1 Inleiding. Buro Cleijsen Pagina 1 van 9

Vergelijkbare documenten
Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

Evelien Ploos van Amstel

Rapportage Scope 3 Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Rapportage Scope 3 Emissies

Scope 3 analyse. Opgesteld in samenwerking met: Will2Sustain, adviesbureau in duurzaam ondernemen

CO2-Prestatieladder. Ketenanalyse woonwerkverkeer Klaver Giant Groep

Meest Materiële scope 3 emissies

Rapportage Scope 3 Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Ketenanalyse Woon-werk verkeer VBK Noord B.V. Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Scope III analyse 2015

4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakker

Ketenanalyse Woon-werk verkeer Hollandia BV. Opgesteld volgens de eisen van het Greenhouse Gas Protocol

Meest materiële Scope 3 emissies en twee ketenanalyses

Ketenanalyse Woon-werk verkeer De Jong en Zoon Beheer B.V.

Memo introductie inventarisatie scope 3

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

Analyse rangorde scope 3 emissies

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

Reductie. Scope 3. 4.B.1 Reductie; scope 3 Versie 1.0

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

Emissie inventaris Brouwers Groenaannemers SCOPE 3 ANALYSE

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

Scope-3-analyse Robert Bosch B.V.

SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) activiteiten

Ketenanalyse stalen kozijnen in project "Mauritshuis"

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

Periodieke rapportage 2014

Ketenanalyse Staal in project "De Gagel" Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Scope 3. CO₂-emissie analyse 2016 PQR. Rijnzathe 7. De Meern

1. Introductie Doel Omvang, bereik Taken en verantwoordelijkheden... 3

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Ketenanalyse Tijdelijke Verkeersborden Traffic Service Nederland

Rangorde scope 3 emissies CO 2 -Prestatieladder niveau 4

Ketenanalyse grasmaaien

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Ketenanalyse Staal in project Julianasluizen. Opgesteld volgens de eisen van het Greenhouse Gas Protocol

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

[2018] Inclusief strategieën ter reductie van scope3-emissie. Aannemings- en wegenbouwbedrijf Verdam B.V.

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Dominantieanalyse voestalpine Railpro BV en RPS

Strategisch plan. Opdrachtgever. Auteur. NBB-groep D. Doornenbal. C. Everaars, Dé CO 2 Adviseurs

Scope 1 en 2 doelstellingen KZ Aanneming en Groenvoorziening

Periodieke rapportage 2014

4.A.1 Rapportage meest materiële scope III emissies

Aannemersbedrijf J. van den Brand B.V.

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Meest Materiële Emissies Scope 3

Bepaling rangorde meest materiële scope 3 emissiebronnen van BAM Infratechniek

INZICHT IN SCOPE 3 EMISSIES

Ketenanalyse beton Max Bögl Nederland B.V.

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING Rapportage

Periodieke rapportage 2016 H1

Ketenanalyse. Uitstoot ingehuurde onderaannemers. van. Datum opgesteld: 16 november Auteur(s): S. Jonker (AMK Inventis)

Memo Meest Materiële Emissies CO 2 -Prestatieladder

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Periodieke rapportage 2016 H2

VolkerRail Holding CO2 Voortgangsrapportage H1 2017

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Periodieke rapportage 2 e helft maart 2015 versie definitief

Ketenanalyse herverlichting "Doorgaande wegen gemeente Sint-Michielsgestel"

Ketenanalyse bermgras. Groen Beheer Grafhorst B.V.

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

CO 2 Prestatieladder. Ketenanalyse diesel. Aspect(en): 4.A.1

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Ketenanalyse. Uitstoot ingehuurde onderaannemers. van. Datum opgesteld: 16 november 2015 (aanpassingen oktober 2018)

DOMINANTIEANALYSE SPIE NEDERLAND B.V.

Ketenanalyse Diesel. Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Kwalitatieve en kwantitatieve scope 3 analyse

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

KETENANALYSE DIESELVERBRUIK SCOPE 3 EMISSIE

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

[2018] Ketenanalyse Scope 3 Emissie [Transport van zand naar projecten in Diemen] Aannemings- en wegenbouwbedrijf Verdam B.V.

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Ketenanalyse PVC. in project Rioolvervanging en herinrichting Westereng te Bussum

Scope 3 emissie inventarisatie

Review CO2 reductiedoelstellingen. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0

Jaar: 2015 Scope 1 & 2

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

CO2 reductiedoelstellingen Conform de CO2-prestatieladder 2.2

Ketenanalyse staal. Max Bögl Nederland B.V.

