Jaarverslag AGZ 2011



Vergelijkbare documenten
Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland

Regionaal soa-centrum Den Haag

Belangrijkste bevindingen uit 2017

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2011 GGD en Oost-Nederland

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Factsheet GGD Hollands Noorden. M T W

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

Soa- poli Kennemerland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Wat er gebeurde in 2018

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

APRIL Pagina 1 van 9

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

Jaarverslag. Centrum Seksueel Geweld Flevoland

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Omschrijving Pilot: een eigen Centrum voor Seksuele Gezondheid binnen Regio Gooi en Vechtstreek

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

seksuele gezondheid Thermometer 2012 GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2013 GGD en Oost-Nederland

Tabellenboek Gemeente Waterland

Ouder- en Kindteams Amsterdam Jaarrapportage 2017

PATIËNTENINformATIE SoA-PoLI Werkwijze SoA-consult

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit:

Tabellenboek Gemeente Landsmeer

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Tabellenboek Gemeente Edam-Volendam

Tabellenboek Gemeente Beemster

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

Zeg nee! Tegen Hepatitis B. Hepatitis B-campagne voor en door Chinezen in Rotterdam e.o. Reinoud Wolter GGD Rotterdam-Rijnmond

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen

SOAP 2018 Demografie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/

Tabellenboek Gemeente Purmerend

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Juni Samenstelling: Met dank aan: Vormgeving: Editing:

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Seks begint met lullen. 14 april 2018 Monique de Graas Jan Semmekrot Team Seksuele Gezondheid

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Totaal aantal meldingen GGD Brabant-Zuidoost 2009

Raadsinformatiebrief

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant

Landelijke abortusregistratie 2011

Hepatitis B-vaccinatiebeleid voor drugsgebruikers. Nationale Hepatitis Dag 1 oktober 2015 Anouk de Gee

SOA IN ANTWERPEN (EN OMSTREKEN)

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent

Sense in Brabant en Zeeland

Centrum Seksuele Gezondheid

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

Misdrijven en opsporing

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

GGD DPG, en kwetsbare ouderen

Hepatitis B, versie 20 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

Activiteiten van de GGD voor statushouders, kinderen en volwassenen

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

Registratie discriminatieklachten 2011

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Flevoland

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

Outreach testen activiteiten binnen hiv en soa bestrijding in Amsterdam

BEDRIJFSPLAN

2010D Lijst van vragen totaal

Hoofdstuk 5: Opvang Zieke kinderen / besmettelijke ziekten en werkwijze versie: 2

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken

Wij bewaken door gezondheidsrisico s en onveiligheid te signaleren en de inzichten hierover actief te verspreiden.

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

Transcriptie:

Infectieziekten Milieu & Hygiëne OGGz Jaarverslag AGZ 2011

Inhoudsopgave Team Infectieziekten 1 Algemene Infectieziekten 2 Reizigerszorg 3 Soa/Sense 4 TBC Team Milieu & Hygiëne 1 Medische Milieukunde 2 Technische Hygiënezorg 3 Forensische Geneeskunde 4 Toezicht Kinderopvang Team OGGZ 1 Centrale Toegang 2 Meldpunt Vangnet & Advies 3 Opschalingsmodel Almere 4 Outreach team 5 Procescoördinatie Antilliaanse risicopersonen 6 Procescoördinatie nazorg ex-gedetineerden 7 Urgenten 8 Crisiswoning

AGZ Algemene Gezondheidszorg Voorwoord Graag presenteer ik u hierbij het inhoudelijke jaarverslag 2011 van de afdeling AGZ van de GGD Flevoland. De afdeling AGZ bestaat uit drie teams, te weten het team Infectieziekten, het team Milieu & Hygiene en het team OGGz. De drie teams hebben hun eigen doelgroepen, samenwerkingspartners en doelstellingen. In voorgaande jaren was u gewend het jaarverslag in een boekje opgestuurd te krijgen. Wij zijn daarvan afgestapt en bieden u het jaarverslag van de afdeling in zijn totaliteit digitaal aan. Naar gelang uw interesse kunt u via hyperlinks het gewenste onderdeel opzoeken en lezen. Mede namens de teamleiders en alle medewerkers van de afdeling AGZ wens ik u veel leesplezier. Herman Fortuin, arts M&G hoofd afdeling Algemene Gezondheidszorg

Inhoud Inhoud Team Infectieziekten Algemene Infectieziektebestrijding 1.1 Algemeen 1.1.1 Kwaliteit 1.1.2 Formatie 1.2 Meldingsplichtige infectieziekten 1.2.1 Meldingen per gemeente 1.2.2 Meldende instanties 1.3 Prikaccidenten 1.4 Meldingen door instellingen 1.4.1 Maag- en darmaandoeningen 1.4.2 Huiduitslag 1.4.3 Luchtwegaandoening 1.5 Projecten 1.6 Conclusie Reizigerszorg 2.1 Algemeen 2.1.1 Kwaliteit 2.1.2 Formatie 2.2 Cliënten aantallen en vaccins 2.3 Vakantiebestemmingen 2.4 Verdeling per spreekuurlocatie, geslacht en leeftijd 2.5 Verstrekte recepten en vaccins 2.6 Conclusie Soa Sense 3.1 Kwaliteit 3.2 PR en voorlichting 3.2.1 Jongeren 3.2.2 Allochtonen 3.2.3 MSM 3.2.4 Prositutie 3.3 Curatieve soabestrijding 3.3.1 Aantal consulten 3.3.2 Kenmerk cliënten 3.3.3 Consulten naar leeftijd 3.3.4 Geslacht en seksuele voorkeur 3.3.5 Woongemeente 3.3.6 Herkomst 3.3.7 Redenen voor komst 3.3.8 Vindpercentages 3.3.9 Chlamydia en gonorroe 3.4 Aanvullende seksuele gezondheid 3.5 Abortusspreekuur 3.6 Landelijk vaccinatieprogramma hepatitis B-risico groepen 3.7 Conclusie 3.7.1 Jongeren 3.7.2 Jonge MSM 3.7.3 Bereik in Flevoland 3.7.4 Samenwerking met afdeling Jeugdgezondheidszorg TBC 4.1 Algemeen 4.2 Personeel 4.3 Samenwerking 4.4 TBC regulier 4.5 TBC MRU 4.5.1 COA 4.5.2 DJI 4.5.3 GGD 4.5.4 Incidentele opdracht

