Kennisgeving + ontwerp MER



Vergelijkbare documenten
Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Gebundelde kennisgeving en ontwerpversie Project-MER

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Ontheffing tot het opstellen van een MER

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Provincieraadsbesluit

Eurostadium Brussels

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Beslissing over het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Uitbreiding activiteiten Compagnie Belge de Manutention in Gent

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Scopingsadvies Project-MER Galloo Uitbreiding opslag schroot

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Renogen biomassa-wkk te Ham

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

MLAV1/ /MV/bd

Provincieraadsbesluit

Project MER. Hervergunning en uitbreiding productie caprolactam en polyamide. LANXESS nv - vestiging Lillo PR2126

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Project-m.e.r.-screening

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Besluit van de Deputatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg transportleiding industriële gassen INEOS C2T NV C2T Project

De mededeling met de vraag tot omzetting kan alleen ingediend worden tussen de 48e en de 36e maand voor het verstrijken van de milieuvergunning.

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

MLAV1/ /RP/si

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Bepaling toezichtvorm gemeente Stein

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Figurenbundel. MER voor een nieuwe Fysicochemische installatie en uitbreiding van de Deponie. Oktober

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

2de spoortoegang Antwerpse. spoorvertakking Ekeren Oude Landen. Luc Vansteenkiste Directeur-Generaal Infrastructuur. Bram Cornelis Program Manager

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Notaris Hans Van Overloop

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Besluit van de Deputatie

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

MER Groeve. Bijlagen ARGEX NV PRO726. Kruibeeksesteenweg BURCHT (ZWIJNDRECHT)

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Project-m.e.r.-screening

Hoofdstuk 1: Definities

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Infomoment Verapazbrug

Provincieraadsbesluit

Algemene beschrijving

Bepaling toezichtvorm gemeente Venray

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

afbakening zeehavengebied Antwerpen

MODULE 3. PRESENTATIE VAN DE OMGEVING

Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente Balen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 april 2015

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 september 2015

Bijlage 8 bij het ministerieel besluit houdende wijziging van een aantal formulieren naar aanleiding van inwerkingtreding van

LEIDRAAD KENNISGEVING

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

T I P S I N V U L L I N G E N H O O G T E T E G E N P R E S T A T I E S B O M +

Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005.

Besluit van de Deputatie

Project-MER-Verslag. Nippon Shokubai ECA 3 -project. Initiatiefnemer: Nippon Shokubai Europe Nieuwe Weg 1 Haven Zwijndrecht

Tabel IV.49: DAGWAARDEN NH 3 PERCENTIEL P98. JAARPERIODE : JANUARI - DECEMBER [ Concentratie in µg/m 3 ]

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

MER in de omgevingsvergunning

Aanvraag van een planologisch attest

Provincieraadsbesluit

H a n d l e i d i n g d o e l m a t i g h e i d s t o e t s M W W +

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

MLAV1/ /MV/lydr.

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Bepaling toezichtvorm gemeente Meerlo-Wanssum

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Transcriptie:

Kennisgeving + ontwerp MER Uitbreiding van de site te Kallo AGT NV LAND VAN WAASLAAN 3 9130 KALLO UITGAVE : 11/2014 REF. : ESM14030038/AGT/KGD+OMER REV. : KGD+OMER_EV Sertius CVBA Environmental & Safety Services Deinsesteenweg 114 B-9031 Drongen

PROJECT-MER INLEIDING AGT te Kallo is een opslagterminal voor vloeibare gassen. De huidige exploitatievergunning van AGT dateert van 21 oktober 2010 en dit voor een termijn eindigend op 21 oktober 2030. AGT wenst echter haar installaties uit te breiden. Onderhavig milieueffectenrapport heeft dan ook tot doel om de mogelijke milieuimpact van de huidige en geplande activiteiten in kaart te brengen. Milieueffectrapportage (m.e.r.) is een instrument om de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid te helpen realiseren, nl. het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen. Het m.e.r.-proces is een juridisch-administratieve procedure waarbij vooraleer een activiteit of ingreep (projecten, beleidsvoornemens zoals plannen en programma's) plaatsvindt, de milieugevolgen ervan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze worden bestudeerd, besproken en geëvalueerd. Het is een belangrijk hulpmiddel voor de overheid om te beslissen of een bepaald project zal toegelaten of vergund worden en onder welke voorwaarden. Het milieueffectrapport maakt deel uit van de aanvraag tot uitbreiding van de milieuvergunning die zal ingediend worden bij de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Het decreet betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002 (B.S. 13 februari 2003) voorziet in een MER-procedure opgebouwd uit verschillende stappen: - Opstellen van een kennisgeving door een team van deskundigen. De kennisgeving omvat naast een beschrijving van het project en de relevante randvoorwaarden, een voorstel inzake te onderzoeken disciplines en samenstelling van een team van deskundigen en per discipline een beschrijving van de methodologie die in het MER zal gehanteerd worden bij de inhoudelijke uitwerking van de disciplines. De kennisgeving is een openbaar document dat ter inzage wordt gelegd aan het publiek. - De opmaak van richtlijnen door de Dienst MER op basis van opmerkingen geformuleerd naar aanleiding van de terinzagelegging en de adviezen van de bevoegde instanties. - Opmaak van een ontwerp-mer dat voorgelegd wordt voor advies aan de bevoegde instanties. - Opmaak van een finaal MER, rekening houdend met de opmerkingen van de bevoegde instanties, dat dient goedgekeurd te worden door de bevoegde overheid, de Dienst MER. Het finaal MER wordt een publiek document na goed- of afkeuring. AGT kiest er echter voor de kennisgeving en het ontwerp-milieueffectrapport gebundeld in te dienen. De Dienst Mer zal het voorliggende document bijgevolg in eerste instantie beschouwen als een kennisgeving. Het volledig gebundelde document wordt hierbij aan het publiek ter inzage gelegd. De Dienst Mer organiseert binnen de voorziene termijn een bespreking van de richtlijnen. Op deze richtlijnenvergadering zal het volledige document besproken worden, dus zowel voorstel van inhoud en methodologie (kennisgevingsdeel) als het ontwerp van de uitwerking hiervan (ontwerp-milieueffectrapportage deel). Daarna wordt een finaal MER opgemaakt. Het goedgekeurd project-mer maakt tevens deel uit van de vergunningsaanvraag.

