De competenties van een docent MBO



Vergelijkbare documenten
1. Interpersoonlijk competent

Aantekenformulier van het assessment PDG

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

1 Interpersoonlijk competent

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

COMPETENTIEPROFIEL LB-DOCENT ECONOMIE

Competentievenster 2015

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Thermometer leerkrachthandelen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Bijlage 1 Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

1 Interpersoonlijk competent

MASTER LGL COMPETENTIES

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

1 Interpersoonlijk competent

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

ROC Friese Poort. UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

CP Resultaten QuickScan

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

1 Interpersoonlijk competent

Bekwaamheidseisen leraren

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen. Hogescholen

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan P2-fase Studentversie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Leraar basisonderwijs LB

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

!"#$%&'$'#() *+,-.+%'+)$'$"/-'0/1&)2&34""51&'$))!678$+/&#-&#

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Competentiekaarten. Fontys Lerarenopleidingen vo/bve

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode

De 6 Friesland College-competenties.

goed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer

Assessment Startbekwaam

goed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer

Beoordelingsrapport S&W 3 en S&W4 (LIO-fase) Kopopleiding

De lerarenondersteuner werkt binnen het vastgestelde lesmodel voor instructie en de lesplannen van de school.

COMPETENTIES MA GPW. Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging. Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum:

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Competentieprofiel van de opleider CHVG

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Beoordelingsrapport S&W 1 en S&W 2 Kopopleiding

Competentieprofiel voor rekendocenten in het mbo

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Competentieprofielen Docentfuncties

De rollen van de SCZ docent: competentiewoordenboek en indicatoren. Inleiding

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

Bijlage 2: Competentiematrix schoolstage

O 1 Inter-persoonlijk competent

COMPETENTIEPROFIEL LB-/LC-DOCENT

Reflectie-instrument leerkrachten Het Barlake

Zelfevaluatie. Inleiding:

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

C.1 Delen en deelnemen

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Transcriptie:

De competenties van een docent MBO Door de opleiding Pedagogisch Didactisch Getuigschrift worden de cursisten in staat gesteld om competenties te verwerven, waarmee zij kunnen voldoen aan de bekwaamheidseisen voor docenten in het MBO. De competenties zijn opgesteld door Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL; tegenwoordig De Onderwijscoöperatie). Het STOAS heeft deze competenties voor het MBO nader geconcretiseerd. Onder competenties verstaan wij succesvol gedrag dat is opgebouwd uit een geheel van kennis, vaardigheden en houdingen dat de docent in zijn beroepsuitoefening hanteert. Iedere competentie is verder geconcretiseerd met indicatoren. T.b.v. de opleiding PDG heeft CNA de indicatoren op drie niveaus beschreven: als startend docent; als halfgevorderd docent en als startbekwaam docent. Bij de start van de opleiding brengt iedere cursist de eigen beginsituatie in kaart: de cursist bepaalt wat hij al heeft ontwikkeld aan competenties en op grond daarvan formuleert hij persoonlijke doelen. In de voortgangsgesprekken die op verschillende momenten in de opleiding plaatsvinden stellen cursist, opleider en coach vast op welk niveau per competentie de cursist op dat moment functioneert, de ontwikkeling wordt zichtbaar gemaakt. Eventueel worden nieuwe doelen geformuleerd. Uiteindelijk dient de cursist aan het eind van de opleiding, bij het kwalificerend assessment, alle indicatoren op het niveau van de startbekwame docent aan te tonen. De niveaus zijn bepaald door: de diepgang van het leerproces: is het leren met name gericht op oriëntatie of onthouden en begrijpen, of op toepassen van het geleerde in een praktijksituatie, of op integreren van gedrag in het eigen handelingsrepertoire de volledigheid van het handelen de mate van zelfstandigheid de mate van complexiteit van het te leren gedrag en de situatie waarin dat moet worden toegepast. Deze indeling in niveaus is een interpretatie van de Taxonomie van De Block (1987). Het handelen van de startbekwame docent omvat automatisch alle indicatoren die voorafgaand zijn verworven als startende en als halfgevorderde docent. Daarnaast moet de startbekwame docent ook aantonen dat hij op bachelorniveau denkt en functioneert. De zogenoemde Dublin-descriptoren (2004) beschrijven dit niveau. Startende docent Halfgevorderde docent Startbekwame docent gericht op (her)kennen gericht op toepassen in veel gericht op toepassen in gericht op oriëntatie voorkomende situaties nieuwe onbekende situaties gericht op inzicht complexiteit van situaties complexe situaties eenvoudige situaties neemt toe volledige handelingen eenvoudige handelingen of volledige handelingen zonder begeleiding deelhandelingen begeleiding neemt af eigen gedrag onder begeleiding zelf verantwoordelijk verantwoorden beperkte verantwoordelijkheid zelf verantwoordelijk 1

