Observatielijst bezoek op de werkplek Competentieprofiel



Vergelijkbare documenten
COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP

Competenties verbonden aan het ComPas

Maatschappelijk assistent

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

5 pedagogisch medewerkers

Gedragscode. Gewoon goed doen

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Inhoud 1 Hoe signaleer je het opvallende gedrag? 2 Observatieformulier 3. Signaleren opvallend gedrag evaluatiedatum:

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Observatielijst groepen 1-4 Wijzer in Executieve Functies

Personal Branding voor Ingenieurs

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Feedbackmapje Naam leerling: Richting: Kinderbegeleider duaal. Mevr. An Treuttens. Kinderbegeleider duaal Don Bosco Halle

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind

Verbindingsactietraining

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling

Waarvoor dient dit attest? is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere.

waar denkt u aan bij het woord opvoeden? De kracht van Positief opvoeden Overzicht Hoop en verwachting

ADHD en lessen sociale competentie

Gesprekstips: Open vragen

- Elkaar leren kennen: warming-ups en spelletjes om het ijs te breken - 5 minuten zelfbewustzijn begrijpen anderen respecteren om de beurt iets doen

Kinderen op bezoek op de Intensive Care

Wat heeft dit kind nodig?

Kanjerbeleid. Doelstelling Voor de kinderen hebben we als doel dat ze zoveel mogelijk als volgt over zichzelf denken:

Leer hoe je effectiever kunt communiceren

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Functie en competentieprofiel HULPKOK

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Arbeidsbereidheid Is duaal leren voor de jongere een weloverwogen keuze? Is hij gemotiveerd om te leren op de werkvloer?

Ons opvoedingsproject

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Beleid Kanjertraining op De Meeander

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters

Maatschappelijk assistent

Bekijk het maar! met Suus & Luuk

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.

Een zorgvrager begeleiden die gedesoriënteerd is in tijd, plaats en persoon door het toepassen van ROB

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

Samen zijn we SBO Horizon. Hoe we omgaan met elkaar op school

Observatieformulieren bij oefeningen

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Klik, voor meer info, op een onderwerp in de pedagogische cirkel.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Train-the-trainer AUDOOR STEVEN

/ 360 graden feedback op competenties

Beleid Kanjertraining

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven

Gedachten zijn geen feiten

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. 2 Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere

De Vreedzame School. Blok 4 We hebben hart voor elkaar. Wij starten met de lessen uit:

Activiteit 8. Taal Kringgesprek Ik ben bang... Doelen. Materiaal. Voortaak

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Beeldvorming sociaal emotionele ontwikkeling niveau A Klasgroep: Namen van de kinderen

GEDRAGSCODE FRANCISCUSSCHOOL

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Meer informatie MRS

Je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden. Samenwerking met ouders en respect voor diversiteit

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Consortium Beroepsonderwijs

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

VSO Leerlijn Sociale competentie

Vreedzame VERBETER DE WERELD, BEGIN BIJ DE OPVOEDING... Hart, handen en voeten voor de BSO als democratische oefenplaats

Leerlijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie juli Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd.

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel ZIEKTEBELEVING. (NON) HODGKIN Ziektebeleving

Patiënteninformatie. Pijnmeting op de kinderafdeling

jongerenbuurtbemiddelaar. gesprek eerste partij x* x gesprek tweede x* x partij bemiddelingsgesprek x* x beide partijen verslaglegging t.b.v.

Shared Decision Making

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Kinderen op bezoek op de intensive care (IC) Informatie voor ouders/verzorgers

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

Mogelijke functiebenaming. Vrijwilliger buurtbemiddeling, buurtbemiddelaar. Context/werkzaamheden

Curriculum Leerroute 4 en 5 Sociale en emotionele ontwikkeling

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Transcriptie:

Observatielijst bezoek op de werkplek Competentieprofiel 1) Kunnen vragen en luisteren naar informatie over de kinderen Sleutelcompetentie: communicatie Je luistert naar wat je ouders hoort vertellen over hun kind(eren). Je denkt na over hoe deze informatie kan bijdragen tot een betere begeleiding van de kinderen. Je spreekt ouders aan. Je bent beschikbaar voor de ouders als aanspreekpunt. Je denkt na over welke informatie je van een kind kan gebruiken om het kind beter te begeleiden. Je stelt vragen aan de ouders over de kinderen. Je gaat een gesprek aan met ouders over hun kinderen. 2) Kunnen meespelen als de kinderen dit willen Sleutelcompetentie: kind met kinderen Je observeert kinderen die spelen. Je bent geïnteresseerd in/geboeid door het spel van kinderen. Je blijft in de buurt van de kinderen die aan het spelen zijn. Je vraagt kinderen wat ze aan het spelen zijn. Je speelt mee met een spel, wanneer de kinderen het vragen.