Initiatiefnemer: An t werp G as T e r m ina l n v KBO-nummer 0422.781.329 VE-nummer 2.037.013.064 Exploitatiezetel: Maatschappelijke zetel: Verantwoordelijke exploitatie: AGT nv Land van Waaslaan 3, 9130 Kallo Land van Waaslaan 3, 9130 Kallo Michel Ruttens General Manager Tel.: 03/570.92.50 Fax.: 03/709.92.79 Contactpersoon: Michel Ruttens, Luc Smolders, Johan Van Heerde Voor de initiatiefnemer, Michel Ruttens General Manager

E X T E R N E D E S K U N D I G E N M ER-coö rdina tie d isc ip lin e lucht K atr ien Va n Haec ke Sertius cvba Deinsesteenweg 114 9031 Drongen e-mail: katrien.vanhaecke@sertius.be ref. erkenningsbesluit: MER/EDA/643/V1 einddatum erkenning: 11/05/2015 Bijgestaan door: Anne-Marieke Cools, Sertius cvba Anne-M ari eke Cool s Sertius cvba Deinsesteenweg 114 9031 Drongen e-mail: anne-marieke@sertius.be ref. erkenningsbesluit: MB/MER/EDA/705-V1 einddatum erkenning: onbepaalde douur Disc iplin e fauna en Flora d isc ip lin e g e luid Mia Janssen Milieustudies M. Janssen Kastanjelaan 13 3052 Oud-Heverlee e-mail: miajanssen@skynet.be ref. erkenningsbesluit: MB/MER/EDA-372/V-5 einddatum erkenning: onbepaalde duur Sven Loridan dba-plan Poststraat 1 b03 3590 Diepenbeek e-mail: guy.putzeys@pandora.be ref. erkenningsbesluit: AMV/ERK/MER/EDA - 798 einddatum erkenning: onbepaalde duur I N T E R N E D E S K U N D I G E N De volgende personen verleenden hun medewerking bij de opmaak van voorliggend project-mer: Michel Ruttens, General manager Luc Smolders, Engineer Maintenance & Engineering Johan Van Heerde, Preventieadviseur - integratie Ingenieur

INHOUDSTAFEL Inhoud I ALGEMEEN 1. AG T N V............................................................................................. I. 1 2. H E T V O O R G E N O M E N P R O J E C T.................................................................... I. 3 3. T O E T S I N G M. E. R. - P L I C H T V A N H E T P R O J E C T................................................... I. 3 4. V E R D E R E B E S L U I T V O R M I N G S P R O C E S............................................................ I. 3 5. U I T G E V O E R D E M I L I E U - S T U D I E S.................................................................. I. 3 II RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING 1. A L G E M E N E S I T U E R I N G... I I. 1 1.1 Si t u e ri n g v o lg e n s bestem mi n g spl a n n e n.............................................. I I. 1 1.2 Si t u e ri n g t. o. v. o ve r strom in g sg e bi e de n.............................................. I I. 2 1.3 Si t u e ri n g t. o. v. w a te r wi n ge b i e de n..................................................... I I. 2 1.4 Af stand t o t de g re n ze n v an he t V l a am se G ew e st.................................. I I. 2 2. T O E G A N G S W E G E N................................................................................ I I. 2 3. N A B I J E O M G E V I N G............................................................................... I I. 3 3.1 G e bi e d e n m e t w o o n f u nc t ie.............................................................. I I. 3 3.2 B e d ri j v e n...................................................................................... I I. 3 3.3 K w e t sbare l o c a t ie s......................................................................... I I. 4 3.4 D o o r het p u b li e k b ez o c h t e ge b o u w en en ge b ied e n............................... I I. 4 3.5 N a t u r a 2000 e n n a t u u rg e bi e d e n........................................................ I I. 4 3.6 M o n u me n t e n e n l a n d sc h a p p e n......................................................... I I. 6 III IV JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN BESCHRIJVING VAN AGT (VERGUNDE SITUATIE) 1. A L G E M E E N........................................................................................ IV. 1 2. B E S C H R I J V I N G V A N D E I N S T A L L A T I E S......................................................... IV. 1 2.1 Sferen v o or o p sla g onder dr u k......................................................... I V. 1 2.1.1 Specificaties van de sferen... IV.1 2.1.2 Normale operatie... IV.2 2.1.3 Beveiligingen en afwijkingen van normale operatie... IV.2 2.2 I n g e te r p te h o u de r s v o o r o p sl ag o n de r d r u k....................................... I V. 3 2.2.1 Normale situatie... IV.4 2.2.2 Butadieen opslag... IV.4 2.2.3 Beveiligingen en afwijkingen van de normale situatie... IV.5 2.3 Atm o sf e ri sc h e o p sl ag..................................................................... I V. 5 2.3.1 Specificaties van de gekoelde opslag... IV.5 2.3.2 Betonnen buitenbeschermingskuipen voor gekoelde gasopslag... IV.5 2.3.3 Normale operatie... IV.6 2.3.4 Beveiligingen en afwijkingen van de normale operatie... IV.6 2.4 Steiger s....................................................................................... I V. 8 2.4.1 Algemene beschrijving en beveiligingen... IV.8

INHOUDSTAFEL 2.4.2 De hoofdsteiger... IV.9 2.4.3 Kleine zeesteiger... IV.10 2.4.4 Lichtersteiger... IV.10 2.4.5 Overzicht... IV.10 2.5 V e rl a d i ng sz o n e : t a n k w ag e n s e n - w a g o n s.......................................... I V. 10 2.5.1 Beschrijving van de verlading... IV.10 2.5.2 Overzicht... IV.11 2.6 Andere o p sl a gt a n k s...................................................................... I V. 11 2.6.1 Stikstoftank... IV.12 2.6.2 Dieseltank T10... IV.12 2.6.3 Dieseltank voor voeding van de noodgeneratoren (T11)... IV.12 2.6.4 Dieseltank voor voeding van de bluswaterdiesels (T12)... IV.12 2.6.5 Propaantank in het fakkelsysteem (DR10)... IV.12 2.6.6 Propaantank in het fakkelsysteem (DR11)... IV.13 2.7 Admini stratie v e z o ne.................................................................... I V. 13 2.8 N u t svoorzi e ni n g e n........................................................................ I V. 13 2.8.1 De fakkelinstallatie... IV.13 2.8.2 Odorisatie installatie... IV.13 2.8.3 Stikstofinstallatie... IV.14 2.8.4 Waterbehandelingssysteem... IV.14 2.8.5 Instrumentlucht... IV.14 2.9 Tr a n sf e rm o g el i j kh e d e n.................................................................. I V. 14 2.9.1 Externe transfers... IV.15 2.9.2 Interne transfers... IV.15 2.10 Al g em e n e di e n sten....................................................................... I V. 15 3. M I L I E U A S P E C T E N E N P R O J E C T G E Ï N T E G R E E R D E M I L I E U M A A T R E G E L E N................... I V. 16 3.1 Waterhuishoud i n g........................................................................ I V. 16 3.1.1 Inkomende waterstromen... IV.16 3.1.2 Uitgaande waterstromen... IV.16 3.2 R i si c o ac t i vi t ei t e n m. b. t. b o d em - e n gr o n d w a t er v e r on t r ei n ig i ng............ I V. 16 3.2.1 Aanwezige risicoactiviteiten en bodembeschermende maatregelen... IV.16 3.2.2 Uitgevoerde bodemonderzoeken... IV.17 3.3 L u c h t emi ssi e s.............................................................................. I V. 19 3.3.1 Geleide verbrandingsemissies... IV.19 3.3.2 Fakkelemissies... IV.21 3.3.3 Fugitieve emissies installaties... IV.22 3.3.4 Overzicht begrootte emissie... IV.23