1. Interpersoonlijk competent De docent MBO heeft de verantwoordelijkheid om groepen zo te begeleiden dat er een functioneel leefen leerklimaat heerst. Vanuit een belangstellende en onderzoekende houding geeft de docent MBO de eigen verantwoordelijkheid en inbreng. De docent MBO geeft op een zodanige wijze vorm aan groepsprocessen en communicatie dat hij een goede samenwerking tot stand brengt met en tussen de. communiceert effectief door het hanteren van verbale en non-verbale technieken kan verschillende soorten gespreken voeren met reageert op verbale en non-verbale boodschappen van deelnemers houdt zich aan regels van de school stelt regels op en bespreekt deze met de bevordert communicatie door LSD (luisteren-samenvattendoorvragen) toe te passen communiceert zowel op inhouds- als op betrekkingsniveau waardeert inbreng van en is nieuwsgierig naar hun ideeën gaat flexibel om met regels en beschikt over handelingsalternatieven kan feedback accepteren kan feedback ontvangen en geven zorgt ervoor dat respect opbrengen voor hem en voor elkaar toont belangstelling bij het ontwikkelen van een relatie met 1. hanteert bewust gespreksinterventies om een gesprek te kunnen sturen en maakt daarbij gebruik van relevante inzichten uit (interculturele) communicatietheorieën 2. corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag 3. geeft feedback aan over het groepsproces, door gedragspatronen van de groep te herkennen en te benoemen 4. gaat professionele, persoonlijke relaties aan met alle 2

2. Pedagogisch competent De docent MBO helpt de een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden. De docent MBO zorgt ervoor dat de hun interesses en ambities leren ontdekken en weten te koppelen aan keuzeprocessen voor hun verdere (studie)loopbaan. De docent MBO creëert hiertoe een veilige leeromgeving voor groepen en individuen. Daarnaast begeleidt de docent MBO de in hun ontwikkeling tot burger en beroepsbeoefenaar, waarbij hij de normen en waarden uit de maatschappij en de specifieke beroepspraktijk in aanmerking neemt. onderzoekt de leefwereld van de is zich bewust van de eigen (voor)oordelen en eigen helpt bij de ontwikkeling van hun beroepsidentiteit toont belangstelling voor diversiteit in achtergronden van de observeert individuen en groepen door gebruik te maken van daarbij passende onderzoeksinstrumenten herkent verschillende benaderingen in het werken aan een functioneel leef- en leerklimaat waarden en normen staat open voor andere culturen en andere opvattingen stimuleert de na te denken over zijn of haar eigen interesses en ambities vanuit de vragen wie ben ik? en wat wil ik? erkent en benut verschillen tussen heeft inzicht in de verschillende fasen in het groepsproces en herkent in welke fase zijn eigen groep(en) zich bevindt is attent op een functioneel leef- en leerklimaat, en daarmee ook op pesten en discriminatie 1. speelt in op de verschillende doelgroepen, zowel in cultureel, ethisch, sociaal als emotioneel opzicht 2. kan loopbaangesprekken voeren waarbij hij stimuleert eigen keuzes te maken 3. is betrokken bij het overdragen van cultuuraspecten ten aanzien van het (specifieke) beroep 4. kan verantwoorden hoe hij met groepen en individuele omgaat, rekening houdend met verschillende achtergronden en gericht op bevordering van het leerproces 5. kan interveniëren in het groepsproces door gebruik te maken van relevante groepsdynamische inzichten 6. kan interveniëren om (indien nodig) het leef- en leerklimaat in de groep(en) te verbeteren 3

herkent problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van signaleert en kan doorverwijzen bij problemen van in de sociaalemotionele ontwikkeling 7. houdt in lessen en begeleiding rekening met problemen van in de sociaal-emotionele ontwikkeling 8. ontwikkelt samen met anderen een aanpak 4

