Docentenhandleiding. Neue Kontakte 4e editie Tweede Fase. deel 6 vwo. Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 6 vwo



Vergelijkbare documenten
Docentenhandleiding. Neue Kontakte 4e editie Tweede Fase. deel 5 vwo. Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 vwo

Docentenhandleiding. Neue Kontakte 4e editie Tweede Fase. deel 5 havo. Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie, deel 5 havo

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus Europees Referentie Kader

Europees Referentiekader

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Niveaubepaling Nederlandse taal

Common European Framework of Reference (CEFR)

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Studieplanner Periode 1. Leerdoelen Docentactiviteiten Leertaken Verbreden/ verrijken/ verdiepen* Uitleg werkwoorden haben sein werden

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

taal portfolio Checklist B1

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Wat moet ik doen voor mijn Schoolexamens en Eindexamen Engels?

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Kan-beschrijvingen ERK A2

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. Vak: Nederlandse taal en literatuur (Netl)

Schrijven voor internet

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Nederlands in Uitvoering

Profiel Academische Taalvaardigheid

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)

Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde

Voor SE-3 (in de derde SE-periode van het jaar) schrijf je een uiteenzetting aan de hand van documentatie die door de docent is gebundeld.

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

Methodeanalyse Talent

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

Schule: Schreiben B 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Nederlands ( 3F havo vwo )

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Nederlands ( 3F havo vwo )

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Nederlands in Uitvoering

Een overtuigende tekst schrijven

Grammatica CG 19. Grammatica CG 21. Grammatica Literatuur. Grammatica Lernliste / Coach 40 K Grammatica Literatuur

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

A. LEER EN TOETSPLAN

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Stappenplan voor een onderzoek

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Lesplan atheneum 5. Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1

Reflectiegesprekken met kinderen

PTA Nederlands HAVO Belgisch Park cohort

PTA Basis Inhoud

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

LANDSEXAMEN MAVO

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

PTA Duits TL Bohemen en Houtrust cohort

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

Studieplanner Niet-examenklassen

Samenvatting Duits Grammatica Duits

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Sectorwerkstuk

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

Al doende leren Een module voor trainers

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Transcriptie:

Docentenhandleiding Neue Kontakte 4e editie Tweede Fase deel 6 vwo Noordhoff Uitgevers 1 (55)

Inhoud 0 Inleiding 0.1 Opbouw van de methode 0.2 Onderdelen per katern 0.3 Examenvoorbereiding 0.4 Organisatie 0.5 Overzicht grammatica 0.6 Overzicht inhoud taken 0.7 ERK en taalprofielen: het niveau van de teksten Taak 1 Abschluss und Anfang 1.1 Werkplanner 1.2 Didactische tips 1.3 Ik kan beschrijvingen 1.4 Docentenpagina webquest Taak 2 Dinge von damals 2.1 Werkplanner 2.2 Didactische tips 2.3 Ik kan beschrijvingen 2.4 Docentenpagina webquest 3 Examenvoorbereiding Sprechen 3.1 Korte omschrijving inhoud 3.2 Didactische tips 3.3 Ik kan beschrijvingen 4 Examenvoorbereiding Hören 4.1 Korte omschrijving inhoud 4.2 Didactische tips 4.3 Ik kan beschrijvingen 5 Examenvoorbereiding Lesen 5.1 Korte omschrijving inhoud 5.2 Didactische tips 5.3 Ik kan beschrijvingen 6 Examenvoorbereiding Schreiben 6.1 Korte omschrijving inhoud 6.2 Didactische tips 6.3 Ik kan beschrijvingen 7 Literatuur 7.1 Toelichting en suggesties 7.2 Leeslijst Bijlagen 1 Beoordeling spreekvaardigheid 2 Beoordeling schrijfvaardigheid 3 Zum Schluss taak 1 en 2 uit I-clips 4 Beeldverhalen bij opdracht 22 van Examenvoorbereiding Spreken 5 Verhaal bij opdracht 25 van Examenvoorbereiding Spreken Noordhoff Uitgevers 2 (55)

0 Inleiding 0.1 De opbouw van de methode Neue Kontakte voor de Tweede Fase is opgebouwd uit katernen die flexibel in te zetten zijn. Voor 6 vwo bestaat Neue Kontakte uit drie katernen en een naslagkatern, Der Coach. De drie katernen hebben de volgende inhoud: Katern 1: twee taken en literatuur Katern 2: examenvoorbereiding spreken, luisteren en literatuur. Katern 3: examenvoorbereiding lezen en schijven Welke onderdelen zijn nog meer van belang? De antwoorden vindt u in de docenten-servicebox, per taak een bestand. U kunt zelf beslissen of u de antwoorden aan de leerlingen verstrekt. Op de leerlingen-cd staat al het luistermateriaal behorend bij de katernen. Alle fragmenten zijn ook via i-clips beschikbaar. In de docenten-servicebox zijn de volgende onderdelen opgenomen: de toetsen met antwoorden en geluidsfragmenten, de antwoorden bij de katernen, de leerlingen-cd s en de docentenhandleiding. Op de bestanden-cd vindt u ook een mapje met alle tapescripts bij de katernen. Omdat het zo n zwaar bestand was hebben we het uit de online docentenhandleiding gehaald. Ook in de docentenhandleiding in de box - en niet online - een Word-versie van de diagnostische toetsen Zum Schluss. Op de docentensite www.neuekontakte.noordhoff.nl vindt u de handleiding nog een keer. Op deze plek kunnen we de handleiding regelmatig actualiseren en aanvullen. Per taak vindt u de planningen, didactische tips en de ik kan beschrijvingen. Bij Neue Kontakte Tweede Fase is zowel vrij toegankelijke leerlingen-ict als ict waarvoor een toegangscode nodig is. In de vrij toegankelijke ict is extra grammatica, de planners, de diagnostische toets Zum Schluss en een link naar het taalportfolio te vinden. U vindt dit materiaal op www.v6.neuekontakte.noordhoff.nl. In de I-clips (www.i-clips.noordhoff.nl) is bovendien extra examentraining, meer oefenen met Redemittel en Lernliste, extra lees- en luisterteksten, extra literatuur, een webquest per taak en een aantal kijkfragmenten opgenomen. Al het luistermateriaal bij de katernen is ook online te beluisteren. Voor deze ICT hebben de leerlingen een toegangscode nodig. I-clips geeft u als docent de mogelijkheid om uw leerlingen te volgen. 0.2 Onderdelen per katern Taak Neue Kontakte voor de Tweede Fase is een taakgerichte methode. In een taak werken de leerlingen toe naar een relevante en motiverende eindtaak, rondom een bepaald thema. De taak heeft de volgende structuur: Anstoß Drie deeltaken Lernliste + diagnostische toets Zum Schluss Endprodukt Op de openingspagina van de taak ziet u welke onderdelen er in de deeltaken aan de orde komen en welke vaardigheden getraind worden. Deeltaak In iedere deeltaak werkt de leerling gericht toe naar een deelopdracht, de Teilaufgabe; alle kennis en vaardigheden om die opdracht te realiseren komen in de desbetreffende deeltaak Noordhoff Uitgevers 3 (55)