INHOUDSTAFEL 3.4 G e lu i d sem i ssi e s........................................................................... I V. 23 3.5 E n er g ie....................................................................................... I V. 23 3.6 Tr a n sport.................................................................................... I V. 24 V GEPLANDE SITUATIE 1. A L G E M E E N......................................................................................... V. 1 2. A A N L E G F A S E...................................................................................... V. 1 3. B I J K O M E N D E H O O F D S T E I G E R.................................................................... V. 2 4. B I J K O M E N D E T A N K V O O R G E K O E L D E O P S L A G................................................. V. 3 5. B I J K O M E N D E I N G E T E R P T E O P S L A G M E T 8 T A N K S V A N E L K 3. 5 00 M ³...................... V. 3 6. N I E U W E G R O N D F A K K E L.......................................................................... V. 4 7. D E R D E S P O O R M E T 2 L A A D A R M E N V O O R T A N K W A G O N S..................................... V. 4 8. 2 B I J K O M E N D E N O O D G E N E R A T O R E N M E T B I J K O M E N D E D I E S E L T A N K ( T 1 3)............... V. 5 9. 2 B I J K O M E N D E B L U S W A T E R D I E S E L S............................................................ V. 5 10. H E T N I E U W O N T S P A N S T A T I O N ( A A R D G A S E N S T I K S T O F )..................................... V. 5 11. M I L I E U A S P E C T E N I N D E G E P L A N D E S I T U A T I E.................................................. V. 5 VI BESCHRIJVING VAN OVERWOGEN ALTERNATIEVEN 1. N U L A L T E R N A T I E F................................................................................ VI. 1 2. L O C A T I E A L T E R N A T I E F........................................................................... VI. 1 3. U I T V O E R I N G S A L T E R N A T I E V E N / B B T......................................................... VI. 2 VII INGREEP-EFFECT ANALYSE / AFBAKENING REIKWIJDTE MILIEUDISCIPLINES 1. A F B A K E N I N G R E I K W I J D T E O N D E R Z O E K E N P E R D I S C I P L I N E................................. VII. 1 1.1 O p p e rv l a k t ew a t er......................................................................... V I I. 1 1.2 L u c h t......................................................................................... V I I. 1 1.3 G e lu i d........................................................................................ V I I. 1 1.4 M e n s.......................................................................................... V I I. 1 1.5 B o d e m e n gr o n d w a te r................................................................... V I I. 1 1.6 Fauna e n f l or a............................................................................. V I I. 2 1.7 L a n d sc h a p, b ou w k u n di g e rf g o e d e n ar c h e ol o gie................................ V I I. 2 2. S A M E N V A T T E N D E I N G R E E P - E F F E C T M A T R I X.................................................. VII. 2 VIII EFFECTVOORSPELLING EN BEOORDELING 1. L U C H T........................................................................................... V I I I. 1 1.1 M e t h o d o l og ie............................................................................. V I II. 1 1.2 Af b a k e n i ng studi e ge b ie d.............................................................. V I II. 1 1.3 V a stlegg e n v a n t e hanter e n l u ch t k w a li t ei t sdoel stelli n ge n.................. V I II. 1 1.4 Toetsi n g skader im p ac t b e o or d e li n g................................................. V I II. 2 1.5 B e spreki n g v a n d e a a n le g f a se........................................................ V I II. 3 1.6 B e spreki n g v a n d e Ac t u el e l uc h t k w al i t ei t bi n n en h e t studieg e bi e d...... V I II. 3 1.6.1 Resultaten meetnet VMM... VIII.3

INHOUDSTAFEL 1.6.2 Vluchtige organische stoffen... VIII.5 1.6.3 Verzurende depositie... VIII.6 1.6.4 Plaatselijke relevante emissiebronnen... VIII.6 1.6.5 Besluit m.b.t. de actuele luchtkwaliteit in het studiegebied... VIII.7 1.7 B e g ro t i ng v a n d e em i ssie s i n d e ge p l a n de si tu at i e............................ V I II. 7 1.8 E f fe c t v o or spell i ng en - be o o r de li n g ( e xc l. tr a n sp o r t em i si se s).............. V I II. 8 1.9 I m p ac t b i jd r a ge va n tr a n sporte n o p d e om li g gen d e we g e n................... V I II. 9 1.10 c o n c l u si e.................................................................................. V I II. 10 2. D I S C I P L I N E G E L U I D.......................................................................... V I I I. 11 2.1 I n l ei d e n d ge d e el t e..................................................................... V I II. 11 2.1.1 Te onderscheiden stappen bij de uitwerking van de discipline... VIII.11 2.1.2 Technische begrippen... VIII.11 2.1.3 Toetsingskader (wettelijk en wetenschappelijk) en beoordelingskader... VIII.12 2.2 Af b a k e n i ng e n be sc h ri j v in g v a n het studi eg e b ie d............................. V I II. 17 2.2.1 Afbakening studiegebied... VIII.17 2.2.2 Huidig akoestisch klimaat studiegebied... VIII.17 2.2.2.1 IMMISSIEMETINGEN EN MEETSITUATIE GELUID... VIII.17 2.2.2.2 RESULTATEN CONTINUE IMMISSIEMETING... VIII.20 2.2.2.3 BEOORDELINGSPUNTEN EN TOEPASBARE RICHTWAARDEN VOOR HET SPECIFIEKE GELUID... VIII.21 2.2.3 Emissiemetingen... VIII.23 2.3 E f fe c t v o or spell i ng...................................................................... V I II. 24 2.3.1 Realistische benadering... VIII.24 2.3.2 Aanlegfase... VIII.25 2.3.3 Specifieke bijdrage van de geluidsbronnen tot het omgevingsgeluid in de huidige situatie... VIII.28 2.3.3.1 SPECIFIEKE BIJDRAGE VASTE GELUIDSBRONNEN CONTINU GELUID... VIII.28 2.3.3.2 SPECIFIEKE BIJDRAGE INCIDENTELE GELUIDSBRONNEN... VIII.29 2.3.3.3 BIJDRAGE TRANSPORT... VIII.30 2.3.4 Specifieke bijdrage van de geluidsbronnen tot het omgevingsgeluid in de geplande situatie... VIII.31 2.3.4.1 SPECIFIEKE BIJDRAGE VASTE GELUIDSBRONNEN CONTINU GELUID... VIII.31 2.3.4.2 SPECIFIEKE BIJDRAGE INCIDENTELE GELUIDSBRONNEN... VIII.34 2.3.4.3 BIJDRAGE TRANSPORT... VIII.34 2.4 E f fe c t b e o or d el i ng....................................................................... V I II. 34 2.4.1 Huidige en geplande situatie: geluidsbronnen beschouwd als een bestaande inrichting.. VIII.34 2.4.2 Huidige situatie: geluidsbronnen beschouwd als een nieuwe inrichting... VIII.35 2.4.3 Geplande situatie: geluidsbronnen beschouwd als een nieuwe inrichting... VIII.35 2.4.4 Milderende maatregelen... VIII.35 3. F A U N A E N F L O R A............................................................................ V I I I. 36 4. O V E R I G E D I S C I P L I N E S....................................................................... V I I I. 45 4.1 M e n s........................................................................................ V I II. 45 4.1.1 Afbakening en beschrijving van het studiegebied... VIII.45 4.1.2 Methodiek... VIII.45 4.1.3 Gezondheidsanalyse... VIII.45 4.1.3.1 IDENTIFICATIE VAN DE RELEVANTE WIJZIGINGEN IN HET MILIEU... VIII.45 4.1.3.1.1 Scheikundige agentia atmosferische polluenten... VIII.46 4.1.3.1.2 Fysische agentia... VIII.46 4.1.3.1.3 Biologische agentia: Legionellabestrijding... VIII.46 4.1.3.2 IDENTIFICATIE EN KWANTIFICATIE VAN BLOOTSTELLING EN BELASTING... VIII.48 4.1.3.3 COMMUNICATIE... VIII.49 4.1.3.4 BESPREKING VAN DE TE VERWACHTEN GEVOLGEN VOOR DE GEZONDHEID VAN DE POPULATIE IN KWESTIE PLUS VOORSTELLING VAN MILDERENDE MAATREGELEN... VIII.49