Je voelt je niet ongemakkelijk bij het spelen van een spel met kinderen. Je vraagt aan kinderen of je mag meespelen. Je hindert het spel niet. Je neemt niet de controle over van het spel. Je kan spel nieuwe impulsen geven indien de situatie daarom vraagt. 3) Kunnen ruimte laten en rekening houden met de gevoelens en de gewoontes van ieder kind Sleutelcompetentie: inlevingsvermogen Je ziet het verschil tussen de emoties blij, boos, verdrietig, angstig, Je ziet het wanneer een kind zich niet goed voelt. Je observeert kinderen in de opvang. Je bent geïnteresseerd in kinderen. Je voelt je niet ongemakkelijk wanneer kinderen zich niet blij voelen. Je kan bepaalde gewoontes van een kind benoemen. Je weet welke gedragingen een gewoonte kunnen zijn van het kind. Je kan aangeven welke emoties er bij het kind leven. Je bevraagt bij de kinderen hoe ze zich voelen. Je geeft kinderen tijd om zich weer wat beter te gaan voelen. Je geeft ruimte aan bepaalde gewoontes van kinderen.

4) Kunnen observeren van kinderen Sleutelcompetentie: verantwoordelijkheid Je kijkt naar kinderen/observeert kinderen. Je toont interesse in wat kinderen doen. Je kijkt geïnteresseerd naar wat kinderen doen. Je denkt na over wat kinderen doen. Je kan je een beeld vormen van hoe kinderen zijn. Je kan je achteraf herinneren wat je geobserveerd hebt. Je kan praten over wat je gezien hebt tijdens de observatie. Je kan op een objectieve manier verwoorden wat je ziet. 5) Kunnen overbrengen van informatie Sleutelcompetentie: communicatie Je luistert naar wat anderen van je vragen. Je zorgt ervoor dat je de boodschap goed begrepen hebt. Je denkt na over wat nuttige informatie kan zijn voor je collega s. Je geeft aan je collega s de nodige informatie. Je zorgt ervoor dat je collega s je goed begrepen hebben. Je denkt na over hoe en via welke kanalen je beknopt, bepaalde informatie kan doorgeven.

Je gebruikt verschillende kanalen om informatie over te brengen (praten, mailen, telefoneren, opschrijven, ). 6) Kunnen rekening houden met de normen en waarden van collega s en ouders Sleutelcompetentie: inlevingsvermogen Je kan voorbeelden geven van normen en waarden. Je kan voorbeelden geven over verschillen in normen en waarden. Je kan een eigen mening geven over een aantal normen en waarden. Je geeft aan wanneer ouders of collega s andere normen en waarden hebben dan zichzelf. Je informeert bij ouders en collega s naar hun normen en waarden. Je toont respect voor mensen met andere normen en waarden. Je kan voorbeelden geven waarom andere normen en waarden ook goed kunnen zijn Je kan positieve en negatieve kanten geven oer eigen normen en waarden. Je kan uitleggen waarom men bepaalde normen en waarden heeft. Je geeft geen kritiek op andere normen en waarden. 7) Duidelijk en consequent zijn in regels en verantwoordelijkheden Sleutelcompetentie: kind met kinderen

Je weet waar/hoe je de regels en afspraken kan terugvinden. Je bent op de hoogte van de regels die er zijn in de opvang. Je kan de regels van de opvang respecteren e opvolgen. Je houdt zelf nauwgezet aan de geldende regels. Je geeft het goede voorbeeld aan de kinderen door de regels te volgen. Je denkt na over het nut en de noodzaak van dergelijke regels. Je praat met kinderen over de regels in de opvang. Je legt uit aan kinderen wat de regels en afspraken zijn. Je merkt het op wanneer kinderen regels niet volgen. Je denkt na over hoe je op een rustige manier kinderen kunt terechtwijzen. Je wijst op een rustige manier kinderen terecht en herhaalt de afspraken. Je gaat consequent om met de regels en afspraken. 8) Kunnen respectvol omgaan met kinderen Sleutelcompetentie: verantwoordelijkheid het gedrag Je vertoont geen afwijzend gedrag. Je vertoont geen vernederend gedrag. Je weet dat er verschillen bestaan tussen mensen. Je weet dat iedereen verschillende gewoontes heeft. Je kan eigen verschillen aangeven t.o.v. andere mensen. Je weet welke persoen je als positiever en als negatiever bekijkt.

Je behandelt niemand minderwaardig. Je hebt, ondanks verschillen, respect voor alle verschillende mensen. Je merkt het op wanneer andere mensen niet respectvol met elkaar omgaan. Je grijpt in wanneer andere mensen niet respectvol met elkaar omgaan. Je zet anderen aan tot respectvol gedrag.