lgemene Algemene Infectieziektebestrijding

Algemene Infectieziektebestrijding 1.1 Algemeen Het taakgebied Algemene Infectieziektebestrijding (AIZ) heeft in 2011 de banden met de interne en externe partners aangehaald. Het netwerk is hierdoor versterkt wat het aantal Infectieziektemeldingen ten goede is gekomen. In samenwerking met het taakgebied Technische Hygiënezorg is nader beleid gemaakt op het gebied van zwemwaterkwaliteit en legionella (in water). De personeelsleden van AIZ nemen actief deel aan externe overleggen en zijn momenteel voorzitter van het Provinciale Overleg Infectieziekten. Met GGD Gooi en Vechtstreek zijn overleggen geweest over het gezamenlijk uitvoeren van de 24/7-diensten voor zowel AIZ als het Actiecentrum van de GHOR. De werkafspraken en sociale kaart zijn uitgewisseld en op elkaar afgestemd. De enige hindernis, tot op heden, is dat er nog geen overeenstemming is over bereikbaarof beschikbaarheiddienst voor zowel AIZ als voor het actiecentrum van de GHOR. Het in 2010 geïntroduceerde werkplan, waarin werd uitgewerkt hoe de 9 deeltaken beter uitgevoerd kunnen worden, werd in het verslagjaar gebruikt om overzicht op de geplande activiteiten te houden. Door het ontbreken van een landelijke duiding waarmee de bij de GGD gegeven hepatitis B vaccinaties in de omgeving van de besmette cliënten gedeclareerd konden worden is er in het verslagjaar geen verdere uitvoering gegeven aan de korte keten hepatitis B. Hierdoor werd verwijzing, naar bijvoorbeeld de huisarts, noodzakelijk. Het risico bij doorverwijzing is dat er niemand is die bewaakt of de omgeving van de cliënt zich al dan niet laat testen en indien nodig vaccineren. Hierbij is het risico op verspreiding van hepatitis B groot. Om de regie bij de GGD te leggen is het noodzakelijk dat er, na de landelijke duiding, contracten worden afgesloten met de verzekeraars zodat de serologie en de vaccinatie bij de omgeving van de cliënten door de GGD wel vergoed wordt. Door het in gebruik nemen van een nieuw softwarepakket is de surveillance een stuk overzichtelijker geworden en zijn de taken en verantwoordelijkheden beter te verdelen. Ondanks extra inspanningen om meer gezondheidswerkers te vaccineren tegen met name hepatitis B bleef het aantal gevaccineerden achter bij de planning. Dit had wellicht te maken met het geringe aantal personeelsmutaties binnen de gezondheidszorg. 1.1.1 Kwaliteit Tijdens de maandelijkse werkoverleggen en de wekelijkse Keek op de Week werd de stand van zaken voor wat betreft de infectieziekten goed in kaart gebracht, waarna het beleid erop aangepast werd. De HKZ hercertificering werd wederom met glans en zonder (kritische) tekortkomingen doorstaan. 1.1.2 Formatie Het taakgebied AIZ bestond in 2011 uit een arts (in totaal drie artsen voor de 24/7 achterwacht) en drie verpleegkundigen. Het taakgebied werd ondersteund door administratief medewerkers in het callcenter. 1.2 Meldingsplichtige infectieziekten Het schema op de volgende pagina (Bron 1) bevat de gemelde ziekten in 2011 aan GGD Flevoland. De meldingen zijn gedaan door de diagnosticerende artsen en/ of laboratoria in de regio. Opgemerkt moet worden dat Nieuwe influenza H1N1 gaande het jaar 2011 uit de A ziekten lijst is verwijderd. Opmerkelijk is dat bij sommige ziekten er een duidelijk geslachtsverschil voorkomt. Bij kinkhoest zijn de vrouwen duidelijk oververtegenwoordigd. Ook is dit te zien bij hepatitis B echter hier zijn het de mannen die meer gemeld zijn. Het is duidelijk dat er in 2011 meer ziekten gemeld zijn dan in 2010, dit hoeft echter niet in te houden dat er ook meer ziektegevallen waren, het al of niet inzetten van laboratoriumdiagnostiek en meldgedrag (ondanks meldverplichting) van de individuele arts bepalen mede het aantal gemelde ziekten.

Bron 1. Meldingen 2007 2008 2009 2010 2011 2007 2008 2009 2010 2011 A Pokken A Pokken A Pokken A Pokken A Pokken A Polio A Polio A Polio A Polio A Polio A SARS A SARS A SARS A SARS A SARS A Nieuwe influenza (H1N1) B1 Difterie A Nieuwe influenza (H1N1) B1 Difterie A Nieuwe influenza (H1N1) B1 Difterie A Nieuwe influenza (H1N1) B1 Difterie A Nieuwe in (H1N1) B1 Difterie B1 Pest B1 Pest B1 Pest B1 Pest B1 Pest Kinkhoest Hepatitis B Nieuwe influenza (H1N1) Van 2007 t/m 2011 zijn kinkhoest en hepatitis B het meest voorkomend. Met name in 2009 is nieuwe influenza (H1N1) prominent. Bekijk hier de exacte aantallen van meldingsplichtige infectieziekten 1.2.1 Meldingen per gemeente Hieronder wordt aangegeven hoeveel meldingen er per plaats bij de GGD binnenkomen. Allereerst het absolute aantal vervolgens het aantal inwoners per plaats in 2011 en als laatste het aantal meldingen berekend per 100.000 inwoners, zodat de plaatsen met elkaar kunnen worden vergeleken. Uitgaande van onderstaande bron (Bron 2) kan gezegd worden dat er het vaakst meldingen binnen komen uit Zeewolde en de minste meldingen uit Lelystad. Ook hier weer, deze meldingen zijn deels afhankelijk van het voorkomen van de ziekten in een bepaalde plaats, de ingezette diagnostiek en het meldgedrag van de diagnosticerende artsen. Bron 2. Meldingen per gemeente 2011 Meldingen Inwoners Per 100.000 Almere 129 190655 68 Lelystad 35 75111 47 Zeewolde 23 21106 109 Dronten 39 40164 97 NOP 33 46253 71 Urk 12 18678 64 AZC / Elders 8 Subtotaal 279 391967 TBC afdeling GGD 35 Totaal 314

1.2.2 Meldende instanties Hieronder een overzichtje van de eerst meldende instanties. In de nieuwe wetgeving staat dat zowel de behandelende arts als de betrokken microbioloog (lab) een melding moet doen. Men zou verwachten een even groot aantal artsen als laboratoriummeldingen terug te zien in onderstaande tabel. Dit is niet het geval. De oorzaak hiervan kan liggen in het feit dat de GGD de artsen benadert na een melding van het laboratorium nog voordat de arts zelf gemeld heeft. Hierna zal dan geen melding meer volgen van de (huis)arts. Bron 3. Oorspronkelijke, of eerste bron van de melding Huisartsen 19 Ziekenhuisspecialisten 8 GGD Flevoland 18 Laboratoria 228 Verloskundigen 0 Scholen 0 Kinderdagverblijven 0 AWBZ-instellingen 0 Arbo-artsen 0 Overige 6 1.3 Prikaccidenten In 2011 zijn in totaal 86 prik/bijt accidenten bij de GGD gemeld. Bij de meeste accidenten betrof het een vrouw als risico drager. De meeste meldingen kwamen uit Almere. In het merendeel der gevallen gaat het om een prikaccident welke direct te maken heeft met het bepalen van een bloedsuiker of het toedienen van insuline uitgevoerd door een medewerker in de thuiszorg of in een instelling. 1.4 Meldingen door instellingen (artikel 26 meldingen) Volgens de Wet Publieke Gezondheid heeft het hoofd van een instelling, waar kwetsbare populaties verblijven of samenkomen voor één of meer dagdelen per etmaal, de verplichting om een ongewoon aantal zieken te melden bij de GGD. De ziekten die gemeld moeten worden zijn onder andere diarree, geelzucht, huidaandoeningen of andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard gevonden bij cliënten of personeel. Het melden heeft als doel de GGD in de gelegenheid te stellen de situatie te laten onderzoeken en eventueel maatregelen te laten nemen om verdere verspreiding van de ziekte zowel binnen als buiten de instelling te voorkomen. In 2011 is 26 keer een melding gedaan bij de GGD. In 2010 was dit 19 keer en in 2009 was dit 27 keer. 1.4.1 Maag- en darmaandoeningen 13 keer was er een verzorgingshuis (4) of verpleeghuis (9) waar men kampte met bewoners en verzorgenden met klachten van maag en darmen (braken en diarree). In 7 gevallen is de diagnose NORO-virus gesteld door middel van kweek van ontlasting. De huizen zijn in de meeste gevallen goed op de hoogte en zijn ten tijde van de melding al volop bezig hygiëne maatregelen te treffen en medicatie (diuretica, laxantia) bij de getroffen patiënten aan te passen. Vier keer kregen we melding van diarree in een kinderdagverblijf. Eén keer betrof het een rota-virus en drie keer een onbekende verwekker. Ook hier werden hygiënemaatregelen en wering geadviseerd, waarna de uitbraken snel uitdoofden. 1.4.2 Huiduitslag Van de kinderdagverblijven kregen we vijf keer huiduitslag gemeld; waterpokken (1), krentenbaard (2) en hand-voetmondziekte (1) en onbekend (1). De diagnose werd in alle gevallen klinisch gesteld door de betreffende huisartsen van de peuters. Er werd geen laboratoriumdiagnostiek gedaan. Op een basisschool speelde de vijfde ziekte, zonder dat er zwangere onderwijzers waren. Vanuit een instelling voor verstandelijk beperkten kregen we het bericht dat twee begeleiders en een bewoonster last hadden van jeuk en huidafwijkingen. De huisarts had klinisch de diagnose scabiës gesteld. Op verzoek van de GGD werd de index (een begeleider) door een dermatoloog voor diagnostiek en advies gezien. De scabiësmijt kon bij hem niet onder de microscoop worden gevonden. De verdenking scabiës was hoog. Alle 15 bewoners en vijf begeleiders kregen Loxazol lotion voorgeschreven en alles werd schoongemaakt. Twee weken later had niemand meer huidafwijkingen. 1.4.3 Luchtwegaandoening Op twee kinderdagverblijven speelden problemen van hoesten en koorts. Eén keer was het RS-virus de oorzaak en op het andere kinderdagverblijf bleef de diagnose onbekend.