INHOUDSTAFEL 4.1.4 Mobiliteitsanalyse... VIII.49 4.1.4.1 BEREIKBAARHEIDSPROFIEL (HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE)... VIII.49 4.1.4.1.1 Huidige bereikbaarbeid van de site... VIII.49 4.1.4.1.2 Capaciteit en intensiteit van de geselecteerde wegen... VIII.49 4.1.4.2 MOBILITEITSPROFIEL... VIII.50 4.1.4.2.1 Verkeersgeneratie werknemers... VIII.50 4.1.4.2.2 Verkeersgeneratie vrachtverkeer... VIII.50 4.1.4.2.3 Impact van de tranporten van AGT op het wegverkeer... VIII.51 4.2 R e k e ni n g h o u d e n d m e t d e b e sc h o uw d e w or st c a se si t u a ti e, h e t re e d s m a x im a a l b e n u t te n v a n he t spoorwe g ve r k ee r ee n sc h e e pv a a r t, i s de im p a ct v a n he t w e g v er k e er op de t o t al e w eg a a nv a a r d b a ar.o pp e r v la k t e w a te r................... V I II. 51 4.3 B o d e m e n gr o n d w a te r................................................................. V I II. 52 4.3.1 Aanlegfase... VIII.52 4.3.2 Exploitatiefase... VIII.52 IX GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN X LEEMTEN IN DE KENNIS 1. L U C H T.............................................................................................. X. 1 2. G E L U I D E N T R I L L I N G E N.......................................................................... X. 1 3. F A U N A E N F L O R A................................................................................. X. 1 4. O V E R I G E D I S C I P L I N E S............................................................................ X. 1 XI POSTMONITORING EN -EVALUATIE 1. L U C H T............................................................................................. X I. 1 2. O V E R I G E D I S C I P L I N E S........................................................................... X I. 1 XII INTEGRATIE EN EINDSYNTHESE 1. S Y N T H E S E V A N D E E F F E C T E N.................................................................. X I I. 1 1.1 L u c h t.......................................................................................... X I I. 1 1.2 G e lu i d e n t ri l li n ge n....................................................................... X I I. 1 1.3 Fauna e n f l or a.............................................................................. X I I. 2 1.4 O v e ri g e di sc i pl i ne s........................................................................ X I I. 3 1.4.1 Oppervlaktewater... XII.3 1.4.2 Mens... XII.3 1.4.3 Bodem en grondwater... XII.4 2. E L E M E N T E N T E N B E H O E V E V A N D E W A T E R T O E T S........................................... X I I. 4 XIII NIET TECHNISCHE SAMENVATTING

INHOUDSTAFEL LIJST VAN FIGUREN Hierna wordt een overzicht gegeven van de tabellen en figuren die in dit document vervat zijn. Tabellen en figuren aangeduid met vindt men terug op het einde van dit document. Deel I - Deel II Figuur II.1 Weergave van de ruimtelijke bestemming in de ruime omgeving rond AGT (gewestplan inclusief wijzigingen GRUP) Figuur II.2 Overstromingsgevoelige gebieden nabij AGT (bron: Geopunt Vlaanderen) Figuur II.3 Nabijgelegen bedrijven op kaart weergegeven (bron: BNIP januari 2014). Figuur II.4 Figuur II.5 Figuur II.6 Figuur II.7 Kwetsbare locaties aangeduid op kaart Natura 2000 gebieden nabij AGT Natuureenheden binnen VEN Beschermd onroerend erfgoed in de omgeving van AGT Deel III - Deel IV Figuur IV.1 Plattegrond AGT Figuur IV.2 De odorisatie eenheid Deel V-VI Figuur V.1 Figuur V.2 Figuur V.3 Figuur V.4 Ligging fundatie voor de pompenplaat Situering nieuwe hoofdsteiger (nieuw: kleur) Dwarsdoorsnede doorheen de ingeterpte tanks Derde spoor met 2 laadarmen voor tankwagons Deel VII Figuur VII.1 Ingreep-effectschema Deel VIII Lucht Figuur VIII.1 Overzicht van de jaargemiddelde zuurdepositie in Vlaanderen en trend van de afgelopen jaren (bron : luchtkwaliteit in het Vlaamse gewest 2012, VMM, 2013)

INHOUDSTAFEL Geluid en trillingen Figuur VIII.2 Figuur VIII.3 Figuur VIII.4 Figuur VIII.5 Figuur VIII.6 Figuur VIII.7 Beslissingstabel bestaande inrichtingen Beslissingstabel voor het bepalen van de toegelaten waarden Gewestplan met aanduiding AGT en meetpunt geluid Gewestplan projectgebied AGT + beoordelingspunten geluid Ligging van de geluidsbronnen conform metingen en modellering Geluidscontouren voor de huidige representatieve werking van de continue geluidsbronnen Figuur VIII.8 Geluidscontouren t.g.v. vrachtverkeer AGT huidige situatie met 24 vrachtwagenbewegingen per uur Figuur VIII.9 Geluidscontouren voor de werking van de continue geluidsbronnen in de gewenste situatie Fauna en flora Figuur VIII.10 Uittreksel uit de BWK-kaart v.5.2. (2008) Figuur VIII.11 Uittreksel uit de BWK-kaart (2014) Figuur VIII.12 Luchtfoto 2012 Figuur VIII.13 Figuur VIII.14 Kwetsbaarheidskaart verzuring Reikwijdte verzurende (boven) en eutrofiërende (onder) depositie Figuur VIII.15 Luchtfoto 1990 LIJST VAN TABELLEN Deel I Tabel I.1 Vigerende milieuvergunningen Tabel I.2 Overzicht van de vergunde opslagtanks en de opslagtanks van het uitbreidingsproject Deel II Tabel II.1 Tabel II.2 Overzicht Kwetsbare locaties rond AGT Publiek bezochte locaties Deel III - Deel IV

INHOUDSTAFEL Tabel IV.1 Tabel IV.2 Tabel IV.3 Tabel IV.4 Tabel IV.5 Andere opslagtanks bij AGT Vlarebo-inrichtingen op de site uitgevoerde bodemonderzoeken bij AGT Eigenschappen en emissieuitstoot van de Dock Water Heaters Eigenschappen en emissieuitstoot van de water/glycolheaters Tabel IV.6 Berekende fakkelemissies 2013 Tabel IV.7 Overzicht begrootte emissie 2013 Tabel IV.8 Tabel IV.9 Energieverbruik 2013 bij AGT Overzicht modal split bij AGT Deel V-VI-VII - Deel VIII Lucht Tabel VIII.1 Toetsingswaarden VOS Tabel VIII.2 NO 2 Meet- en grenswaarde voor 2012 Tabel VIII.3 SO 2 Meet- en grenswaarde voor 2012 Tabel VIII.4 PM10 Meet- en grenswaarde voor 2012 Tabel VIII.5 Tabel VIII.6 Tabel VIII.7 Overzicht van de jaargemiddelde VOS (µg/m³) gemeten in meetstation 50R833 (Doel), in 2012 (bron jaarverslag 2012 VMM, 2013) Begrootte emissies in de geplande situatie Overzicht berekende jaargemiddelde impactbijdrage door het transport nabij projectgebied Geluid en trillingen Tabel VIII.7 Tabel VIII.8 Milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht Richtwaarden voor fluctuerend, incidenteel, impulsachtig en intermitterend geluid in open lucht van als hinderlijk ingedeelde inrichtingen Tabel VIII.9 Significantiekader discipline geluid (definitieve versie dd. 2011) Tabel VIII.10 Tabel VIII.11 Tabel VIII.12 Overzicht immissiemeetpunt geluid Milieukwaliteitsnorm / richtwaarden en grenswaarden voor mpt gelegen rond AGT conform de ligging volgens het gewestplan Richt- en grenswaarden fluctuerend geluid voor de meetpunten gelegen rond AGT conform de ligging volgens het gewestplan

