderzoek ( second opinion ) naar marktconformiteit om te voorkomen dat er teveel wordt betaald, of in te stemmen met de uitvoering van aanvullende projecten op basis van open boek calculatie ;. Het geven van medewerking aan de uitvoering van plannen die Stadsgewest door derden laat uitwerken en uitvoeren. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 13

3 Vorm en onderwerp van aanbesteding 3.1 Vorm De aanbesteding vindt plaats volgens de openbare procedure op basis van het gewijzigde artikel 37 Wp 2000 (Stb 2006 nr. 612) Hierin wordt verwezen naar het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao). Ook zijn de inkoopregels van het Stadsgewest Haaglanden van toepassing (ARVODI 2008). 3.2 Wijze van selectie, beoordeling en gunning Bij selectie wordt gekozen voor de offerte met de vanuit het oogpunt van het Stadsgewest economisch meest voordelige bieding. De prijs/kwaliteitsverhouding is derhalve doorslaggevend. Belangrijk is dat een transparante procedure gevoerd wordt. Het Stadsgewest zal hiertoe in het Bestek beschrijven welke criteria worden gehanteerd bij de selectie en uitsluiting (selectiecriteria) van de inschrijvende partijen. Tevens worden de gunningcriteria en de wegingsfactoren aangeven die bij de beoordeling van de ingediende offertes van de toegelaten inschrijvers worden gehanteerd. In hoofdstuk 9 worden de te hanteren selectie- en gunningcriteria globaal beschreven. 3.3 Onderwerp Deze aanbesteding betreft lijngebonden openbaar vervoer per bus en/of auto volgens een vaste dienstregeling in de stadskavel., uitgezonderd de zgn. Veilinglijnen. De RegioTaxi Haaglanden is geen onderdeel van de aanbesteding. Het buurtbusproject Pijnacker/Oude Leede is wèl onderdeel van deze aanbesteding. 3.4 Concessieduur De concessie gaat in op zondag 26 augustus 2012 en krijgt een looptijd van vijf jaar tot en met zaterdag 26 augustus 2017. Na vier jaar vindt een evaluatie plaats. Indien bij herhaling de vervoerder in strijd heeft gehandeld met de concessievoorwaarden en/of exploitatiecontract en het Stadsgewest de vervoerder daarvan schriftelijk in gebreke heeft gesteld, kan het Stadsgewest besluiten tot het opleggen van een boete en in het uiterste geval tot intrekking van de concessie. besluiten tot inkorting van de concessieduur tot zes jaar. De vervoerder kan echter het exploitatiecontract niet éénzijdig opzeggen. Deze keuze leidt tot een goed evenwicht tussen enerzijds de wens om de vervoerder te prikkelen tot goede prestaties en naleving van de concessievoorwaarden/-exploitatiecontract en anderzijds het belang van continuïteit en financierbaarheid van het vervoer. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 14

3.5 Concessiegebieden De aanbesteding betreft de huidige busconcessie s Streekvervoer Haaglanden, lokaal vervoer Delft en Zoetermeer en Agglomeratie Den Haag bus, met uitzondering van enkele gedeelten van buslijnen die bij de concessie Haaglanden regiokavel en van de naburige concessieverleners Stadsregio Rotterdam en provincie Zuid-Holland horen. Het concessiegebied omvat gedeeltelijk het grondgebied van de gemeenten Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Rijswijk. Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Belangrijk is dat het Stadsgewest bij de aanbesteding twee kavels of percelen onderscheidt: de stadskavel dat hoofdzakelijk het stedelijk gebied van Den Haag en een deel van de randgemeenten Leidschendam-Voorburg en Rijswijk omvat. De ingangsdatum van de concessie voor de stadskavel is zondag 14 december 2008; de regiokavel dat het overige grondgebied van het Stadsgewest Haaglanden omvat, inclusief de stadsdiensten van Zoetermeer en Delft. De ingangsdatum van de concessie voor de regiokavel is eveneens zondag 14 december 2008. De grens tussen de stads- en regio kavel is geen bestuurlijke grens maar een geografische en wordt gevormd door de ring van autowegen en autosnelwegen rond het stedelijk gebied om Den Haag. In de kaartbeelden van bijlage 1 en 2 is deze indeling weergegeven. In bijlage 3 is het overzicht weergegeven van lijnen die tot de stadskavel bus worden gerekend. de precieze toedeling van lijnen naar de kavels weergegeven. Vervoerders kunnen op een afzonderlijke perceel of kavel inschrijven maar ook op beide percelen gezamenlijk (combinatiebod). Gunning kan dus plaatsvinden aan één of aan twee vervoerders. Hiertoe dienen vervoerders die op beide percelen inschrijven per perceel een aanbod te doen voor gunning van de afzonderlijke percelen en voor gunning van het totaal (beide percelen gezamenlijk). Indien een inschrijver inschrijft op beide percelen in de vorm van een combinatiebod en over deze beide percelen tezamen beter wordt beoordeeld dan de afzonderlijke combinaties van separaat aangeboden percelen, dan wordt er gegund aan eerstgenoemde inschrijver (dus de inschrijver met het combinatiebod). Indien een inschrijver inschrijft op beide percelen tezamen en gemiddeld genomen slechter wordt beoordeeld dan de afzonderlijke combinaties van separaat aangeboden percelen, dan wordt er gegund aan de inschrijvers die ieder op het betreffende perceel het beste bod hebben gedaan. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 15