Bron 4. Meldingen door instellingen Instellingen Maag-darm Huiduitslag Luchtweg Totaal (aantal in Flevoland) aandoening aandoening Instelling voor verstandelijk beperkten 1 1 Kinderdagverblijf 4 5 2 11 Basisschool 1 1 Verzorgingshuis 4 4 Verpleeghuis 9 9 Ziekenhuis Totaal 17 7 2 26 1.5 Projecten In 2011 is in april en mei het project Teken en Lyme uitgevoerd. Naast PR in lokale bladen, het verspreiden van foldermateriaal en informatie op de GGD website is de doelgroep wandelaars actief opgezocht en voorgelicht tijdens wandel- en trimevenementen in de hele provincie. Naast foldermateriaal kregen de wandelaars ook een tekentang uitgereikt. 1.6 Conclusie 2011 was een relatief rustig jaar op het gebied van de infectieziekten. Er waren geen grote uitbraken. Het aantal meldingen nam toe ten opzichte van het jaar 2010. Dit kan te maken hebben met de investeringen die door de personeelsleden zijn gedaan in de samenwerking met de ketenpartners. Hierdoor is wellicht meer diagnostiek ingezet en/of meer gemeld.

Reizigerszorg

2.1 Algemeen Het taakgebied Reizigerszorg heeft de aanbevelingen uit het plan van aanpak van 2010 uitgevoerd om zo te komen tot, tenminste, een sluitend financieel resultaat. Deze financiële nullijn werd mede dankzij de grote inspanningen en flexibiliteit van het personeel al in november behaald. Hierdoor eindigde het financiële jaar positief waardoor het taakgebied Reizigerszorg een belangrijk aandeel heeft geleverd aan de verplichte bezuinigingen. Vanaf het verslagjaar kan het taakgebied geheel zelfstandig zonder financiële bijdrage vanuit het gemeentegeld draaien. Een belangrijk onderdeel van het plan was het in kaart brengen en daarmee ook beheersen van de kosten. De verpleegkundige inzet is daardoor nog verder geoptimaliseerd. De relatief hoge inkoopprijzen van de vaccins werden verlaagd dankzij een nieuwe aanbestedingsprocedure. De overheadkosten zowel intern als extern werden teruggebracht tot het noodzakelijke en onverwachte stijgingen van de kosten werden niet zomaar geaccepteerd. Een ander onderdeel van het plan van aanpak was het ideeën opdoen bij collega GGD en over een efficiëntere aanpak waarbij meer cliënten bereikt worden. Hiertoe zijn de GGD en in Drenthe, Zwolle, Nijmegen en Brabant bezocht. Conclusie was dat GGD Flevoland het goed doet met uitgebreide PR en ruime openingstijden van het callcenter. Dit laatste is gelijk ook een forse kostenpost waarbij afgevraagd moet worden of hierbij geen schaalvergroting toegepast moet worden. Verder hebben enkele GGD en originele projecten om bepaalde doelgroepen aan te spreken en is de verdeling van de werkzaamheden onder de disciplines zeer gevarieerd. Deze projecten en verdeling zullen in 2012 nader bestudeerd worden. Het medische vaccinatiespreekuur in het Flevoziekenhuis is na de proefperiode beëindigd, er bleken geen nieuwe cliëntenpopulaties aangeboord te worden, waardoor het spreekuur te veel investering kostte. In goed overleg met de internist/infectioloog is besloten het spreekuur op deze locatie te beëindigen. Het aantal begrootte consulten werd ruimschoots gehaald. In totaal zijn 10.565 cliënten gezien tegenover de verwachtte 10.000. Dit ondanks financiële en politieke crises in de wereld waardoor de potentiële cliënten wellicht minder snel op reis gaan. Al met al een fantastisch resultaat! 2.1.1 Kwaliteit In het verslagjaar is eveneens veel aandacht besteed aan de kwaliteit van zorg. De verpleegkundigen behaalden de verplichte bij- en nascholingspunten en aan het eind van het verslagjaar waren alle verpleegkundigen geregistreerd reizigersverpleegkundigen. De arts heeft alle verpleegkundigen beoordeeld tijdens het spreekuur door gebruik te maken van het intercollegiale toetsingsformulier. Daarnaast is tijdens het werkoverleg meer tijd en aandacht besteed aan het bespreken van casuïstiek. Naast de werkoverleggen is in 2011 tweemaal casuïstiek besproken met de verpleegkundigen van GGD Gooi en Vechtstreek. De procedures en werkinstructies zijn geëvalueerd en op kleine punten bijgesteld. In 2011 doorstond het taakgebied met glans de HKZ certificatie. 2.1.2 Formatie Het taakgebied Reizigerszorg bestond in 2011 uit een arts (in totaal vier artsen voor de achterwacht), vijf verpleegkundigen en twee doktersassistentes. Zonder achterwacht gaat dit om 2,44 FTE. Het taakgebied werd ondersteund door administratief medewerkers in het callcenter en achter de balie. Het contract met de software leveranciers is voor een jaar verlengd, potentiële nieuwe leveranciers konden onvoldoende helderheid verschaffen over de compleetheid van het pakket. In 2012 zal dit regionaal verder onderzocht worden. In afwachting van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van directe declaratie naar de zorgverzekeraars zijn geen nieuwe stappen op dit pad gezet.

