Het inkomen van een land berekenen



Vergelijkbare documenten
Het inkomen van een land berekenen

Het inkomen van een land berekenen

Macro-economische gegevens

Macro-economische gegevens

Internationale macro-economische gegevens

INKOMEN PER HOOFD IN BELGIË EN INDIA 1

Geld en prijzen op de lange termijn

Geld en prijzen op de lange termijn

Geld en prijzen op de lange termijn

LAND: Noorwegen. LAND: Nederland

Geld en prijzen op de lange termijn

Financiële economie. Opbrengsvoet en risico van een aandeel

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Financiële economie. Luc Hens 7 maart Opbrengsvoet en risico van een aandeel

0. Wat is Macro-economie? 1. Totale Productie ( Aggregate Output ) 2. Werkloosheid 3. Prijsstijging (Inflatie) 4. Wegwijzer = Structuur cursus

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Eindexamen havo economie oud programma I

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 16

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Welzijn, meer dan bruto binnenlands product. Horizon februari 2015 Edwin De Boeck, Hoofdeconoom KBC Groep

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Hoofdstuk 27 Landenrisico

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Errata Economie: oefeningen

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Milieu- en klimaatuitdagingen voor de 21ste eeuw: van Europese visie naar lokale betekenis en actie. Hans Bruyninckx, Mortsel, 9 oktober 2105

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Consumptieve bestedingen van de particulieren Consumptieve bestedingen van de overheid Bruto vaste kapitaalvorming

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0

Eindexamen economie havo II

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Economische prognose IMF voor het GOS

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

Samenvatting Economie Rekonomie

Inleiding tot de Macro-economie: Werkstukken

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Ga indien nodig naar het toilet voor je aan het examen begint. Tijdens het examen mag je het lokaal niet verlaten.

1 De economische kringloop

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

De nationale rekeningen en het ESR 2010

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

Overheid en economie

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

Economische prognose IMF voor het GOS

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Algemene Economie II: Taak 1

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Economie groeit met 0,7 procent

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

De evolutie van de fiscale

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II

Een Algemeen Evenwichtsmodel voor Vlaanderen: Eerste Resultaten

Mogelijke onderzoeksonderwerpen voor de geïntegreerde opdracht

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Transcriptie:

Het inkomen van een land berekenen Luc Hens 17 februari 2015 Waar vind je het bbp van België? De Nationale Bank van België publiceert vier maal per jaar het Statistisch Tijdschrift, dat de macro-economische kerncijfers voor België bevat. Je kan het Statistisch Tijdschrift afhalen als een pdf-bestand: ga naar de webstek van de Nationale Bank van België (www.nbb.be) en volg de koppeling Statistieken en vervolgens Publicaties. Het nominale bruto binnenlands product en zijn besteding staat in tabel 1.1.3 ( tegen lopende prijzen betekent: nominaal), het reële bruto binnenlands product in tabel 1.1.4 ( in volume betekent: reëel). De particuliere consumptie (C) is de som van Consumptieve bestedingen van huishoudens (nationaal) en Consumptieve bestedingen van IZW s (instellingen zonder winstoogmerk). De investeringen (I) zijn de som van Investeringen in vaste activa (bruto) en Veranderingen in voorraden. Overheidsaankopen van goederen en diensten (G) is Consumptieve bestedingen van de overheid. Je vindt dezelfde cijfers ook terug in tabel 2.1 van Instituut voor de Nationale Rekeningen, Nationale rekeningen: Kwartaalrekeningen, Brussel: Nationale Bank van België (ook beschikbaar op www.nbb.be). Tabel 1 toont het Belgische bruto binnenlands product (bbp) opgesplitst in de componenten van de bestedingen. Het bruto-binnenlands product vanuit de inkomensoptiek staat in tabel 1.1.5. In België maakte in 2013 de beloning van werknemers en de sociale premies ten laste van de werkgevers ongeveer 51% uit van het bbp (ga na!). De rest bestaat uit winsten, landrentes, en de vergoedingen die zelfstandigen aan zichzelf uitkeren (die ook voor een deel een vergoeding zijn voor de productefactor arbeid). Het bruto-binnenlands product berekend aan de hand van de toegevoegde waarde staat in tabellen 1.1.1 (nominaal) en 1.1.2 (reëel). Deze tabellen maken het mogelijk om het economische belang van een sector te berekenen. Zo zorgde in 2013 het onderwijs voor een goede 6% van het bbp (ga na!). Opdracht 1a. Zoek op de webstek van de Nationale Bank van België (www.nbb.be) het Statistisch Tijdschrift van 2014, 4de kwartaal. Localizeer tabel 1.1.3 (besteding van het nationaal product, lopende prijzen). Ga na of je in tabel 1.1.3. de gegevens kan terugvinden die de kolom Totaal van tabel 1 vormen. Met het bevolkingscijfer voor midden-2013 (11 129 578) kan je het bbp per persoon (kolom 2) berekenen. Met kolom 1 of 2 kan je ook makkelijk C,I,G, 2015. Handreiking bij hoofdstuk 20 in Mankiw and Taylor (2014). Bijgewerkt op 17 februari 1