aan bod. De opbouw van iedere deeltaak is van receptief naar productief. Vaste onderdelen zijn: Grammatik In de (deel)taken wordt veel aandacht besteed aan grammatica. Met name die grammatica die relevant is voor de (deel)opdracht of het Endprodukt, komt aan de orde. Belangrijke grammaticale onderwerpen worden regelmatig herhaald. In de katernen is de grammatica-uitleg duidelijk te herkennen aan het groene vlak net als in de onderbouw. De uitleg is in het Duits. Voor meer informatie over de grammatica raadplegen de leerlingen de Coach. Daarin staat de uitleg in het Nederlands. Lernliste Bij alle leesteksten worden woorden aangeboden die de leerlingen moeten kennen. De te leren woorden staan in een woordenlijst aan het eind van iedere taak, in de volgorde waarin ze in de verschillende deeltaken aan de orde komen. Redemittel Voorafgaand aan de deelopdracht oefenen de leerlingen met de Redemittel. Deze Redemittel passen ze toe in de deelopdracht en in het eindproduct. I-clips Bij elke taak zijn extra oefeningen en een diagnostische toets te vinden in de I- clips. Teilaufgabe. De deelopdracht is altijd spreken of schrijven. Alle deelopdrachten tezamen zijn een voorbereiding op het eindproduct (ook altijd spreken of schrijven). Eindproduct Leerlingen beginnen aan het eindproduct wanneer ze alle deeltaken hebben doorgewerkt. Vervolgens hebben ze de woordenlijsten en de Redemittel geleerd en de diagnostische toets gemaakt. De eindtaak is soms een individuele opdracht, meestal een groepsopdracht. Aan het eindproduct worden criteria gesteld, zodat duidelijk is waarop de leerling wordt beoordeeld. Literatuur De behandeling van de Duitse literatuurgeschiedenis wordt met Katern 1 afgesloten. Katern 2 bevat alleen nog de eindopdracht ter examenvoorbereiding. Achter in het katern 1 staat het hoofdstuk over de klassieke periode van de Duitse literatuur: Romantiek, Sturm und Drang en het classicisme. De tekstvoorbeelden komen uit de tijd tussen 1780 en 1840. In feite overlappen deze periodes elkaar. De voorbeelden kunnen maar een heel globaal beeld geven van de rijkdom van de Duitse literatuur in deze decennia. Docenten die er meer aandacht aan willen besteden, vinden op het internet makkelijk meer teksten. Der Coach In een apart naslagkatern (Der Coach) staat alle grammatica, leertips, en strategieën overzichtelijk bij elkaar. Daarnaast geeft Der Coach uitleg over het werken met een digitaal taalportfolio en is er informatie over literaire stromingen en begrippen. Vanuit de katernen wordt de leerling regelmatig verwezen naar Der Coach. 0.3 Examenvoorbereiding Neue Kontakte 6 vwo biedt in twee katernen examenvoorbereiding aan. Deze examenvoorbereiding is ingedeeld naar vaardigheid. De leerling werkt gericht toe naar de schoolexamens en het eindexamen. Ook examenvoorbereiding is gekoppeld aan het Europees Referentie Kader. Examenvoorbereiding Spreken Deze examenvoorbereiding is te verdelen in twee delen: gesprekken voeren en spreken, zoals ook de verdeling is binnen het ERK. In de onderdelen A en B gaat het voornamelijk om gesprekken voeren, in de onderdelen C en D om spreken. In onderdeel A komen eenvoudigere, persoonlijke gesprekken aan de orde en wordt er aandacht besteed aan Noordhoff Uitgevers 4 (55)

uitspraak. In de onderdelen B en D staat het argumenteren centraal, waarbij ook communicatiestrategieën aan bod komen en in onderdeel C oefenen de leerlingen het beschrijven van zaken en gebeurtenissen. Ook grammaticale onderwerpen als voorzetsels en vervoegingen van de belangrijkste werkwoorden komen aan de orde. Examenvoorbereiding luisteren Ter inleiding en als voorbereiding op het gehele hoofdstuk komen in onderdeel A de luisterstrategieën aan bod. Korte berichten en reportages bieden de mogelijkheid gericht de belangrijkste luisterstrategieën te oefenen. Onderdeel B bereidt de leerlingen voor op zowel korte als lange nieuwsberichten. Duidelijk is gekozen voor een breed scala aan onderwerpen, zodat de leerling met allerlei luisterteksten in aanraking komt. In onderdeel C luistert de leerling naar interviews. Eerst ligt het accent op meerkeuzevragen en daarna wordt er geoefend met gatenteksten. Ook wordt in combinatie met een gatentekst geoefend met een radioprogramma waar verschillende mensen deelnemen aan het gesprek. In onderdeel D wordt afsluitend gericht geoefend voor de Kijk- en Luistertoets. Examenvoorbereiding literatuur In dit onderdeel oefenen de leerlingen met het samenstellen van een leesdossier, het schrijven van een boekverslag en een leesautobiografie. Aan de hand van een voorbeeldgedicht van August von Platen, Irrender Ritter worden de verschillende types van opdrachten geoefend. Verder wordt er aandacht besteedt aan het documenteren met behulp van secundaire literatuur. Examenvoorbereiding lezen In onderdeel A worden leerlingen bewust getraind in het scannen en skimmen van teksten. Een belangrijke strategie om snel tot een juist antwoord te komen en daarbij juist niet te gehele tekst te lezen. De onderdelen B, C en D geven ruimschoots aandacht aan meerkeuzevragen, gatenteksten en open vragen. In deze onderdelen worden strategieën aangereikt en ook wordt er ook vaak bij de vragen zelf tips gegeven. Deze hulp wordt uiteindelijk afgebouwd, zodat de leerling zelfstandig het geleerde kan toetsen. Tussendoor komen 'veel voorkomende vragen' en de verbindings- en structuurwoorden (wichtige Wörter) aan de orde. Examenvoorbereiding schrijven De examenvoorbereiding voor Schreiben begint met het onderwerp e-mail. Met behulp van de opdrachten werkt de leerling toe naar het schrijven van een correcte e-mail. Onderdeel B biedt de mogelijkheid te oefenen in het geven van informatie. De opdrachten bestaan uit het schrijven van een nieuwsbericht, een artikel en een fictief verhaal. In onderdeel C schrijft de leerling brieven. De opbouw bestaat uit een zakelijke brief, een klachtenbrief en een persoonlijke brief. In onderdeel D gaat het om het geven van reacties en daarbij het formuleren van de eigen mening. Ook is er aandacht voor grammatica en leert de leerling in de Schreibmittel standaardzinnen voor de verschillende brieven. 0.4 Organisatie Studieplanner Het doorwerken van een katern met twee taken en Literatur neemt ongeveer 9 weken in beslag. In de leerlingen-ict (I-clips) vindt de leerling per taak een studieplanner die hij zelf kan invullen. In deze docentenhandleiding vindt u per taak een voorbeeldplanner voor 2 of 3 uur Duits per week. Examentraining De examenvoorbereiding is ingedeeld naar vaardigheid. Dat betekent dat er erg veel materiaal is per vaardigheid. Het is niet noodzakelijk om een heel katern van voor naar Noordhoff Uitgevers 5 (55)