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

Ketenanalyse Bermgras. De Jong en Zoon Beheer B.V.

Inventarisatie scope 3 emissie categorieën. (CO2 Prestatieladder 4.A.1 en 4.B.1)

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder

KETENONDERZOEK END OF LIFE AFVALVERWERKING

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Rapportage Scope 3-Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard

Transcriptie:

1 Inleiding In het kader van het behalen van niveau 4 op de CO2-Prestatieladder voert de KoningGroep twee analyses uit van een GHG (Green House Gas) genererende keten. De dominantie analyse en de keten analyse. Dit document beschrijft beiden van de organisatie. Deze ketenanalyse is opgesteld door de KoningGroep met informatie en ondersteuning van collega s. Buro Cleijsen Pagina 1 van 9

2 Domininantie analyse Buro Cleijsen dient deze analyse te kunnen overleggen waarin het laat zien dat haar meest belangrijke scope 3 emissie in het kaart heeft gebracht. Deze emissies zijn in deze verslaglegging geidentificeerd en op grove wijze gekwantificeerd. 2.1 Doelstelling Doel is om op basis van een grove berekening, te komen tot een rangorde van de meest materiele scope 2 emissiebronnen die tezamen de grootste (70-80%) bijdrage leveren aan totale scope 3 emissies van het bedrijf. Dit door te letten op de volgende principes, zoals benoemd in Corporate Value Chain; relavantie completeren consistentie transparantie nauwkeurigheid 2.2 Beschrijving analyse We standaard schrijft voor tot het identificeren van de volgende relevante emissies omvang invloed risico stakeholders outsourcing overig De rangorde dient aan te geven welke scope 3 emissies voor de KoningGroep meer en minder voor de hand liggen om een reductie aanpak voor te ontwikkelen. De berekende omvang van de scope 3 emissies dient bij de bepaling van de rangorde dan uiteraard het zwaarst gewogen te worden. In beperkte mate kan de rangorde vervolgens worden aangepast op grond van de overige 6 criteria. Voorbeeld: Het heeft geen zin om CO2-reductie na te streven in een keten waar het bedrijf duidelijk geen enkele invloed op kan uitoefenen. Naast bovenstaande criteria uit het GHG-protocol, worden de volgende overige criteria ook van belang geacht: Aanvulling op bestaande kennis; Of de benodigde gegevens / informatie voorhanden zijn; Mogelijkheden voor emissiereductie. 2.3 Identificatie 2.3.1 Organisatorische grenzen 2.3.2 2 scope 3 categorieen Buro Cleijsen Pagina 2 van 9

2.4 Significante scope 3 analyse 2.4.1 Upstream Onder deze categorie vallen de ingekochte goederen te scheiden in productie gerelateerd (A) en niet productie gerelateerd (B), zijnde A verf / coatings grit diesel verbruiksartikelen B kantoorartikelen energie kantoor kapitaalgoederen Met betrekking tot kapitaal goederen wordt sinds enige jaren rekening gehouden met de milieuaspecten en de laatste drie jaar ook energieaspecten. Echter deze goederen kennen vaak een levensduur van 10 tallen jaren. Invloed hierop is klein, zo niet onmogelijk. brandstof en energie gerelateerde activiteiten Bij opdrachten wordt beoordeeld of het huren van materieel (nieuw) dit effectiever is dan het plaatsen van de eigen energiebronnen. (de generatoren / compressoren) transport en distributie Ingehuurd transport is vooral van toepassing voor het aan en afvoeren van materieel naar de productielocatie, eventueel ook voor het aanleveren van te coaten materiaal op de eigen locatie. gegenereerd afval (grit en verfafval) Afval wordt verzorgd door geselecteerde verwerkers. Deze geven inzicht, echter in geval van projecten worden de kosten naar de projecten geschreven. zakentransport Dit betreft het eigen wagenpark. Invloed hierop is mogelijk, door te gaan carpoolen, overnachten etc. geleasde bedrijfsgoederen Het meerendeel van het wagenpark is in eigendom. Bij aanschaf wordt steeds weer de overweging gemaakt hoe hier mee om te gaan. Dit is moment en medewerker gebonden. Met betrekking tot woon/werk verkeer is dit in de zakelijke auto s meegenomen. Prive verkeer ten aanzien van woon/werk niet. Met prive auto s naar projecten toe is niet van toepassing. 2.4.2 Downstream transport Ingehuurd transport is vooral van toepassing voor het aan en afvoeren van materieel naar de productielocatie, eventueel ook voor het aanleveren van te coaten materiaal op de eigen locatie. Buro Cleijsen Pagina 3 van 9