Tabel 1: De besteding van het Belgische bbp (2013, tegen lopende prijzen) Totaal Per persoon Procent van (in miljarden euro) (in euro) het totaal Consumptie, C 204 18 327 52 Investeringen, I 89 8 040 23 Overheidsaankopen, G 97 8 671 24 Uitvoer, EX 327 29 392 83 Invoer, IM ( ) ( )322 ( )28 916 ( )81 bbp, Y = C + I + G + NX 395 35 515 100 Noot. De cijfers voor het totale bbp en zijn bestedingscomponenten komen uit: Nationale Bank van België (2014), Statistisch Tijdschrift, nr. 2014/IV, tabel 1.1.3 p. 22. De percentages en de cijfers per hoofd zijn eigen berekeningen. Om de cijfers per hoofd te berekenen gebruikte ik de geraamde bevolking voor midden-2013 (11 129 578) berekend als het gemiddelde van de geraamde bevolking op 1 januari 2013 en op 1 januari 2014. De bevolkingscijfers komen uit: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (2014), Loop van de Bevolking van België 2013-2060, geraadpleegd op 6 februari 2015 op http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/ cijfers/bevolking/vooruitzichten/ EX, en IM als procent van het totaal (kolom 3) berekenen. Verifieer dat Y = C + I + G + EX IM Opdracht 1b. Wat was het economisch belang (uitgedrukt als een percentage van het bbp) van de sector vervaardiging van chemische producten in het bbp van België in 2013? Waar vind je het bruto binnenlands product van andere landen? Enkele veelgebruikte internationale bronnen voor gegevens over het bruto binnenlands product zijn: de Penn World Table 7.1 (Heston et al. (2012): gegevens voor 189 landen, 1950 2010, beschikbaar op pwt.econ.upenn.edu), en de Penn World Table 8.0 (Feenstra et al. (2013): gegevens voor 167 landen, 1950 2011, beschikbaar op http://www.rug.nl/research/ggdc/data/pwt/); International Monetary Fund, International Financial Statistics Yearbook. Beschikbaar in druk in de universiteitsbiblioteek. Je vind het bruto binnenlands product en zijn componenten in de Country Tables onder het land in kwestie, afdeling National Accounts. Als er geen basisjaar vermeld is, gaat het om nominale bedragen. Het reële bbp (in prijzen van 2010) is GDP Volume 2010 Prices. Wees voorzichtig als je het bbp per hoofd tussen landen wil vergelijken. Prijsverschillen tussen landen kunnen vergelijking bemoeilijken: met een maandelijks inkomen van 2000 euro kan je doorgaans meer kopen in Griekenland dan in 2