Bij een exact gelijke score wordt gegund aan de inschrijvers die ieder op het betreffende perceel het beste bod gedaan hebben en wordt niet gekozen voor het combinatiebod. 3.6 Relatie met andere concessies Voor een goede afstemming van het openbaar vervoer tussen de verschillende concessiegebieden, dient de winnende vervoerder lijnen van de navolgende concessies te gedogen: 1. Haaglanden Rail (vervoerder tot 1-1-2017: HTM) 2. Haaglanden CS Pijnacker grens SGH/SRR (vervoerder tot 1-1-2017: RET) 3. Provincie Zuid-Holland Midden Holland/Rijn- en Bollenstreek (vervoerder tot 1-1- 2013: Connexxion) 4. Haaglanden Regio (vervoerder tot 27-8-2017: Veolia) 5. Stadsregio Rotterdam Streekvervoer overig (vervoerder tot 1-1-2009: Connexxion) 6. Hoofdnet Rail van NS (mogelijk wordt de Hoekse lijn tijdens de concessieperiode overgedragen naar de Stadsregio Rotterdam en omgebouwd tot metrolijn) 7. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (C.V.V., RegioTaxi, Treintaxi, etc.) 8. Lijnen waarvoor het Stadsgewest mogelijk tijdens de concessieperiode een ontheffing verleent aan een vervoerder op basis van artikel 29 van de Wp 2000 (zie toelichting onder 1.3) Indien deze aanbesteding leidt tot afzonderlijke busconcessies voor de stads- en regiokavel, dienen de vervoerders een beperkt aantal concessiegrensoverschrijdende lijnen van de stads- resp. regioconcessie in het eigen concessiegebied te gedogen. In het Bestek zijn deze lijnen nader omschreven. 3.7 Algemene bepalingen Het Stadsgewest behoudt zich als opdrachtgever en concessieverlener het recht voor om in de volgende situaties de concessie tussentijds te kunnen wijzigen: bij wijzigingen/uitbreidingen van raillijnen anders dan het bestaande railnet van NS/HTM en RET. en de reeds besloten en tijdens de aanbestedingsprocedure of kort na ingang van de concessie in gebruik te nemen raillijnen, te weten RandstadRail, tramlijn 16 naar het Wateringse Veld, tramlijn 19 Leidschendam - Ypenburg Delft NS Delft TU. Onderstaand een niet limitatieve lijst plus vermoedelijke realisatietermijn van mogelijke rail- of HOV-buslijnen op grond waarvan de concessie tussentijds kan worden gewijzigd: 1. HOV-busverbinding Rotterdam Zoetermeer ZoRo-lijn (2009, concessieverlener SRR) 2. HOV-busverbinding Rotterdam Alexander Delft (na 2014, concessieverlener SRR) Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 16

3. Metrolijn Schiedam Maassluis Hoek van Holland (Ombouw bestaande NSlijn, na 2011, concessieverlener SRR) 4. Tramverbinding naar/via de Binckhorst (na 2014, check concessieverlener Haaglanden) 5. HOV-busverbinding nieuwbouwlocatie Valkenburg Wassenaar Den Haag (na 2012, concessieverlener PZH) als de rijksbijdragensystematiek (BDU) of omvang van de rijksbijdrage dusdanig wijzigt dat de concessieverlener niet meer aan zijn verplichting kan voldoen. Voorafgaand aan een besluit tot wijziging op bovengenoemde gronden, voert de concessieverlener overleg met de vervoerder over de gevolgen van de wijziging en vraagt de concessieverlener advies aan het ROCOV Haaglanden. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 17

