Voorjaarsnota 2009 provincie Groningen. versie PS 12.05.09



Vergelijkbare documenten
Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

Eemsdelta ME. Minder jongeren, meer kansen! Dossier jongerenparticipatie Appingedam

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

Krimp in Fryslân. Inwonertal

OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Regionale Energie Strategie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Regionale Energie Strategie

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

GEBIEDSGERICHT WERKEN VOORTGANGSRAPPORTAGE 2005

Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur Commissie Ruimte, Water en Groen (t.k.) 23 april 2002 Nr , PB Nummer 25/2002

nummer 46 van 2012 Vaststelling subsidieplafonds 2013

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Provinciale Staten VOORBLAD

COALITIE-AKKOORD oktober 2012

Financiële vertaling Profiel provincies

AGENDA VOOR HET PROVINCIAAL CULTUURBELEID De provincie: belangrijk schakelpaneel in de culturele infrastructuur.

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Stellingen Provinciale Staten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Omgevingswet en de raad

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

p e r s b e r i c h t

Omgevingswet en de raad

Bijeenkomst voor Tweede Kamerleden over bevolkingskrimp. Den Haag -14 oktober 2010

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 8 januari 2019

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

GGD Flevoland. Ontwerp Begroting Meerjarenraming 2020 t/m 2022

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN

Concept begroting 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

De Deventer Omgevingsvisie

Provinciale Staten van Overijssel

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

S 5. ^p/& groningen (/) Aan Provinciale Staten. Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage Onderwerp

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

WEEK november Effect van kolenbelasting op kolencentrale RWE

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag Minimumbedrag 0

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

Kennismaking organisatie Borsele Programma

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan

Toetsing van de herstructureringsplannen

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Duurzame energie. Recreatie en toerisme. Behoud landschap en groenblauwe kwaliteit. VANG (Van Afval Naar Grondstof)

Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD

Wat betekent het regeerakkoord voor de gemeente Tiel?

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Provinciale Staten van Overijssel,

Achtergrondinformatie

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

3 Q NOV /48/A.20, LGW Galen Last L.J. van (050)

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland

OPLEGNOTITIE ECONOMISCHE AGENDA DE BEVELANDEN

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Startnotitie samenwerking Land van Cuijk gemeenten op het gebied van energie, klimaat & duurzaamheid

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING d.d

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 3 december 2002 Nummer voorstel: 2002/197

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Bijlagen en meerjarenramingen

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL

Raadscommissievoorstel

Mededeling. Dotum. Onderwerp P3-samenwerking. Registratienummer Oktober 2012 Auteur mr. E.M. Straling Afdelingl Bureau KBJZ

Q & A Woningbouwprogramma Bispinckpark/ Landje van Van Riessen

Wat is provinciale jeugdzorg?

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

de jeugd is onze toekomst

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Routekaart energietransitieopgave 2030

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol

Transcriptie:

Voorjaarsnota 2009 provincie Groningen versie PS 12.05.09 1

2

Inhoudsopgave DEEL 1. HOOFDLIJNEN VAN BELEID 2009-2013 (KOERSVERHAAL)... 7 1. FINANCIËN... 7 2. SOCIALE AGENDA... 9 3. ECONOMISCHE AGENDA... 11 4. KWALITEITSAGENDA... 13 5. BESTUUR... 18 6. INTERNE ORGANISATIE... 19 DEEL 2. FINANCIEEL KADER 2009-2013... 21 SAMENVATTING EN CONCLUSIES... 21 1. FINANCIEEL PERSPECTIEF 2009-2013... 23 1.1. Ontwikkeling flexibel budget 2009-2013... 23 1.1.1. Lonen en prijzen 2009 en 2010... 24 1.1.2. Personeelskosten... 24 1.1.3. Kapitaallasten... 25 1.1.4. Gevolgen kredietcrisis... 25 1.1.5. Provinciefonds... 25 1.1.6. Opcenten Motorrijtuigenbelasting... 26 1.1.7. Bevriezing legestarieven per 1 januari 2010... 27 1.1.8. Tijdelijke compensatie provincie Flevoland... 27 1.1.9. Herverdeling en korting Provinciefonds (advies Rfv)... 27 1.1.10. Kabinetsmaatregelen i.v.m. economische crisis... 28 1.1.11. Nieuw belastinggebied... 28 1.1.12. Stelpost continuering nieuw beleid vanaf 2012... 29 1.1.13. Rekeningresultaat 2008... 29 1.1.14. Knelpunten aanvaard beleid... 29 1.1.15. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 31 1.1.16. Onontkoombare voorstellen... 31 1.1.17. Taakstelling Inkoop... 32 1.1.18. Kosten groot onderhoud buiten Renovatie+ om... 34 1.2. Cofinanciering Kompas... 35 1.2.1. Stand van zaken... 35 1.2.2. Stand van de reserve Cofinanciering Kompas... 35 1.2.3. Stand projecten... 35 1.3. Cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma's (REP)... 36 1.3.1. Stand van zaken... 36 1.3.2. Versnellingsagenda... 37 1.3.3. Stand projecten... 37 1.4. Verkoop aandelen Essent... 39 1.4.1. Inleiding... 39 1.4.2. Instandhouding reserve ESFI... 39 1.4.3. Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL)... 39 1.4.4. Middelen en bestedingen reserve ESFI... 40 1.5. Onzekerheden... 41 1.5.1. Omvang en verdeling Provinciefonds... 41 1.5.2. Provinciaal belastinggebied... 41 1.5.3. Rijksbegroting 2010... 42 1.5.4. Nieuwe CAO... 42 DEEL 3. BELEIDSWIJZIGINGEN 2009-2013... 43 1. BELEIDSWIJZIGINGEN PER PROGRAMMA... 45 1.1. Ondernemend Groningen... 47 1.1.1. Knelpunten aanvaard beleid... 47 1.1.1.1. Marketing Groningen... 47 1.1.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 47 1.1.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 47 1.1.3.1. Social Return... 47 1.1.4. Overige onontkoombare voorstellen... 48 1.2. Wonen... 49 1.2.1. Knelpunten aanvaard beleid... 49 1.2.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 49 1.2.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 49 3