2.2 Bezoekersaantallen en vaccins In 2011 is ondanks het doorzetten van de economische crisis een stabiel tot goed reizigersjaar gedraaid. De bezoekersaantallen lagen iets hoger dan in 2010. Het aantal gegeven vaccins was iets lager dan in 2010. Bron 5. Productiecijfers (cumulatief) 18000 16000 14000 2010 Uit Bron 5 hiernaast valt af te lezen dat de bezoeken van nieuwe cliënten van het jaar 2011 niet erg afwijken van het jaar 2010. Beide jaren geven een bezoekersaantal van rond de 7000. Nieuwe cliënten zijn mensen die voor een nieuwe reis bij de GGD komen voor een reizigersadvies. Ook het aantal herhalingsconsulten is redelijk stabiel in beide jaren en ligt rond de 33%. Herhalingsconsulten zijn consulten van cliënten die langskomen om vervolg te geven aan een serie vaccinatie zoals hepatitis B vaccinaties, DTP vaccinaties of hepatitis A vaccinaties. 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4 Aantal vaccinaties Nieuwe cliënten Herhalingsconsulten Hier kan de serie bestaan uit twee of drie vaccinaties alvorens een hoge bescherming mag worden verwacht. Zoals uit voorgaande is te verwachten, gaat ook het verstrekte aantal vaccins van beide jaren redelijk gelijk op en bedraagt in 2011 16.275 en in 2010 16.555 eenheden. Het totaal aantal bezoekers was in 2011 10.565, in 2010 was dit 10.377. Zoals elk jaar kent ook 2011 een hoog- en 18000 16000 14000 2011 een laagseizoen. Zoals in Bron 6 is terug te zien, kwam door de late zomervakantie het hoogseizoen langzaam op gang en liep lang door tot halverwege augustus. 12000 10000 8000 6000 Aantal vaccinaties Nieuwe cliënten Herhalingsconsulten Bron 6. Aantal bezoekers vaccinatiespreekuren 2010 en 2011 1800 4000 1600 2000 1400 0 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4 1200 1000 800 600 400 200 0 jan feb mr apr mei juni juli aug sept okt nov dec 2010 2011

2.3 Vakantiebestemmingen Hoewel er jaarlijks kleine verschillen zijn in bestemmingen lijkt de bestemmingskeuze redelijk stabiel. De meest populaire landen voor bezoekers van de spreekuren van GGD Flevoland zijn Turkije, Indonesië, Suriname, Egypte en Thailand. Bron 7. De 10 meest populaire vakantiebestemmingen in 2010 en 2011 2010 2011 Bestemming Aantal reizigers Bestemming Aantal reizigers 1. Turkije 1200 1. Indonesië 1175 2. Indonesië 1087 2. Egypte 997 3. Suriname 878 3. Turkije 992 4. Egypte 774 4. Suriname 753 5. Thailand 530 5. Thailand 571 6. India 344 6. China 328 7. China 338 7. India 313 8. Zuid Afrika 316 8. Zuid Afrika 305 9. Kenia 247 9. Kenia 291 10. Ghana 238 10. Ghana 251 2.4 Verdeling per spreekuurlocatie, geslacht en leeftijd Tijdens het verslagjaar werden spreekuren gehouden op GGD locaties in Almere, Lelystad en Emmeloord. Daarnaast is gedurende enkele maanden een medisch spreekuur gehouden in het Flevoziekenhuis in Almere. Een ruime meerderheid van de cliënten bezocht de reizigersspreekuren bij de GGD locatie in Almere. Opvallend is dat het aantal vrouwelijke cliënten hoger ligt dan het aantal mannelijke cliënten. Vanaf de leeftijd van 65 jaar ligt het aantal mannen hoger dan vrouwen. Verder valt op dat de gezinnen met kinderen maar een klein deel van de cliëntenpopulatie vertegenwoordigen. Het lijkt erop dat deze gezinnen minder vaak naar landen reizen waarvoor vaccinaties noodzakelijk zijn. De jongeren en 40-plussers vormen een groot deel van de cliëntenpopulatie. Zij hebben over het algemeen meer te besteden en hebben meer mogelijkheden om verre reizen te maken. Bron 8. Aantal consulten naar leeftijd en geslacht Flevoland Totaal 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 Vrouwen Mannen Totaal 400 200 0 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94

Bron 9. Verstrekte recepten en vaccins 2011 per gemeente Noordoostpolder Lelystad Almere DTP Hepatitis A volwassenen De meeste voorkomende recepten en vaccins zijn DTP en hepatitis A volwassenen Bekijk hier de exacte aantallen van verstrekte recepten en vaccins per gemeente 2.5 Verstrekte recepten en vaccins 60% van het totaal aantal reizigers dat gevaccineerd werd in 2011 door de GGD Flevoland, heeft GGD Almere als vaccinatielocatie bezocht. Het aandeel van de gevaccineerde reizigers in Lelystad was 30% en in Emmeloord 10%. Voor overige producten geldt hetzelfde percentage voor drie vaccinatielocaties. 2.6 Conclusie Het verslagjaar 2011 was een stabiel tot goed reizigersjaar. Zowel het aantal cliënten als het aantal gegeven vaccins bleef stabiel ondanks de financiële crisis. De kosten zijn echter afgenomen door een efficiëntere manier van werken.

oa Soa Sense Vanuit de Wet Publieke Gezondheid (WPG) is inzicht in het vóórkomen en de collectieve bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) als taak aan de GGD toegewezen. Daarnaast heeft de GGD een belangrijke taak in het voorkómen van soa door het organiseren van collectieve preventie. Het taakgebied Soa Sense houdt zich daarom met vier deeltaken bezig: 1. Het inzicht verkrijgen in het vóórkomen van soa, ongewenste zwangerschappen, abortus, seksueel geweld. 2. Het geven van voorlichting over soa en veilig vrijen. 3. Het voorkómen van verdere verspreiding door middel van vroege opsporing en behandeling en begeleiding bij partnerwaarschuwing. 4. Het creëren van een aanbod van hulpverlening voor laagdrempelige aanvullende seksuele gezondheidszorg, in aanvulling op de curatieve gezondheidszorg.

