Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

Transcriptie

1 Duits IBL1 Vakcode Verantwoordelijke mevr. K. Voogd ECTS 4 Kwartiel 1.1 en 1.2 Competenties IBL1 Prestatie-indicatoren 1.3 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de competenties inclusief prestatie-indicatoren en beoordelingscriteria. 1. Relatie met de beroepspraktijk Wie de taal van de buren niet spreekt, kan niet men hen communiceren! Naast Nederlands ook Engels spreken is vanzelfsprekend goed, maar niet voldoende. Economische en culturele argumenten pleiten voor de kennis van meer dan twee talen. Er wordt vaak geconstateerd dat het Nederlandse bedrijfsleven belangrijke mogelijkheden onbenut laat door gebrek aan solide kennis van het Duits en dat terwijl Duitsland de belangrijkste handelspartner van Nederland is. Maar liefst 25% van de Nederlandse export gaat naar Duitsland en 17% van de Nederlandse import is uit Duitsland afkomstig. Overbekend zijn de kaas en tuinbouwproducten, maar veel belangrijker zijn industrieproducten uit Nederland. De zeer nauwe verbondenheid tussen Duitsland en Nederland blijkt o.a. uit het feit dat na de Verenigde Staten de Nederlanders de grootste investeerders in Duitsland zijn, terwijl Duitsland als investeerder in Nederland op de vierde plaats staat (na de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en België). Je vindt in Nederland vele dochterondernemingen van Duitse bedrijven en alleen al in de deelstaat Nordrhein- Westfalen zijn zo n 1400 dochters van Nederlandse ondernemingen! Maar liefst drie van de meest populaire automerken van Nederlanders zijn Made in Germany. Mercedes, Volkswagen, Porsche, Ford en Opel bestaan echter voor een niet onbelangrijk deel uit Nederlandse onderdelen, bijvoorbeeld kunststof schokbrekers, allerlei onderdelen van polyester en extra s als schuifdaken. De kans dat je als afgestudeerd IBL er vooral in de (Eur-)regio Twente ook in het MKB in je latere beroep contacten met Duitstalige relaties zult onderhouden, is dus groot. Uiteraard is het dan belangrijk dat je de Duitse taal zowel mondeling als schriftelijk beheerst. Daarnaast echter is het ook van belang dat je beschikt over economische, politieke en maatschappelijke kennis, die betrekking heeft op Duitsland. 38

2 2. Relatie met het thema Deze module heeft als doel het verbeteren van je vier vaardigheden in het Duits (lees-, schrijf, spreek-, luistervaardigheid). Dit doe je o.a. door het oefenen met rollenspelen, het lezen en interpreteren van Duitstalige teksten, die je inzicht in economische, politieke en maatschappelijke aspecten van Duitstalige landen verbreden. Als noodzakelijke bouwstenen voor de vier vaardigheden zul je je Duitse woordenschat vergroten en de Duitse grammaticale structuren leren toepassen. 3. Doelstellingen Na het eerste semester beheers je de vier vaardigheden (luister-, lees-, spreek-, schrijfvaardigheid) minimaal op niveau A1/A2. MIM-CEF can do statements luisteren lezen spreken interactie spreken A1 1. Ik kan de globale betekenis halen uit gesproken losse zinnen over eenvoudige algemene onderwerpen (een land, het weer, een persoon, een bedrijf). 2. Ik kan de globale betekenis halen uit gesproken losse zinnen over (reservering, bestelling, afspraak). 1. Ik begrijp geschreven vocabulaire over algemene zaken. 2. Ik begrijp geschreven eenvoudig zakelijk vocabulaire. 3. Ik kan losse zinnen over algemene zaken lezen (losse mededelingen over een persoon, familie, land, het weer) 4. Ik kan losse zinnen lezen over (losse mededelingen over een afspraak, reservering, bestelling). 5. Ik kan de strekking uit korte zakelijke teksten halen. 1. Ik kan mijzelf voorstellen en over mijzelf vertellen, over mijn werk en waar ik vandaan kom. 2. Ik kan aan iemand zijn naam, woonplaats, beroep en hobby s enz. vragen. 3. Ik kan de weg vragen. 4. Ik kan een bestelling plaatsen in een restaurant en een kamer reserveren in en hotel. 1. Ik kan voorbereid in enkele zinnen over mijzelf en over eigen interesses spreken. 2. Ik kan tellen en spellen. A2 1. Ik kan de globale betekenis halen uit een kort gesprek over eenvoudige algemene onderwerpen. 2. Ik kan de globale betekenis halen uit een gesprek over eenvoudige zakelijke onderwerpen. 3. Ik begrijp een kort gesprek over een eenvoudig onderwerp in detail. 4. Ik begrijp een kort gesprek over een eenvoudig zakelijk onderwerp in detail. 1. Ik kan zeer eenvoudige authentieke teksten in detail begrijpen (over bekend onderwerp / krantenartikel / advertentie). 2. ik kan s lezen over (het maken en veranderen van een afspraak, een bestelling, informatie aanvragen, een uitnodiging). 3. Ik kan een voor het onderwijs bewerkte tekst lezen over een zakelijk onderwerp (beschrijving van een bedrijf, informatie over allerhande economische en culturele aspecten van een land). 1. Ik kan iemand uitnodigen / een uitnodiging aannemen en afslaan. 2. Ik kan vertellen waar mijn interesse naar uitgaat en reageren als anderen vertellen wat hen interesseert. 3. Ik kan informatie uitwisselen over eenvoudige algemene / zakelijke onderwerpen. 1. Ik kan voorbereid een verhaal houden in eenvoudige zinnen over een onderwerp waar mijn interesse naar uitgaat. 2. Ik kan vertellen over een activiteit. 39