4 1.2.4. Overige onontkoombare voorstellen... 49 1.2.4.1. Behoefteraming ISV 3... 49 1.3. Karakteristiek Groningen... 51 1.3.1. Knelpunten aanvaard beleid... 51 1.3.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 51 1.3.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 51 1.3.4. Overige onontkoombare voorstellen... 51 1.4. Bereikbaar Groningen... 53 1.4.1. Knelpunten aanvaard beleid... 53 1.4.1.1. Accres managementcontract BWK... 53 1.4.1.2. Aanschaf werkschip PW17... 53 1.4.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 53 1.4.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 53 1.4.3.1. Actieplan wegverkeerslawaai... 53 1.4.4. Overige onontkoombare voorstellen... 54 1.4.4.1. Kosten projectorganisatie Zuidelijke Ringweg Groningen... 54 1.4.4.2. Projectorganisatie RegioTram... 55 1.4.4.3. Regio Specifiek Pakket (RSP)-ZZL... 55 1.5. Schoon/veilig Groningen... 59 1.5.1. Knelpunten aanvaard beleid... 59 1.5.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 59 1.5.2.1. Milieumetingen/handhaving en toezicht afvalverwerking/interbestuurlijk toezicht... 59 1.5.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 59 1.5.4. Overige onontkoombare voorstellen... 60 1.5.4.1. Bijdrage De Eendracht Appingedam... 60 1.6. Gebiedsgericht... 61 1.6.1. Knelpunten aanvaard beleid... 61 1.6.1.1. Bestuursakkoord Eemsdelta... 61 1.6.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 61 1.6.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 61 1.6.4. Overige onontkoombare voorstellen... 61 1.7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur... 63 1.7.1. Knelpunten aanvaard beleid... 63 1.7.1.1. Cultuurnota 2009-2012... 63 1.7.1.2. Bijdrage CMO... 64 1.7.1.3. PRVMD-middelen... 64 1.7.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 64 1.7.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 65 1.7.3.1. Cultuurnota 2009-2012 - Amendement PS 10 december 2008... 65 1.7.3.2. Noordelijke Archeologisch Depot Nuis... 65 1.7.3.3. Middelen Jeugdzorg... 65 1.7.4. Overige onontkoombare voorstellen... 66 1.7.4.1. Aansluiting jeugdzorg-jeugdbeleid... 66 1.8. Bestuur... 67 1.8.1. Knelpunten aanvaard beleid... 67 1.8.1.1. Herverdeling budgetten NHI en Hanse Passage... 67 1.8.1.2. Bijdrage BANN... 67 1.8.1.3. Bijdrage SNN... 67 1.8.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 68 1.8.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 68 1.8.4. Overige onontkoombare voorstellen... 68 1.9. Bedrijfsvoering... 69 1.9.1. Knelpunten aanvaard beleid... 69 1.9.1.1. Beperking formatie Veiligheid... 69 1.9.1.2. Aanschaf werkschip PW17... 69 1.9.1.3. Formatiereductie 2008-2012... 69 1.9.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 70 1.9.2.1. Verhogen budget inzake aanpassingen E&W-installaties... 70 1.9.2.2. Aanschaf nieuw cilinder- en sleutelsysteem en drie sleutelkasten... 70 1.9.2.3. Verlaging huurlasten... 70 1.9.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 71 1.9.3.1. Subsidies van kleinere omvang, taakstelling bestuurlijke drukte... 71 1.9.3.2. Renovatie+... 71 1.9.4. Overige onontkoombare voorstellen... 71 1.9.4.1. MT-voorstellen besteding restanten waaronder stuwmeer van verlof /op orde brengen digitale infrastructuur... 71

1.9.4.2. Gewijzigde inzet van middelen kwaliteitsimpuls formatie... 72 1.10. Algemene Dekkingsmiddelen... 73 1.10.1. Knelpunten aanvaard beleid... 73 1.10.2. Substitutievoorstellen met een andere bestemming... 73 1.10.3. Voorbeslag Voorjaarsnota 2009... 73 1.10.4. Overige onontkoombare voorstellen... 73 1.10.4.1. MT-voorstellen besteding restanten waaronder stuwmeer van verlof /op orde brengen digitale infrastructuur... 73 DEEL 4. BIJLAGEN BIJ VOORJAARSNOTA 2009... 75 BIJLAGE 1.1. UITGANGSPUNTEN MEERJARENRAMINGEN 2009-2013... 79 BIJLAGE 1.2. KAPITAALLASTEN... 81 BIJLAGE 1.3. APPARAATSKOSTEN PERSONEEL... 85 BIJLAGE 1.4. OPBRENGST OPCENTEN MOTORRIJTUIGENBELASTING... 89 BIJLAGE 1.5. UITKERING PROVINCIEFONDS... 91 BIJLAGE 1.6. SUBSTITUTIEVOORSTELLEN... 95 BIJLAGE 1.7. TAAKSTELLING INKOOP... 97 BIJLAGE 1.8. BENODIGDE PERSONELE EN FINANCIËLE INZET VOOR RSP-ZZL... 99 BIJLAGE 2.1. BESTEDINGEN COFINANCIERING KOMPAS 2009... 101 BIJLAGE 2.2. BESTEDINGEN COFINANCIERING REP 2009... 103 DEEL 5. BEGROTINGSWIJZIGINGEN 2009... 105 5

6

Deel 1. Hoofdlijnen van beleid 2009-2013 (Koersverhaal) 1. FINANCIËN Financiële kaders Zoals wij in ons collegeprogramma aan hebben gegeven is de provincie Groningen niet het middelpunt van de wereld. Diverse ontwikkelingen (nationaal en internationaal) hebben invloed op ons beleid. De wereldwijde kredietcrisis is hier een goed voorbeeld van. Twee landelijke ontwikkelingen zijn van grote invloed op onze provinciale financiën: het Rapport van de Raad voor de financiële verhoudingen en het aanvullende bestuursakkoord van het kabinet Rapport Raad voor de financiële verhoudingen Op 19 maart 2009 is het rapport 'Naar een herijking van de financiële verhouding tussen Rijk en provincies' verschenen van de Raad voor de financiële verhoudingen. De Raad heeft, op verzoek van het kabinet advies uitgebracht over de omvang en de verdeling van het Provinciefonds, in relatie tot het provinciale takenpakket. Daarbij is tevens gekeken naar de belastinginkomsten en vermogensrendement, zoals dividend en rente. De Raad heeft berekend dat de provincies met een kleine 600 miljoen euro minder toe kunnen. Uitvoering van de voorstellen van de Raad zal verstrekkende gevolgen hebben voor de omvang en de verdeling van de provinciale middelen. Voor de provincie Groningen gaat het om een kleine 20 miljoen euro per jaar. Wij zijn het op grote onderdelen niet eens met dit advies. Het klopt dat de provincies hogere inkomsten hebben dan verwacht uit de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting en uit dividenden. Met dat extra geld investeren wij echter op grote schaal in de regio. Dat gebeurt op verzoek van het kabinet en in nauwe samenspraak met maatschappelijke organisaties. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) zal de komende periode met het kabinet overleg voeren over het advies van de Raad. Ook heeft het IPO een contra-expertise laten uitvoeren naar het advies van de Raad. Het aanvullende bestuursakkoord van het kabinet Op 25 maart 2009 heeft het kabinet een aanvullend beleidakkoord gepresenteerd. Met het pakket aan maatregelen streeft het kabinet ernaar om de gevolgen van de economische crisis zoveel mogelijk het hoofd te bieden en de rijksfinanciën op middellange termijn weer op orde te krijgen. Dit pakket aan maatregelen zal tevens de nodige gevolgen hebben voor onze provinciale inkomsten. Voorbeelden hiervan zijn het buitenwerking stellen van de accressystematiek 2009, het aandeel Provinciefonds in de rijksbezuinigingen vanaf 2011, het vermijden van de stijging van lokale lasten en het herstelplan van het ABP. Provinciale Staten hebben in Statencommissie Bestuur en Financiën van 8 april 2009 reeds oriënterend gesproken over de gevolgen van deze plannen. Wij (Gedeputeerde Staten) houden de gevolgen nauwlettend in de gaten. De komende maanden blijven turbulent wat betreft de provinciale financiën. Wij zullen in de komende periode scenario's in kaart brengen om de gevolgen voor de provinciale financiën te beperken of op te vangen. In het najaar zal besluitvorming plaatsvinden in Provinciale Staten. Dit heeft als consequentie dat er nu een beleidsarme Voorjaarsnota voorligt. In dit koersverhaal is geen nieuw beleid opgenomen. Het verhaal richt zich op de uitvoering van het collegeprogramma. Het biedt een globaal overzicht van de werkzaamheden die we de komende periode uit gaan voeren. Ten slotte speelt in onze provincie nog de verkoop van de Essent-aandelen. In april 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met ons voorgenomen besluit om de aandelen in Essent te verkopen aan RWE. Aanleiding hiervoor vormde de overtuiging dat Essent op korte termijn een te geringe schaal, marktmacht en financieringscapaciteit zal hebben om zelfstandig te kunnen voortbestaan in de sinds enkele jaren volledig geliberaliseerde en steeds concurrerender energiesector. Het netwerk bedrijf (Enexis) blijft in publieke handen, de commerciële activiteiten gaan over naar het private domein. In het collegeprogramma hebben wij reeds aangegeven dat een deel van deze opbrengst wordt gebruikt om ESFI te voeden. Het restant wordt gebruikt voor het Regiospecifiek Pakket (RSP), het Plattelandsontwikkelingsfonds en Kolibri/Regiotram. 7