Finland. Cijfers uitgedrukt in koopkrachtpariteit houden rekening met zulke internationale prijsverschillen (koopkrachtpariteit is Purchasing Power Parity (PPP) in het Engels.) Om het bbp per hoofd te vergelijken tussen landen met een verschillende munt moeten de bedragen bovendien omgezet worden naar een gemeenschappelijke munt. Maar de wisselkoers kan erg schommelen van jaar tot jaar, wat de cijfers van het bbp per hoofd kan vertekenen. De gegevens van de Penn World Table zijn internationaal vergelijkbaar. Ook op de webstek van de Wereldbank (www.worldbank.org) kan je gegevens vinden die internationaal vergelijkbaar zijn. Opdracht 2. Ga naar de webstek van de Penn World Table 7.1: pwt.econ.upenn.edu. Zoek in de Penn World Table 7.1 het het bbp per hoofd van België en van een armer land uit Afrika, Azië, of Zuid-Amerika voor een recent jaar. Neem reeks cgdp: PPP Converted GDP Per Capita, G-K method, at current prices (in I$) ; dit is het nominale bbp per hoofd in koopkrachtpariteit, uitgedrukt in internationaal vergelijkbare dollars. Hoeveel maal was het bbp per hoofd in België hoger dan in het arme land? Opdracht 3. Zoek in de gevensbank van de universiteitsbibliotheek (www. vub.ac.be), doorklikken naar Bibliotheek ) het plaatsnummer van International Financial Statistics Yearbook (de institutionele auteur is: International Monetary Fund). Noteer het plaatsnummer. Ga naar de bibliotheek en localiseer de meest recente editie (2014) van International Financial Statistics Yearbook in de rekken. Als je de editie voor 2014 van International Financial Statistics Yearbook niet kan vinden, zoek dan de maandelijkse editie van International Financial Statistics voor januari 2015 (omdat dat een lopende jaargang is van een tijdschrift, staat het in een andere afdeling van de bibliotheek; vraag de bibliothecaris om hulp als je niet weet waar de lopende jaargangen van tijdschriften staan). Zoek onder Country Tables de tabel voor België. Zoek in de tabel de afdeling National Accounts. Localiseer de gegevens voor het nominale bruto binnenlands product en zijn componenten. Consumptie is Household Consumption Expenditures, incl. NPISHs [Non Profit Institutions Serving Households]. Investeringen zijn de som van Gross Fixed Capital Formation en Changes in Inventories. Overheidsaankopen van goederen en diensten zijn Government Consumption Expenditures. Creëer een tabel zoals tabel1 (enkel kolom 1). Voor 2013 zouden de cijfers in beide tabellen ongeveer hetzelfde moeten zijn. 3

Tabel 2: Het bbp, levensverwachting en scholing Land Inkomen per persoon Levensver- Gem. aantal (in US$) wachting (jaar) jaren scholing Verenigde Staten 52 308 79 13 Duitsland 43 049 81 13 Nederland 42 397 81 12 België 39 471 81 11 Japan 36 747 84 12 Rusland 22 617 68 12 Turkije......... Brazilië 14 275 74 7 China 11 477 75 7 Marokko......... India 5 150 66 4 Pakistan 4 562 67 5 Bangladesh 2 713 71 5 Congo (Dem. Rep.) 444 50 3 Noot. Data uit United Nations Development Programme, Human Development Report 2014, Statistical Annex: tabel 1 ( Human development index and its components ). Het inkomen per persoon heeft betrekking op 2013 en is uitgedrukt in koopkrachtpariteit en in prijzen van 2011. De levensverwachting heeft betrekking op 2013. De scholing heeft betrekking op 2012. Het bbp en de economische welvaart Het United Nations Development Programme publiceert elk jaar het Human Development Report, dat bestaat uit een aantal artikelen over aspecten van de economische ontwikkeling en een statistische annex met tabellen. Tabel 2 werkt tabel 20.2 in Mankiw and Taylor (2014, p. 451) bij aan de hand van gegevens uit het Human Development Report 2014. Ze toon het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking en twee maatstaven van de levenskwaliteit van 14 landen. Opdracht 4. Ga naar de webstek van United Nations Development Programme (www.undp.org). Volg de koppeling Publications. Haal het Human Development Report 2014 (beschikbaar als pdf-document) af. Raadpleeg Statistical Annex tabel 1 ( Human development index and its components ). Vul tabel 2 aan waar de... staan. Lees ook: Joseph Stiglitz, Towards a better measure of well-being, Financial Times, 13 September 2009 (je hebt toegang tot de Financial Times via de webstek van de VUB-bibliotheek. Volg de koppeling Gegevensbanken ). Het reële bbp op de lange termijn en de korte termijn Figuur 1 vult afbeelding 30.1 in Mankiw and Taylor (2014, p. 639) aan. Op 60 jaar tijd is het reële bbp per hoofd in België gestegen met een factor 5: van zowat 4