3. Vakinhoudelijk en didactisch competent De docent MBO ondersteunt de bij het verbreden en verdiepen van hun competenties, door het vormgeven van een krachtige leeromgeving. De docent MBO spreekt hiervoor de taal van het beroep en heeft een duidelijk beeld van het vakgebied dat hiervoor van belang is. Voor het ontwerpen van een krachtige, beroepsgerichte leeromgeving zal de docent ook in uiteenlopende situaties moeten handelen: het praktijklokaal, de BPV-situatie, klassikale lessen, projectwerk, etc. De docent MBO stemt leerinhouden af op de individuele verschillen tussen, motiveert de voor hun leertaken, en begeleidt hen om ze met succes af te ronden. De docent MBO creëert een goede balans tussen sturing en zelfsturing van de. Hij stimuleert de verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces en geeft hier de ruimte voor. Vakdeskundigheid benoemt het belang van de leerinhoud voor de (toekomstige) beroepsuitoefening en het dagelijkse leven verwerkt de actualiteit en de beroepspraktijk in de contacten met 1. begeleidt de bij keuzes voor een opleiding, leertraject of werk op grond van kennis van de beroepskolom en het werkveld 2. switcht makkelijk tussen theorie en (beroeps)praktijk in het beheerst de meest voorkomende competenties die voor zijn vak in de beroepspraktijk van toepassing zijn sluit met zijn vakdeskundigheid en (studieloopbaan-) begeleiding aan bij het totale vakgebied van de opleiding contact met 3. kan zijn vakinhoudelijke opvattingen verantwoorden Ontwerpen en (bege)leiden van een krachtige leeromgeving kan verschillen in leerprocessen van waarnemen en beschrijven stimuleert om zelfstandig en zelfverantwoordelijk te leren door zelfstandige opdrachten te geven en terughoudend te zijn in kant-en-klare informatie of opdrachten motiveert stimuleert het leerproces van door het geven van feedback 4. past op basis van beoordeling van de situatie de mate van sturing aan, waarbij zelfsturing van de het uitgangspunt is 5. ondersteunt de bij stappen in hun leerproces door leervragen te signaleren, te benoemen en feedback te geven 5

is op de hoogte van leerproblemen die zich voor kunnen doen creëert een leeromgeving waarin recente ontwikkelingen in de beroepspraktijk een plek krijgen kent de principes van activerende didactiek kan lessen uitvoeren met enige variatie in werkvormen leert van collega s door lessen te observeren kent de principes van samenwerkend leren stimuleert om samen te werken onderzoekt de invloed van taal op het leren van onderzoekt de verschillende leerstijlen/ - voorkeuren signaleert leerproblemen bij de eigen formuleert opdrachten waarmee zelfstandig in de beroepspraktijk aan de slag kunnen gaan kan leerdoelen formuleren gericht op het leren van de maakt schriftelijke overdraagbare lesvoorbereidingen aan de hand van het OUT-model zet verschillende activerende werkvormen in passend bij de fase van de les kan zaken op meerdere manieren uitleggen hanteert verschillende werkvormen voor groepen kan in voorbereiding en uitvoering rekening houden met het huidige en het gewenste taalniveau van de spreekt op verschillende manieren aan om tegemoet te komen aan verschillen tussen 6. houdt in lessen rekening met leerproblemen van 7. ontwikkelt samen met anderen een adequate aanpak 8. ontwerpt leeractiviteiten die in het perspectief van de loopbaan van de betekenisvol zijn 9. kan de principes van activerende didactiek toepassen en verantwoorden in eigen lessen 10. is in staat in samenwerking met leertrajecten te bewaken en zonodig bij te stellen 11. kan de principes van samenwerkend leren toepassen en verantwoorden 12. de docent kan feedback geven op taaluitingen van (zowel schriftelijk als mondeling) 13. past op verschillende manieren niveaudifferentiatie toe in eigen lessen maakt gebruik van zijn is mediawijs 2 digitale basisvaardigheden 1 kan de verbinding leggen tussen leerdoel, werkvorm en de inzet van ICT-middelen 14. kan de meerwaarde van het ICT-gebruik voor het onderwijs verantwoorden 1 http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/ictbekwaamheidseisen/ictbekwaamheid.pdf - geraadpleegd aug 2014 2 http://www.mediawijzer.net/wp-content/uploads/competenties_model_.pdf - geraadpleegd aug 2014 6