Versnellingsagenda De gevolgen van de kredietcrisis zijn duidelijk merkbaar in de provincie Groningen. Recente cijfers laten een daling zien van de werkgelegenheid in de provincie. Steeds meer bedrijven hebben te kampen met problemen. Ondanks de stevige basis die de afgelopen jaren is gecreëerd, is het in de huidige situatie noodzakelijk om de economie een extra impuls te geven. Wij hebben daarom besloten om een aantal maatregelen te nemen dat snel kan worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om projecten op het gebied van energiebesparing, de bouw en infrastructuur die sneller dan gepland uitgevoerd zullen worden (start voor 1 september 2009). Hiermee is in totaal een bedrag van circa 82 miljoen euro gemoeid. De werkgelegenheidseffecten worden geschat op 1000 fte's. In totaal wordt er met deze versnellingsagenda circa 88 miljoen euro op de markt gebracht. Naast het versneld uitvoeren van genoemde projecten zetten wij stevig in op de versterking van de koppeling arbeidsmarkt en scholing. Wij willen om de huidige economische situatie te verstevigen samen met sociale partners, kennisinstellingen en het bedrijfsleven een breed arbeidsmarkt-scholing programma opzetten. Wij vervullen hierbij een voortrekkers- en regierol. Er wordt fors ingezet op bijvoorbeeld bij- en herscholing, eerder verworven competentie trajecten (EVC 's), het bevorderen van ondernemerschap, het marktgericht opleiden, en begeleiding van jongeren zonder startkwalificatie. Trajecten die in dit kader al eerder in gang gezet zijn krijgen een extra impuls. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om Leren en Werken, het bedrijfstak overleg onderwijs-bedrijfsleven, het actieprogramma Oost-Groningen Iedereen doet mee, de taskforce arbeidsmarkt-onderwijs Eemsdelta en het netwerktraject Bevorderen ondernemerschap. 8

2. SOCIALE AGENDA Sociale Agenda De Sociale Agenda 2009-1012 heeft als rode draad meedoen in de samenleving. We willen voorkomen dat er Groningers aan de zijlijn komen te staan. De agenda is opgedeeld in drie programmalijnen: jeugd, participatie & volksgezondheid en wonen, welzijn en zorg. Wij hebben gekozen voor een stimulerend beleid, waarbij samenwerking met gemeenten en andere partners voorop staat. Jeugd Een van onze belangrijkste speerpunten in de programmalijn jeugd is de aansluiting tussen het lokale jeugdbeleid, de provinciale jeugdzorg en het onderwijs. Om dit te bereiken werken we samen met de 25 Groninger gemeenten en alle partners in het veld in het project Zorg voor Jeugd Groningen aan de invoering van de provinciale verwijsindex voor risicojongeren en de invoering van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). De verwijsindex heeft als doel problemen bij jongeren tot 23 jaar vroeg te signaleren en de hulpverlening goed op elkaar af te stemmen. Ambitie is om in 2010 de verwijsindex en in 2011 de CJG's operationeel te hebben in onze provincie. Een andere interessante ontwikkeling is het plan van het UMCG en de RuG om onderzoek te doen naar de lange termijn uitkomsten van de totale zorgketen voor jeugd. De resultaten kunnen gebruikt worden om kinderen en ouders snel passende zorg te verlenen. Wij volgen dit project Take Care op de voet. Als de plannen klaar zijn, bepalen we of de provincie een bijdrage kan leveren aan de uitvoering ervan. Onze wettelijke taken op het gebied van jeugdzorg komen aan de orde in het beleidskader jeugd 2009-1212 Jong in Groningen. De komende periode willen we echt schoon schip maken met de wachtlijsten in de jeugdzorg. Ook alle doorlooptijden moeten binnen de wettelijke termijnen plaatsvinden. Met name voor Bureau Jeugdzorg breekt een belangrijke tijd aan, waarin met de extra middelen en ondersteuning die wij tot eind 2009 ter beschikking hebben gesteld resultaten geboekt moeten worden. De invoeringsdatum van 1 januari 2010 voor de rijksfinanciering van de jeugdzorg volgens het systeem Kaiser 1 is een jaar opgeschoven. Onderzoek door de commissie Linschoten moest uitwijzen hoe we concreet met deze methodiek om zouden gaan. Conclusie is echter dat nader onderzoek nodig is. Het advies is om voor de financiering van 2010 het verdeelmodel van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) te gebruiken. Dit betekent dat het onzeker is of we de extra investeringen die we in 2009 uit eigen middelen hebben gedaan van het Rijk terugkrijgen. In IPO-verband zullen wij dit aankaarten en met minister Rouvoet duidelijke afspraken maken over de financiering voor 2010. Vanuit onze wettelijke jeugdzorgtaken en vanuit maatschappelijk en economisch belang voelen wij ons betrokken bij het onderwijs in onze provincie. In de rol van makelaar en initiator willen we initiatieven stimuleren die gericht zijn op het voorkomen en aanpakken van onderwijsachterstanden, het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs, het bereikbaar houden van voorzieningen en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Hierbij denken wij aan het bevorderen van afstemming en samenwerking tussen organisaties en regio's, maar ook door het doen van investeringen in concrete projecten. 1 Systeem Kaiser houdt in dat er een macrobudget over vier jaar wordt vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de verwachte vraag naar jeugdhulpverlening op basis van een door het SCP te ontwikkelen model. Hierbij wordt ook rekening gehouden met ontwikkelingen binnen het aanbod dat in provincies beschikbaar is voor lokaal jeugdbeleid, jeugd-ggz en jeugd-lvg. Er komt een onafhankelijk Adviesorgaan Financiering Jeugdzorg (AFJ) dat adviseert over de bepaling van de hoogte van dit macrobudget, de verdeling over de kalenderjaren en de provincies. Hierbij houdt het AFJ rekening met maatschappelijke ontwikkelingen. Indien provincies op basis van het aldus vastgestelde budget en de verkregen uitgebreidere beleidsruimte niet in staat zijn de financiering van de provinciale jeugdzorg rond te krijgen, dienen zij uit eigen middelen hierin te voorzien. 9