achter in één keer door te werken. U kunt deze onderdelen naar eigen inzicht plannen en al vroeg in het schooljaar beginnen en al naar gelang het eind- en schoolonderzoek nadert de intensiteit verhogen. Taalportfolio Iedere eindtaak is gekoppeld aan het Europees Referentiekader. In I-clips hebben we per eindtaak de 'ik kan beschrijvingen voor de leerlingen geordend, met een verwijzing naar het taalportfolio www.europeestaalportfolio.nl. Leerlingen werken na het beëindigen van de eindtaak het taalportfolio bij. De leerling houdt zijn of haar eigen vorderingen bij. De docent heeft de mogelijkheid om de vorderingen van de leerlingen te volgen. In Der Coach vinden uw leerlingen een instructie voor het aanmaken en invullen van hun taalportfolio op www.europeestaalportfolio.nl. Antwoorden Als docent heeft u de mogelijkheid om de antwoorden aan de leerlingen te verstrekken. De antwoorden vindt u als bestand in de docenten-servicebox. ICT Vanuit de taak wordt regelmatig verwezen naar de I-clips, bijvoorbeeld voor extra oefenen of voor extra lees-, luister- of literaire fragmenten en webquests. Het is handig om van tevoren te bepalen of u de leerlingen zelfstandig (thuis) of gezamenlijk in het computerlokaal met I- clips laat werken. De ICT bij Neue Kontakte voor de Tweede Fase heet I-clips en is te bereiken via www.iclips.noordhoff.nl. De volgende ICT is beschikbaar: extra grammatica * diagnostische toets Zum Schluss* studieplanner* extra oefenen Redemittel, Lernliste en grammatica extra lees- en luisterteksten extra literatuur webquests alle geluidsfragmenten bij de katernen * Deze onderdelen zijn vrij toegankelijk. Toetsing en beoordeling Per taak zijn er 4 toetsen beschikbaar: 2 gram/lernliste/redemittel toetsen, 1 leesvaardigheidtoets en een luistervaardigheidtoets. Deze toetsen worden als aparte bestanden aangeboden in de docentenservicebox. U kunt ze vrij makkelijk combineren en arrangeren tot grotere eigen toetsen. Voor het toetsen van spreek- en schrijfvaardigheid zijn de deelopdrachten en de eindtaak in de katernen bedoeld; elke taak kent minstens 4 productieve opdrachten. U kunt bij elke taak deze deelopdrachten of/en het eindproduct in de beoordeling meenemen. Het is goed om per taak van tevoren te bepalen welke (deel)opdrachten u wilt beoordelen. wilt nemen. 0.5 Overzicht grammatica In vwo 4, 5 en 6 is er veel ruimte voor herhaling van de grammatica uit jaar 1 t/m 3. Hieronder ziet u welke onderwerpen in de taken aan de orde komen. In iedere taak en in de productieve examenonderdelen komen twee of drie grammatica onderwerpen aan de orde. Bij elk grammatica blokje zijn standaard twee extra opdrachten in de I-clips opgenomen. Noordhoff Uitgevers 6 (55)

4 vwo Taak 1 Wohin in Dresden Imperativ haben / sein + volt dlw ovt 2 Jugend heute Konjunktiv müssen, sollen, wollen, können, werden, wissen im Imperfekt ovt en vtt 3 Quer durch Deutschland unregelmäßige Formen von Komparativ und Superlativ naar = nach, zu, in, an 4 Sport und Fairness Genitiv regelm ww + sein / werden in ott ovt en vtt Präp + 2,3,4 en 3/4 5 Mein Alter Ego Adjektive 6 Wo wie wohnen bleiben und gehen; das Wort man wenn oder als persönl / poss Pronomina 7 Hanse und Europa starke Verben ovt vtt Genitiv bei geogr Namen 5 vwo Taak 1 Multikulti - Völkernamen und schwache Substantive - Adjektive und substantivierte Adjektieve 2 Über Leben - e/i-wechsel und a/ä-wechsel - Passiv - Personalpronomen 3 Krimi - Fragewörter - Wichtige Wörter - Relativpronomen 4 Mann und Frau - sein, haben, werden, wissen + Modalverben im Präsens - werden, wollen, sollen, möchte - Suffixe 5 Berlin, Berlin! - Verben und Präpositionen, die Fälle 6 Wirtschaft im Aufschwung - Reihenfolge der Verben - Adjektieve und Steigerungsstufen - Possessivpronomen 7 Was steht zur Debatte? - Präpositionen: naar - Konjunktionen 8 Besondere Personen - Reflexivpronomen; Gegenseitigkeit - Reflexivpronomen; Dativ und Akkusativobjekt - Imperfekt 6 vwo Taak 1 Abschluss und Anfang - Modalverben im Präsens - Modalverben im Imperfekt und Perfekt - Präpositionen: naar - Relativpronomen Noordhoff Uitgevers 7 (55)

2 Dinge von damals - aktiver Gebrauch Konjunktiv II - Imperfekt und II. Partizip - Adjektiv, Steigerung, Zahlwörter Examenvoorbereiding Sprechen - Präpositionen - Zeitbestimmungen - aktiver Gebrauch Konjunktiv II Examenvoorbereiding Lesen Examenvoorbereiding Schreiben - Wichtige Wörter - Imperfekt - Adjektiv 0.6 Overzicht inhoud taken 4 vwo Taak Teilaufgaben Endprodukt 1 Wohin in Dresden 2 Jugend heute 3 Quer durch Deutschland 4 Sport und Fairness 5 Mein Alter Ego 6 Wo wie wohnen 7 Die Hanse und Europa B spreken: bioscoopbezoek plannen C spreken: de weg vragen D spreken: een monoloog E spreken: argumenten geven F schrijven: e-mail G spreken: een uitstapje aanprijzen H spreken: naar het weer vragen B schrijven/spreken: een enquête maken C schrijven: tekst over mode of muziek D schrijven: artikeltje ervaringen internet B spreken: voorkeur Alpen / Ruhrgebied C schrijven: beschrijving onderkomen D schrijven: programma groepsreis B spreken: mening eerlijkheid en sport C schrijven: een persoonlijke brief D spreken: het spel Fair Play mondeling uitleggen B spreken: naam presenteren C schrijven: karakterbeschrijving D schrijven: woonplaats beschrijven E schrijven: bijzondere belevenis B schrijven: woonsituatie van je alter ego C spreken: interview over: wat betekent voor jou het begrip vaderland? D spreken; huis van de toekomst tekenen en mond toelichten B spreken: gesprek voeren C spreken en schrijven: miniquiz maken en uitvoeren D schrijven: uitnodiging Spreken: taaldorp-achtige situatie Schrijven: Met de klas of een kleinere groep een jeugdkrant maken Schrijven: info /reclamefolder maken voor een groepsreis naar Alpen/Ruhrgebied Schrijven: informatiemap voor Duitse leeftijdgenoten met uitleg + uitnodiging voor Fair Play-toernooi. Spreken en schrijven: presenteren van zelfgemaakt weblog van alter ego Spreken: In een PowerPointpresentatie nieuwe woonwijk presenteren Spreken en schrijven: Een Hanse-quiz maken en uitvoeren 5 vwo Taak Teilaufgaben Endprodukt 1 Multikulti B schrijven: portret nav luistertekst C schrijven: opstel D spreken: verslag doen/ korte presentatie 2 Über Leben B spreken: discussie over roken C spreken: rollenspel bij de dokter D schrijven: korte tekst met mening Spreken: presentatie van migratieland Schrijven: ingezonden brief met mening Noordhoff Uitgevers 8 (55)