3 schrijven 1. Ik kan in eenvoudige woorden schriftelijke informatie doorgeven over eenvoudige onderwerpen (met een correcte grammatica). 2. Ik kan een eenvoudig briefje / schrijven. 1. Ik kan met behulp van een woordenboek en grammaticaboek een eenvoudige brief schrijven met als doel: uitnodiging, inlichtingen vragen / geven, bestelling, annulering van een bestelling. 2. ik kan in losse woorden de strekking noteren van een eenvoudige informele bijeenkomst. Subdoelstellingen: Je kunt eenvoudige Duitstalige teksten van algemeen economische, politieke of maatschappelijke aard lezen, begrijpen en zowel schriftelijk als mondeling interpreteren. Je kunt zowel schriftelijk als mondeling economisch idioom gebruiken, zoals dit staat beschreven in het boek Geschäftspartner (zie literatuur), op het gebied van de volgende onderwerpen: handel, onderneming, zaak, winkel, kopen, inkopen, verkopen, verkoop, rekening, berekenen, betalen. Daarnaast kun je zowel schriftelijk als mondeling het idioom gebruiken behorend bij de rollenspelen en van de woordenlijsten, die je zelf hebt aangelegd a.h.v. de Duitstalige teksten in de syllabus (zie literatuur). Je kunt de basisregels op het gebied van de grammatica toepassen, zoals die staan beschreven in de syllabus (zie literatuur), behorend bij de volgende grammaticale onderwerpen: ontleden, bepaalde en onbepaalde lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zwakke en sterke en werkwoorden, koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden: haben, werden en sein, persoonlijke voornaamwoorden, zelfstandige naamwoorden, voorzetsels. 4. Toetsing Het luisteren en spreken wordt getoetst tijdens de lessen (diagnostisch) en d.m.v. een mondeling tentamen (gesprek met rollenspel en tekst) in de laatste lesweek en/of tijdens de tentamenweken van kwartiel 2 (50 % cijfer van kwartiel 2). Het kunnen gebruiken van Duitstalig handelsidioom en het kunnen toepassen van de grammaticaregels van de Duitse taal wordt getoetst tijdens de lessen (diagnostisch) en d.m.v. een schriftelijk tentamen in kwartiel 2 (50 % cijfer van kwartiel 2). Daarbij geldt de volgende weging: grammatica 80%, idioom 20%. 5. Werkvormen Gedurende de werkcolleges (drie uur per week) moet je de thuis voorbereide stof toepassen tijdens de lessen op het gebied van de vier vaardigheden (lees-, schrijf-, spreek-, luistervaardigheid). Zo maak je gedurende het eerste en tweede kwartiel elke week schrijfoefeningen, waarbij je de Duitse grammatica correct leert toepassen. Daarnaast zul je in zelfstudie je woordenschat vergroten. Bovendien oefen je je spreekvaardigheid a.h.v. rollenspelen en andere spreekoefeningen. 6. Literatuur en overige leermiddelen Geschäftspartner Brück, F.E. ea. Thieme-Meulenhof Syllabus Duits 1 e studiejaar IBL, 2007/