3.1 Kwaliteit In het verslagjaar zijn door een kwaliteitswerkgroep binnen het taakgebied de procedures en werkinstructies rondom het Soa spreekuur beschreven, na de eerste interne audit is een nieuwe indeling gemaakt waarin de preventie activiteiten beter tot zijn recht kwamen. In april 2012 komt het taakgebied Soa Sense in aanmerking voor certificering. Tijdens het verslagjaar heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg navraag gedaan over de individuele voorlichting Soa-preventie en aanvullende curatieve Soa-bestrijding met betrekking tot de asielzoekers binnen Flevoland. Asielzoekers kunnen, net als andere inwoners van Flevoland, terecht op de spreekuren. Hiermee voldoet GGD Flevoland aan de eisen zoals gesteld in onderdeel IV van het takenpakket PGA 2009-2011. Alhoewel het taakgebied in 2011 klaar was voor certificering, is besloten om de certificering uit te stellen tot 2012 zodat alle taakgebieden van infectieziekten in één keer gecertificeerd kunnen worden. 3.2 PR & Voorlichting Het taakgebied Soa Sense heeft in 2011 de collectieve preventie, gefinancierd vanuit gemeentegeld, van onderaf opgebouwd. Er zijn maar liefst 25 voorlichtingsbijeenkomsten voor scholen en instellingen en twee voor huisartsen georganiseerd. Er is een groot netwerk opgebouwd met (organisaties op het gebied van) de doel-/risicogroepen. Er is veel afstemming tussen de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het taakgebied geweest. Met name de zelforganisaties op het gebied van allochtonen kwamen in 2011 in het voetlicht door de afronding van het project bevordering seksuele gezondheid allochtonen. Dit project heeft veel allochtonen bereikt met feesten, audities, theaterstukken en andere originele bijeenkomsten. Veel initiatieven worden in 2012 vanwege groot succes verder uitgerold, waardoor het project nog vele jaren effect zal hebben. PR Het onder de aandacht brengen van maatregelen om soa en/of ongewenste zwangerschap te voorkomen en/of te bestrijden en het bespreekbaar maken seksualiteit zijn de belangrijkste doelstellingen in de PR activiteiten van het taakgebied Soa Sense van GGD Flevoland. In 2011 is er op verschillende momenten aandacht besteed aan Soa Sense in Flevoland. Zo is er tijdens de week van de liefde in februari aandacht besteed aan het thema veilig vrijen. Op spreekuren in Almere en Lelystad zijn jongeren getrakteerd op gadgets en lolly s. Er zijn rozen, gadgets en condooms uitgereikt aan leerlingen van ROC s Almere en Lelystad. De valentijnskaart van Sense is aan alle scholen en jongeren buurthuizen in Flevoland ter beschikking gesteld. Tijdens Bevrijdingsfestival Almere en Free Festival hebben de jongeren van het Sense promotieteam gadgets en condooms uitgedeeld aan bezoekers. Op initiatief van jongeren zelf zijn er tijdens een bijzondere campagne op de Meerpaaldagen in Dronten condooms en gadgets uitgedeeld. In 2011 zijn er meer dan in voorgaande jaren seksuele voorlichtingslessen gegeven op ROC s in Almere, Emmeloord en aan VMBO klassen in Lelystad. In het verslagjaar zijn ook jongerenbuurthuizen in Lelystad meerdere malen bezocht door Soa Sense verpleegkundige en de PR medewerker. Jongerenhulpverleners waren daarbij vooraf geïnformeerd over het aanbod van Soa Sense spreekuren bij GGD Flevoland. In juni is er door middel van toiletreclame geadverteerd in Almere. Bij aanvang van studiejaar 2011-2012 zijn op twee middelbare scholen in Almere de scholieren over Soa Sense spreekuren geïnformeerd met een screensaver op waterkoelers. Daarnaast zijn er sponsorcondooms en flyers ter beschikking gesteld aan Almeerse opvangcentra voor jongeren, jongerenbuurthuizen in Almere en Lelystad, de jeugdagenten in de Noordoostpolder en Jongeren Informatie Punt (JIP) Almere. Mede dankzij deze acties en actieve benadering van de pers, is er veel aandacht besteed aan Soa Sense in Flevoland. Voorlichtingsactiviteiten & Outreach activiteiten In 2010 is voor het eerst gewerkt met jaarplannen om collectief risicogroepen voor Soa te bereiken en voor te lichten. Naar aanleiding van de conclusies van het jaarverslag 2009 zijn de volgende doelgroepen bepaald: jongeren, allochtonen, MSM en prostituees. 3.2.1 Jongeren Collectieve preventie is een belangrijk onderdeel van Soa Sense. In 2011 zijn er voorlichtingen gegeven op onder andere ROC s en jongerencentra in Lelystad en Almere. Interactieve lessen op het voortgezet onderwijs en campagnes van Soa Aids Nederland sloegen goed aan bij de jongeren. Om niet alleen de jongeren in Almere en Lelystad te bereiken, is in de loop van 2011 de focus ook meer verlegd naar andere gemeenten in Flevoland. Er wordt contact onderhouden met de directeur van Platform Zorg in de Noordoostpolder (coördinator van alle middelbare scholen en ROC s in de Noordoostpolder) om te kijken of er ook op deze scholen belangstelling is. Het ROC in Dronten is eveneens benaderd voor gastlessen.

Daarnaast is in 2011 gekeken naar wat er in Zeewolde en Urk gerealiseerd zou kunnen worden op het gebied van seksuele hulpverlening voor jongeren. Om dit te bewerkstelligen is hierin nauw samengewerkt met de afdeling Jeugdgezondheidszorg. Eind 2011 heeft de eerste voorlichting op Urk plaatsgevonden. De jongeren waren erg enthousiast. In totaal zijn 25 preventieve voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, fors meer dan de begrootte 15 bijeenkomsten. 3.2.2 Allochtonen Onder de jongeren in Flevoland bevinden zich veel allochtone jongeren. Gebleken is dat allochtone jongeren vaak minder goed scoren op het gebied van seksuele gezondheid. Dit blijkt uit cijfers van de soa poli, maar ook andere organisaties signaleren dit. Zo is volgens het Jongeren Informatie Punt (JIP) het aantal tienerzwangerschappen bij allochtone meisjes hoger dan bij autochtone meisjes. Uit een behoefte onderzoek bleek dat de standaard seksuele voorlichting niet voldoende aansloot bij de behoefte van Surinaamse en Caribische jongeren. Zelforganisaties zijn met de resultaten en aanbevelingen aan de slag gegaan om diverse voorlichtingsactiviteiten te ontwikkelen. GGD Flevoland heeft medewerkers en jongeren van deze organisaties een training gegeven, zodat zij ook zelf voorlichting kunnen geven (peer-education). In 2011 zijn er diverse activiteiten in de vorm van theatervoorstellingen, videoclips en voorlichtingsavonden geweest. In 2012 worden meerdere activiteiten door de zelforganisaties voortgezet. 3.2.3 MSM Ook in 2011 bleef het een uitdaging om mannen die seks hebben met mannen (MSM) actief te benaderen in Flevoland. In 2010 zijn nieuwe contacten gelegd binnen het MSM-netwerk. Voor zover de contacten al bestonden, zijn deze onderhouden, versterkt en uitgebreid. Contact is gelegd met de Schorerstichting, de landelijke coördinator van de hepatitis B campagne bij het RIVM en met de verpleegkundige van GGD Amsterdam die zich met mannenprostitutie bezighoudt. Binnen de regio is contact gelegd met het COC Flevoland (in oprichting), Jong&Out, Gaycafé Den Enghel, Bureau Gelijke Behandeling Flevoland en met de HIV-behandelaar en verpleegkundige van het Flevoziekenhuis. In 2011 is opnieuw het homodeel van het Zilverstrand bij Almere bezocht. Bezoekers kregen een flesje zonnebrand en informatie over soa-onderzoek en de hepatitis B campagne. In 2012 wordt de jonge groep MSM geïnformeerd over hepatitis B vaccinatie en soa-onderzoek. Daarnaast zal er bij outreach acties aandacht aan deze groep worden besteed.

3.2.4 Prostitutie De prostitutie vormt een risicogroep voor het oplopen en verspreiden van soa. Na een inventarisatie van vergunde prostitutiebedrijven in 2010, is in 2011 deze groep actief benaderd. Twee sociaal verpleegkundigen hebben zich gespecialiseerd in deze doelgroep, die een eigen kennis en benadering behoeft. Inmiddels is de legale prostitutie bij de GGD goed in beeld. Bij de vergunde bedrijven in Flevoland worden outreach spreekuren aangeboden. Tijdens deze spreekuren wordt (gratis) soa-onderzoek verricht, worden vaccinaties aangeboden binnen het landelijke vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen en wordt er voorlichting gegeven over veilig werken. Binnen de legale prostitutie is daarmee bijna een 100% vaccinatiegraad tegen hepatitis B bereikt in Flevoland. De bedrijven worden door de verpleegkundigen een aantal keer per jaar bezocht. Nieuwe sekswerkers worden door de exploitanten actief verwezen naar de GGD. Hiermee kunnen wij stellen dat in 2011 het prostitutienetwerk van Soa Sense duidelijk handen en voeten heeft gekregen. Naast de legale en geregistreerde prostituees is er binnen Flevoland echter een (waarschijnlijk) groot illegaal netwerk van prostitutie. Ook binnen deze groep wil GGD Flevoland een bijdrage leveren aan het terugdringen van soa. De benadering van illegale prostitutie vergt specifieke kennis van de doelgroep, een goed netwerk en veel geduld. Inmiddels zijn er voorzichtige contacten gelegd. In 2012 zal met name de nadruk liggen op het benaderen van de illegale prostitutie via het internet. GGD Flevoland streeft ernaar om ook binnen deze groep de vaccinatiegraad tegen hepatitis B met succes te verhogen. 3.3 Curatieve soa-bestrijding Door het ministerie van Volksgezondheid Wetenschap en Sport (VWS) wordt via het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) subsidie verstrekt voor het organiseren van een curatieve soa poli. Dit gebeurde in 2011 door middel van de regeling Aanvullende Curatieve Soa bestrijding (ACS), onderdeel van de subsidieregeling Publieke Gezondheid. De belangrijkste taak van deze poli is het opsporen en behandelen van soa en het voorlichting geven over dit onderwerp. Het percentage gevonden soa was in 2011 wederom hoger dan in voorgaande jaren, 17,4% van de bezoekers werd behandeld of doorverwezen voor één van de vijf geteste soa. Dit is een behoorlijke stijging ten opzichte van de 15,7% in 2010. 3.3.1 Aantal soa-consulten In 2011 zijn 2662 soa consulten in Flevoland uitgevoerd. De bezoekers bij wie na de intake bleek dat testen niet zinvol was, zijn hierbij niet meegerekend. Dit betekent een toename van 8% ten opzichte van 2010. Landelijk was de stijging van het aantal consulten eveneens 8% in 2011. In de GGD vestigingen Almere en Lelystad zijn soa spreekuren gehouden. Het tweewekelijkse middagspreekuur in Emmeloord is per 1 januari 2011 gesloten vanwege te weinig bezoekers. De meeste consulten (1857) vonden plaats in Almere. In Lelystad werden 805 consulten uitgevoerd. Ten opzichte van het totaal aantal gemaakte afspraken is er een no show van 10,2%. Het gemiddelde aantal consulten per maand was in 2011 in Almere 155 en in Lelystad 67 (zie hieronder weergegeven in Bron 10). Traditioneel is er na de zomer in augustus en september altijd een kleine piek in het aantal soa consulten en het aantal gevonden chlamydia-infecties. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat cliënten van de soa poli in de zomer(vakantie) relatief vaak (onveilig) seks hebben. De dip in het aantal consulten in Almere in oktober is mogelijk te verklaren door uitval van personeel door ziekte. Hierdoor werd een aantal spreekuren geannuleerd. Bron 10. Aantal soa-consulten per maand 200 180 160 140 120 Consulten Almere Consulten Lelystad 100 80 60 40 20 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