3 Krimi B spreken: getuigen bevragen C schrijven: plot voor krimi schrijven D spreken/schrijven: oordeel vormen 4 Mann und Frau 5 Berlin, Berlin! 6 Wirtschaft im Aufschwung 7 Was steht zur Debatte? 8 Besondere Menschen B schrijven: ideale persoon C spreken: discussie over kind en werk D spreken: enquête over vakkenpakket B spreken: info vragen bij VVV C spreken: bezienswaardigheid presenteren D schrijven: ideale avond B schrijven: e-mail schrijven C schrijven: beoordeling hotel schrijven D spreken: product presenteren B schrijven: artikel over liefdadigheid C spreken: monoloog over school zonder leraar D schrijven/spreken: spiekbriefje maken voor debat B schrijven: mening geven over betekenis historisch persoon C spreken: monoloog D spreken: spel Mystery Guest Spreken: oordeel vellen over zaak met voorgeschreven rollen Schrijven: opstel over toekomst man/vrouw Spreken: presentatie dagprogramma Berlijn Spreken: reclame maken voor een zelfbedacht product Spreken: debat voeren en beoordelen Schrijven: interviewvragen bedenken en beantwoorden 6 vwo Taak Teilaufgaben Endprodukt 1 Abschluss und Anfang B spreken: gesprek wat is voor jou de ideale studentenstad? C spreken: monoloog over eigen toekomstplannen D schrijven: e-mail schrijven 2 Dinge von damals B spreken: thema kiezen en spullen verzamelen C schrijven: teksten zoeken en vereenvoudigen D spreken: spullen verzamelen en beschrijven Schrijven: artikel over toekomstplannen Spreken: rondleiding door eigen museum 0.7 ERK en Taalprofielen: het niveau van de teksten Bij elke taak is aangegeven dat de in deze taak aangeboden teksten tenminste het niveau B2 hebben (receptief B2/C1). Daarbij dient te worden opgemerkt dat een niveauaanduiding niet een limiet aangeeft maar altijd bedoeld is om een bepaalde bandbreedte te illustreren. Dat houdt in dat een bepaalde tekst in het begin van B2 kan worden ingeschat, terwijl een andere tekst meer aan het eind, richting C1 ingeschaald kan worden. In het Europees Referentiekader (CEFR) worden criteria genoemd die een tekst tot een illustratie van een bepaald niveau maken. 'Taalprofielen' concretiseert die criteria (kenmerken) en daarvan wordt in het onderstaande overzicht gebruik gemaakt. Voor de helderheid geven we hier de kenmerken voor A2, B1, B2 en C1. Overigens onderscheidt het CEFR een viertal leessituaties waarmee wordt beschreven wat het algemene leesdoel zou kunnen zijn: Correspondentie lezen Oriënterend lezen Noordhoff Uitgevers 9 (55)

Lezen om informatie op te doen Instructies lezen Kenmerken voor teksten op A2-/B1- en B2/C1-niveau: Onderwerp Woordgebruik/zi nsbouw Tekstindeling A2 B1 B2 C1 Vertrouwde, Alledaagse alledaagse of onderwerpen en werkgerelateerde onderwerpen die onderwerpen. aansluiten bij het eigen Alledaags, bekend en concreet Hoogfrequente woorden en woorden bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal vocabulaire. Teksten zijn eenvoudig en helder van structuur. De indeling geeft visuele ondersteuning bij het begrijpen van de tekst. Eenvoudig en alledaags. Teksten zijn goed gestructureerd. Tekstlengte Korte teksten. Teksten kunnen langer zijn. Strategieën: vakgebied. Er zijn geen beperkingen mits woordenboeken e.d. beschikbaar zijn. Er zijn geen beperkingen. Speelt geen rol. Er zijn geen beperkingen ten aanzien van het onderwerp. Er zijn geen beperkingen, mits woordenboeken e.d. beschikbaar zijn. Er zijn geen beperkingen. Speelt geen rol. Signalen herkennen en interpreteren Kan op basis van een idee over de betekenis van het geheel van korte teksten over alledaagse en concrete onderwerpen, de waarschijnlijke betekenis van onbekende woorden uit de context afleiden. Kan de betekenis van onbekende woorden over onderwerpen die gerelateerd zijn aan zijn/haar vakgebied en interesses bepalen aan de hand van de context. Kan de betekenis van zo nu en dan voorkomende onbekende woorden afleiden uit de context en de betekenis van zinnen herleiden, op voorwaarde Kan een variëteit aan strategieën gebruiken om tot tekstbegrip te komen, inclusief letten op hoofdpunten en begrip checken met gebruik van contextuele aanwijzingen. hulpmiddelen Incidenteel gebruik van een woordenboek bij gespecialiseerde artikelen buiten het eigen gebied. Kan een variëteit aan strategieën gebruiken om tot tekstbegrip te komen, inclusief letten op hoofdpunten en begrip checken met gebruik van contextuele aanwijzingen. hulpmiddelen Incidenteel gebruik van een woordenboek bij gespecialiseerde artikelen buiten het eigen gebied. Noordhoff Uitgevers 10 (55)

dat het besproken onderwerp bekend is. C1 Lezen Kan een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Kan een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden. Ik kan-beschrijvingen Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi. Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen. Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein. Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten, zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken. Noordhoff Uitgevers 11 (55)

Taak 1 Abschluss und Anfang 1.1 Werkplanner Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les In de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner A 1 B 3 en 4 A2 2 B 5, 6 en 9 B 7, 8, 10 en 11 Leren: Lernliste A + B en Redemittel 10 3 C 12, 14 en 15 C 13, 16 en 17 Leren: Lernliste C 4 C 18 C 20 Meer oefenen in ict Leren: Grammatik C en Redemittel 19 5 D 22, 23 D 21, 24, 25 en 26 Leren Lernliste D 6 Meer oefenen in ict Leren: Grammatik D en Redemittel 27 7 Endprodukt (artikel schrijven) Herhaling: Lernliste, Redemittel en Grammatik 8 Endprodukt: beoordeling verwerken en artikel inleveren eindtoets voorbereiden Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les In de les 1 Invullen taalportfolio en werkplanner A 1 en 2 B 3 oefeningen bespreken D 28 (e-mail schrijven) Zum Schluss. Endprodukt: briefen ruilen en elkaar beoordelen eindtoets 2 B 4 t/m 6 Leren Lernliste A + B 3 Leren: Redemittel 10 B11 voorbereiden B 7, 8 en 9 B 11 4 C 12 C 13, 15 en 16 Leren Lernliste C 5 C 14, 17 en 18 C 20 Meer oefenen in ict Leren: Grammatik C en Redemittel 19 6 Leren Lernliste D D 21, 22 7 D 23 Leren Grammatik D 8 Meer oefenen in ict Leren: Redemittel 27 9 Herhaling: Lernliste, Redemittel en Grammatik D 24 t/m 26 D 28 zum Schluss Noordhoff Uitgevers 12 (55)

10 Endprodukt Endprodukt: artikel ruilen en elkaar beoordelen 11 Endprodukt: beoordeling verwerken en artikel inleveren voorbereiding eindtoets 12 eindtoets voorbereiden eindtoets 1.2 Didactische tips In deze eerste taak van katern 1 worden alle vaardigheden getraind. Ook de onderdelen oriëntatie op studie en beroep en werken met ICT komen aan de orde. 1 Deze luisteropdracht leidt het thema in. Let op: deze luisteropgave is aan een stuk door ingesproken, er zijn dus geen nummers en pieptonen voor elke vraag. 2 Hier wordt informatie over het Duitse schoolsysteem gegeven. 4 t/m 6 De opdrachten zijn geschikt als huiswerk omdat de teksten vrij lang zijn en thuis iedereen in zijn eigen tempo kan lezen. 8 Het doel van deze gespreksopdracht is het oefenen met de in opdracht 7 aangeboden grammatica. 9 Als extra oefening bij deze gatentekst is het vertalen van de diverse antwoordmogelijkheden. Dit is bedoeld als oefening om de woordenschat te vergroten. 11 Deze opdracht is het meest effectief als met wisselende partners gewerkt wordt. Hiervoor kan het handig zijn om met een opstelling in een binnen- en een buitencirkel te werken. De leerlingen in de buitencirkel schuiven na elke vraag een plaats op. De leerlingen in de binnencirkel blijven zitten. 12 Geschikt als huiswerk, omdat leerlingen voor deze oefening het internet nodig hebben. 20 Het spaart tijd, als leerlingen deze opdracht inspreken (bijvoorbeeld met behulp van een mp3-speler) en inleveren (als digitaal bestand). 21 Deze luisteropdracht is aan een stuk door ingesproken, er zijn dus geen nummers en pieptonen voor elke vraag. 28 Deze opdracht is het schrijven van een e-mail. Het is daarom leuk om de leerlingen de opdracht per mail in te laten leveren. Endprodukt Het eindproduct is een artikel. De leerlingen beoordelen elkaars werk voor ze het artikel inleveren op taalfouten. Ze letten daarbij vooral op de correcte toepassing van de grammatica, die in taak 1 behandeld werd. 1.3 Ik kan beschrijvingen Na het beëindigen van je eindtaak, werk je je taalportfolio bij. Met het goed uitvoeren van de deelopdrachten en de eindopdracht bewijs je wat je kunt en wat je dus hebt geleerd. Taalportfolio Spreken B1/B2 Taak 1 Abschluss und Anfang Wat deed je in de taak/eindopdracht? Noordhoff Uitgevers 13 (55)