$ 7 200 in 1950 tot bijna $ 35 500 in 2011 (prijzen van 2005) (data berekend aan de hand van de Penn World Table 8.0 (Feenstra et al., 2013). 35000 30000 bbp/hoofd (US dollar, prijzen van 2005) 25000 20000 15000 10000 5000 0 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 Figuur 1: Het reële bbp per hoofd van de bevolking van België sinds 1950. Noot. Recessies perioden waarin het reële bbp daalde zijn aangegeven met verticale balken. Het reële bbp per hoofd is berekend als de verhouding tussen de variabelen rgdpe en pop uit de Penn World Table 8.0. De formule voor de bbp-deflator Mankiw and Taylor (2014, pp. 447 448) geven de formule voor de bbp-deflator (een index van het prijzenpeil van de geproduceerde goederen en diensten) als bbp-deflator = nominale bbp reële bbp 100 Je bekomt deze formule als volgt. Het nominale bbp meet de marktwaarde van alle eindgoederen en diensten die in een land geproduceerd zijn gedurende een 5

bepaalde periode (een kwartaal of een jaar). Als een economie n eindgoederen en diensten produceert, dan is nominale bbp = P 1 Q 1 + P 2 Q 2 +... + P n Q n (zie Mankiw and Taylor (2014, tabel 20.1 p. 446); in het voorbeeld is n = 2). Deze uitdrukking impliceert dat dat het niveau van het nominale bbp ten opzichte van het basisjaar opgesplitst kan worden in twee factoren: nominale bbp = reële bbp prijzenpeil wat je (bijvoorbeeld voor het lopende jaar 2014) kan schrijven als: nominale bbp van 2014 reële bbp van 2014 = nominale bbp v/h basisjaar reële bbp v/h basisjaar prijzenpeil Voor het basisjaar is het reële bbp gelijk aan het nominale bbp, en dus: nominale bbp van 2014 nominale bbp v/h basisjaar = reële bbp van 2014 nominale bbp v/h basisjaar prijzenpeil Vermenigvuldig beide leden met het nominale bbp van het basisjaar, en je krijgt: nominale bbp van 2014 = reële bbp van 2014 prijzenpeil Zonder de factor met het prijzenpeil af in het linkerlid: prijzenpeil nominale bbp van 2014 = reële bbp van 2014 Als we deze uitdrukking voor het prijzenpeil nu uitdrukken als een index die in het basisjaar de waarde 100 aanneemt, krijgen we bovenstaande formule: bbp-deflator = nominale bbp reële bbp 100 In het numerieke voorbeeld van Mankiw and Taylor (2014, tabel 20.1 p. 446) geeft dat: bbp-deflator voor 2014 = 600 100 171 350 De waarde 171 voor de bbp-deflator betekent dus dat in 2014 het prijzenpeil van de geproduceerde goederen en diensten een factor 1,71 hoger was dan in het basisjaar 2013. 6

Opdracht 5. Zoek in de meest recente editie (2014) van International Financial Statistics Yearbook onder Country Tables de tabel voor België. Zoek in de tabel de afdeling National Accounts. Localiseer de gegevens voor de bbp-deflator. Wat is het basisjaar? Wat is de waarde van de bbp-deflator in 2012? Leg in verstaanbare taal uit wat deze waarde betekent. Noteer de gegevens en resultaten van opdrachten 1 t.e.m. 5 op een afzonderlijk blad (zet je naam bovenaan) en breng het blad mee naar de volgende sessie van de werkcolleges, practica en oefeningen. Referenties Feenstra, R. C., Inklaar, R., and Timmer, M. P. (2013). The Next Generation of the Penn World Table. Available for download at www.ggdc.net/pwt. Heston, A., Summers, R., and Aten, B. (2012). Penn World Table Version 7.1. Center for International Comparisons of Production, Income and Prices at the University of Pennsylvania, Philadelphia. Mankiw, N. G. and Taylor, M. P. (2014). Economics. Cengage Learning, Andover, 3 rd edition. 7