4 Beleidskader 4.1 Beleidskader Stadsgewest Haaglanden Zoals reeds aangegeven is het beleidskader waarbinnen deze aanbesteding plaatsvindt, weergegeven in de beleidsnota s Meer en Beter Openbaar Vervoer en in de Regionale Nota Mobiliteit (RNM). Het openbaar vervoerbeleid van het Stadsgewest is vastgelegd in de Beleidsnota Openbaar Vervoer Meer en beter openbaar vervoer. Het Algemeen Bestuur van het Stadsgewest heeft in haar vergadering van 24 september 2003 de beleidsnota behandeld en de essentie vastgesteld in een 12-tal beleidspunten. Het actuele verkeers- en vervoersbeleid van het Stadsgewest is verwoord in de Regionale Nota Mobiliteit (RNM), vastgesteld op 29 juni 2005. In deze nota wordt een samenhangend pakket aan beleid en projecten gepresenteerd die beogen de regio voor de periode tot 2020 beter bereikbaar, verkeersveiliger en leefbaarder te maken. Het supplement op de RNM is op 16 april 2008 door het dagelijks bestuur van het Stadsgewest vastgesteld. In de RNM wordt een belangrijke rol aan het openbaar vervoer toebedeeld. Het Stadsgewest streeft naar een groei van 40% van het aantal instappers in 2020 bij een kostendekkingsgraad van 40 tot 45 %. Verder streeft het Stadsgewest naar verbetering van het voorzieningenniveau, de capaciteit, de reisinformatie op de haltes, de sociale veiligheid, de reissnelheid, en de toegankelijkheid van bussen, trams en haltes. Kortheidshalve wordt verwezen naar beide nota s. Het supplement op de RNM wordt bij het informatiepakket bij het Bestek gevoegd. De door het Kabinet aangekondige kortingen op de BDU hebben echter grote invloed op de planning en uitvoering van projecten die in de RNM zijn vastgelegd. Een actualisatie van de RMN wordt in het najaar van 2011 verwacht. 4.2 Beleidskader inliggende gemeenten Bij het tot stand komen van dit PvE hebben de betrokken gemeenten het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid, in hoofdlijnen vastgelegd in de Gemeentelijke Verkeersen Vervoersplannen, ingebracht in dit PvE. De Regionale Nota Mobiliteit van het Stadsgewest blijft maatgevend voor het PvE, echter onder de bovenstaande verwijzing dat de RNM binnen afzienbare termijn wordt geactualiseerd. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 18

5 Producteisen en wensen 5.1 Visie op ontwikkeling en exploitatie van het openbaar vervoer Het Stadsgewest zal de ontwikkelfunctie van het openbaar vervoer in hoofdlijnen zelf invullen. Aan de andere kant wil het Stadsgewest ook optimaal gebruik kunnen maken van de creativiteit van de vervoerder, zowel tijdens het aanbestedingsproces maar vooral ook daarna. Gedurende de concessieperiode kan het zal het immers noodzakelijk zijn om het aanbod van vervoer regelmatig aan te passen aan de grootschalige infrastructurele (vooral m.b.t. de railinfrastructuur) en ruimtelijke ontwikkelingen die in het gebied zijn voorzien. Het Stadsgewest wil om die reden een vervoerder selecteren met een goede visie op het openbaar vervoer, vooral in relatie tussen de vervoerder en de klant maar ook in relatie tot de voorziene (rail-)infrastructurele en ruimtelijke ontwikkelingen. De visie van de vervoerder dient uiteraard aan te sluiten bij het beleid van de opdrachtgever, zoals verwoord in hoofdstuk 4 van dit PvE. Nooit uit te sluiten is dat Het Stadsgewest verwacht dat tijdens de concessieperiode als gevolg van wijzigingen in de BDU (zie toelichting onder 2 en 4.1) de financierbaarheid van het busnet verder onder druk komt te staan. in gevaar komt. Ook in dat geval verwacht het Stadsgewest van vervoerder dat hij creatief meedenkt met het Stadsgewest om de nadelige gevolgen voor de klant zo veel mogelijk te beperken. Het geven van de visie is voor de vervoerder niet vrijblijvend. Het is een voorwaarde dat de visie de paraplu vormt voor de door hem gedane voorstellen en genoemde initiatieven en past in de vorm van partnership met het Stadsgewest zoals omschreven in hoofdstuk 2. Niet alleen op het gebied van de dienstregeling, maar ook op het gebied van marketing en reisinformatie, tariefbeleid, materieel (o.m. toegankelijkheid en milieu), beheersing exploitatie en sociale veiligheid. 5.2 Referentienetwerk Het Stadsgewest heeft een streefbeeld van een goed functionerend busnet in het Stadsgewest, gegeven de huidige financierbaarheid gelet op de ingezette en nog te verwachten bezuinigingen in de BDU. Dit streefbeeld sluit zo goed mogelijk aan bij de plannen van het Stadsgewest en de afzonderlijke gemeenten. Daarbij zijn keuzes gemaakt ten aanzien van lijnvoering, frequenties en de kwaliteit van de overstap op overig openbaar vervoer, met name railvervoer. Om die reden is er voor deze aanbesteding een referentienetwerk ontwikkeld. Het referentienetwerk vormt de basis voor de uitvraag naar de vervoerders. Het referentienet gaat uit van openbaar vervoer volgens een vaste dienstregeling; vraagafhankelijk openbaar vervoer wordt op één uitzondering na niet gevraagd en mag niet worden aangeboden. De uitzondering betreft het zogenaamde Veilingvervoer met de lijnen 424 t/m 431 (bijlage 4). De heenrit naar de Bloemenveilig in Honselaarsdijk vindt plaats voor de och- Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 19