3.3.2 Kenmerken van cliënten soa-spreekuren In 2011 was 54% van de cliënten vrouw. Bron 11 geeft het aantal cliënten weer naar geslacht en seksuele voorkeur, dat zich op soa liet testen bij GGD Flevoland. Er is onderscheid gemaakt in het aantal vrouwelijke bezoekers, het aantal heteroseksuele mannen en aantal mannen dat aangeeft seks te hebben met mannen (MSM). Het aantal MSM dat gezien werd op de soa poli laat zowel absoluut als relatief (ten opzichte van het totaal aantal bezoekers) een lichte stijging zien. In Flevoland was het aandeel MSM 8,8% van het totaal aantal consulten. Landelijk is dit iets minder dan 20%. Bij navraag bij GGD Amsterdam blijkt dat in het verslagjaar 85 keer een MSM uit het werkgebied van GGD Flevoland was gezien. Dit is conform 2010. Dat wijst erop dat de stijging bij GGD Flevoland niet is gebaseerd op verschuivingen van consulten bij MSM van GGD Amsterdam naar GGD Flevoland. Bron 11. Aantal consulten naar geslacht en seksuele voorkeur 2009 2010 2011 MSM 175 199 233 Hetero man 836 904 991 Vrouw 1232 1364 1438 Totaal 2243 2467 2662 3.3.3 Consulten naar leeftijd De jongste bezoeker die zich op SOA liet testen was 14 jaar, de oudste 67 jaar. De verdeling van het aantal consulten over de verschillende leeftijdsgroepen is vergelijkbaar met 2010 (Bron 12). Vergelijkbaar met andere jaren was de leeftijdsgroep 20-24 jaar weer het best vertegenwoordigd en 50% van de cliënten was jonger dan 25 jaar. Landelijk bedroeg dit aandeel in 2011 44%. Bron 12. Consulten naar leeftijd Leeftijdsgroep 2010 2011 < 19 392 433 20-24 850 896 25-29 445 458 30-34 205 213 35-39 164 173 40-44 130 170 45-49 148 158 50-54 88 97 >55 47 64 3.3.4 Consulten naar geslacht en seksuele voorkeur In de jonge leeftijdsgroepen zagen we in verhouding meer vrouwen dan mannen (Bron 13). Het aandeel van MSM onder de 30 jaar dat zich laat testen is zeer klein. Deze verdeling is vergelijkbaar met de situatie in 2010. Ook dit jaar bleek uit navraag bij GGD Amsterdam dat de groep jonge MSM uit Flevoland daar niet vaker wordt gezien dan voorheen. Bron 13. Consulten naar geslacht en seksule voorkeur per leeftijd Leeftijdsblok Vrouw Hetero man MSM <15 4 1 0 <19 322 99 12 20-24 521 342 33 25-29 247 195 16 30-34 92 96 23 35-39 84 65 24 40-44 75 64 31 45-49 51 66 41 50-54 34 35 28 55 plus 12 27 25 3.3.5 Woongemeente Bezoekers waren afkomstig van binnen en van buiten Flevoland (Bron 14). De meeste bezoekers kwamen uit Almere (61,8%) en Lelystad (19,3%). Van de consulten in 2011 kwam dan ook een fors kleiner aandeel van de mensen uit de Noordoostpolder (3,5%), Dronten (2,1%), Zeewolde (0,9%) en Urk (0,2%). Alleen in de Noordoostpolder is sprake van een lichte daling, waarschijnlijk door het sluiten van de spreekuurlocatie in Emmeloord. Van de bezoekers kwam iets meer dan 10% van buiten Flevoland. 118 van de cliënten waren woonachtig in het verzorgingsgebied van GGD Gooi en Vechtstreek, waar geen soa poli is. Ook vanuit het verzorgingsgebied van GGD Amsterdam lieten 73 cliënten zich in Flevoland testen. Bron 14. Consulten naar woongemeente 1645 515 Almere Dronten Urk GGD Amsterdam Overig 92 55 6 25 324 118 133 73 Lelystad Noordoostpolder Zeewolde GGD Gooi en Vechtstreek

Als gekeken wordt naar het aantal consulten ten opzichte van het aantal inwoners (CBS data april 2011), blijkt ook hier dat Almere (8,6 consulten per 1000 inwoners) en Lelystad (6,8 consulten per 1000 inwoners) hoger scoren (Bron 15). Dronten, Zeewolde en de Noordoostpolder scoren een stuk lager (1,2-2,0 consulten per 1000 inwoners). Uit het absolute aantal consulten is af te lezen dat zeer weinig mensen van Urk zich bij GGD Flevoland op de soa poli laten testen. Dit blijkt ook uit het zeer lage aantal consulten (0,3) per 1000 inwoners. Ondanks het verschil in aantal inwoners, laat het relatief aantal consulten voor de verschillende gemeentes eenzelfde beeld zien als de absolute aantallen consulten. Bron 15. Aantal consulten per 1.000 inwoners per gemeente Almere Lelystad Dronten Noordoostpolder Noordoostpoder Urk Urk Zeewolde Landelijk wordt het afkomstig zijn uit een soa-endemisch gebied gezien als een verhoogd risico op een soa. Hieronder worden personen verstaan die zelf en/of waarvan (één van beide) ouders geboren zijn in een soa-endemisch gebied (dit zijn Suriname, Nederlandse Antillen, Turkije, Marokko, Afrika overig, Zuid-Amerika overig, Azië en Oost Europa). Dus zowel 1e als 2e generatie migranten uit soa-endemische gebieden vallen hieronder. Hierbij wordt de bepaling van herkomst aangehouden welke ook door het Centraal Bureau Statistiek (CBS) wordt gebruikt. 3.3.6 Herkomst De registratie van herkomst van cliënten werd in 2010 zeer onregelmatig bijgehouden. Doordat in 2010 bij 44,6% de herkomst onbekend was, zijn de cijfers van het verslagjaar hier niet geheel mee te vergelijken. Per 1 januari 2011 wordt ook het geboorteland van de ouders van een cliënt gebruikt voor het bepalen van de herkomst. In 2011 werd dit nog niet geheel consequent bijgehouden; bij 8,9% van de cliënten is geboorteland van de cliënt en ouders niet ingevoerd. Van de bezoekers in 2011 had 52% een Nederlandse herkomst (n=1384), dit is een kleiner aandeel dan landelijk (68%).