Beroepsgericht beoordelen kijkt werk na van stimuleert hun eigen werk kritisch te begeleidt en beoordeelt beoordelen een portfolio en/of prestaties/ leertaken begrijpt het belang van het evalueren van leerprocessen onderzoekt op welke wijze er kwalificerend beoordeeld wordt in de eigen opleiding bespreekt beoordeeld werk op een ontwikkelingsgerichte wijze na zet instrumenten in om het leerproces van eigen te evalueren ontwikkelt eenvoudige beoordelingsinstrumenten voor het eigen vakgebied 15. richt situaties in waar kunnen aantonen in hoeverre zij over de vereiste competenties beschikken 16. beoordeelt het werk en de werkwijze van op een valide en betrouwbare wijze 17. bespreekt met hun leerproces en hun leerresultaten 18. kan zijn keuze voor vakspecifieke beoordelings-instrumenten onderbouwen en verantwoorden 7

4. Organisatorisch competent De docent MBO draagt zorg voor organisatorische zaken die samenhangen met zijn werk, zowel in de onderwijsinstelling als op de werkplek. De docent MBO zorgt ervoor dat de weten wat ze in het kader van hun beroepstaken moeten kunnen, welke opdrachten/ prestaties ze hiervoor moeten uitvoeren en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief. De docent MBO gebruikt verschillende leeromgevingen binnen de onderwijsinstelling en het leerbedrijf, passend bij de leerprogramma s, op een overzichtelijke en consequente manier, waarbij flexibiliteit van de docent belangrijk is. komt afspraken na is bekend met en gaat 1. maakt duidelijke afspraken heeft eigen spullen op orde professioneel om met de over de (beroeps)taken neemt initiatieven organisatorische aspecten van de verschillende leeromgevingen in school en leerbedrijf met de en geeft aan welke ondersteuning de van hem kunnen verwachten (en wat de ruimte is voor eigen neemt niet meer taken op zich dan hij aan kan start en eindigt de eigen les volgens de lesplanning stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd efficiënt zowel voor zichzelf als de structureert en organiseert het leren ten behoeve van een ordelijke leeromgeving initiatief) 2. improviseert in onverwachte situaties op een professionele manier en stelt daarbij duidelijke prioriteiten 3. werkt met een duidelijke planning en bewaakt deze planning in samenspraak of met medeweten van de 8

5. Competent in het samenwerken met collega s en het en het werken in een organisatie De docent MBO zorgt ervoor dat zijn werk en dat van zijn collega s goed op elkaar zijn afgestemd. Hij draagt bij aan het goed functioneren van de onderwijsinstelling. De verscheidenheid van rollen van docenten bij het contact met is van invloed op de manier en intensiteit van de samenwerking tussen collega s. De docent MBO is een teamspeler en het team is samen verantwoordelijk voor de student. Onderlinge afhankelijkheid en afstemming vereisen een communicatief ingestelde docent die samen met collega s en directie werkt aan het grote doel van de onderwijsinstelling. Organisatiesensitiviteit is hierbij ook van belang; de docent is extern gericht, met het oog op de visie en missie van de onderwijsinstelling. Dit is te zien aan de volgende indicatoren: Startend halfgevorderd Startbekwaam onderzoekt de schoolorganisatie staat positief kritisch tegenover en draagt bij aan onderzoekt de wijze waarop collega s vernieuwingen van het onderwijsleerproces samenwerken stelt zich op de hoogte van landelijke innovaties leeft zich in andermans situatie in, gaat respectvol met collega s om draagt bij aan een constructief teamoverleg werkt volgens de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen, zoals een leerlingvolgsysteem en kwaliteitszorgsysteem deelt kennis, ervaringen en materialen met collega s kent de competenties van de collega s in het team en kan in een multidisciplinair team met elkaar taken verdelen 1. draagt bij aan de uitvoering van onderwijsinnovatie op de school 2. houdt rekening met procedures van examinering en beoordeling, wettelijke verantwoording van de onderwijsinstelling, externe gerichtheid, etc. 3. creëert draagvlak voor eigen ideeën 4. evalueert in het team het onderwijs door collega s aan te spreken en het eigen handelen bespreekbaar te maken 9

