Bepaling rangorde meest materiële scope 3 emissiebronnen van BAM Infratechniek

Transcriptie

1 Bepaling rangorde meest materiële scope 3 emissiebronnen van Scope Scope 3 3 emissiebronnen Rapport opgesteld door KAM afdeling Versie: 1 Deze rapportage toont de rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen van. Hierbij is gebruik gemaakt van de stappen die staan beschreven in Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard. Enerzijds is de rangorde bepaald door de dominantie te bepalen qua CO 2 -omvang, anderzijds door middel van de criteria: invloed, risico, kritisch voor stakeholders, outsourcing en overige. De uiteindelijke rangorde verschaft inzicht in welke scope 3 emissiebronnen voor BAM Infratechniek meer of minder relevant zijn om een reductie aanpak voor te ontwikkelen. 0

2 Inhoudsopgave 1. Identificatie van scope 3 emissiebronnen Bepaling omvang CO 2 -emissie van scope 3 emissiebronnen Bepaling definitieve rangorde van scope 3 emissiebronnen Selectie van onderwerpen voor uitvoering ketenanalyses Bijlage - Rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen

3 1. Identificatie van scope 3 emissiebronnen Naast de inventarisatie van scope 1 en 2 emissies brengt ook haar scope 3 emissies in kaart. Dit zijn de overige indirecte emissies die een gevolg zijn van de activiteiten van maar voortkomen uit bronnen die geen eigendom zijn noch beheerd worden. Bij het in kaart brengen van de scope 3 emissiebronnen van is gebruik gemaakt van de scope 3 categorieën die staan beschreven in Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard. Deze standaard is een aanvulling op het GHG Protocol. Scope 3 categorieën Upstream: 1. Purchased goods & services 2. Capital goods 3. Fuel- and energy-related activities 4. Upstream transportation & distribution 5. Waste generated in operations 6. Business travel 7. Employee commuting 8. Upstream leased assets Scope 3 categorieën Downstream: 9. Downstream transportation & distribution 10. Processing of sold products 11. Use of sold products 12. End of life treatment of sold products 13. Downstream leased assets 14. Franchises 15. Investments streeft ernaar om inzicht te krijgen in het emissieprofiel van de upstream-en downstreamactiviteiten. Op basis van inkoopvolumes is bekeken welke activiteiten bijdragen aan de scope 3 emissies. Doel is om te komen tot een rangorde van de meest materiële (dominante) scope 3 emissiebronnen binnen. Enerzijds door de dominantie te bepalen qua CO 2 -omvang, anderzijds door middel van de criteria: invloed, risico, kritisch voor stakeholders, outsourcing en overige. De rangorde dient uiteindelijk inzicht te verschaffen in welke scope 3 emissiebronnen voor meer of minder relevant zijn om een reductie aanpak voor te ontwikkelen. Belangrijk hierbij is dat daadwerkelijk invloed kan uitoefenen op deze emissiebron. 2

4 2. Bepaling omvang CO 2 -emissie van scope 3 emissiebronnen Na de identificatie van activiteiten die een bijdrage leveren aan de scope 3 emissie van is volgens het criteria omvang (Table 5.4 Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard) de grootte van de CO 2 -emissie bepaald. De grootte is mede tot stand gekomen op basis van inkoopvolumes (bron: TSA tool) in samenwerking met de inkoopafdeling van. Upstream or downstream*: Nr.*: Scope 3 category*: Inventarisatie scope 3 emissiebronnen **: CO 2 - emissie (ton CO 2 ): Upstream 1 Purchased goods and services Inkoop glasvezelkabel (+PE) 15 Inkoop van koperkabel Inkoop van papier 71 Inkoop van PE leidingen Upstream 3 Fuel- and energyrelated activities (not included in scope 1 or scope 2) Brandstofverbruik voortkomend uit Inhuur van kranen/graafmachines Uitbesteed Grond-, kabel-, en leidingwerk (Inzet materieel) Upstream 7 Employee commuting Woon-werk verkeer voortkomend uit uitbesteed Grond-, kabel-, en leidingwerk * Table [5.3] List of scope 3 categories; Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard ** Dit betreft een beknopte versie; de volledige inventarisatie en berekening van scope 3 activiteiten van is te vinden in het Overzicht scope 3 categorieën + berekening scope 3 emissiebronnen Op basis van de grootte van de CO 2 -emissie is een eerste rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen gemaakt die tezamen de grootste (70-80%) bijdrage leveren aan de totale scope 3 emissies van. 3