INHOUDSTAFEL Tabel VIII.13 Meteocondities meetcampagne geluid Tabel VIII.14 Meetresultaten immissiemeting mpt 1 Tabel VIII.15 Tabel VIII.16 Tabel VIII.17 Tabel VIII.18 Tabel VIII.19 Tabel VIII.20 Tabel VIII.21 Tabel VIII.22 Tabel VIII.23 Tabel VIII.24 Tabel VIII.25 Tabel VIII.26 Tabel VIII.27 Tabel VIII.28 Richt- en grenswaarden voor het continue specifieke geluid in open lucht voor de geselecteerde beoordelingspunten volgens bijlage 4.5.4. bij Vlarem II Richt- en grenswaarden voor het fluctuerende/incidentele specifieke geluid in open lucht voor de geselecteerde beoordelingspunten volgens bijlage 4.5.5. bij Vlarem II Resultaten emissiemetingen op het terrein Geluidsvermogenniveaus van in te zetten materieel Afstand van bron tot de respectievelijke geluidscontour tijdens werkzaamheden aanlegfase Te verwachten geluiddrukniveaus (equivalent en piek) voor de verschillende methodes Amplitudes als functie van de afstand tot impactpunt Specifieke bijdrage vaste geluidsbronnen t.h.v. immissiepunten/vlarembeoordelingspunten Toetsing van het berekende specifieke geluidsniveau van AGT aan de richt/grenswaarden Berekend specifiek incidenteel geluidsniveau AGT voor de huidige situatie L Aeq,1h geluidsniveaus vrachtwagentransport in functie van afstand tot de weg (realistische benadering) Specifieke bijdrage vaste geluidsbronnen t.h.v. immissiepunten/vlarembeoordelingspunten Toetsing van het berekende specifieke geluidsniveau van AGT aan de richt/grenswaarden Berekend specifiek incidenteel geluidsniveau AGT voor de geplande situatie Fauna en flora Tabel VIII.29 Kritische last verzuring (zuurequivalenten/ha/jaar) habitattypes en ecosystemen Mens Tabel VIII.30 Tabel VIII.31 Tabel VIII.32 Acties legionella-beheersing Verband tussen L night (buiten) en waargenomen gezondheidseffecten. Modal split in de geplande situatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN BIJLAGEN Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI samenvattend overzicht van de mogelijkheden voor de verladingen aan de verschillende steigers, aan laadplaatsen voor tankwagons en tankwagens BBT-toetsing Nabijgelegen bedrijven en buurbedrijven De gehanteerde luchtkwaliteitsdoelstellingen Uitgebreide meteo-condities tijdens opmeten geluid Spectrum in tertsbandanalyse van de geluidsmetingen bij AGT

TERMINOLOGIE VERKLARENDE WOORDENLIJST Terminologie verklarende woordenlijst C graden celcius µg microgram, één miljoenste van een gram Afgas ARAB BAT BBO BBT BKG-inrichting BREF BS CO CO2 DABM db(a) Depositie diffuse emissie DOLSO Emissie EPA fugitieve emissies geleide emissie IFDM gasvormige verontreiniging van een productieproces die geëmitteerd wordt Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming Best Available Technology (BBT) Beschrijvend Bodemonderzoek Beste Beschikbare Techniek BroeiKasGas-inrichting, zijnde een vergunningsplichtige inrichting die als zodanig is aangeduid door de Vlaamse Regering BBT (of BAT) referentiedocument Belgisch Staatsblad Koolstofmonoxide Koolstofdioxide Decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Eenheid waarin het geluidsdrukniveau van een geluid wordt uitgedrukt, met correctie voor de subjectieve gehoorgewaarwording bij de mens volgens de A-curve Hoeveelheid van een stof of een groep van stoffen die uit de atmosfeer neerkomen in een gebied, uitgedrukt als een hoeveelheid per oppervlakte-eenheid en per tijdseenheid (bv. 10 kg SO2/ha.j). niet geleide emissie, andere dan fugitieve (lek-) emissies Dienst Ontwikkeling Linker Schelde Oever De directe of indirecte lozing, uit puntbronnen of diffuse bronnen van de installatie, van stoffen in de lucht, het water of de bodem Environmental Protection Agency Alle emissies die niet via een daarvoor ontworpen route in de omgevingslucht terechtkomen. Het betreft hier emissies die plaatsvinden via lekken t.h.v. installaties; vooral via afdichtingen zoals flenzen, pompen, ; deze worden ook lekemissies genoemd en maken deel uit van de niet geleide emissies Is een emissie waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in een principe meetbare volumestroom Immissie Frequentie Distributie Model immissieconcentratie de concentratie van een bepaalde stof in de omgevingslucht op een bepaalde plaats als resultante van verschillende bronnen, incl. natuurlijke en meteorologische omstandigheden Inkuiping kg km l LAeq, T LAN T LDAR een kuipvormig uitgevoerde vloeistofdichte constructie die in staat is om lekvloeistoffen (uit een vat of tank) op te vangen Kilogram Kilometer Liter Het A-gewogen equivalent, constant geluidsdrukniveau, dat gedurende het tijdsinterval T dezelfde geluidsenergie zou veroorzaken als het werkelijk (veranderlijk) A-gewogen geluidsdrukniveau gedurende dezelfde periode. Het A-gewogen geluidsdrukniveau dat gedurende N% van een tijdsinterval T wordt overschreden Leak Detection And Repair

TERMINOLOGIE VERKLARENDE WOORDENLIJST Lsp m Specifiek geluidsdrukniveau Meter m² Vierkante meter m³ Kubieke meter m.e.r. MER Mg MINA MTR MW MWh MWth NEC ng NH3 Niet geleide emissie Milieueffectrapportage Milieueffectrapport Milligram, één duizendste van een gram Milieu- en natuurbeleidsplan Maximaal toegestaan risico Megawatt, één miljoen Watt, een eenheid van vermogen Megawatt uur, een eenheid van energie Megawatt thermisch, een eenheid van warmtevermogen National Emission Ceilings (Nationale Emissie Plafonds) Nanogram, d.i. 10-9 gram of één mijardste van een gram Ammoniak Elke emissie die minstens één van de kenmerken van een geleide emissie mist Nm³ of m³(n) Normaal kubieke meter: dit is een hoeveelheid gas, technisch vrij van waterdamp, die bij een temperatuur van 0 C (273,15 K) en een absolute druk van 1,01325 bar, een volume inneemt van 1 kubieke meter. NOx nv of NV OVAM OVR PBP percentiel PJ PM project-mer rookgassen RSV RUP SO2 TLV VEN VEN-gebied Vl. Reg. VLAREA VLAREBO VLAREM VMM VR Stikstofoxiden Naamloze vennootschap Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest Omgevingsveiligheidsrapport Potentieel belangrijke polluenten Aanduiding, bij evaluatie van meetwaarden, met welke frequentie een bepaalde waarde overschreden wordt; een specifieke 98P waarde wordt bvb. op jaarbasis gedurende 2% van de tijd overschreden Petajoule (= 1015 joule) Particulate Matter, d.i. kleine stofdeeltjes MER met betrekking tot projecten waarvoor een milieuvergunning of stedenbouwkundige vergunning vereist is Afgassen die ontstaan bij het verbranden van fossiele brandstoffen Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ruimtelijk UitvoeringsPlan, legt de stedenbouwkundige bestemming vast (cfr. de gewestplannen) Zwaveldioxide Treshold Limit Value (ARAB grenswaarden) Vlaams Ecologisch Netwerk Gebied dat opgenomen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk Vlaamse Regering Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning Vlaamse Milieumaatschappij Veiligheidsrapport