tendspits als vaste rit; de dienstregeling van de terugrit (tijdens de daluren) is afhankelijk van het verloop van het veilingproces. Bij dit referentienetwerk ligt het primaat bij het railvervoer. Na het gereedkomen van RandstadRail, de verlengde tramlijn 16 naar Wateringse Veld (verwachte ingebruikname: september 2007) en tramlijn 19 (verwachte ingebruikname traject Leidschendam - Rijswijk: medio 2008, Rijswijk - station Delft - TU-wijk: jaarwisseling 2009/2010) is het railnet voor een aantal jaren stabiel. Aanvullend op het railnet wordt door het Stadsgewest openbaar vervoer per bus besteld. Het referentielijnennet is in bijlage 5 weergeven en in de kaartbeelden in bijlage 2 en 3. In het Bestek wordt het referentielijnennet opgenomen in de vorm van een conceptdienstregeling op ritniveau. In de overzichten is tevens weergegeven op welke lijnen een vakantiedienstregeling van toepassing is. Het referentielijnennet is het lijnennet dat ten behoeve van de jaardienstregeling 2012 ontwikkeld is en na een uitvoerige inspraakronde met het ROCOV Haaglanden tot stand is gekomen. Dit net wordt door de huidige vervoerder HTM vanaf 11 december 2011 geëxploiteerd. Aan de vervoerder wordt de garantie gevraagd dat hij het referentielijnennet tegen de geoffreerde prijs kan rijden. Het Stadsgewest gaat er vanuit dat het referentienetwerk vanaf de start van de concessie geëxploiteerd wordt. Het Stadsgewest acht het onwenselijk dat een eventuele wisseling van vervoerder gelijktijdig plaats vindt met ingrijpende wijzigingen in het lijnennet en dienstregeling. Daarom worden de ingrijpende wijzigingen in het lijnennet en dienstregeling als gevolg van de bezuinigingen in de BDU al met ingang van de jaardienstregeling 2012 geëffectueerd. De (eventueel) nieuwe vervoerder kan zich bij de start van de concessie eerst concentreren op een zo klantvriendelijk mogelijke uitvoering van het dan bestaande lijnennet en dienstregeling en de daarmee samenhangende bedrijfsvoering en kan vanaf de start de noodzakelijke vervoerkundige data verzamelen ten behoeve van een verdere ontwikkeling van lijnennet en dienstregeling. Nadrukkelijk wordt echter vermeld dat ook voor de jaardienstregeling 2013 en later ingrijpende kortingen in het referentienetwerk niet uitgesloten zijn. 5.3 Innovatief netwerk Het Stadsgewest biedt vervoerders de mogelijkheid om naast het voorgeschreven lijnennet en dienstregeling voorstellen voor verbeteringen in het lijnennet en dienstregeling te presenteren. Op basis van het referentienetwerk en de daarop geboden prijs, kan de vervoerder voorstellen presenteren die naar het oordeel van de vervoerder meer ruimte bieden voor groei van het aantal reizigers. Ook is het denkbaar dat het historisch gegroeide lijnennet logistiek suboptimaal is en voor verbetering vatbaar is. Het Stadsgewest ziet graag voorstellen van vervoerders op dit vlak tegemoet. Concept-PvE stadskavel bus, vast te stellen door DB op 24 augustus 2011 20