1 Inleiding Commissaris van de Koning Theo Bovens op Rijnlandlezing door pater Anselm Grün, op 15 mei 2014 in Statenzaal in Gouvernement aan de Maas te Maastricht Dames en heren, Ruim tweeëneenhalf jaar geleden nam mijn voorganger Léon Frissen afscheid met een Rijnlandlezing. Een Rijnlandlezing uitgesproken door Jean-Claude Juncker, de toenmalige minister president van Luxemburg. En nu in de running voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Een mooie eerste lezing, waarin hij vertelde dat de pracht van het Rijnlandmodel zit in de bundeling van drie krachten: de vrije markt, de concurrentie én de sociale verantwoordelijkheid. Waarbij juist het laatste die sociale verantwoordelijkheid, de solidaire samenleving, het algemeen welzijn voorop staat. En niet de economie. Die die economie - hoort immers enkel de mens te dienen. Zijn boodschap was duidelijk. Dit model dit Rijnlands model is hét model dat onze tot wankelen gebrachte economischpolitieke én maatschappelijk-politieke systemen weer op orde kan krijgen. Dames en Heren, Ik zei een eerste lezing want als provincie Limburg hebben we besloten dat deze lezing een vervolg, zelfs een reeks, verdient. Natuurlijk: mede als terecht eerbetoon aan mijn voorganger, gouverneur Léon Frissen. Maar juist óók, omdat het bundelen van krachten, het leggen van verbindingen, en het actief zoeken naar gedeelde waarden niet alleen inherent zijn aan deze Rijnlandse maatschappijvisie. Het zijn óók karaktertrekken die al van oudsher in het DNA van Limburg zijn gekropen.
2 Limburg dat als staatkundige eenheid eigenlijk pas 200 jaar bestaat; net zo oud als ons koninkrijk in jaren is. Dames en heren, ik zeg wel staatkundige eenheid, maar als échte eenheid, moest het zich zeker nog vormen. De mensen uit Eijsden kenden de Mookerhei nog niet. En vice versa was het zuiden van Limburg voor mensen uit Mook terra incognito. Maar toch deelden alle gewesten van dit nieuwe Limburg wel al een verleden. Een verleden dat teruggaat tot het oude Bisdom Tongeren in de 4 e eeuw. Het bisdom van Sint Servaas - wiens naamdag we deze week vieren dat zich uitstrekte van Nijmegen tot Luxemburg. Waarmee in deze streken rond Maas en Rijn wel al een spirituele eenheid kon ontstaan. In politiek staatkundige zin echter, is er sprake van een verleden waarin diezelfde streken steeds in wisselende samenstelling een speelbal vormden voor grote mogendheden. Een verleden waarin ze binnen een generatie, makkelijk diverse keren van nationaliteit wisselden, zonder ooit maar te verhuizen. Een verleden waarin ze altijd bivakkeerden op het kruispunt tussen Romaanse en Germaanse culturen. Zo n verleden van grenzen en kruispunten schept een band. Zeker als dit verleden zich óók in de gezamenlijkheid van Limburg voorzet. Als dit Limburg na 15 jaar Nederlanderschap, de Belgische nationaliteit krijgt, na negen jaar gesplitst wordt, en enkel het oostelijk deel weer Nederlander wordt, maar ondertussen óók deel gaat uitmaken van de Duitse bond om pas in 1867 een gewone Nederlandse provincie te worden
3 Hoewel gewoon Met de integratie in de Nederlandse staat, groeide ook onze eigen identiteit. Een eigen identiteit ik gebruik liever: een eigen ziel gevormd door een verleden waarbinnen we stééds weer nieuwe verbindingen moesten leggen; en de vastigheid vonden in onze eigen gemeenschap. En hoe we ook daarbinnen steeds weer de samenwerking moesten zoeken. Hoe bijvoorbeeld bijna hele dorpen in georganiseerde groepen naar het Rijnland trokken, om daar brikken te bakken. Omdat de landbouw hier niet meer genoeg opleverde. Hoe velen in een mix of smeltkroes van vele nationaliteiten samen onder de grond doken om de kolen te delven, waarmee heel Nederland zich kon verwarmen. En hoe we ons daarna letterlijk en figuurlijk ook academisch omhoogtrokken naar het Limburg van nu. Wederom in samenwerking. Ditmaal in de drie-eenheidondernemer, onderzoek/onderwijs en overheid. Omdat deze drie elkaar nodig hebben; elkaar versterken; en samen zorgen voor een levenslustig, levensvatbaar en leefbaar Limburg. Dames en heren, hier staat een zelfbewuste gouverneur van Limburg, die een mooi bestaan én een mooie toekomst voor Limburg voor ogen ziet. Waarbij ik u verzeker hoe positief ik van nature ook ben ingesteld dat ik me niet enkel blind staar op ideaalbeelden. Er ís zéker nog werk aan de winkel, gezamenlijk werk. Máár ik ken Limburg goed genoeg om te weten en u te verzekeren - dat de kracht en inventiviteit hiervoor in onze basis verankerd zit. De vraag of beter de vragen - van vandaag zijn:
4 Hoe boren we die kracht effectief aan? Hoe leiden we deze in de juiste banen? Voor welke doelen wenden we deze kracht aan? En, hoe doen we dat ook met het grootste plezier? Want we hebben natuurlijk ook onze eer als meeste levensgenietende Nederlander hoog te houden. En daarbij haast ook de morele plicht om onze landgenoten bij de hand te nemen. Om als die aparte Nederlander de gids te zijn, naar die solidaire samenleving waarbinnen we samen verantwoordelijkheid zijn voor het welzijn van allen. En elkaar over grenzen heen de hand reiken. Zoals wij hier al eeuwen gewend zijn te doen. Eigenlijk precies in de geest van het verdrag dat hier 22 jaar geleden, hier in deze zaal, werd getekend. Het Verdrag van Maastricht, dat in wezen het algemeen welzijn voor heel Europa vastlegde. Maar dames en heren, óók wij Limburgers kunnen hierbij hulp gebruiken. Hulp in de vorm van inspirerende gedachten en ideeën van iemand die van sociale verantwoordelijkheid zijn levenswerk heeft gemaakt. En daarom in zijn filosofie naadloos aansluit in de traditie van het Rijnlands model. Dames en heren, ik ben zeer verheugd dat wij pater Anselm Grün bereid hebben gevonden ons in een tweede Rijnlandlezing bij de hand te nemen én ons deelgenoot te maken van zijn gedachtegoed. Een inspirerend gedachtegoed over dienstbaar leiderschap, of zo u wilt: leidende dienstbaarheid. Bijzonder graag draag ik zo dadelijk het woord over aan pater Anselm Grün. Zodat hij vandaag, met deze tweede Rijnlandlezing, definitief voor ons een nieuwe traditie kan vestigen.
5 Een traditie die wat mij betreft niet alleen gedragen hoeft te worden door de provinciale overheid. Ik roep uitdrukkelijk ook de schatbewaarders van het erfgoed van Sint Servaas, alsmede de bewakers van de traditie van de Schuman-lezingen in Maastricht, op om in deze mei-traditie te participeren. Het woord is aan pater Anselm Grün!