Participatie & volksgezondheid Wij vinden dat alle Groningers de mogelijkheid moeten hebben actief in de samenleving te participeren. Door armoede of taalachterstand kan sociale uitsluiting of sociaal isolement ontstaan. Dit willen wij tegengaan. Vrijwilligerswerk, het verenigingsleven, sport, activiteiten in eigen wijk/ dorp een goed voorzieningenniveau kunnen hier een positieve bijdrage aan leveren. Omdat een tekort dreigt aan vrijwilligers, willen wij erop inzetten huidige vrijwilligers gemotiveerd te houden en nieuwe vormen van vrijwilligerswerk te initiëren. Onze notitie voor sport en bewegen Mitdoun is Goud! loopt af in 2010. We gaan ons bezinnen op een vervolg en het beleid ook gebiedsgericht verder vormgeven. Wellicht nemen wij het Olympisch Plan 2028 hier in mee. Wonen, welzijn, zorg In de programmalijn wonen, welzijn en zorg willen wij ons inspannen om voor alle inwoners een goede woon- en leefomgeving te realiseren. Een extra impuls is nodig, omdat niet alleen de samenstelling van de bevolking verandert - minder jongeren en meer ouderen - maar ook omdat in sommige gebieden het aantal inwoners daalt, met name in de regio's Eemsdelta en Oost-Groningen. Dit heeft tot gevolg dat de zorgvraag groeit. En tegelijkertijd dat het moeilijker wordt om voorzieningen en daarmee de leefbaarheid in stand te houden. We willen dat de leefbaarheid van buurten en wijken verbetert, dat de voorzieningen op het platteland bereikbaar en beschikbaar blijven en dat ook mensen die zorg nodig hebben zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in onze samenleving. Als instrument zetten wij onder andere het investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg in en tevens middelen uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 3 2. Ook blijven wij de transformatie van de woningvoorraad stimuleren. Cultuur Cultuurnota In 2009 zijn we gestart met de uitvoering van het nieuwe cultuurbeleid 'Stroomversnelling II, hierin staan de volgende programma s centraal: Cultuurbereik (actieve participatie, bereik door verankering en vernieuwing), Erfgoed (Het verhaal van Groningen, identiteit door ontwikkeling) en Kunsten (profiel door dynamiek). Voor de komende jaren hebben we een aantal accenten gelegd. Enkele voorbeelden hiervan zijn: - het versterken van het organiserend vermogen bij grote en kleine instellingen; - meer aandacht voor talentontwikkeling; - het bereiken van kinderen en jongeren door actieve participatie, bijvoorbeeld door de inzet van het nieuwe budget educatie en participatie projecten (BEPP); - het verbinden van cultuur met andere sectoren (bijvoorbeeld kunst en economie). Erkenning van Nedersaksisch Samen met de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland en de gemeenten Oost- en Weststellingwerf voeren wij actie voor het behoud en officiële erkenning van het Nedersaksisch. Na behandeling in raden en staten zullen wij in 2009 officieel de aanvraag indienen bij de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. Deze aanvraag is gericht op erkenning van het Nedersaksisch in deel III van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. De erkenning in deel III zorgt voor een actieve bescherming van het Gronings en een betere toegang tot Europese fondsen. 2 Dit zijn rijksmiddelen waarvan de reikwijdte en inhoud op dit moment nog onbekend zijn. 10

3. ECONOMISCHE AGENDA Groningen Seaports Ondanks de economische crisis zullen de ontwikkelingen in de havens zich ook de komende jaren voortzetten. Groningen Seaports heeft de afgelopen jaren een stevige basis opgebouwd en ook de komende jaren wordt er fors geïnvesteerd. Deze investeringen geven een impuls aan de regionale economie. Zo'n impuls is zeker in de huidige economische situatie van belang. Denk aan de plannen voor de energiecentrales, zoals Advanced Power. Door de toename van de gronduitgifte kan de nog beschikbare ruimte in de Eemshaven over enkele jaren zijn uitgeput. Daarom willen wij een ruimtelijke verkenning laten uitvoeren naar uitbreidingsmogelijkheden. Seaports Experience center De Eemshaven en het havengebied Delfzijl zijn sterk in ontwikkeling en de gevestigde (en nog te vestigen) bedrijven kunnen moeilijk voldoende en gekwalificeerd personeel vinden. Vooral in de technische en bouwsector. Dit knelpunt zal in de toekomst waarschijnlijk alleen nog maar toenemen. Samen met Groningen Seaports, Hanzehogeschool Groningen, ISD Noordoost/Werkplein Eemsdelta en de Noordelijke Regieraad Bouw hebben wij daarom het initiatief genomen tot de oprichting van het Seaports Experience Center. Het centrum legt onder andere de verbinding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het Seaports Experience Center krijgt op het terrein van arbeidsmarkt, onderwijs en informatie/promotie een coördinerende en uitvoerende functie in het Havengebied Delfzijl en de Eemshaven. Met het Seaports Experience Center willen wij het bedrijfsleven en belangstellenden, zoals leerlingen, studenten en werkzoekenden, ondersteunen en informeren. Wij verwachten dat het centrum in het najaar van 2009 operationeel zal zijn. Energie Komst van nieuwe energiecentrales Met de verwachte vestiging van de energiecentrales van ondermeer RWE en Nuon in de Eemshaven levert Noord-Nederland een belangrijke bijdrage aan een onafhankelijke positie op de energiemarkt, waardoor Nederland minder afhankelijk is van energie-import. In totaal komt in het volgend decennium ongeveer 1/3 van alle 'Nederlandse' elektriciteit uit de Eemshaven. Ook het positieve effect op de werkgelegenheid is reden om de bedrijven welkom te heten in het Eemshavengebied. Daarnaast vinden wij het belangrijk om ontwikkelingen rond grootschalige afvang van CO 2 te stimuleren, evenals het transport en de opslag van CO 2 in de ondergrond. CCS is gekoppeld aan centrales met een hoge CO 2 -emissie; in praktijk centrales die steenkool (mee)stoken. Om CCS te realiseren moet nog veel gebeuren, van draagvlak, en vergunningen, tot techniek en financiën. CCS bereiden we voor in samenwerking met een groot aantal Noordelijke stakeholders. Naast de centrales van RWE (1600 MW) en Nuon (1300 MW) heeft ook Advanced Power (1200 MW) plannen om een (gasgestookte) centrale te bouwen in de Eemshaven. Energiebesparing en duurzame energie Schone energie en CO 2 -emmissiereductie zijn ook op andere gebieden van belang. Het Actieplan Biomassa bijvoorbeeld, kan in kwalitatieve zin bijdragen aan het ontwikkelen van biomassaprojecten. Ten behoeve van duurzame mobiliteit geven we nu krachtige uitvoering aan het 100.000 voertuigenplan, dat als doel heeft dat in 2015 10% van de voertuigen in Noord-Nederland op duurzame brandstoffen dan wel elektrische aandrijving rijden. Windenergie Windenergie vormt een onderdeel van het provinciaal omgevingsbeleid. Hierin is opgenomen dat we de komende 10 jaar (2009-2019) ten minste 750 megawatt aan windenergie gaan realiseren. Hiervoor zijn, zoals geformuleerd in het ontwerp Provinciaal Omgevingsplan (POP), drie windturbineparken voor aangewezen: in de Eemshaven, Delfzijl en langs de N33 (Veendam/Menterwolde). 100.000 Woningenplan Met het 100.000 woningenplan hebben wij, samen met de provincies Drenthe en Friesland, een belangrijke en grote stap gezet in de uitwerking van het Energieakkoord Noord-Nederland. Wij hebben als doel opgenomen dat in 2015 100.000 woningen voldoen aan de ambities uit het Energieakkoord. Die ambitie richt zich op nieuwbouw en bestaande bouw. De grootste opgave ligt in de bestaande bouw, waarbij naast energie en betaalbaarheid van wonen ook het krimpvraagstuk en de kwaliteit van bestaande goedkope woningen een rol spelen (kwaliteitsslag goedkope koop). 11