TERMINOLOGIE VERKLARENDE WOORDENLIJST VOS WGO Vluchtige organische stoffen World Health Organisation of Wereldgezondheidsorganisatie

I. ALGEMEEN I ALGEMEEN

I. ALGEMEEN p. I.1 1. AGT NV Op de site van AGT te Kallo is een terminal gevestigd voor de op- en overslag van LPG (Liquefied Petroleum Gas). Propaan, propyleen, butaan en 1,3-butadieen wordt er opgeslagen in enerzijds opslagtanks (drukopslag in sferen of ingeterpte houders en gekoelde atmosferische opslagtanks). De aanvoer van product vindt grotendeels per schip plaats. Afvoer kan gebeuren per schip, vrachtwagen, spoorwagon of pijpleiding. H IS T O R IE K V A N DE INR IC H T I NG Antwerp Gas Terminal werd opgericht in mei 1982 door drie firma s die geïnteresseerd waren in de ontwikkeling van een LPG aanlandingsfaciliteit op de Antwerpse Linkerschelde-oever (basisvergunning LPG terminal 21/08/1981). Met de steun van het Ministerie van Streekeconomie, de Antwerpse Havenautoriteiten en de Dienst Ontwikkeling Linker Schelde Oever werd tot gezamenlijke uitwerking van de plannen overgegaan. De LPG-zone werd vastgelegd door DOLSO (Dienst Ontwikkeling Linker Schelde Oever). Het bedrijf werd opgericht met aanvankelijk 4 sferen (4 x 3.300m 3 ) en 2 gekoelde tanks (2 x 50.000m 3 ). In 1990 werden 4 sferen van elk 3.300 m 3 bijgeplaatst, met bijkomende pompinstallaties en pijpleidingen. Nadien werden nog bijkomende pompinstallaties en aanhorigheden bijgeplaatst. In 2005 realiseerde AGT een uitbreiding van de bestaande opslaginstallaties met 4 ingeterpte houders van elk 3.000 m 3 voor de opslag van propyleen, propaan, butaan en/of 1,3-butadieen. Alle houders van AGT zijn geschikt en vergund voor verschillende producten (propyleen, propaan, butaan en/of 1,3-butadieen). Nochtans blijft het product per houder redelijk constant in de tijd. M IL I E U V E R G U N N ING E N De huidige exploitatievergunning van AGT dateert van 21 oktober 2010 en dit voor een termijn eindigend op 20 oktober 2030. in tabel I.1 wordt een overzicht gegeven van de vigerende milieuvergunningen. Tabel I.1 Vigerende milieuvergunningen AGT Referentie besluit Datum Einddatum Voorwerp MO3/46003/53/1/A/5 21/10/2010 21/10/2030 AMV/00133046/1003 4/04/2012 21/10/2030 Exploiteren en uitbreiden* van een inrichting voor de open overslag van LPG Afwijking van artikel 5.16.1.8 1 4 van VLAREM II voor 8 bovengrondse gassferen van elk 3.299 m³. * deze uitbreiding werd tot op heden niet gerealiseerd

I. ALGEMEEN p. I.2 Tabel I.2: Overzicht van de vergunde opslagtanks en de opslagtanks van het uitbreidingsproject (op basis van subselectietabel van OVR) Opslagtype NR opslagtank Volume (m³) aantal product Ton 1 Vergunde opslagtanks sferische houders S01-S08 3.300 8 propyleen, propaan, butaan, 1,3-butadieen 13.543 Ingeterpte horizontale cilindrische houders T21-T24 3.000 4 propyleen, propaan, butaan, 1,3-butadieen 6.156 Gekoelde houders (-48 C) T01-T02 50.000 2 propyleen, propaan, butaan, 1,3-butadieen 61.100 Tank steungas fakkelinstallatie DR10 23 1 Propaan 11,5 Tank steungas fakkelinstallatie DR11 5 1 Propaan 2,5 Houders diesel noodgeneratoren + water/glycolhaeter + waterpompen T10-T12 20+3+5,5 3 Diesel 24,2 Uitbreidingsproject Ingeterpte horizontale cilindrische houders T31-T38 3.500 8 Propaan, propyleen, butaan 14.364 Gekoelde houder (-104 C) T03 55.260 1 Ethyleen 31.498 Nieuwe tank voor nieuwe noodgenerator T13 3 1 Diesel 2,5 Vervanging van T10 T10 50 1 Diesel 42,5 Totaal 80.837 Totaal na uitbreidingsproject 125.885 1 Op basis van de massadichtiheid van propyleen indien meerdere stoffen kunnen worden opgeslagen in de tank

I. ALGEMEEN p. I.3 M IL I E U E F F E C T R A P P O R T E N Bij vorige vergunningsaanvragen was toevoeging van een goedgekeurd MER niet verplicht. O M G E V IN G S V E IL IG H E I DSR A P P O R T In het kader van de uitbreiding in 2005 werd een OVR opgesteld met goedkeuringscode OVR/03/02. De vergunningsprocedure voorafgaand aan de hervergunning en uitbreiding in 2010 werd begeleid met een OVR met code OVR/08/25. Naar aanleiding van de geplande uitbreiding van de activiteiten te Kallo wordt er ook een omgevingsveiligheidsrapport opgesteld. De procedure tot opmaak en goedkeuring van het omgevingsveiligheidsrapport verloopt simultaan met de opmaak van onderhavig milieueffectenrapport. 2. HET VOORGENOMEN PROJECT Zoals hoger gesteld verstrijkt de milieuvergunning van AGT pas op 21 oktober 2030. Dit MER wordt m.a.w. niet uitgevoerd in het kader van een hervergunningsaanvraag. AGT wenst enerzijds haar opslagcapaciteit te verhogen met 8 bijkomende ingeterpte horizontale cilindrische houders en 1 gekoelde houder, anderzijds wenst AGT enkele ondersteunende installaties uitbreiden. Een meer gedetailleerd overzicht van de wijzigingen die worden voorzien is opgenomen in hoofdstuk V. Deze wijzigingen en uitbreidingen van de huidige activiteiten van AGT vormt dan ook het project in de zin van art. 4.1.1, 1, 5 van titel IV van het DABM. 3. TOETSING M.E.R.-PLICHT VAN HET PROJECT AGT is m.e.r.-plichtig volgens Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. AGT valt na uitbreiding onder volgende indeling van bijlage II van het besluit: 6c) Opslagruimten voor aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton tot 200.000 ton; Zoals tabel I.2 al aangaf is de huidige opslagcapaciteit 80.837 ton. Na uitbreiding wordt dit 125.885 ton. De drempelwaarde van 100.000 ton wordt bijgevolg door de uitbreiding voor de eerste keer overschreden. Hierdoor moet AGT een MER opmaken. Er kan echter een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de MER-plicht ingediend worden, AGT kiest er echter voor een MER op te maken. 4. VERDERE BESLUITVORMINGSPROCES Het goedgekeurd MER zal deel uitmaken van de aanvraag uitbreiding van de milieuvergunning voor de activiteiten van AGT gelegen aan de Land van Waaslaan 3, 9130 Kallo. Voor dit project is eveneens een stedenbouwkundige vergunning vereist. 5. UITGEVOERDE MILIEU-STUDIES Volgende milieu-studies (naast de bodemonderzoeken) werden bij AGT uitgevoerd: 1. MER-screenings voor de bouwaanvragen voor de bullets en de nieuwe zeesteiger. 2. LDAR: fugitieve emissies, gemeten in 2013. 3. De Milieunota, bij de vergunningsaanvraag uitbreiding met 1 aanlegsteiger. 4. Volledig akoestisch onderzoek Antwerp Gas Terminal nv Kallo-Beveren, januari 2006. 5. Het oriënterend bodemonderzoek, uitgevoerd in 2007 en het daaropvolgend BSP.

