LES 13
De hersenen 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen
NOTA BENE Moeilijk: Complexe anatomie Gezichtspunten: voor, achter, boven, onder, links, rechts Vele functies Bewust / onbewust autonoom Sensorisch / motorisch / integratie Verband tussen structuren en hun functies Structurele en functionele hiërarchie Terminologie: Grieks, Latijn Bij studeren altijd voor ogen houden welke functie een structuur vervult
1. Anatomie en ontwikkeling
1.1 Anatomie Topografische anatomie: Deel van CZS dat binnen de schedel ligt Gaat over in het ruggemerg Oorsprong / eindpunt van 12 paar hersenzenuwen Omgeven door de hersenvliezen M 1600 g, V 1450 g Beschrijvende anatomie: Delen: Grote hersenen (cerebrum) Kleine hersenen (cerebellum) Hersenstam Hersenkamers (ventrikels) met cerebrospinaal vocht Bevloeiing: Arterieel: Binnenste halsslagaders (2), wervelslagaders (2) Veneus: Bovenste holle ader
Embryonale ontwikkeling: 1 e fase SCHETS: EXAMEN!
Embryonale ontwikkeling: 2 e fase SCHETS: EXAMEN! Bovenaanzicht vd neurale buis met de zich ontwikkelende blaasjes (eerst 3, dan 5)
Embryonale ontwikkeling: 3 e fase
SCHETS: EXAMEN!
1.2 Ontwikkeling 1 e fase: Ectoderm neurale plaat neurale groeve neurale buis en neurale lijsten Neurale buis zet vooraan uit en vormt blaasjes Neurale lijsten worden sensorische en autonome ganglia 2 e fase: Uitzetting vd neurale buis vooraan 3 blaasjes: Prosencephalon (vooraan) Mesencephalon (verbindingsstuk) Rhombencephalon (ruitvormig stuk achteraan) Verdere specialisatie vd 3 blaasjes: Prosencephalon: Telencephalon (eindhersenen) Diencephalon (tussenhersenen) Mesencephalon Rhombencephalon: Metencephalon (voorbij het verbindingsstuk naar achter) Myelencephalon (dat nog verder naar achter overgaat in het ruggemerg) 3 e fase: Plooien van de neurale buis Uitgroeien van blaasjes (vooral telencephalon) Ontwikkelen van het ventrikelsysteem Specialisatie ventraal dorsaal
Doorsnede op middellijn Telencephalon Diencephalon Mesencephalon Metencephalon Myelencephalon
Doorsnede op middellijn telencephalon diencephalon mesencephalon metencephalon myelencephalon
Doorsnede op middellijn BOVEN hersenhemisfeer corpus callosum VOOR 3 e ventrikel mesencephalon aqueduct ACHTER 4 e ventrikel hypofyse pons cerebellum medulla oblongata ONDER
Doorsnede op middellijn
Onderaanzicht VOOR hersenhemisfeer hersenhemisfeer RECHTS hypofyse pons LINKS verlengde merg cerebellum ACHTER
2. De grote hersenen (cerebrum)
2.1 Onderdelen? 1. Telencephalon: 1. Twee hersenhemisferen (L,R) 2. Eén corpus callosum (verbinding tss de hemisferen) 3. De basale kernen (in de witte stof vd hemisferen, L en R) 4. Twee laterale ventrikels (L,R) 2. Diencephalon 1. Epithalamus (boven het 3 e ventrikel) 2. Thalamus (twee maal, L en R, aan weerszijden van de 3 e ventrikel) 3. Hypothalamus (onder de 3 e ventrikel) met hypofyse
2.2 Hersenhemisferen cortex, witte stof Twee hersenhemisferen: 85% vd hersenmassa Ondervlak, superolateraal vlak, mediaal vlak Gescheiden door falx cerebri Verbonden door corpus callosum en diencephalon Cortex / schors (grijze stof) + witte stof + basale kernen (grijze stof) Windingen en sleuven: Primaire en secundaire Primaire: Sulcus lateralis: horizontaal Sulcus centralis: vertikaal Sulcus parieto-occipitalis: mediale zijde vertikaal) (sulcus calcarinus, sulcus hippocampi) Verdeling in lobben De cortex wordt verdeeld in functionele gebieden De witte stof bevat 3 soorten vezels: Projectievezels (hoger lager vb capsula interna) Associatievezels (in 1 hemisfeer vb tussen sensorische en motorische cortex) Commissurale vezels (links rechts; corpus callosum)