Energiebesparing in de bestaande bouw kan een impuls geven aan werkgelegenheid in de bouw. Daarom hebben wij het 100.000 woningenplan ook op onze versnellingsagenda gezet. Infrastructuur Begin dit jaar is het eerste provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) gepresenteerd. In dit MIT hebben wij laten zien welke grotere knelpunten wij komende jaren willen gaan oplossen. Omdat de aanleg van infrastructuur een zaak van lange adem is kijken wij logischerwijs in ons MIT ook ver vooruit. Als beleidshorizon hebben wij het jaar 2020 aangehouden. In het MIT hebben wij naast de Regiospecifiek Pakket/Zuiderzeelijn(RSP/ZZL)-projecten een groot aantal projecten ondergebracht die voortvloeien uit ons collegeprogramma en het POP. Dit betekent volop aandacht voor de doorstroming van het wegverkeer en voor het verder versterken van de positie van het openbaar vervoer. Door de vaststelling van het MIT door Provinciale Staten op 18 maart 2009 is het beleidskader voor ons infrastructuurbeleid voor langere tijd ingekaderd. Het feit dat daarmee inmiddels ook voor alle MIT-projecten sprake is van een zogeheten opnamebesluit maakt dat wij zodra dat (nog) aan de orde is kunnen starten met de verkenningsfase voor de afzonderlijke projecten. Voor een groot aantal projecten loopt die fase al en liggen wij, kijkend naar ons collegeprogramma, meer dan op koers. Wij noemen in dit verband als voorbeelden de Regiotram, de rondweg Leek/Roden en de verbinding Groningen-Delfzijl (inclusief de kortsluitende verbinding met de Eemshavenweg). Samen met het Rijk voeren wij de verkenning uit naar de Zuidelijke Ringweg Groningen dat in de loop van 2009 leidt tot een bestuurlijke voorkeursvariant, die we voor de zomer willen voorleggen aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Ook werken wij, na het vaststellen van het wegontwerp in het voorjaar van 2009, aan de planvoorbereiding van het zuidelijke deel van de N33. Onze voorverkenning voor het noordelijk deel bevindt zich in de afrondende fase. Door het nemen van het recente besluit over het voorkeurstracé voor de verbinding Groningen- Winsum-Mensingeweer is de daadwerkelijke realisatie van deze voor de regio zo belangrijke ontsluitende verbinding een belangrijke stap dichterbij gekomen. Dat geldt evenzeer voor ons streven de Ring Groningen ongelijkvloers te maken. Naast de afspraken die over de aanpak van de Zuidelijke Ringweg in het RSP/ZZL-pakket met het Rijk zijn gemaakt hebben Provinciale Staten onlangs ingestemd met ons eindbeeld voor de Oostelijke Ringweg. Dit betekent dat de planuitwerking voor het ongelijkvloers maken van dit deel van de Ring Groningen kan starten. Voor de genoemde projecten geldt dat wij Provinciale Staten de komende periode zullen voorstellen planuitwerkingsbesluiten respectievelijk realisatiebesluiten te nemen. Openbaar Vervoer Op het moment van schrijven is er helaas geen duidelijkheid te geven over de aanbesteding van het busvervoer in Groningen en Drenthe door het OV-bureau Groningen Drenthe. Wel streven wij ernaar om het voorzieningenniveau van het busvervoer in stand te houden. Er zijn met de NS afspraken gemaakt over een goede dienstregeling. De NS zullen op doordeweekse dagen vanaf 2010 vier keer per uur een trein laten rijden van en naar Groningen. In overleg met Arriva zullen de regionale lijnen gelijktijdig zo goed mogelijk aansluiten op de aankomende en vertrekkende intercity's. Voor het eerst in decennia ligt er ook een nieuwe spoorlijn in het verschiet. In 2010 kunnen de eerste personen zich per trein laten vervoeren van Veendam naar Groningen en andersom. In de loop van 2009 verwachten wij daarnaast meer duidelijkheid te hebben over de haalbaarheid van het doortrekken van de spoorlijn naar Stadkanaal. Toerisme Nieuwe promotiecampagne Er gaat niets boven Groningen In de periode 2009-2012 wordt er in opdracht van de provincie Groningen een grootschalige promotiecampagne gevoerd om het toerisme naar de provincie te bevorderen. De campagne is een vervolg op de landelijke Er gaat niets boven Groningen campagne die in 2008 is bekroond met een bronzen Effie. De nieuwe campagne loopt van 2009 tot en met 2012. Gedurende deze periode worden onder de noemer Er gaat niets boven Groningen de G7 (Borgen, Wierden, Kerken, Lauwersmeer, Pieterburen, Bourtange en de Stad) onder andere met tv-spotjes, op internet en met advertenties gepromoot als zeven goede redenen om Groningen te bezoeken. 12

4. KWALITEITSAGENDA Provinciaal Omgevingsplan De verwachting is dat Provinciale Staten in juni 2009 het nieuwe POP en de bijbehorende omgevingsverordening vaststellen. De hoofddoelstelling van het nieuwe omgevingsbeleid is: 'Duurzame ontwikkeling - voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien.' Nieuw is het uitvoeringsprogramma, dat voor het eerst in de Voorjaarsnota 2011 wordt meegenomen. In het uitvoeringsprogramma worden programma's en projecten genoemd die van essentieel belang zijn voor het realiseren van de POP-doelstellingen. Wat willen we bereiken en wanneer, welke activiteiten voeren we uit en welke middelen zijn daarmee gemoeid? Ook wordt een doorkijk gegeven naar de langere termijn. Gebiedsopgaven In het collegeprogramma staan vier gebiedsopgaven, te weten het Lauwersmeer, de Veenkoloniën, Eemsdelta en de stad Groningen. In het POP is een vijfde gebiedsopgave toegevoegd namelijk Regio Groningen-Assen. Naast de regioprogramma's (Noord, Oost, West en Centraal) geven wij de komende periode hoge prioriteit aan de vijf genoemde gebiedsopgaven. Lauwersmeer Wat betreft Lauwersmeer hebben we samen met de provincie Fryslân en betrokken gemeenten het initiatief genomen voor een gezamenlijke aanpak van de ontwikkelingen in en rond het Lauwersmeergebied. Een visiedocument voor de komende jaren is in voorbereiding. Wij initiëren dit jaar een ontwikkelingsplan voor Lauwersoog. De opgaven hierbij zijn ten eerste de realisering van een beperkt aantal verblijfsrecreatieve voorzieningen rond het Lauwersmeergebied. Doel hiervan is het vergroten van de toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van het gebied. Dit gaat met name om de vijf hoekpunten van het gebied: Esonstad, Lauwershage, Lauwerssee, Zoutkamp en Lauwersoog. Ten tweede willen wij een zorgvuldige inpassing en aansluiting van deze plannen op de kernkwaliteiten van het Lauwersmeergebied als Nationaal Park. Regio Groningen-Assen Regio Groningen-Assen is extra toegevoegd aan de gebiedsopgaven uit het POP, omdat wij het nationaal stedelijk netwerk economisch sterker willen ontwikkelen. We willen inzetten op de kansen van de aanwezige sterke economische sectoren en op de aantrekkelijkheid van het woon- en leefklimaat. In 2008 is de samenwerking in de regio geëvalueerd. De komende maanden wordt deze evaluatie uitgewerkt in een actieprogramma Regio Groningen-Assen 2009-2014. Daarnaast werken wij verder aan de uitvoering van de programma's Bereikbaarheid, Regiopark en Bedrijventerreinen. Veenkoloniën In de Veenkoloniën is in de afgelopen twee jaar ondermeer hard gewerkt aan infrastructurele verbeteringen. Van het ongelijkvloers maken van de N366 tot de toeristische vaarverbinding Erica-Ter Apel. Als het doortrekken van de spoorlijn van Veendam naar Stadskanaal dit jaar haalbaar blijkt, betekent dit weer een nieuwe vorm van infrastructuur voor de Veenkoloniën. Ook op andere terreinen zijn er belangrijke ambities. De landschappelijke ontwikkeling rond de Mussel Aa en het Pagediep, en de agribusiness zijn daar twee voorbeelden van. Ook het Loket leve(n)de Dorpen kan een rol spelen in het activeren van bestaande initiatieven in de Veenkoloniën. Eemsdelta Samen met de betrokkenen in het Eemsdelta-gebied pakken we verschillende regionale opgaven op, zoals: ontwikkeling als duurzame, grensoverschrijdende havenregio, het op orde brengen van de energie-infrastructuur (o.a. elektriciteitsnet, gasleidingen, CO 2 -leidingen) maar ook bijvoorbeeld een integrale regionale visie op wonen en voorzieningen als antwoord op de daling van de bevolkingsomvang. 13