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING II RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.1 1. ALGEMENE SITUERING AGT is gelegen te Kallo, gemeente Beveren, in de industriezone van het Linkerschelde-oevergebied, officieel de Waaslandvlakte genoemd. Het bedrijf beschikt over een terrein van ongeveer 26 hectare. In het westen grenst AGT aan de Land van Waaslaan, in het zuiden aan het Kruipin en Luiknatie (overzijde Kruipin), in het oosten aan het terrein van ADPO en Rhenus Ocean; in het noord-noordoosten aan het Zuidelijke Insteekdok en een klein gedeelte aan het Waaslandkanaal. 1.1 S I T U E R I N G V O L G E N S B E S T E M M I N G S P L A N N E N De zone rond AGT wordt enerzijds bepaald door het gewestplan en door het GRUP Waaslandhaven fase 1 en omgeving (datum goedkeuring: 16/12/2005). In figuur II.1 is een uittreksel uit het gewestplan opgenomen waarop AGT is aangeduid samen met de wijziging van het gewestplan door het GRUP. De inrichting is gelegen in een industriegebied. AGT is gelegen in een zone, die bij het begin van de ontwikkeling van het industriegebied op de Linkerschelde-oever door DOLSO gedefinieerd werd als LPG-zone. Dit wil zeggen dat binnen deze zone LPG verhandeld (opslaan en laadlosoperaties) mag worden. Deze zone werd ingesteld naar analogie met de LPG zone in Zeebrugge en bewaakt een minimale afstand (1.500 m) tot de bestaande woonwijken. Ten noorden en noordoosten wordt AGT begrenst door het Waaslandkanaal. In de andere windrichtingen wordt AGT omgeven door industriegebied. Op ongeveer 1.800 m ten oosten van de inrichting bevindt zich het dichtstbijgelegen woongebied dat de woonkern van Kallo omvat. In de nabije omgeving van AGT zijn volgende GRUP s vastgesteld: - GRUP Liefkenshoekspoortunnel (definitief vastgesteld 9/05/2008): De opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de liefkenshoekspoortunnel kadert binnen het strategisch plan voor het Linkerschelde-oevergebied van de haven van Antwerpen. De Liefkenshoekspoortunnel zal een belangrijke rol spelen in de verwerking van de goederenstroom van bedrijven op de Linkerschelde-oever, zeker na de aanleg van het Deurganckdok. Een van de ontwikkelingsperspectieven voor de spoorinfrastructuur betreft de herwaardering van de Ijzeren Rijn. Deze lijn voorziet in een rechtstreekse verbinding met het Duitse spoorwegennet en het Ruhrgebied. De Ijzeren Rijn kan de achterlandverbinding van de Antwerpse haven aanzienlijk verbeteren. De doorkomst van de Ijzeren Rijn in de Antwerpse haven vormt een belangrijke ontbrekende schakel in het net. Hiervoor dient een spoortunnel onder de Schelde te worden aangelegd, ter hoogte van Liefkenshoektunnel. Het RUP over de liefkenshoekspoortunnel betekent geen wijziging van het gewestplan in de onmiddellijke omgeving van AGT. - Ruimtelijke Uitvoeringsplan Zeehavengebied Antwerpen Waaslandhaven fase 1 (definitief vastgesteld 16/12/2005): Dit RUP handelt over de afbakening van het havengebied en is een uitvoeringsinstrument van het Strategisch Plan voor de Waaslandhaven. De inhoud van dit RUP handelt niet enkel over het zeehavengebied Waaslandhaven. Het gebied van AGT en onmiddellijke omgeving ondergaat geen wijziging van bestemming door dit RUP. - Zeehavengebied Antwerpen werd definitief vastgesteld op 30/04/2013, maar op 6/12/2013 gedeeltelijk geschorst als gevolg van arrest van de Raad van State. De schorsing is vooral van belang voor de ontwikkelijgszone Saeftinghe en een aantal haveninbreidingsgebieden en voor Doel-centrum en Prosperpolder. Ongeveer 1 km ten zuiden van AGT voorziet dit uitvoeringsplan uitbouw van een spoorinfrastructuur (art. L5) en een permanente ecologische infrastructuur (art. L14, aangeduid met code EI) en op grote afstand (> 3 km) ten westen evenseens zones voor permanent eccologische infrastructuur (met en zonder medegebruik). - Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebieden voor toeristische-recreatieve infrastructuur Golf Beveren (definitief vastgesteld op 24/06/2011) betreft de uitbreiding van het golfterrein Beveren ten noordoosten van Kallo-centrum.

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.2 1.2 S I T U E R I N G T. O. V. O V E R S T R O M I N G S G E B I E D E N De overstromingsgevoelige gebieden zijn weergegeven op figuur II.2. Uit deze figuur blijkt dat de site van AGT niet als overstromingsgevoelig aanzien wordt. De dokken nabij het bedrijf (Waaslandkanaal, Zuidelijk Insteekdok) worden als effectief overstromingsgevoelig beschouwd. Figuur II.2: Overstromingsgevoelige gebieden nabij AGT (bron: Geopunt Vlaanderen) AGT 1.3 S I T U E R I N G T. O. V. W A T E R W I N G E B I E D E N Binnen een straal van 15 km omheen de inrichting zijn er geen (beschermingszones van) waterwingebieden gesitueerd. Het dichtstbijzijnde openbare waterwingebied bevindt zich op 15,2 km ten noordoosten van AGT. 1.4 A F S T A N D T O T D E G R E N Z E N V A N H E T V L A A M S E G E W E S T De meest nabije grens van Vlaanderen wordt gevormd met het buurland Nederland en wordt teruggevonden in noordwestelijke richting. De minimale afstand van de meest nabije terreingrens van AGT tot de Nederlandse grens bedraagt ca.7 km. De grens met het Brussels Gewest is gelegen op meer dan 40 km van de inrichting. 2. TOEGANGSWEGEN Toegang tot de inrichting is mogelijk zowel via de weg, via het spoor als via het water. WEG De toegang via de weg gebeurt via de Land van Waaslaan die via de Kruipin aansluiting geeft naar de R2. De R2 geeft in noordelijke richting aansluiting naar Nederland (A4) of in oostelijke richting via E19, E34 of E313. In zuidelijke richting geeft de R2 aansluiting naar de E34 die in westelijke richting aansluiting geeft op de E17 en in oostelijke richting Antwerpen verbindt met Gent Zeehaven en Zeebrugge.