Ik kan een gesprek voeren over vertrouwde onderwerpen Ik kan de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten Schrijven B1/B2 Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn indrukken en ervaringen beschrijf Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een onderwerp dat mijn interesse heeft. Je voerde een gesprek over de beste universiteitsstad Je hebt je toekomstplannen beschreven en uitgelegd Je hebt een e-mail aan een leeftijdsgenoot geschreven waarin je advies geeft. Je hebt een artikel over beslissingen en keuzes na het eindexamen geschreven. Lezen B2/C1 Ik kan snel relevante details in lange en ingewikkelde teksten opzoeken. Ik kan complexe teksten over heel specifieke onderwerpen begrijpen als ik een woordenboek mag gebruiken. Je hebt diverse teksten gelezen waaruit je specifieke informatie moest halen, informatie die voor het beantwoorden van een vraag of het maken van een opdracht relevant was. Ik kan artikelen en verslagen begrijpen over hedendaagse problemen waarin schrijvers bepaalde standpunten innemen. Hoe weet je of je prestatie goed is? Om te kunnen beoordelen of je je prestatie op B2 niveau hebt uitgevoerd, moet je voor jezelf nagaan of je aan de criteria voldoet. Beantwoord daarvoor onderstaande vragen. (Je kunt ook iemand anders vragen je (mee) te beoordelen.) Was je voldoende met het onderwerp bekend om er een gedetailleerde verhaal over te houden? Ja, helemaal/ een beetje/ eigenlijk onvoldoende. Kende je alle woorden die je in je presentatie moest gebruiken? vaak/soms/niet Kon je ingaan op punten, die door de toehoorders werden ingebracht en dan van de voorbereide tekst afwijken?. een enkele keer/soms/vaak Kun je je fouten en versprekingen corrigeren? Vaak/soms Was je uitspraak duidelijk genoeg? vaak/soms/nog niet Kan ik in een gesprek of discussie mijn standpunten vloeiend en spontaan uiten? vaak/soms Was de spelling van de woorden goed? vaak wel/ soms niet Kan ik over veel onderwerpen een gestructureerde tekst schrijven? Vaak/ meestal wel/soms niet Heb je in de meeste gevallen vaak als antwoord, dan geeft dat aan dat je op B2 niveau zit. Bij het formuleren van zinnen B2-niveau doe je het overgrote deel goed en kun je zelfs een fout herstellen (omdat je hem zelf hebt gehoord). Bij de grammatica gaat veel al heel goed. Met onbekende woorden heb je minder moeite, je bent goed in staat je anders uit te drukken. Naar je taalportfolio. Ga nu naar je taalportfolio: www.europeestaalportfolio.nl Noordhoff Uitgevers 14 (55)

Daar vind je bij de verschillende vaardigheden 'ik kan- beschrijvingen'. Hier geef je aan of je dat goed, redelijk of misschien wel 'nog niet' kunt. Je zult merken dat sommige ik kan -beschrijvingen vaker voorkomen, maar met een andere invulling daarbij. Dat komt omdat je eigenlijk een ik kan -beschrijving vaker dan één keer moet hebben gedaan om te kunnen zeggen dat je het echt kunt. Hier geldt een beetje het principe 'einmal ist kein Mal', maar dat snap je zelf ook wel (Door af en toe een doelpunt scoren ben je immers ook niet direct de topscorer). Tip: voeg je producten toe aan het Dossier in je taalportfolio, als bewijs dat je een prestatie echt kunt. Heb je meer hulp nodig bij het invullen van je taalportfolio, kijk dan in de Coach op bladzijde 55, of in de handleiding van het Europees taalportfolio (zie bovenstaande website: klik op handleiding; je kunt deze downloaden of printen) 1.4 Docentenpagina webquest Inleiding Deze webquest is bedoeld voor leerlingen van 6 vwo en sluit aan bij het thema Abschluss und Anfang : taak 1 van Neue Kontakte katern 1, 6 vwo. In deze webquest ontwikkelen leerlingen in tweetallen een 'Wegweiser' voor Duitse eindexamenleerlingen die zich willen oriënteren op de mogelijkheden van een jaar in het buitenland. Deze webquest is ook te gebruiken als alternatief voor het eindproduct van bovengenoemde taak. Niveau Vereiste taalvaardigheid, aangegeven in het Europees Referentiekader (ERK): lezen niveau B1/B2, schrijven niveau B1, (spreken A2). Zie ook www.taalportfolio.nl. Doelen en eindtermen 1. Algemene doelen: Opzoeken en verwerken van informatie Informatie verzamelen Informatie selecteren Samenwerken Beslissingen nemen Overeenstemming bereiken Leren reflecteren op het leerproces: (zelf-)reflectie 2. Eindtermen uit het domein Duits: Doelen en eindtermen 1. Algemene doelen: Opzoeken en verwerken van informatie Informatie verzamelen Informatie selecteren Samenwerken Beslissingen nemen Overeenstemming bereiken Leren reflecteren op het leerproces: (zelf-)reflectie Noordhoff Uitgevers 15 (55)

2. Eindtermen uit het domein Duits: Subdomein: Taalvaardigheden - Leesvaardigheid Subdomein: Taalvaardigheden aangeven of een tekst, gegeven een bepaalde informatiebehoefte, relevante informatie bevat en, zo ja, welke. - Schrijfvaardigheid Informatie geven Iets of iemand beschrijven Subdomein: Algemene vaardigheden De kandidaat heeft bij het verwerven van informatie een aantal malen gebruik gemaakt van toepassingen van ICT. Subdomein: algemene vaardigheden De kandidaat kan bij het schrijfproces gebruik maken van de mogelijkheden van tekstverwerking. Leerzaamheid Uitgaande van de criteria zoals die zijn vastgelegd in de zogenaamde meetlat voor webquests op de site http://www.kennisnet.nl/thema/talenquest/meetlat/index.html. kunnen we vaststellen: 1 Blootstelling (kwantitatief) Het uitvoeren van de taak leidt tot kennisname van veel tekst (geschreven of gesproken) in de doeltaal. 2 Blootstelling (kwalitatief) De teksten zijn attractief, actueel, functioneel en levensecht. 3 Productie van output (regelgeleid) Taak bevat elementen die beheersing van vormaspecten bevorderen. 4 Strategisch handelen (receptief) Taak lokt gebruik van lees- en luisterstrategieën uit, (het raden van onbekende elementen, het efficiënt gebruik maken van voorkennis, e.d.) 5 Productie van output (algemeen) Taak lokt productief gebruik doeltaal uit. 6 Strategisch handelen (productief) Taak lokt gebruik van communicatiestrategieën uit. 7 Leren leren De opdracht biedt mogelijkheden voor zowel tussentijdse reflectie op het proces (strategieën!), als ook reflectie aan het eind van en op het product. Randvoorwaarden Voor het uitvoeren van deze TalenQuest met een klas of groep leerlingen moeten de leerlingen de beschikking hebben over: Computers met internet aansluiting; Printers (eventueel); Woordenboeken D-N, N-D (papier of digitaal), of een online woordenboek (zie de bronnen in de opdracht). Regie Noordhoff Uitgevers 16 (55)