Stad Groningen Wij vinden het belangrijk om - naast de samenwerking binnen de Regio Groningen-Assen ons in te zetten voor de stad Groningen. Wij willen namelijk dat de stad zijn trekkersrol op regionaal, provinciaal en noordelijk niveau kan waarmaken en dat de stad zich kan blijven profileren. Doel is het versterken van de economische kracht van de stad Groningen als belangrijkste economische motor, city of talent en cultureel hart van de regio, in samenhang met verbetering van de bereikbaarheid, het culturele klimaat en een duurzame inrichting van stad en ommeland. Regioprogramma's Wij willen de komende jaren doorgaan met gebiedsgericht werken als effectief instrument voor samenwerking met onze partners in de regio. De regioprogramma's blijven wat ons betreft het afsprakenkader voor uitvoering van gezamenlijke regionale projecten. De regioprogramma's verbinden de partijen om zich maximaal in te spannen voor doorwerking onder andere via het ruimtelijk beleid, door financiering uit eigen middelen en het genereren van andere financieringsbronnen. Hieronder geven wij kort per regioprogramma onze belangrijkste voornemens aan. Oost Over de Ring Blauwestad viel een belangrijk besluit voor de aanleg van infrastructuur. Wij hebben samen met het college van B&W van Scheemda positief besloten over de Noordelijke vaarverbinding. Los daarvan presenteerde het college van B&W de rondweg, niet langer gekoppeld aan de lang gekoesterde toeristische vaarverbinding. Met de vaarverbinding krijgt het Oldambtmeer een aansluiting op het Termunterzijldiep en vervolgens buitengaats naar de Dollard en de Eems in Duitsland. Binnengaats ontstaat een verbinding via Delfzijl naar het Damsterdiepcircuit en alle andere vaarcircuits in Groningen en Friesland. Hiermee worden de toeristische vaarmogelijkheden flink verruimd. Wat een belangrijke economische impuls voor het gebied inhoudt. De begin 2009 ingestelde commissie Alders onderzoekt de meest optimale vorm van samenwerking tussen publieke en private partijen die deelnemen in de Blauwe Stad. Belangrijke onderwerpen hierbij zijn de financierbaarheid, het behoud van de kwaliteit en de continuïteit van het project. Centraal Naast de eerder genoemde ontwikkelingen van Regio Groningen-Assen speelt in dit regioprogramma het project Meerstad. Bij het project Meerstad worden momenteel scenario's in kaart gebracht hoe omgegaan kan worden met de wereldwijde stagnerende huizenmarkt, en welke effecten dit heeft op het project. Noord De deelgebieden Lauwersmeer en Eemsdelta hebben elk een specifieke extra opgave gekregen in het nieuwe POP. In Noord willen we de problematiek rondom plattelandswegen aanpakken. De gemeenten in de regio Noord dragen financieel bij. Het gaat eerst om pilots waarbinnen de problematiek urgent is en waar oplossingsmogelijkheden voorhanden zijn. Verder zullen in Noord verschillende promotie-inspanningen worden geprofessionaliseerd om het gebied steviger op de kaart te zetten. West Er ligt een ontwikkelvisie over Trimunt (van Marum tot Strandheem) die tot doel heeft te komen tot meer onderlinge samenhang tussen de verschillende gebiedsdelen en tot een grotere bekendheid, uitstraling en aantrekkingskracht van het gebied. We gaan verder aan de slag met het project Dwarsdiep. Verschillende thema's worden daar integraal opgepakt zoals natuur en water, recreatie, sociaal-economische vitalisering en wonen. Met de gemeenten Leek, Marum en Grootegast onderzoeken we de mogelijkheden voor een permanente geldstroom van zowel publieke als private partijen waarmee het beheer van de houtsingels voor de komende jaren gewaarborgd is. Bouwen en Wonen Bevolkingskrimp Bevolkingskrimp gaat zich de komende decennia in heel Nederland voordoen, maar in onze provincie zijn de gevolgen nu al concreet in de regio's Eemsdelta, Oost-Groningen en in de gemeente De Marne. In de Eemsdelta neemt de bevolking naar verwachting de komende tien jaar af met 23 procent (in Delfzijl met 40 procent) en in Oost-Groningen met 8 procent (in Winschoten met 20 procent). 14

In Eemsdelta daalt het aantal huishoudens ook nog eens met 12 procent. In Oost-Groningen blijft dit op peil, behalve in Winschoten (12 procent). De gevolgen zijn ingrijpend voor de bevolking van deze gebieden: leegstand en verpaupering, sociale segregatie en het verdwijnen van voorzieningen. Dit stelt gemeenten, provincies en het Rijk voor een forse opgave. En het vraagt om een gezamenlijke visie op wonen, maar ook op voorzieningen en leefbaarheid. Wij hebben de gemeenten in beide regio's en de gemeente De Marne gevraagd hiermee aan de slag te gaan. Wij ondersteunen dit proces als provincie. De plannen moeten uiterlijk september 2009 klaar zijn. Verder werken wij aan een plan om een kwaliteitsimpuls te geven aan goedkope koopwoningen. De financiële opgave van krimp overtreft alle mogelijkheden van gemeenten, corporaties en de provincie. Voor onze provincie wordt de opgave tot 2020 ingeschat op circa 900 miljoen euro. Het is dus belangrijk dat ook het Rijk bijdraagt. We zullen ons de komende tijd inzetten om landelijk erkenning voor het krimpprobleem te krijgen en committment bij de oplossing ervan. Regio Groningen-Assen In de regio Groningen-Assen blijft sprake van sterke groei van de bevolking en de woningbehoefte. Dit is een belangrijke economische en maatschappelijke ontwikkeling voor onze provincie. Bestuurlijk houdt de regio de ontwikkelingen op de woningmarkt via de woningbouwmonitor in de gaten. Hierin wordt ook de kwaliteit van de nieuwbouwplannen in hun onderlinge relatie en fasering meegenomen. In het nieuwe portefeuillehoudersoverleg Woningbouw en Verstedelijking zal afstemming plaatsvinden over zowel aantallen woningen als over de kwaliteit van woningbouwprogramma's. De groei van de regio Groningen-Assen kan een positief effect op de omliggende krimpregio's hebben, zo lang we ook maar investeren in de kwaliteit van deze gebieden zelf. Ruimtelijke kwaliteit in de provincie Met het provinciaal Bouwheerschap zetten wij mensen en financiële middelen in om alle projecten die met ruimtelijke ordening te maken hebben op een hoogstaand niveau te tillen. Uit de in begin 2009 uitgevoerde evaluatie van het bouwheerschap komt naar voren dat het bouwheerschap zijn meerwaarde op vele fronten heeft bewezen. De aanbevelingen uit de evaluatie zullen wij de komende periode verder oppakken. Voorbeelden hiervan zijn een grotere inzet bij zaken van provinciaal belang en de versterking van de kennis bij gemeenten. Provinciale Staten hebben op 5 november 2008 een motie aangenomen waarin een nadere evaluatie is gevraagd van pilots van agrarische bouwblokken in het noorden en oosten van de provincie. Centraal stonden de vragen wat de eerste ervaringen zijn met de maatwerkbenadering en wat hiervan geleerd kan worden voor het vervolg. Conclusie van de tussentijdse evaluatie is dat de bouwblokkenmethode succesvol is en in veel gevallen niet heeft geleid tot onverantwoorde verruiming van de bouwblokken; het heeft een positieve invloed op het maatschappelijke probleem van verrommeling van de boerenerven en de opkomst van megastallen. Landschap en natuur Samen met Rijk, andere provincies en overige partijen uit het Landschapsmanifest starten we een driejarige landelijke campagne. Het gaat erom dat mensen zich bewuster worden van het landschap, dat ze weten wat zij kunnen bijdragen aan het landschap en bovendien zich actief in willen gaan zetten ten behoeve van het landschap. Per provincie komt er een regionale uitwerking. Voor ons Nationaal Landschap Middag-Humsterland maken we een apart promotieplan. Voor ditzelfde Nationaal Landschap doen we ten behoeve van de agrariërs een beroep op het Europese beleid voor Less Favourite Areas, beter bekend als probleemgebieden. De natuurlijke handicap die in dit gebied speelt, zijn de kleine kavels. Eind 2009 verwachten we reactie vanuit Brussel. We gaan er vanuit dat, als alles volgens planning verloopt, de agrariërs vanaf medio 2010 - vrijwillig - een beroep kunnen doen op deze regeling. De nieuwe EU landbouwwetgeving leidt ertoe dat er voor de jaren 2010 tot en met 2013 meer geld beschikbaar komt voor plattelandsbeleid. Dit moet primair worden besteed aan de zogeheten Nieuwe Uitdagingen. De lidstaten passen daarvoor hun Plattelandsontwikkelingsprogramma's en Nationale Plattelandsstrategieën aan. Eén van de Nieuwe Uitdagingen is: biodiversiteit. Hieronder valt ook akkerrandenbeheer, dat een antwoord is op de negatieve gevolgen van de afschaffing van de braakregeling op de biodiversiteit. 15

