Andere kijk op validiteit Waarde van klinische testen Mark Vongehr Fysio-/manueeltherapeut
klinimetrie Het objectiveren van klinische symptomen en tekenen met behulp van valide meetinstrumenten
meetinstrumenten Anthropometrische meetinstrumenten (bv( bv. Goniometer) Observatielijsten (bv( bv. GALN) Vragenlijsten (bv( bv. Neck disability index) Klinische testen (bv( bv.. Mc Murray test voor kniegewricht)
meetinstrumenten Betrouwbaar (reproduceerbaar) Valide (meten wat hij moet meten) Hanteerbaar (kosten laag, korte testduur)
betrouwbaarheid Intra beoordelaars betrouwbaarheid Inter beoordelaars betrouwbaarheid Intra-individuele biologische variabiliteit Inter-individuele biologische variabiliteit Systematische fout Niet-systematische fout
betrouwbaarheid Getoetst met associatiemaat (mate van overeenkomst!) c.q. correlatie coëffici fficiënt Correlatie tussen -11 en 1 (naarmate correlatie de 1 nadert, hoe hoger de overeenkomst) Afhankelijk van meetniveau (nom.,ord ord.. Of metrisch)
Betrouwbaarheid Pearsoncorrelatie coefficient = 0,98 correlatie beoordelaars 50 beoordelaar 1 40 30 20 10 Reeks1 0 0 10 20 30 40 50 beoordelaar 2
Face validiteit Content validiteit Constuct validiteit Validiteit Criterium validiteit (vergelijk met gouden standaard )
Criterium validiteit 2 2 bij 2 tabel om te berekenen: Sensitiviteit Specificiteit Positieve voorafkans Negatieve voorafkans
Validiteit 2 bij 2 tabel Diagnosti sche test ULTT + - Gouden standaard + 14 3 EMG - 1 3 15 6 17 4 21
validiteit Sensitiviteit: : bij het positief zijn van de test wordt het fenomeen (bv( bv.. Aandoening) aangetoond. Specificiteit: : bij het negatief zijn van de test wordt het fenomeen uitgesloten
sensitiviteit Diagnosti sche test ULTT + - Gouden standaard + 14 3 EMG - 1 3 15 6 17 4 21
sensitiviteit In het voorbeeld is de sensitiviteit: 82% (14/17) Dus bij het uitvoeren van de test is bij een positieve uitkomst de waarschijnlijkheid, dat men werkelijk te maken heeft met de aandoening 82%
specificiteit Diagnosti sche test ULTT + - Gouden standaard + 14 3 EMG - 1 3 15 6 17 4 21
specificiteit In het voorbeeld is de specificiteit: 75% (3/4) Dus bij het uitvoeren van de test is bij een negatieve uitkomst de waarschijnlijkheid, dat men werkelijk de aandoening uitsluit 75%
Positieve voorafkans de kans, dat men iemand uit de populatie test die door de gouden standaard als als positief is betiteld.
positieve voorafkans Diagnosti sche test ULTT + - Gouden standaard + 14 3 EMG - 1 3 15 6 17 4 21
Positieve voorafkans De kans, dat bij de te testen populatie een persoon zit, die positief voor de gouden standaard betiteld is = 17/21 = 81%
Negatieve voorafkans De kans, dat men iemand uit de populatie test, die door de gouden standaard als als negatief is betiteld.
Negatieve voorafkans Diagnosti sche test ULTT + - Gouden standaard + 14 3 EMG - 1 3 15 6 17 4 21
Negatieve voorafkans De kans, dat bij de te testen populatie iemand zit, die negatief voor de gouden standaard betiteld is = 4/21 = 19%
validiteit Het blijkt, dat sensitiviteit en specificiteit afhankelijk is van zowel positieve en negatieve voorafkans van de onderzochte populatie!! De onderzochte populatie kan afwijken van de patienten,, die getest worden in de klinische praktijk.
validiteit Introductie van een methode uit de epidemiologie: De likelihood ratio
validiteit Likelihood ratio: Geeft verhouding aan tussen voorafkansen uiteindelijke achterafkansop aantonen of uitsluiten van fenomeen ( lees: aandoening)
Likelihoodratio Positieve likelihood ratio = Sensitiviteit/1-specificiteit specificiteit
Likelihoodratio Negatieve likelihood ratio = Specificiteit/1-sensitiviteit
validiteit Diagnosti sche test ULTT + - Gouden standaard + 14 3 EMG - 1 3 15 6 17 4 21
Likelihoodratio Positieve likelihood ratio: Sensitiviteit/1-specificiteit specificiteit = 0.82/1-0.75 0.75 = 0.82/0.25 = 3,28 Negatieve likelihood ratio: Specificiteit/1-sensitiviteit = 0.75/1-0.82 0.82 = 0.75/0.18 = 4,16
Likelihoodratio nomogram
Likelihoodratio Stel: de voorafkansis kleiner, dat we een patient met geleidingsstoornissen t.g.v. radiculair syndroom tegenkomen. Bv.. 20%. Wat verandert dan aan de achterafkansna na het uitvoeren van de test?
consequenties Voorafkans verhogen Door kennis van pathologie Door kennis van validiteit van test Patroonherkenning Hypothetico-deductief denken Niet standaard aantal testen uitvoeren!
Belang van klinisch redeneren Herkennen van patroon van symptomen en tekens Kennis hebben van betrouwbaarheid en validiteit van klinische testen Hypothetico-deductieve deductievemethode bij bevestigen en/of uitsluiten van bewuste aandoening of functiestoornis
Casus knieklachten Patientmeldt zich in de praktijk met antero-mediale knieklachten rechts. Standaardstabiliteitstesten, meniscustesten, patellofemorale compressietesten, test op capsulairpatroon, patroon, palpatie, spierkrachttesten enz uitvoeren is weinig zinvol en tijdrovend! Anamnestischspecifieke specifieke symptomen navragen is van belang om voorafkans te verhogen: Twitches, giving way,, slotklachten, theaterknieen, richingvan trauma, karakter van pijn, warmte, zwelling, crepitaties, leeftijd patient,, voorgeschiedenis, moeite met bepaalde vaardigheden enz..
Casus knieklachten Patient(36 jaar) klaagt over wisselende beperkingen van de knie, scherpe schietende pijn aan binnenzijde knie en het gevoel, dat hij er af en toe doorheen zakt. Er is een lichte zwelling, geen warmte en de klacht is ontstaan na het verdraaien van van de knie tijdens het in de auto stappen. De klacht komt hem bekend voor, omdat hij dit in zijn voetbaljaren ook ook al heeft gehad.
Casus knieklachten De anamnese impliceert een intra articulaire stoornis. Een meniscoidelaesie behoort tot de mogelijkheden: Palpatie mediale gewrichtsspleet heeft een hoge sensitiviteit. McMurray heeft een hoge specificiteit. Welke test(en) is/zijn zinvol?
Bedankt voor de aandacht!