De hierop volgende grootste groep wordt gevormd door cliënten van Surinaamse afkomst (16,4%). In Bron 16 is te zien hoeveel consulten in 2011 werden verricht, verdeeld naar herkomst. Hierbij zijn alleen soa-endemische herkomstlanden en regio s meegenomen. Bij interpretatie van deze cijfers moet bedacht worden dat de stijging van het aantal cliënten van niet-nederlandse afkomst mogelijk vertekend wordt door de zeer onregelmatige registratie in 2010. Bron 16. Aantal consulten naar niet-nederlandse afkomst 2010 2011 Turks 13 30 Marokkaans 21 53 Surinaams 279 437 Antilliaans 93 135 Oost-Europees 18 27 Aziatisch 74 129 Zuid-Amerikaans (overig) 15 24 Sub Sahara Afrikaans 43 71 3.3.7 Redenen voor komst Cliënten kunnen velerlei redenen hebben om zich te laten testen bij GGD Flevoland. Vanuit de landelijke opgestelde criteria zijn er twee redenen voor komst aangemerkt als hoog risico. Het gaat hierbij om mensen met soa-gerelateerde klachten en mensen die naar aanleiding van partnerwaarschuwing een afspraak maken bij GGD Flevoland. Klachten als reden van komst In 2011 gaven 701 cliënten (26,3%) soa-gerelateerde klachten op als reden van komst. Dit zijn er 200 meer dan begroot. Bij deze groep wordt vaker een soa aangetoond dan cliënten die geen klachten aangeven. Dit is een groep cliënten die binnen de landelijke regeling dan ook expliciet benoemd wordt als doelgroep voor de soa poli van de GGD. Partnerwaarschuwing als reden van komst 244 van de cliënten gaf als reden van komst aan dat er bij hun huidige of een voormalige sekspartner een soa geconstateerd was. Deze personen waren door de partner of anoniem door een GGD gewaarschuwd. Deze groep heeft traditioneel een van de hoogste vindpercentages (percentage cliënten met minimaal 1 aangetoonde soa). Partnerwaarschuwing is dus een effectieve manier om soa vroeg te diagnosticeren, te behandelen en verdere verspreiding te voorkomen. Gewaarschuwde cliënten gelden voor de soa poli als een doelgroep met een hoog risico.

3.3.8 Vindpercentages Bron 18. Vindpercentage naar testlocatie (per maand) De big five zijn de primair onderzochte soa op de soa poli. Bij een toenemend bezoekersaantal is ook het absolute aantal gevonden soa gestegen (Bron 17). De percentuele (relatieve) data laten ook een lichte stijging zien. Dit heeft mogelijk te maken met de extra aandacht die is besteed aan het optimaliseren van de telefonische triage. In 2011 werd geen chlamydia, type lymfogranuloma venereum (LGV) gezien bij GGD Flevoland. De op het oog forse stijging van het aantal syfilis diagnoses moet worden gezien in het licht van het kleine aantal diagnoses en een klein cluster dat we hebben opgespoord met partnerwaarschuwing. Op indicatie kan er optioneel onderzoek worden gedaan naar een aantal andere soa. Dit gebeurt door laboratoriumonderzoek of op basis van het klinisch beeld. Hierbij gaat het om trichomoniasis, herpes simplex (genitale herpes), hepatitis C en condylomata accuminata (genitale wratten). Bron 17. Aantal soa-diagnoses en procentueel ten opzichte van het aantal bezoekers per jaar 2010 % 2011 % Big Five Chlamydia 343 13,9 383 14,4 (waarvan LGV) 1 0,04 - - Gonorroe 62 2,5 90 3,4 Syfilis 1 0,04 8 0,3 Hiv 7 0,6 12 0,5 Hepatitis B 4 0,2 8 0,3 Optioneel Trichomoniasis 1 0,04 2 0,1 Herpes simplex 14 0,6 8 0,3 Hepatitis C 1 0,04 2 0,1 Condylomata 39 1,6 46 1,7 accuminata Het vindpercentage wordt berekend aan de hand van het aantal cliënten met minimaal één van de big five soa. Dit heeft te maken met het feit dat één cliënt meer dan één soa tegelijk kan hebben. Het overall vindpercentage in het verslagjaar 2011 (17,4%) liet een forse stijging zien ten opzichte van 2010 (15,7%). Landelijk was het vindpercentage voor het verslagjaar ongeveer 14%. Aan het begin van 2011 lag het vindpercentage bij locatie Lelystad fors hoger dan bij locatie Almere (Bron 18). Naar het einde van het jaar zijn de vindpercentages voor beide locaties meer bij elkaar gekomen. Over het gehele jaar loopt het vindpercentage van beide locaties nauwelijks uiteen. 0,0% 25,0% 20,0% 15,0% Almere 10,0% Lelystad 5,0% 0,0% jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Vindpercentage naar risicogroep Het vindpercentage voor soa varieert sterk per risicogroep (Bron 19). Hierbij kan een persoon in meerdere categorieën meetellen, aangezien iemand tot meerdere risicogroepen kan behoren. De hoogste vindpercentages zijn conform gevonden in de groep gewaarschuwde cliënten (42,2%) en bij bekend hiv-positieve MSM (36,0%). Daarnaast zijn er nog 5 groepen te identificeren die een hoger vindpercentage laten zien dan het overall vindpercentage (17,4%): cliënten met soa gerelateerde klachten (23,4%), jongeren onder de 25 jaar (21,3%), MSM (20,2%), cliënten met herkomst uit een soa-endemisch land (20,1%) en mensen met 3 of meer seksuele contacten in het afgelopen half jaar (19,9%). De groep cliënten die als geen doelgroep aangemerkt kan worden, omvat die groep cliënten die 25 jaar of ouder zijn, geen MSM zijn, niet in de prostitutie werken, geen klachten hebben, niet gewaarschuwd zijn, zonder herkomst uit een soa-endemisch land en minder dan 3 seksuele contacten in het afgelopen haar hebben gehad. In 2011 bestond deze groep uit 223 cliënten. Anonimiteit was voor deze groep de enige indicatie voor een soa test bij de GGD. Het vindpercentage binnen deze groep is laag (6,3%), zoals verwacht mag worden van een als geen doelgroep aangemerkte groep cliënten. In 2012 zullen deze cliënten niet meer terecht kunnen bij de GGD maar naar de huisarts worden verwezen. Omdat het aantal consulten bij bekend hiv-positieve MSM (25) en prostituees (73) in verhouding klein is, moet het vindpercentage met enige terughoudendheid geïnterpreteerd worden. Bron 19. Vindpercentage naar risicogroep 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 2010 10,0% 2011