Wij zetten ons in om akkerrandenbeheer als prioriteit in het aangepaste Plattelandsontwikkelingsprogramma te krijgen, zodat het geld dat anders ook bij de boeren terechtkwam in de vorm van toeslagrechten ingezet kan worden voor natuurwaarden. Programma Landelijk Gebied Een belangrijk onderdeel binnen ons Programma Landelijk Gebied (PLG) is de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Dat loopt in onze provincie goed en we werken er hard aan om in 2018 de EHS gereed te hebben. In de provinciale omgevingsverordening vragen we gemeenten de ruimtelijke bescherming van de EHS in hun bestemmingsplannen op te nemen en voor de robuuste verbindingszones rekening te houden met de zoekgebieden en geen onomkeerbare ingrepen toe te staan die de aanleg van de verbinding onmogelijk maken. Voor wat betreft de middelen uit het PLG ten behoeve van projecten in de sfeer van ondermeer landschap, leefbaarheid en sociaal-economische vitalisering blijven we werken aan onze ambitie om de afgesproken resultaten sneller dan binnen de afgesproken zeven jaar te realiseren, namelijk in vijf jaar. In 2010 vindt landelijk een tussentijdse evaluatie plaats, waar eventuele herverdeling van middelen aan de orde kan komen. Nieuw subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer In januari 2010 zal het nieuwe subsidiestelsel voor natuur en landschapsbeheer zijn intrede doen. Dit nieuwe stelsel moet een einde maken aan de starheid van Programma Beheer. Het wordt een stelsel met eenvoudigere (digitale) procedures voor subsidieaanvraag en minder controles. Het stelsel is in IPO-verband en in nauw overleg met de beheerders opgesteld. Binnen het stelsel is er meer ruimte voor gebiedsgericht maatwerk en flexibiliteit en is dus beter afgestemd op regionale verschillen. We werken aan het opstellen van een nieuw natuurbeheerplan. Per gebied wordt op kaart concreet aangegeven welk beheertype voor subsidie in aanmerking komt en welke voorwaarden daarbij gelden om voor beheervergoeding in aanmerking te komen. Maatwerk gebeurt verder bijvoorbeeld in de uitwerking van de akker- en weidevogelgebieden. Echter, als we met ons maatwerk geen rijksdoelen nastreven, zijn de beheer- en uitvoeringskosten voor onze eigen rekening. Landbouw We zien een accentverschuiving in de landbouwsector naar maatschappelijk verantwoorde en duurzame landbouw. Dat zullen wij de komende jaren stimuleren en waar kan financieel ondersteunen. Bijvoorbeeld op het gebied van (groene) energie, biologische landbouw en klimaat. De agrarische sector kan een rol spelen bij de vermindering van de CO 2 uitstoot door het opwekken van groene energie, hetzij uit speciaal hiervoor geteelde gewassen, hetzij uit reststromen. Op termijn zou dit een belangrijk onderdeel van verbredingsactiviteiten kunnen worden en levert dit tevens een bijdrage aan duurzame energievoorziening. Hiervoor is provinciaal beleid op het gebied van mestvergisting vastgelegd en is het actieplan Biomassa opgezet. Maar ook projecten als zonnepanelen op daken van boerderijen hebben onze aandacht en zullen we nader onderzoeken op financieringsmogelijkheden. Binnen het provinciale landbouwbeleid is en blijft biologische landbouw een aandachtspunt. Wij vinden dat de markt zelf initiatieven moeten ontwikkelen, die wij vervolgens kunnen ondersteunen met een bijdrage uit het provinciale landbouwkrediet of het PLG. De agrarische sector is als geen andere sector afhankelijk van het klimaat. Met het project Hotspot Klimaat en Landbouw Noord Nederland willen we uitzoeken hoe de agrarische sector zich moet aanpassen om de sterke marktpositie in Europa te behouden. Met name op praktische vragen moeten we een antwoord hebben, zoals: zijn de huidige rassen bestand tegen meer nattigheid en hoe zit het met nieuwe ziekten en plagen. Klimaatverandering is een vraagstuk voor de langere termijn maar we moeten wel tijdig kennis vergaren. Visserij Visserij is voor ons als kustprovincie een belangrijke sector, zowel economisch als toeristisch. Daarom gaan we participeren in het Europees Visserij Fonds. Iedere kustprovincie maakt een eigen programma op basis waarvan de komende jaren investeringen en projecten kunnen worden gefinancierd voor locale initiatieven. Daarnaast zullen we samen met Fryslân en Noord-Holland een visie ontwikkelen op duurzame visserij. Het doel van deze visie is om alle lopende ontwikkelingen op het gebied van visserij in de Waddenzee samen te brengen. Het streven is om aan het einde van 2009 deze visie te kunnen presenteren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 16