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.3 SPOOR De inrichting is bereikbaar via het spoor. De NMBS baat een rangeerstation ( rangeerstation Waaslandhaven ) uit op 1.700 meter ten zuidwesten van AGT. Dit rangeerstation, dat de distributie van in- en uitgaand goederenverkeer voor de industrie op linkeroever organiseert, is gelegen aan de Hazopweg. Langsheen de Land van Waaslaan lopen er 2 sporen in noordelijke richting. Op AGT bevinden er zich twee spoorlijnen. Deze worden gebruikt tijdens de belading van de tankwagons. AGT heeft bovendien 5 rangeersporen. Ter hoogte van de Steenlandlaan op 400 m van de oostelijke terreingrens van AGT loopt een spoorlijn voor transport van producten in de Waaslandhaven. WAT E R De inrichting is gelegen aan het Zuidelijk Insteekdok in de Waaslandhaven. Dit Zuidelijk Insteekdok is momenteel bereikbaar via de Schelde en de Kallosluis. Na het afronden van de werken aan de Deurganckdoksluis zal het Zuidelijk Insteekdok ook via de Deurganckdoksluis bereikbaar zijn. 3. NABIJE OMGEVING 3.1 G E B I E D E N M E T W O O N F U N C T I E In de onmiddellijke omgeving van de inrichting bevinden zich geen belangrijke woonzones. Het meest nabijgelegen gebied met woonfunctie is de dorpskern van Kallo, met 2.200 inwoners (ref. BNIP AGT oktober 2012). Deze is gelegen op ongeveer 1.700 meter van de oostelijke terreingrens. Binnen 3 km rond AGT zijn geen andere gebieden met woonfunctie (van minstens 5 bestaande, niet onteigende zonevreende wooneenheden) gelegen. 3.2 B E D R I J V E N Een oplijsting van de meest nabijgelegen bedrijven en buurbedrijven wordt gegeven in bijlage III en in figuur II.3. Naast de naam en het adres van het bedrijf worden eveneens de activiteiten, het aantal werknemers en de afstand tot AGT in de lijst opgenomen. Figuur II.3: Nabijgelegen bedrijven op kaart weergegeven (bron: BNIP januari 2014).

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.4 3.3 K W E T S B A R E L O C A T I E S De meest nabijgelegen kwetsbare locaties rond de opslagfaciliteiten van AGT zijn opgelijst in tabel II.1 en op figuur II.4 weergegeven. Tabel II.1: Overzicht Kwetsbare locaties rond AGT. Weergave figuur II.1 op Naam (adres) Ligging Afstand (m) tot terreingrens 1 Rusthuis Boeyé-Van Landeghem Beverse Dijk 9130 Kallo O 1.750 2 Gemeentelijke basisschool Hoog Kallostraat 30 9130 Kallo O 2.100 3 Zeevaartschool KTA Cenflumarin Scheldedijk 20 O 2.800 3.4 D O O R H E T P U B L I E K B E Z O C H T E G E B O U W E N E N G E B I E D E N In de wijde omgeving van AGT kunnen de sporthal van Kallo en het voetbalstadion aangegeven worden als locaties waar grotere groepen personen kunnen aanwezig zijn, zie ook tabel II.2. Tabel II.2: Publiek bezochte locaties Naam (adres) Ligging Afstand (m) tot terreingrens Aantal personen dag Sporthal De Perel Kallodam 9130 Kallo O 2200 Max. 400 0 Voetbalstadion Kallo - Kapeldijk 9130 Kallo O 2350 Max. 500 0 Aantal nacht personen 3.5 N A T U R A 20 0 0 E N N A T U U R G E B I E D E N S P E C IAL E B E S C H E R M ING S ZO NE S In oostelijke richting op ongeveer 3 km van de terreingrens van AGT is een habitatrichtlijngebied gelegen ter hoogte van de Linkerschelde-oever aan het Fort. Dit gebied wordt weergegeven in figuur II.5. Uit deze figuur wordt duidelijk dat AGT gelegen is in het vogelrichtlijngebied dat zich uitstrekt over de Linkerscheldeoever tot in Kallo.

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.5 Figuur II.5: Natura 2000 gebieden nabij AGT (Bron: Geopunt) AGT VEN-GEBIE DE N Op figuur II.6 zijn VEN-gebieden in de omgeving van AGT aangeduid. Het betreft hier grote eenheden natuur (GEN), grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO) of natuurverwevingsgebieden (NVWG) die deel uitmaken van het VEN. Het dichtstbijgelegen gebied (Golf Beveren, nr. 243) is gelegen op een afstand van 1,6 km ten oosten van de site.

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.6 Figuur II.6: VEN-gebieden AGT E R K E N DE E N V L A A M S E NA T U U R R E S E R V A T E N Binnen de straal van 5 km rondom de site zijn noch erkende, noch Vlaamse natuurreservaten aanwezig. Het dichtstbijgelegen natuurreservaat is de Grote Geule gelegen op een afstand van 5,6 km ten noordoosten van de site in de gemeente Kieldrecht. Het betreft een Erkend natuurreservaat (E-006). R A M S A R G E B IE DE N Het gebied De schorren van de Beneden Schelde behoort tot 1 van de Ramsargebieden die in Vlaanderen gelegen zijn. Dit gebied is gelegen op een afstand van 5 km ten noorden van AGT. 3.6 M O N U M E N T E N E N L A N D S C H A P P E N Het beschermd onroerend erfgoed in de omgeving van AGT is weergegeven in figuur II.7.

II. RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE INRICHTING p. II.7 Figuur II.7: Beschermd onroerend erfgoed in de omgeving van AGT. AGT

III. JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN III JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN

III. JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN p. III.1 R U I M T E L IJ K O R D E N I NG S R E C H T Korte inhoud Relevant? Bespreking relevantie Gewestplan De gewestplannen leggen de bestemmingen van de gronden in Vlaanderen vast. JA Conform het gewestplan is het projectgebied gelegen in een industriegebied.de bestemming legt geen beperking op voor het project. Vlaamse codex Ruimtelijke ordening (in voege sinds 1/9/2009) De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is een coördinatie van het vroegere decreet ruimtelijke ordening. In deze codex en bijhorende uitvoeringsbesluiten is o.a. bepaald voor welke activiteiten een stedenbouwkundige vergunning dient aangevraagd te worden. JA Voor de oprichting van diverse nieuwe infrastructuur dient een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd te worden. Stedenbouwkundige verordening betreffende hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, (5/07/2013) De verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van nietverontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. JA In kader van het project worden er nieuwe verhardingen voorzien, oa. inkuipingen. GRUP Liefkenshoek spoortunnel (GRUP-LS) (09/05/2008) Het GRUP kadert binnen het strategisch plan voor de Linkerscheldeoevergebied van de haven van Antwerpen.. NEE Het GRUP betekent geen wijziging van het gewestplan in de naburige omgeving van AGT GRUP Zeehavengebied Antwerpen-Waaslandhaven Fase 1 (GRUP-ZAW) Dit GRUP handelt over de afbakening van het havengebied en is een uitvoeringsinstrument van het Strategisch Plan voor de Waaslandhaven. NEE Het gebied van AGT en onmiddellijke omgeving ondergaat geen wijziging van bestemming door dit GRUP