Invloed op transport door derden wordt door ons beinvloed door momenteel Euro 5 te monitoren en Euro 6 te wensen. verwerken van gekochte producten niet van toepassing gebruik van gekochte producten niet van toepassing levensduur van de diensten De levensduur van onze diensten is aan strenge garantiecriteria verbonden. In geval de levensduur verlopen is, worden de producten (schepen / bruggen) over het algemeen opnieuw aangeboden aan de markt. 2.5 Kwalitatieve criteria Voor ons zijn de volgende criteria relevant: belang voor de organisatie beinvloedbaar Op basis van de identificatie uit de voetafdruk blijkt dat het wagenpark substantieel verbruik heeft, maar ook feitelijk een van de weinige onderdelen van onze organisatie zijn waarop we invloed kunnen uitoefenen en dat andere factoren vooral bepaald worden door de projecten welke ons gegund worden, dit niet enkel naar project omvang maar ook naar de locatie waar de werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden. Buro Cleijsen Pagina 4 van 9

3 De ketenanalyse Een ketenanalyse houdt in dat van een bepaald product of dienst de CO2 uitstoot wordt berekend van de gehele keten. Met de gehele keten wordt de gehele levenscyclus van het product bedoeld: van inwinning van de grondstof tot en met verwerking van afval (of recycling). 3.1 De KoningGroep In het managementsysteem van de KoningGroep is het ontstaan van de KoningGroep beschreven. Relevante stakeholders hebben toegang tot deze informatie, danwel kunnen deze op aanvraag ontvangen. Ontwikkeling binnen de KoningGroep mogen nooit ten koste gaan van de primaire doelstellingen van de organisatie. De KoningGroep heeft haar DNA beschreven, alsmede de etiketten en de merkwaaren van de organisatie en haar medewerkers. 3.2 Doel van de ketenanalyse De belangrijkste doelstelling voor het uitvoeren van deze ketenanalyse is het identificeren van CO2-reductiekansen, het definiëren van reductiedoelstellingen en het monitoren van de voortgang. Op basis van het inzicht in de scope 3 emissies en de ketenanalyse zijn reductiedoelstellingen geformuleerd. Binnen het managementsysteem dat is ingevoerd wordt actief gemonitord op het reduceren van de scope 3 emissies. Het verstrekken van informatie aan partners binnen de eigen keten en sectorgenoten die onderdeel zijn van een vergelijkbare keten van activiteiten is hier nadrukkelijk onderdeel van. De KoningGroep heeft (niet enkel op deze ketenanalyse) al meerdere stappen ondernomen om met partners het behalen van de reductiedoelstellingen te kunnen realiseren. 3.3 Scope 3 emissies & keuze ketenanalyses De bedrijfsactiviteiten van de KoningGroep zijn onderdeel van een beperkte keten van activiteiten. Grondstoffen dienen te worden ingekocht. Materiaal en materieel is voor een belangrijk gedeelte in eigen bezit. Grondstoffen welke worden ingekocht dienen eerst geproduceerd worden (upstream) en worden vervolgens getransporteerd, gebruik en verwerken van opgeleverde producten of werken ook gepaard met energiegebruik en emissies (downstream). Hierbij wordt de totale emissie in scope 3 voor het jaar 2015 geschat, waarbij het uitgangspunt is dat minimaal 80% van de uitstoot wordt meegenomen. Voor de volledige inventarisatie van de relevante scope 3 wordt verwezen naar de dominantieanalyse. 3.3.1 Selectie ketens voor analyse De KoningGroep heeft conform de voorschriften van de CO2-Prestatieladder 2.2 uit de top 2 een emissiebron moeten kiezen om een ketenanalyse van te doen. Deze top 2 betreft: 1. Aangekochte brandstof ten behoeve van het eigen wagenpark 2. Aangekochte brandstof ten behoeve van generatoren en compressoren Buro Cleijsen Pagina 5 van 9