Water In de in 2008 vastgestelde Kustvisie is gekozen voor de overstromingsrisicobenadering. Dit betekent dat naast het verdedigen van de kust, het beperken van de gevolgen van overstroming centraal staat. Zeewaarts aanpassen van de bestaande primaire waterkering is het uitgangspunt. Het Bestuurlijk Overleg Watervisie Lauwersmeer heeft gekozen voor een nieuw te bouwen gemaal op Lauwersoog. Daarmee kunnen zowel het (vrije) afwateren van het achterland van Fryslân en Noordwest-Groningen als de natuurdoelstellingen (Natura2000) het best worden gegarandeerd. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft aangegeven dat zij financieel wil bijdragen aan de bouw van het gemaal. Over de hoogte van de bijdrage bestaat op het moment van schrijven nog geen duidelijkheid. Invoering Wabo/omgevingsdiensten Hoewel de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een aantal keren is uitgesteld, zetten wij de voorbereiding van de organisatie op de inwerkingtreding onverminderd voort. Onze ambitie hierbij is om de samenwerking met gemeenten en waterschappen op het gebied van vergunningverlening en toezicht verder uit te bouwen. Wij zullen ontwikkelingen richting omgevingsdiensten ondersteunen en stimuleren. In 2008 is er een verkenning naar de mogelijkheden voor omgevingsdiensten voorbereid. Deze verkenning zal begin 2009 worden uitgevoerd. De uitkomsten van deze verkenning bieden een basis voor overleg met het Rijk over de uitvoering van de omgevingsdiensten. Saneringen Voor wat betreft de sanering van voormalige Gasfabriekterreinen liggen we op schema. De verwachting is dat de saneringen voor de locaties in Appingedam, Stadskanaal en Bedum in 2009 daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. De locatie in Winschoten is nog steeds in de voorbereidende fase. In de zomer van 2009 verwachten wij te starten met de sanering van sloten en slootkanten rondom de voormalige stortlocatie in Woltersum. Hoewel vorig jaar uit onderzoeken naar de kwaliteit van de waterbodem geen alarmerende resultaten zijn gekomen, hebben wij toch besloten te saneren. Convenant Bodemontwikkelingsbeleid In april 2009 is het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en de aanpak spoedlocaties ondertekend door de minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, het IPO en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het Rijk treedt terug en decentraliseert de middelen voor het bodembeleid. In het convenant staan afspraken en verantwoordelijkheden op het gebied van het duurzaam gebruik van de ondergrond, grootschalige waterverontreiniging en de aanpak van gevallen van ernstige bodemverontreiniging waarvan sanering spoedeisend is. In een midterm review (tussenbalans), die uiterlijk in het najaar van 2011 wordt vastgesteld, wordt gekeken of partijen voldoende op schema liggen wat betreft het behalen van de ambities in dit convenant en in relatie daarmee of er sprake is van spanning tussen ambitieniveau en de beschikbare middelen. 17

5. BESTUUR Veiligheidsregio en provinciaal veiligheidsbeleid Door wijziging van de taakstelling van de commissaris van de Koningin in de wetgeving zullen taken per 1 januari 2010 worden overgedragen aan de voorzitter van de veiligheidsregio. In de voorbereiding op rampen en crises kunnen de commissarissen van de Koningin namens de minister aanwijzingen geven aan de veiligheidsregio's, als uit het toezicht door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid blijkt dat een regio onvoldoende is voorbereid op een ramp. De commissaris van de Koningin kan in zijn functie als Rijksheer, onder verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tijdens een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis aanwijzingen geven aan de veiligheidsregio. Daarnaast wordt er in 2009 gewerkt aan de positie van de provincie in de rampenbestrijding en crisisbeheersing en wordt de organisatie hiervan binnen de provincie nader afgestemd. Op verzoek van Provinciale Staten wordt om de twee jaar een nieuw Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid opgesteld. Het actieprogramma is een bundeling van alle provinciale activiteiten op het gebied van veiligheid. Het huidige programma loopt door tot 2010. Doel van het Groningse uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid is de implementatie van het (nieuwe) externe veiligheidsbeleid bij de provincie, gemeenten en de regionale brandweer. Bestuurskracht Medio 2009 zijn de conclusies en de aanbevelingen van de bestuurskrachtonderzoeken van Groninger gemeenten bekend. Hoewel wij verwachten dat gemeenten hier zelf mee aan de slag gaan, zullen ook wij met een inhoudelijk oordeel komen op de resultaten. Daar waar nodig of gewenst zullen wij op verzoek van gemeenten of op eigen initiatief met gemeenten in overleg treden. Ten aanzien van de lokale bestuurskracht willen wij samen met gemeenten zoeken naar een adequate reactie op de ontwikkeling dat gemeenten met andere overheden en maatschappelijke organisaties moeten samenwerken om hun bestaande en nieuwe opgaven te kunnen realiseren. Parallel aan de bestuurskrachtonderzoeken bij gemeenten onderzoeken wij - op ambtelijk en bestuurlijk niveau - onze eigen bestuurskracht. De Statencommissie Bestuur & Financiën zal hierbij worden betrokken. De planning is erop gericht het bestuurskrachtonderzoek rond de zomer af te ronden. 18

6. INTERNE ORGANISATIE Communicatie De corporate communicatie levert een belangrijke bijdrage aan het profiel en het imago van de provincie. Dit doen we via de publiekscommunicatie, de campagne ' ook de provincie!' en door inwoners op een interactieve manier te betrekken in de beleidsvorming. De belangrijkste nieuwe ontwikkelingen die we hiervoor inzetten is de nieuwe website van de provincie en het project Factor C. Dit project heeft als doel het stimuleren van een communicatieve houding en gedrag bij onze medewerkers. Via workshops krijgen projectleiders en beleidsmedewerkers inzicht dat communicatie terdege bijdraagt aan het succes van beleidsontwikkeling. Momenteel bouwen we aan een nieuwe provinciale website. Met de nieuwe website willen we aansluiten bij de landelijke richtlijnen en voorzieningen voor de publicatie van overheidsinformatie. We proberen daarbij een goede balans te vinden tussen wat de klant wil en de communicatie/informatie eisen die er binnen de organisatie aan de site worden gesteld. De nieuwe site is het visitekaartje van de provincie Groningen dat voor iedereen zichtbaar is. In 2010 volgt het intranet. Kleiner en beter Wij geven met het programma Kleiner en Beter uitvoering aan onze ambitie om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren met minder mensen en een efficiencyverhoging te realiseren. De verwachting is dat in de loop van 2009 helder wordt waar en op welke wijze een formatiereductie in de organisatie gerealiseerd kan worden. Huisvesting Als werkgever willen wij dat onze medewerkers in een kwalitatief goede omgeving hun werk kunnen verrichten. Na het stopzetten van het project Metamorfose hebben wij aangegeven dat wij wel verder gaan met digitalisering van de organisatie, het verbeteren van de bezettingsgraad en het aanpakken van het noodzakelijke groot onderhoud. Dit alles realiseren wij in de komende periode met het project Renovatie+. Door Renovatie+ ontstaat er een betere balans in ruimtegebruik en creëren we een passende huisvesting voor de toekomst. IVT Op het gebied van IVT zullen wij onze ervaring met Open Source software en systemen de komende periode verder uitbouwen. De digitalisering van de organisatie zullen wij vormgeven via het project Digitaal Zaakgericht Werken. Onder de noemer Sterker & Breder zullen wij de komende periode een nieuw strategisch informatiebeleidsplan opstellen. Ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op en de omgeving waarin de provincie acteert is sterk aan verandering onderhevig. Inwoners van de provincie stellen andere eisen aan onze dienstverlening en mede daardoor is het noodzakelijk dat de provincie haar informatiefaciliteiten zo optimaal mogelijk inzet ter ondersteuning van de organisatiedoelstellingen en ambities. Sterker & Breder kijkt daarbij ondermeer naar het POP, de Sociale en Economische Agenda en de ontwikkelingen rondom een e-loket. Sterker & Breder hangt ook nauw samen met het programma Kleiner & Beter. 19

20