Duur De leerlingen hebben minimaal vier lesuren nodig om deze webquest af te ronden. Daarnaast zal er zo n vier uur huiswerk aan vast zitten. U zult zelf moeten bepalen of de geschatte tijdsindicatie voldoet voor uw leerlingen. Een ander hangt ook af van de door u gewenste kwaliteit van het eindproduct. Werkvolgorde De leerlingen werken in tweetallen. Door het volgen van de verschillende stappen, werken ze naar het eindproduct, de 'Wegweiser', toe. Beoordeling De leerlingen beoordelen in eerste instantie zelf hun werk. Dit gebeurt aan de hand van onderstaand schema (wellicht moet u het schema toelichten bij uw leerlingen). U kunt ook variaties erop aanbrengen. U kunt van tevoren een minimaal aantal punten aangeven dat door de leerlingen gescoord moet worden (maximaal 36 punten). Evaluatieschema 1 2 3 4 Opdrachten (werkblad) onvolledig volledig Opdrachten (werkblad) inhoudelijk slecht inhoudelijk goed Gegeven voorbeelden (objecten / situaties) slecht passend bij onderwerp goed passend bij onderwerp Weergeven informatie in eigen woorden veel overgeschreven in eigen woorden beschreven van de bronnen Eindproduct: Duitse taal veel fouten (bijna) zonder fouten Eindproduct: inhoud onprofessioneel, warrig en onoverzichtelijk onverzorgd professioneel, helder en overzichtelijk Eindproduct: verzorgd lay-out Originaliteit niet origineel zeer origineel Samenwerking slecht uitstekend Totaal aantal punten: (max. 36) Noordhoff Uitgevers 17 (55)

Taak 2 Dinge von damals 2.1 Werkplanner Bij 2 uur Duits per week Les Datum Voor de les In de les 1 Invullen taalportfolio en A 1en 2 werkplanner A 1 t/m 4 2 B 3 B 4 t/m 8 Leren Lernliste A 3 B 9 t/m 11 Meer oefenen in ict Leren Lernliste B B 12 C 13 t/m 15 4 C 16 t/m 18 C 19 D 20 t/m 22 Leren Lernliste C Meer oefenen in ict 5 D 23, voorbereiden 24 D 24 Leren Grammatik B en C 6 D 24 afmaken Meer oefenen in ict Leren Lernliste D Endprodukt zum Schluss 7 Leren Grammatik D Endprodukt Endprodukt 8 eindtoets Bij 3 uur Duits per week Les Datum Voor de les In de les 1 Invullen taalportfolio en A 1 en 2 werkplanner 2 B 3 B 4 t/m 8 Leren Lernliste A 3 B 9 en 10 B 11 en 12 Leren Lernliste B Meer oefenen in ict 4 B 12 C 13 en 14 5 Leren Lernliste C eerste helft C 15 t/m 18 Meer oefenen in ict 6 C 19 voorbereiden C19 D20 t/m 22 Leren Grammatik B en C 7 D 23 D 24 Leren Lernliste C 2e helft 8 D 24 Leren Lernliste D D 24 en voorbereiding afspraken Endprodukt Meer oefenen in ict 9 Leren Grammatik D zum Schluss 10 Endprodukt Noordhoff Uitgevers 18 (55)

11 Endprodukt Endprodukt 12 eindtoets 2.2 Didactische tips 1 In Anstoß en deeltaak B maken de leerlingen kennis met drie musea, namelijk het Haus der Geschichte (HdG) in Bonn, het Deutsches Historisches Museum (DHM) in Berlijn en het virtuele museum LeMO, voortgekomen uit samenwerking tussen het HdG en het DHM. Het HdG laat zien hoe het West-en Oost-Duitsland is vergaan sinds 1945. In het museum worden voorwerpen tentoongesteld die betrekking hebben op (inter)nationale politieke onderwerpen. Maar ook voorwerpen, films, geluidsfragmenten die het dagelijkse leven in Duitsland laten zien. Het DHM biedt verzamelingen m.b.t. de oudere Duitse geschiedenis (voor 1945). LeMO (Lebendiges virtuelles Museum Online) bevat o.a. audiofragmenten, video s, landkaarten, statistieken, voorwerpen en VRML bestanden. (Virtual Reality Modeling Language is een markup-taal waarin driedimensionele objecten kunnen worden beschreven. Daarmee kan het object van alle kanten worden bekeken, geroteerd, in- en uitgezoomd worden enzovoort.) 5 Toelichting bij de vier voorwerpen (originele tekst) Bild 1 Die Eintrittskarte galt für das Endspiel der Fußball-Weltmeisterschaft am 4.7.1954 im Stadion von Bern. Unter Mannschaftskapitän Fritz Walter (1919-2002) mit Trainer Sepp Herberger (1897-1977) besiegte die deutsche Nationalmannschaft die hochfavorisierten Ungarn 3:2. Die gewonnene Weltmeisterschaft bedeutete mehr als ein sportliches Ereignis. Das "Wunder von Bern" flößte den Deutschen neues Selbstbewusstsein ein - nach dem Motto "Wir sind wieder wer". Bild 2 Die Karte diente als Erinnerungsstück an den Mauerfall am 9.11.1989. Telefonkarten zum bargeldlosen Telefonieren mit Kartentelefonen wurden in Deutschland erstmals zu Erprobungszwecken am 20.6.1983 in Frankfurt/Main ausgegeben. Nach einer Erprobungsphase konnten Telefonkarten ab dem 16.12.1986 - zunächst am Postschalter, später auch in verschiedenen Geschäften - erworben werden. Seit Anfang der 1990er Jahre nahm ihre Verbreitung zu. Das Sammeln der vielfach als Werbeträger eingesetzten Telefonkarten hat sich zu einem weit verbreiteten Hobby entwickelt. Bild 3 Mit lila eingefärbten Latzhosen grenzten sich zahlreiche junge Frauen verstärkt seit Mitte der 1970er Jahre vom Weiblichkeitsideal der Konfektionsmode ab. Die lila Latzhose wurde zum symbolhaften Kleidungsstück der neuen Frauenbewegung. Sie propagierte ein neuartiges Bewusstsein von der politischen und gesellschaftlichen Rolle der Frau im Sinne von mehr Individualität und Partizipation. Ausdruck des neuen Bewusstseins war auch die Gründung von zahlreiche Frauenzentren, die als Versammlungs- und Arbeitsorte dienen. Bild 4 Die "Isetta" ist ein typisches Fahrzeug aus der Zeit der Motorisierung der Bundesrepublik in der zweiten Hälfte der 1950er Jahre. Ungewöhnlich war der Einstieg in das Fahrzeug von vorne. BMW baute die "Isetta" von 1955 bis 1962. BMW Isetta 250: 12 PS, 245 ccm, 85 km/h Noordhoff Uitgevers 19 (55)