5 3. Bepaling definitieve rangorde van scope 3 emissiebronnen Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard geeft naast het criteria omvang nog een aantal criteria voor de bepaling van de materialiteit van emissies: Invloed Risico Kritisch voor stakeholders Outsourcing Overige De rangorde dient aan te geven welke emissies in scope 3 voor het bedrijf meer en minder voor de hand liggen om een reductie aanpak voor te ontwikkelen. De berekende omvang van de scope 3 emissiebronnen dient bij de bepaling van de rangorde het zwaarst gewogen te worden echter kan de rangorde vervolgens worden aangepast op grond van de overige criteria. Om te bepalen in welke mate de overige criteria van toepassing zijn en welk gewicht hieraan gegeven kan worden is een expertmeeting belegd met een divers team van experts: Bert Doosje Inkoopmanager Bianca Peper Hoofd procesondersteuning, veiligheid, CSR Tom Wennink KAM-CSR functionaris Florian Uiterwaal Midden-West Hoofd Bedrijfsbureau Koob Bovenhuis Noordoost Hoofd Materieeldienst Maurice Nooijen Zuid Manager Projectbureau Nigel Stift Tebodin Netherlands B.V. Consultant Duurzaamheid Tijdens de expertmeeting is op basis van kennis en ervaring bepaald welke invloed de overige criteria hebben op de rangorde. In de bijlage Rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen is de definitieve rangorde opgenomen. 4

6 4. Selectie van onderwerpen voor uitvoering ketenanalyses Uit de definitieve rangorde van de scope 3 emissiebronnen dient de onderwerpen te selecteren voor twee ketenanalyses. Het handboek CO 2 -Prestatieladder 2.0 (23 juni 2011) stelt de volgende nadere (rand)voorwaarden: De ketenanalyses dienen betrekking te hebben op de projecten. Het bedrijf dient eigen analyses uit te (laten) voeren. Het meeliften bij de uitvoering van een betaalde opdracht van een klant kan niet gezien worden als het voldoen aan de eisen. Er dient een ketenanalyse te worden gemaakt voor één van de twee meest materiële emissies én een andere voor één van de zes meest materiële emissies (uit de rangorde). De scope 3 accounting standard geeft de herkenbare structuur van elke ketenanalyse. Het resultaat van zulk een analyse dient een aanvulling te zijn op de bestaande (gepubliceerde) kennis en inzichten of anders gesteld: dient bij te dragen aan het voortschrijdend maatschappelijk inzicht. Om te voldoen aan de gestelde voorwaarden heeft gekozen om ketenanalyses uit te voeren binnen projecten die significant en veelvoorkomend zijn binnen. Tijdens de expertmeeting is besloten om hiervoor Fiber to the Home (FttH) projecten te selecteren. Binnen dit soort projecten zullen analyses uitgevoerd worden die aansluiten bij de rangorde van de meest materiële emissiebronnen van. 5

7 5. Bijlage - Rangorde van de meest materiële scope 3 emissiebronnen Upstream or downstream*: Nr.*: Scope 3 category*: Inventarisatie scope 3 emissiebronnen **: Upstream 1 Purchased goods and services Inkoop glasvezelkabel (+PE) CO 2 -emissie (ton CO 2 ): Rangorde omvang: Rangorde invloed Substitutie: Organisatorisch: Rangorde belang : Rangorde stakeholders: DEFINITIEVE RANGORDE***: Inkoop van koperkabel Inkoop van papier Inkoop van PE leidingen Upstream 3 Fuel- and energyrelated activities (not included in scope 1 or scope 2) Brandstofverbruik voortkomend uit Inhuur van kranen/graafmachines Uitbesteed Grond-, kabel-, en leidingwerk (Inzet materieel) Upstream 7 Employee commuting Woon-werk verkeer voortkomend uit uitbesteed Grond-, kabel-, en leidingwerk * Table [5.3] List of scope 3 categories; Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard ** Dit betreft een beknopte versie; de volledige inventarisatie en berekening van scope 3 activiteiten van is te vinden in het Overzicht scope 3 categorieën + berekening scope 3 emissiebronnen *** Hoe lager de waarde, hoe hoger de emissiebron in de rangorde 6