Bovenaanzicht telencephalon: Superolateraal vlak vd hersenhemisferen rechts voor achter links
Onderaanzicht telencephalon: Ondervlak vd hersenhemisferen rechts Re hemisfeer achter voor Li hemisfeer links
Zijaanzicht telencephalon: Superolateraal vlak vd hersenhemisferen sulcus centralis pariëtale kwab sulcus parieto-occipitalis frontale kwab occipitale kwab sulcus lateralis temporale kwab
2.3 Hersenhemisferen - Lobben en functionele gebieden Vier lobben / kwabben: 1. Voorhoofdskwab (frontaal) 2. Wandkwab (pariëtaal) 3. Achterhoofdskwab (occipitaal) 4. Slaapkwab (temporaal) Functionele gebieden: elektrofysiologisch onderzoek; Brodmann 1. Motorische cortex voor bewuste motoriek (frontale kwab, precentrale winding; somatotopie; gekruist) 2. Sensorische cortex voor bewuste sensaties (pariëtale kwab, postcentrale winding; somatotopie; gekruist) 3. Spraakcentrum (Broca); akoestische cortex ligt vlakbij 4. Visuele cortex (occipitale kwab; corticale blindheid) 5. Reukcortex (temporale kwab vooraan) 6. Prefrontale cortex (frontale kwab; persoonlijkheid)
Grijze stof (cortex) + witte stof
SCHETS: EXAMEN!
Functionele gebieden in de cortex
Somatotopie in de motorische cortex
Spraakcentrum
2.4 Hersenhemisferen: Basale kernen + laterale ventrikels Twee basale kernen: 1. Lenskern (nucleus lentiformis) 1. Globus pallidus (mediaal) 2. Putamen (lateraal) 2. Staartkern (nucleus caudatus) Lenskern + staartkern vormen samen het gestreepte lichaam (corpus striatum) Betrokken bij coördinatie vd bewuste motoriek (starten + stoppen, semi-automatische bewegingen) Meer mediaal, tussen corpus striatum en thalamus (diencephalon) loopt een baan witte stof: de capsula interna = projectievezels voor de bewuste motoriek Van de motorische cortex naar de grijze stof van het ruggemerg Er zijn 2 laterale ventrikels (links, rechts) Staartkern loopt vlak naast de laterale ventrikels en volgt hun verloop
SCHETS: EXAMEN! DE BASALE KERNEN
Basale kernen
Grote hersenen: snede in een frontaal vlak Li hemisfeer Re hemisfeer corpus callosum staartkern lenskern Laterale ventrikels thalamus 3 e ventrikel
2.5 Diencephalon Epithalamus (1): Dak 3 e ventrikel Epifyse (pijnappelklier): melatonine (slaap-waak ritme) Thalamus (2): Groep van kernen (anterior, lateraal, mediaal) met dunne beschotten van witte stof ertussen aan weerszijden van 3 e ventrikel Schakelstation (synaps) voor alle bewuste gevoelsprikkels behalve de reukzin Projecteert op de sensorische cortex in de pariëtale kwab Hypothalamus (1): Basis 3 e ventrikel Reeks kernen betrokken bij regeling van belangrijke lichaamsfuncties: Dorst- en hongergevoel Slaap-waak ritme Endocrien systeem (via hypofyse) Lichaamstemperatuur (vb koorts) Seksueel gedrag (libido) en voortplanting Psycho-affectief leven Autonoom zenuwstelsel Structuren in de omgeving: hypofyse, 2 paar hersenzenuwen: N. olfactorius (I, reuk), N. opticus (II, zicht) 3 e ventrikel: Met plexus choroideus voor produktie van cerebrospinaal vocht Pompt vocht in de laterale ventrikels en laat afvoer naar beneden toe (via de aqueduct)
Doorsnede op middellijn BOVEN VOOR 3 e ventrikel epifyse ACHTER hypothalamus ONDER
Doorsnede op middellijn epifyse 3 e ventrikel hypothalamus
Examenvragen 1. Bespreek de grote hersenen 2. Wat is de hersencortex ; hoe verhoudt de cortex zich tot de basale kernen?