12 Het verdient aanbeveling de leerlingen te laten stöbern bij de sites van HdG, DHM en LeMO. De ervaring leert dat het even duurt voordat de leerling de goede zoekstrategieën toepassen. Er is erg veel te vinden. U kunt de leerlingen nog eens wijzen op de opdrachten 2 en 5 om ze een idee te geven van wat er van ze verwacht wordt. 14 De website http://www.tagesschau.de is de moeite waard. Je kunt er bijvoorbeeld diverse filmpjes bekijken. (RAF > Rote Armee Fraktion > Animation.). Zie desgewenst ook: http://www.duitslandweb.nl (Dossiers - RAF), en http://geschiedenis.vpro.nl Tip: Filmpjes kun je in Windows via de Verkenner downloaden: Extra > Internetopties > Instellingen > Bestanden weergeven en dan de bestanden (bijv. flvbestandjes) kopiëren.] Desgewenst kunt u dit materiaal in Schoolwise voor de leerlingen klaar zetten. De recente film Der Baader Meinhof Komplex (2008) geeft een indringend beeld van de terroristenbeweging. Únterrichtsmaterial daarbij is gratis te downloaden via http://www.bmk.film.de/ 15 Een videofilm van 45 minuten over deze vliegtuigkaping is te zien op http://www.zdf.de/zdfmediathek/content/260466?inpopup=true 21 'Freiheit' is (live) in twee optredens te vinden op www.youtube.com/watch?v=30vejxrgx6i http://nl.youtube.com/watch?v=1bhtynfrlwc (met beelden van de Wende) http://video.aol.com/video-detail/westernhagen-freiheit-live-dusseldorf-1999/3649672347 Een Kurzvideo van de Wende is te vinden op: http://www.myvideo.de/watch/2542338/mauerfall 2.3 Ik kan beschrijvingen Na het beëindigen van je eindtaak, werk je je taalportfolio bij. Met het goed uitvoeren van de deelopdrachten en de eindopdracht bewijs je wat je kunt en wat je dus hebt geleerd. Taalportfolio Gesprekken voeren B1/B2 Ik kan tijdens een discussie mijn mening geven over mogelijke oplossingen voor een probleem en mijn mening daarbij onderbouwen. Ik kan in een discussie om aandacht vragen. Taak 2 Dinge von damals Wat deed je in de taak/eindopdracht? Je hebt deelgenomen aan een discussie in de klas over het thema van je tentoonstelling en welke voorwerpen je daarin laat zien. Ik kan aan een gesprek of discussie deelnemen en kan alternatieve voorstellen bespreken. Spreken B1/B2 Ik kan een presentatie houden over een bestudeerd onderwerp en voor-en nadelen bespreken. In de groep heb je voorstellen gedaan, naar andere voorstellen geluisterd en daarop gereageerd. Je hebt in je groep jouw mening over de idealen en de methodes van de RAF gegeven. Noordhoff Uitgevers 20 (55)

Schrijven B1/B2 Ik kan redelijk gedetailleerde verslagen maken. Ik kan feitelijke informatie over bekende en minder bekende zaken samenvatten, er over verslag doen en er een mening over geven. Lezen B2/C1 Ik kan snel relevante details in lange en ingewikkelde teksten op verschillende terreinen opzoeken. Ik kan met behulp van strategieën (zoals het herkennen van hoofd- en bijzaken en het gebruik van aanwijzingen in de context) allerlei soorten teksten beter begrijpen. Daarbij kan ik anticiperen op wat gaat volgen. Ik kan artikelen en verslagen tot in detail begrijpen over hedendaagse problemen waarin schrijvers bepaalde standpunten innemen. Luisteren B2/C1 Ik kan langere betogen begrijpen, ook over complexe onderwerpen. Ik kan een breed scala aan geluidsmateriaal, radioprogramma s en films begrijpen en daarbij details vaststellen. In de eindopdracht heb je een minitentoonstelling gepresenteerd. Je hebt een redelijk gedetailleerde beschrijving van een voorwerp gemaakt. Je hebt een samenvatting gemaakt van een tekst en een luisteroefening. Van die samenvatting heb je een tekst met daarin je mening geschreven. Je hebt diverse teksten gelezen waaruit je specifieke informatie moest halen, informatie die voor het beantwoorden van een vraag of het maken van een opdracht relevant was. Je hebt informatie gezocht over personen, zodanig dat je aan de hand daarvan een tekst kunt schrijven. Je hebt gedetailleerde informatie verzameld op de sites van drie musea door selectief te lezen. Je hebt naar een radioreportage over een museum geluisterd. Daarin werd onder andere verteld wat tot de oprichting van dat museum heeft geleid. Op de site van LeMO heb je gezocht, geluisterd en gekeken naar geluidsmateriaal, radioprogramma s en films. Hoe weet je of je prestatie goed is? Om te kunnen beoordelen of je je prestatie op B2 niveau hebt uitgevoerd, moet je voor jezelf nagaan of je aan de criteria voldoet. Beantwoord daarvoor onderstaande vragen. (Je kunt ook iemand anders vragen je (mee) te beoordelen.) Was je voldoende met het onderwerp bekend om er een gedetailleerde verhaal over te houden? Ja, helemaal/ een beetje/ eigenlijk onvoldoende. Kende je alle woorden die je in je spreekbeurt moest gebruiken? vaak/soms/niet Kon je ingaan op punten, die door de toehoorders werden ingebracht en dan van de voorbereide tekst afwijken?. een enkele keer/soms/vaak Kun je je fouten en versprekingen corrigeren? Vaak/soms Was je uitspraak duidelijk genoeg? vaak/soms/nog niet Kan ik in een gesprek of discussie mijn standpunten vloeiend en spontaan uiten? vaak/soms Was de spelling van de woorden goed? vaak wel/ soms niet Noordhoff Uitgevers 21 (55)

Kan ik over veel onderwerpen een gestructureerde tekst schrijven? Vaak/ meestal wel/soms niet Heb je in de meeste gevallen vaak als antwoord, dan geeft dat aan dat je op B2 niveau zit. Bij het formuleren van zinnen B2-niveau doe je het overgrote deel goed en kun je zelfs een fout herstellen (omdat je hem zelf hebt gehoord). Bij de grammatica gaat veel al heel goed. Met onbekende woorden heb je minder moeite, je bent goed in staat je anders uit te drukken. Naar je taalportfolio. Ga nu naar je taalportfolio: www.europeestaalportfolio.nl Daar vind je bij de verschillende vaardigheden 'ik kan- beschrijvingen'. Hier geef je aan of je dat goed, redelijk of misschien wel 'nog niet' kunt. Je zult merken dat sommige ik kan -beschrijvingen vaker voorkomen, maar met een andere invulling daarbij. Dat komt omdat je eigenlijk een ik kan -beschrijving vaker dan één keer moet hebben gedaan om te kunnen zeggen dat je het echt kunt. Hier geldt een beetje het principe 'einmal ist kein Mal', maar dat snap je zelf ook wel (Door af en toe een doelpunt scoren ben je immers ook niet direct de topscorer). Tip: voeg je producten toe aan het Dossier in je taalportfolio, als bewijs dat je een prestatie echt kunt. Heb je meer hulp nodig bij het invullen van je taalportfolio, kijk dan in de Coach op bladzijde 55, of in de handleiding van het Europees taalportfolio (zie bovenstaande website: klik op handleiding; je kunt deze downloaden of printen) 2.4 Docentenpagina webquest Inleiding Deze webquest is bedoeld voor leerlingen van 6 vwo en sluit aan bij het thema Dinge von damals': taak 2 van Neue Kontakte 6 vwo. In deze webquest schrijven leerlingen in drietallen een artikel met de naam 'Damals in Deutschland', over dingen die nu actueel en modern zijn, maar in het jaar 2060 achterhaald. Deze webquest is ook te gebruiken als alternatief voor het eindproduct van bovengenoemde taak. Niveau Vereiste taalvaardigheid, aangegeven in het Europees Referentiekader (ERK): lezen niveau B1/B2, schrijven niveau B1, (spreken A2). Zie ook www.taalportfolio.nl. Doelen en eindtermen 1. Algemene doelen: Opzoeken en verwerken van informatie Informatie verzamelen Informatie selecteren Samenwerken Beslissingen nemen Overeenstemming bereiken Leren reflecteren op het leerproces: (zelf-)reflectie 2. Eindtermen uit het domein Duits: Subdomein: Taalvaardigheden Noordhoff Uitgevers 22 (55)