Het eigen wagenpark heeft de grootste invloed op de CO2 uitstoot (36,1%) van de KoningGroep. Dit is al meerdere jaren gebleken uit de analyse welke de KoningGroep heeft uitgevoerd ten gevolge van het gecertificeerd zijn op niveau 3. Derhalve is gekozen voor deze ketenanalyse. Om de ketenanalyse praktisch uitvoerbaar en bruikbaar te houden wordt gekozen voor het wagenpark in zijn geheel. Gezien het feit het meerendeel van wagens in eigendom zijn, is de invloed op de keuze van het wagenpark is groot. Een relatief kleine reductie zorgt voor een kleine maar ook constante besparing op de langere termijn. Verder zijn er nog twee andere categorieen welke zal een substantieel nog van betekenis zijn 1. stroomverbruik op de hoofdlocatie (47,0 %) 2. gasverbruik op de hoofdlocatie (27,2 %) Alhoewel effect van stroomverbruik groter is dan het wagenpark is dit minder beinvloedbaar, daar de installaties lange termijn investeringen zijn. Daarnaast is het verbruik sterk afhankelijk van het aangeboden werk. Wat overigens ook voor het wagenpark geldt. Buro Cleijsen Pagina 6 van 9

3.3.2 Scope ketenanalyse Deze ketenanalyse heeft betrekking op de meest materiële emissie categorie brandstoffen. Uit de inventarisatie van scope 3 emissies blijkt dat brandstof voor het een grootste beinvloedbare deel van de uitstoot in deze categorie zorgt. 3.3.3 Identificeren van schakels in de keten In dit hoofdstuk worden de schakels in de keten in kaart gebracht. Onderstaand schema presenteert de schakels in de keten van brandstof voor de wagens. Buro Cleijsen Pagina 7 van 9

3.4 CO2 uitstoot per schakel in de keten In dit hoofdstuk wordt per schakel uit de keten de CO2 uitstoot berekend. Het gaat hierbij om de totale CO2 uitstoot over de gehele keten van het door de KoningGroep gebruikte brandstofverbruik. categorie conversiefactor CO2 door derden op basis van het eigen reeele verbruik winning / raffinage 30% geproduceerd per ltr 13,3 ton distributie / transport 4% geproduceerd per ltr 1,8 ton De eerste schakel van de keten is het winnen van de grondstof. De aardolie wordt op zee gewonnen door middel van boorplatformen of op het land, middels oppompen. Het omhoog halen van de aardolie kost veel energie en bij het opweken van de energie komt CO2 vrij. Dat zelfde geldt eveneens voor de raffinage en transport van de aardolie. De gehanteerde conversiefactor is ontleend voor de winning, raffinage, distributie en transport vanuit gegevens verstrekt door Shell. Het wagenpark van de KoningGroep tankt bij het shell tankstation, gelegen langs de vestiging van de KoningGroep te Oosterhout. Kortweg de buurman. Met betrekking tot tanken onderweg, indien noodzakelijk, tankt men met behulp van een tankpas van Mobil. Het geniet de nadrukkelijke voorkeur dit te beperken. 3.5 Conclusie en reductie Over het algemeen kunnen we stellen dat de KoningGroep bewust is van het feit dat het eigen wagenpark niet de grootste, maar wel de grootste beinvloedbare factor is in het realiseren van een reductie doelstelling. Gesteld is dat men 2% per jaar brandstofbesparing wenst te realiseren. Voor het jaar 2014 is dit niet gelukt. Het wagenpark is ten opzichte van 2011 uitgebreid, maar het aantal gereden km is gestegen. In 2012 zijn we nadrukkelijker en gespecificeerder gaan meten. In geval derhalve 2012 als referentie jaar nemen. Dient vastgesteld te worden dat bewuste aankoop van auto s registreren van kilometers en medewerkers attenderen op rijgedrag een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, welke beduidend groter is dan de doelstelling van 2% per jaar, maar in absolute getallen tot we de eerste CO2 audit als referentie jaar nemen. 2013 is wezenlijk anders ten gevolge van projecten verweg. Een wisselend wagenpark, wisselende chauffeurs etc. Om de doelstelling te realiseren voor de komende jaren, zal nadrukkelijker ingezet worden op bewuste aankoop bij vervanging van wagens, carpoolen in geval afstanden dit effectiever maken, inhuren van extern transport indien blijkt dat dit reductie realiseert Buro Cleijsen Pagina 8 van 9

ten opzichte van de bij ons aanwezige minder brandstof vriendelijke auto s. (bijv. de brandweerauto). Voorlopig hebben we geen geloof in electricische auto s. Buro Cleijsen Pagina 9 van 9