6. Competent in het samenwerken met de omgeving Een docent MBO die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de student zijn bijdrage aan een goede samenwerking met bedrijven, mensen en instellingen in de omgeving van de onderwijsinstelling en het beroepenveld. De docent MBO onderhoudt daarvoor contacten met het beroepenveld en komt met praktijkopleiders en anderen in relevante arbeidsorganisaties tot een gezamenlijk referentiekader over de taken die beroepsbeoefenaren uitvoeren en de competenties die ze daarvoor nodig hebben. De docent vertaalt dit referentiekader naar een beroepsgerichte leeromgeving die richting geeft aan het verwerven van deze competenties. Daarnaast onderhoudt de docent MBO contact met de ouders of verzorgers van de. De docent MBO zorgt er ook voor dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de onderwijsinstelling goed op elkaar zijn afgestemd. communiceert open en geeft voorlichting aan eerlijk o ouders/ verzorgers en o met ouders of (potentiële) verzorgers van de o bedrijven student door het vertalen van o met het BPV-bedrijf onderwijsactiviteiten op een onderzoekt op welke wijze school contact onderhoudt met ouders/ verzorgers voor hen aansprekende manier houdt contact met personen/ instellingen in het kader van de BPV zorgt ervoor dat hij voldoende ingang vindt in bedrijven en instellingen om met vertegenwoordigers daarvan een netwerk op te bouwen 1. verantwoordt professionele opvattingen aan ouders en andere belanghebbenden 2. onderhoudt contacten met het bedrijfsleven om zinvolle BPV-plaatsen en buitenschoolse leersituaties te creëren 3. houdt bij het onderhouden van contacten met bedrijven rekening met de belangen en cultuur van bedrijven en 10

7. Competent in reflectie en ontwikkeling Docenten MBO zullen om moeten (kunnen) gaan met veranderingen binnen het MBO-veld en veranderingen in het beroepenveld. Dat betekent dat zij flexibel, innovatief en ontwikkelingsgericht zijn. De docent MBO reflecteert op zijn eigen gedrag en zal zich voortdurend moeten ontwikkelen en professionaliseren, in relatie tot de organisatie. De docent weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn docentschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat. vraagt feedback van collega s en werkt planmatig aan zijn ontwikkeling en maakt daarbij 1. reflecteert systematisch op eigen gedrag en betrekt in reflecteert op eigen sterke en zwakke kanten gebruik van de kaders die de school biedt (bijv. POP) zijn reflectie de feedback van anderen 2. kan aangeven op welke punten de eigen competentie (ontwikkeling) onderzoekt andere visies en ideeën t.a.v. onderwijs oriënteert zich op manieren waarop hij zich verder kan ontwikkelen in het docentschap kan onderzoeksvragen formuleren t.a.v. de eigen onderwijssituatie volgt de ontwikkelingen op onderwijskundig vakgebied benut verschillende mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen, zoals het bijhouden van vakliteratuur, het volgen van trainingen en opleidingen, deelname aan intervisie kan bronnen raadplegen en dit relateren aan een onderzoeksvraag verbeterd kan worden 3. brengt onder woorden wat hij belangrijk vindt in zijn docentschap 4. kan zijn didactische en pedagogische aanpak verantwoorden 5. volgt ontwikkelingen in de beroepspraktijk en implementeert deze in zijn functioneren 6. is flexibel en stressbestendig: past zich aan veranderende omstandigheden aan en beschikt over alternatieven 7. neemt initiatieven om zichzelf te ontwikkelen bijv. door actieve deelname aan collegiale consultatie, intervisie, trainingen en opleidingen 8. onderzoekt de eigen praktijk methodisch, op basis van een onderzoekvraag en een theoretisch kader, en doet daarvan verslag 11