- Luistervaardigheid de essentie kunnen begrijpen van moeilijker tv-programma's als er in standaardtaal en in normaal tempo gesproken wordt. - Schrijfvaardigheid Informatie geven Iets of iemand beschrijven Subdomein: Algemene vaardigheden De kandidaat heeft bij het verwerven van informatie een aantal malen gebruik gemaakt van toepassingen van ICT. Subdomein: algemene vaardigheden De kandidaat kan bij het schrijfproces gebruik maken van de mogelijkheden van tekstverwerking. Leerzaamheid Uitgaande van de criteria zoals die zijn vastgelegd in de zogenaamde meetlat voor webquests op de site http://www.kennisnet.nl/thema/talenquest/meetlat/index.html. kunnen we vaststellen: 1 Blootstelling (kwantitatief) Het uitvoeren van de taak leidt tot kennisname van veel tekst (geschreven of gesproken) in de doeltaal. 2 Blootstelling (kwalitatief) De teksten zijn attractief, actueel, functioneel en levensecht. 3 Productie van output (regelgeleid) Taak bevat elementen die beheersing van vormaspecten bevorderen. 4 Strategisch handelen (receptief) Taak lokt gebruik van luisterstrategieën uit, (het raden van onbekende elementen, het efficiënt gebruik maken van voorkennis, e.d.) 5 Productie van output (algemeen) Taak lokt productief gebruik doeltaal uit. 6 Strategisch handelen (productief) Taak lokt gebruik van communicatiestrategieën uit. 7 Leren leren De opdracht biedt mogelijkheden voor zowel tussentijdse reflectie op het proces (strategieën), als ook reflectie aan het eind van en op het product. Randvoorwaarden Voor het uitvoeren van deze TalenQuest met een klas of groep leerlingen moeten de leerlingen de beschikking hebben over: Computers met internet aansluiting; Printers (eventueel); Woordenboeken D-N, N-D (papier of digitaal), of een online woordenboek (zie de bronnen in de opdracht). Regie Duur De leerlingen hebben minimaal drie lesuren nodig om deze webquest af te ronden. Noordhoff Uitgevers 23 (55)

Daarnaast zal er zo n drie uur huiswerk aan vast zitten. U zult zelf moeten bepalen of de geschatte tijdsindicatie voldoet voor uw leerlingen. Een ander hangt ook af van de door u gewenste kwaliteit van het eindproduct. Werkvolgorde De leerlingen werken in drietallen. Door het volgen van de verschillende stappen, werken ze naar het eindproduct, het tijdschriftenartikel, toe. Beoordeling De leerlingen beoordelen in eerste instantie zelf hun werk. Dit gebeurt aan de hand van onderstaand schema (wellicht moet u het schema toelichten bij uw leerlingen). U kunt ook variaties erop aanbrengen. U kunt van tevoren een minimaal aantal punten aangeven dat door de leerlingen gescoord moet worden (maximaal 28 punten). Evaluatieschema 1 2 3 4 Opdrachten (werkblad) onvolledig volledig Opdrachten (werkblad) inhoudelijk slecht inhoudelijk goed Gegeven voorbeelden (objecten / situaties) slecht passend bij onderwerp goed passend bij onderwerp Weergeven informatie in eigen woorden veel overgeschreven in eigen woorden beschreven van de bronnen Eindproduct: Duitse taal veel fouten (bijna) zonder Eindproduct: inhoud slechte voorbeelden, maken thema niet duidelijk fouten prima voorbeelden, maken thema volstrekt inzichtelijk Eindproduct: onverzorgd verzorgd lay-out Originaliteit niet origineel zeer origineel Samenwerking slecht uitstekend Totaal aantal punten: (max. 36) Noordhoff Uitgevers 24 (55)

3 Examenvoorbereiding Sprechen 3.1 Korte omschrijving inhoud Deze examenvoorbereiding is te verdelen in twee delen: gesprekken voeren en spreken, zoals ook de verdeling is binnen het ERK. In de onderdelen A en B gaat het voornamelijk om gesprekken voeren, in de onderdelen C en D om spreken. In onderdeel A komen eenvoudigere, persoonlijke gesprekken aan de orde en wordt er aandacht besteed aan uitspraak. In de onderdelen B en D staat het argumenteren centraal, waarbij ook communicatiestrategieën aan bod komen en in onderdeel C oefenen de leerlingen het beschrijven van zaken en gebeurtenissen. Ook grammaticale onderwerpen als voorzetsels en vervoegingen van de belangrijkste werkwoorden komen aan de orde. 3.2 Didactische tips 4 Eventuele extra oefening: de teksten mondeling samenvatten. 6 Laat de leerlingen de rollen eerst doorlezen en laat ze eventueel enkele woorden opschrijven. Stimuleer het vrij spreken: de teksten hoeven niet letterlijk vertaald te worden. 7 Bij vraag 2 en 3 moeten de leerlingen fantaseren. Dit is bedoeld ter voorbereiding op opdracht 8, om zich zo goed mogelijk in hun rol in te leven. 8 U kunt hier verwijzen naar opdracht 7, zodat de leerlingen zich zo goed mogelijk in hun rol kunnen verplaatsen. 10 De leerlingen kunnen bij deze opdracht gebruik maken van de Redemittel 9. Vanzelfsprekend zijn ook eigen reacties mogelijk. 11 Als hulpmiddel kunnen de leerlingen in de tekst de voor- en nadelen onderstrepen. 13 Laat de leerlingen bij deze opdracht gebruik maken van de opdrachten 11 en 12. 14 Extra: laat de leerlingen zelf nog meer zinnen bedenken. Bijvoorbeeld door tijdens hun spreekopdrachten aantekeningen te maken. 15 U kunt deze opdracht ook uit laten voeren aan de hand van een door de leerlingen meegebracht krantenartikel. 16 In deze opdracht wordt de compenserende strategie beschrijven omgekeerd geoefend. Hij dient ter voorbereiding op opdracht 17, waar de leerlingen zelf dingen gaan beschrijven. 17 U kunt deze opdracht ook klassikaal uitvoeren in plaats van in groepjes. In plaats van dat iedereen vier woorden bedenkt, bedenkt ieder er 1. Verdeel de klas in drie groepen: A, B en C. Maak op het bord drie kolommen: A, B en C. Iemand (u zelf of een leerling) is de spelleider en staat voor de klas. Groep A begint: iemand uit groep A beschrijft het woord dat op zijn kaartje staat. Groep B en C mogen raden. Als iemand denkt te weten om welk woord het gaat steekt hij zijn vinger op. De spelleider beslist wie het eerste is. De eerste die zijn vinger opsteekt, mag antwoord geven. Als hij het woord goed raadt in het Nederlands, heeft zijn groep 1 punt. Raadt hij het woord in het Duits, dan levert dat de groep 2 punten op (bij een fout in het Duits ook slechts 1 punt). De spelleider Noordhoff Uitgevers 25 (55)