4 7. Planning Week Week kwartiel 1 (2 uur) Rollenspelen / Spreekvaardigheid (syllabus) Uitleg programma Duits Samen in les: syllabus gram.oef. 1 en 2 Samen in les: H.1 Roll./Sprkvh. H.1 gram. maken syllabus oef. 5, 6 Roll./Sprkvh. herhalen H.1 en voorbereiden H.2 Toets over gram.oefening 1 t/m 8 gram. maken syllabus oef. 9, 10 Roll./Sprkvh. herhalen H.2 en voorbereiden H.3 gram. maken syllabus oef. 13, 14 Roll./Sprkvh. herhalen H.3 en voorbereiden H.4 gram. maken syllabus oef. 18, 19, 20 Roll./Sprkvh. herhalen H.4 en voorbereiden H.5 gram. maken syllabus oef. 24, 25, 26 Roll./Sprkvh. herhalen H.5 en voorbereiden H.6 gram. maken syllabus oef. 30 Roll./Sprkvh. herhalen H.6 en voorbereiden H.7 kwartiel 2 (2 uur) Rollenspelen / Spreekvaardigheid (syllabus) Bespreken toets kwartiel 1 samen in les: syllabus gram. oef. 31, 32 Samen in les: Roll./Sprkvh. H.8 gram. maken syllabus oef. 35, 36 Roll./Sprkvh. herhalen H.8 en voorbereiden H.9 gram. maken syllabus oef. 37, 38 Roll./Sprkvh. herhalen H.9 en voorbereiden H.10 gram. maken syllabus oef. 41, 42, 43 Roll./Sprkvh. herhalen H.10 en voorbereiden H.11 (1 uur) (zelfstudie) Idioom (N-D Geschäftspartner) gram. maken syllabus oef. 3 en 4 idioom: GP Nummer 1 De handel gram. maken syllabus oef. 7, 8 idioom: GP Nummer 2 De onderneming gram. maken syllabus oef 11 en 12 idioom: GP Nummer 3 De zaak en Nummer 4 De winkel gram. maken syllabus oef. 15, 16, 17 idioom: GP Nummer 13 Kopen, inkopen Toets over gram.oefening 1 t/m 20 gram. maken syllabus oef. 21, 22, 23 idioom: GP Nummer 14 Verkopen, de verkoop gram. maken syllabus oef. 27, 28, 29 idioom: GP Nummer 19 De rekening en Nummer 20 Berekenen Toets over gram.oefening 1 t/m 30 (1 uur) (zelfstudie) Idioom (N-D Geschäftspartner) gram. maken syllabus oef. 33, 34 idioom: herh. GP Nummer 1 De handel Huiswerk gram. maken syllabus oef. 35, 36 idioom: herh. GP Nummer 2 De onderneming gram. maken syllabus oef. 39, 40 idioom: herh. GP Nummer 3 De zaak en Nummer 4 De winkel gram. maken syllabus oef. 44, 45 idioom: herh. GP Nummer 13 Kopen, inkopen 41

5 5 6 7 en tentamenweek gram. maken syllabus oef. 46, 47, 48 Roll./Sprkvh. herhalen H.11 en voorbereiden H.12 gram. maken syllabus oef. 51, 52 Roll./Sprkvh. herhalen H.12 en voorbereiden H.13 Mondeling: ± 15 minuten per student Rollenspelen + teksten H.1 t/m 13 Schriftelijk: gram oef.1 t/m 53 en GP Nummers 1, 2, 3, 4, 13, 14, 19, 20 gram. maken syllabus oef. 49, 50 idioom: herh. GP Nummer 14 Verkopen, de verkoop gram. maken syllabus oef. 53 idioom: herh. GP Nummer 19 De rekening en Nummer 20 Berekenen 42