Vindpercentage naar herkomst Wanneer naar herkomst wordt gekeken, is te zien dat het hoogste vindpercentage wordt gevonden bij mensen met een Surinaamse herkomst (24,9%). Andere groepen met een duidelijk hoger vindpercentage zijn cliënten met een Turkse en Marokkaanse herkomst (Bron 20). Van deze groepen werd echter maar een beperkt aantal cliënten gezien bij GGD Flevoland, waardoor de waarde van deze cijfers beperkt is. De variatie in vindpercentage naar herkomst in 2010 moet met terughoudendheid worden geïnterpreteerd door de beperkte registratie van herkomst in dat jaar. Ondanks de soms kleine aantallen bezoekers met een bepaalde herkomst, lijken deze regionale cijfers veel op de landelijke cijfers in 2011. Echter landelijk werd bij elke groep van niet-nederlandse herkomst vaker een soa aangetoond dan bij cliënten van Nederlandse afkomst. Bij de groep cliënten met een Antilliaanse afkomst het vaakst een soa aangetoond. Bron 20. Vindpercentage herkomst 500 450 400 350 300 250 200 150 2010 100 50 0 2011 Vindpercentage naar woongemeente GGD Flevoland is verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg in zes gemeenten. Van elke bezoeker werd de viercijferige postcode geregistreerd. Dit maakt het mogelijk om bezoekersaantallen en vindpercentages naar woongemeente op te stellen (Bron 21). Eerder in dit verslag werd al aangegeven dat het bezoekersaantal voor de gemeenten zonder testlocatie beperkt is. Dit moet men in het achterhoofd houden bij het interpreteren van de vindpercentages naar woongemeente. Een vindpercentage van 0% bij cliënten uit Urk heeft namelijk nagenoeg geen waarde als dit afgezet wordt tegen een bezoekersaantal van zes personen uit deze gemeente. Hetzelfde geldt voor het hoge vindpercentage onder de 25 cliënten uit Zeewolde. Bron 21. Vindpercentage naar woongemeente in Flevoland 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 2010 2011 10,0% 5,0% 0,0% Via het abortusspreekuur, dat plaatsvindt op de GGD locatie in Almere, selecteert de spreekuurhoudend arts ook vrouwen met een hoger risico op soa. Deze vrouwen krijgen bij hun bezoek aan het abortusspreekuur een soa test aangeboden. Indien een cliënt dit wil, wordt er testmateriaal afgenomen. Vanaf eind juli 2010 registreren wij welke vrouwen via dat spreekuur getest worden. In 2011 werden 103 vrouwen via het abortusspreekuur op soa getest. Bij 14 van deze cliënten (13,6%) werd een soa aangetoond. 3.3.9 Chlamydia en gonorroe Chlamydia is de meest voorkomende soa in westerse landen (waaronder Nederland), gevolgd door gonorroe. Op dit gebied laten de soa cijfers van GGD Flevoland een beeld zien conform de landelijke situatie. In 2011 werd bij 2659 consulten een chlamydia test uitgevoerd. Bij 383 van de op chlamydia onderzochte cliënten (14,4%) werd de diagnose ook vastgesteld. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010 (13,9%). Landelijk laat dit een stijging zien in dezelfde orde van grootte, maar ligt dit getal ongeveer tussen de 11% en 12% voor 2011. Bij alle cliënten bij wie op chlamydia werd getest, werd ook op gonorroe getest. Bij 90 cliënten werd gonorroe vastgesteld (3,4%). Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010 (2,5%). Dit is conform de landelijke cijfers over 2011.

Chlamydia en gonorroe naar leeftijd Het risico dat een cliënt chlamydia heeft, is omgekeerd evenredig met de leeftijd. Hoe jonger de cliënt, hoe hoger de kans op chlamydia. Hierbij is een kleine piek te zien in de groep cliënten van 35 tot en met 39 jaar. Een groot deel van de gonorroe diagnoses werd gesteld bij de groep onder de 25 jaar. 38 van de 90 cliënten (42,2%) met gonorroe behoorde tot deze groep. Het vindpercentage bij de oudere leeftijdsgroepen varieert, maar hierbij moet rekening gehouden worden met een klein aantal positieve testen per leeftijdsgroep (Bron 22). Chlamydia en gonorroe naar doelgroep De vindpercentages voor chlamydia en gonorroe kunnen worden uitgesplitst naar doelgroep (Bron 23). Bij de groep voor soa gewaarschuwde cliënten werd het vaakst chlamydia aangetoond (35,2%), maar ook gonorroe werd bij deze groep relatief vaak vastgesteld (7,0%). Hetzelfde geldt voor gestelde diagnoses chlamydia bij cliënten met klachten (18,2%). Bij deze groep werd ook nog relatief vaak gonorroe vastgesteld (6,6%). Opvallend is de sterke daling in het vindpercentage voor chlamydia bij MSM, dit daalde van 16,1% in 2010 naar 9,0% in het verslagjaar. Hiermee daalt het vindpercentage voor chlamydia voor deze doelgroep onder het overall vindpercentage bij GGD Flevoland (14,4%). Hierbij moet rekening gehouden worden dat dit gebaseerd is op slechts 233 consulten (in 2010 waren dit er 199). Ook in het vindpercentage voor gonorroe is een sterke daling zichtbaar voor deze doelgroep, van 11,6% naar 7,3%. Echter blijft dit ruim hoger dan het overall vindpercentage voor gonorroe (3,4%). Een duidelijke verklaring voor deze daling is niet aan te wijzen. Landelijk wordt een stijging gezien voor beide soa. Voor MSM lag het percentage positieve testen voor chlamydia en gonorroe op respectievelijk 10,5% en 9,0%. Ook bij de cliënten werkzaam in de prostitutie werd ook een forse daling gezien, waarbij de vindpercentages voor zowel chlamydia als gonorroe onder de overall vindpercentages gedaald zijn. Hierbij moet net als bij de doelgroep MSM in gedachten gehouden worden dat de doelgroep prostitutie slechts een kleine groep (73 consulten totaal) omvat in het verslagjaar. Als laatste opvallende verandering kan worden opgemerkt dat bij de cliënten die zichzelf als swinger omschrijven een stijging in het aantal cliënten met chlamydia te bemerken is. Voor de overige doelgroepen is het vindpercentage voor chlamydia en gonorroe stabiel te noemen. Bron 22. Aantal positieve testen chlamydia & gonorroe naar leeftijd 25,0% 20,0% 15,0% Chlamydia 2010 Chlamydia 2011 10,0% Gonorroe 2010 Gonorroe 2011 5,0% 0,0% <15 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55plus

Bron 23. Aantal positieve testen (chlamydia & gonorroe) naar doelgroep 120% 100% 80% Chlamydia 2010 60% Chlamydia 2011 40% Gonorroe 2010 Gonorroe 2011 20% 0% 3.4 Aanvullende seksuele gezondheidszorg Sense is een taakgebied waarbij laagdrempelige aanvullende seksuele gezondheidszorg aangeboden wordt aan jongeren tot 25 jaar. Hierin werd in 2011 financieel voorzien door de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg (ASG), onderdeel van dezelfde subsidieregeling. De soa poli biedt sinds 2007 behalve soa testen ook anoniem en gratis hulp bij vragen of problemen met betrekking tot seksualiteit, anticonceptie en ongewenste zwangerschap (Sense). In maximaal twee gesprekken wordt uitgezocht wat het probleem is. Meestal kan er met uitleg en geruststelling worden volstaan, soms is een verwijzing naar de seksuoloog, psycholoog of huisarts nodig. Voorheen werd deze aanvullende seksuologische hulpverlening (ASH) aan elke cliënt aangeboden. De landelijke subsidie voor deze consulten is per 1 januari 2010 teruggedraaid naar de leeftijdsgroep onder de 25 jaar. Bij GGD Flevoland is besloten om nog tot april 2010 met consulten voor alle leeftijdsgroepen door te gaan, daarna werd het gratis bieden van deze hulp te kostbaar voor de GGD. Daarnaast is er strenger gekeken naar de indicatie voor het declareren van Sense consulten. Dit verklaart de daling in het aantal consulten dat is ingezet in 2010 en zich heeft voortgezet over 2011 (Bron 24). 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal Sense consulten 135 713 994 868 616 Bron 24. Aantal Sense consulten per maand 40 35 30 25 20 15 10 Lelystad Almere via APLA 5 0 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec