Inhoud Introductie tot de cursus 1 De functie van de cursus 7 2 De inhoud van de cursus 7 2.1 Voorkennis 7 2.2 Leerdoelen van de cursus 7 2.3 Opbouw van de cursus 8 2.4 Leermiddelen 8 3 Gebruiksaanwijzing 8 3.1 Cursusboek 8 3.2 Studiebegeleiding en Studienet 9 3.3 Tentamen 10 6
Introductie tot de cursus Introductie tot de cursus Voordat u begint met het bestuderen van de cursus Webcultuur willen wij u in deze introductie informeren over de bedoeling van de cursus, de opzet van het cursusmateriaal en de werkwijze die wij van u verwachten. U vindt hier dus nog geen studiestof, maar praktische en studietechnische informatie die u kan helpen bij het studeren. 1 De functie van de cursus In de cursus staan de begrippen world wide web, cultuur, communicatie en webontwerp centraal. De cursus biedt een afwisseling van theoretische en meer praktisch georiënteerde onderdelen. Vragen die in deze cursus aan de orde komen zijn onder meer: welke gevolgen heeft het web op cultuur, wat is de betekenis van subculturen die ontstaan als gevolg van het web, hoe kun je verschillen tussen culturen in kaart brengen, hoe wordt er door verschillende culturen aangekeken tegen uitingen op het web, hoe kunnen we uitingen op het web analyseren op basis van mediatheorie en communicatiemodellen, hoe kun je websites ontwerpen waarbij rekening wordt gehouden met de gebruikers en hun verschillende achtergronden? De cursus Webcultuur is een cursus met een studielast van 100 uur. De cursus maakt deel uit van de bacheloropleidingen Informatica en Informatiekunde. De cursus is ook interessant voor losse cursisten die geïnteresseerd zijn in het thema, zonder dat ze meteen de bedoeling hebben een opleiding te volgen. 2 De inhoud van de cursus 2.1 VOORKENNIS Voor deze cursus veronderstellen we geen inhoudelijke voorkennis. Het gebruikte cursusmateriaal is deels Engelstalig. U moet het Engels dus in voldoende mate beheersen om de cursus te kunnen bestuderen. 2.2 LEERDOELEN VAN DE CURSUS De leerdoelen omschrijven welke kennis, inzichten en vaardigheden u zich door het bestuderen van de cursus zou moeten eigen maken. Van de student wordt verwacht dat deze na het bestuderen van de cursus het www kan analyseren als een communicatiemedium kan uitleggen hoe het www werkt als functie van culturen kan uitleggen hoe het www effect heeft op een cultuur kan uitleggen waar je bij het ontwerpen van een website op moet letten vanuit het perspectief van communicatie en cultuur. 7
Open Universiteit Webcultuur 2.3 OPBOUW VAN DE CURSUS Blok 1 Introductie Blok 2 Webgebruikers Blok 3 Communicatie in relatie tot webcultuur Blok 4 Interactie en ontwerp Leereenheden 1-3 Leereenheden 4-8 Leereenheden 9-15 Leereenheden 16-19 De cursus is verdeeld in vier blokken. Blok 1 leidt de thematiek van de cursus in, door een kennismaking met de begrippen internet, web en webcultuur. De geschiedenis van internet en het web wordt besproken, voor zover relevant voor deze cursus. Verder gaan we in op de vraag waar het begrip Web 2.0 precies voor staat. Via filmpjes kunt u kennismaken met een aantal bekende personen, bijvoorbeeld met de uitvinder van het web, Tim Berners-Lee. Blok 2 maakt duidelijk dat het web invloed heeft op bestaande culturen en dat nieuwe (sub)culturen ontstaan, maar ook dat cultuur voor een belangrijk deel bepaalt hoe een boodschap wordt verstaan. Wil je een boodschap kunnen overbrengen, dan zul je kennis moeten hebben van de cultuur van de doelgroep. Dit blok laat zien dat je doelgroepen in kaart kunt brengen via het concept persona. Verder laat het zien hoe je een cultuur kunt meten aan de hand van de dimensies van Hofstede. Blok 3 gaat in op het begrip communicatie, vanuit de gedachte dat het internet in de eerste plaats een communicatiemedium is. Men kan stellen: communicatie is cultuur. Er wordt een raamwerk aangeboden voor de analyse van het begrip communicatie, met name met het oog op de betekenis ervan voor webontwerp. Blok 4 bouwt verder op de gedachte dat het web een communicatiemedium is en dat cultuur gestalte krijgt in en vorm geeft aan interpersoonlijke communicatie en sociale interactie. Bij webontwerp moet dan ook de mens centraal staan. Een belangrijke opvatting is daarom dat webontwerp een vorm van communicatievormgeving is met een goed oog voor de context. Er zijn drie cursusboeken. De blokken 1 en 2 vormen samen deel 1 van de cursusboeken, blok 3 vormt deel 2 en blok 4 vormt deel 3. 2.4 LEERMIDDELEN Het materiaal bestaat voor het overgrote deel uit schriftelijk materiaal, dat is opgenomen in de cursusboeken. Daarnaast wordt er op beperkte schaal gebruik gemaakt van filmpjes. Bij deze cursus hoort ook een site op Studienet, die vooral voor de communicatie tussen studenten en docenten wordt gebruikt. 3 Gebruiksaanwijzing Leereenheid 3.1 CURSUSBOEK Het cursusboek is verdeeld in leereenheden. Een leereenheid is een afgerond deel van de stof. Een leereenheid bevat: een korte inleiding op de betreffende stof leerdoelen, die aangeven wat u na het bestuderen van de leereenheid weet en/of kunt 8
Introductie tot de cursus Margeteksten Kernbegrippen Studeeraanwijzingen Leestekst Bronnen op internet Weblink Dit is een voorbeeld van een studeeraanwijzing. studeeraanwijzingen, waaronder in elke geval een aanduiding van de geschatte studielast een leerkern, die de leerstof bevat opgaven een zelftoets, waarmee u kunt nagaan of u de leerdoelen van de leereenheid hebt bereikt een terugkoppeling op de opgaven en de zelftoets; wij raden u aan niet meteen het antwoord in de terugkoppeling op te zoeken. U leert meer en beter als u eerst zelf een oplossing probeert te vinden. Iedere pagina heeft aan de linkerkant twee kolommen: de marge. In de meest linkse kolom treft u kernbegrippen aan. Kernbegrippen zijn, zoals de naam al zegt, centrale begrippen. Deze kolom maakt het gemakkelijk om bepaalde tekstonderdelen snel terug te vinden. In de tweede kolom van de marge staan korte studeeraanwijzingen. Dat kunnen aanwijzingen zijn hoe de tekst gelezen moet worden, herhalingen of verwijzingen naar andere leereenheden, enzovoort. Soms is een facultatieve passage ingevoegd die nader op de stof ingaat, een kanttekening plaatst of een toepasselijk citaat uit de literatuur bevat. Zo n passage behoort niet tot de tentamenstof en is een leestekst. Een leestekst wordt afgedrukt in kleine letters. In het cursusboek wordt regelmatig verwezen naar bronnen op internet. Dat kunnen documenten zijn, maar ook filmpjes en websites. In principe gaat het om aanvullend, facultatief materiaal, dat niet getoetst wordt, maar dat interessant kan zijn voor wie zich verder wil verdiepen in bepaalde onderwerpen. Het is dus aan uzelf om te bepalen of u van die bronnen gebruik wilt maken. Sommige van die bronnen behoren wel tot de verplichte stof. Als dat het geval is, wordt dat via studeeraanwijzingen uitdrukkelijk aangegeven. Om te voorkomen dat u regelmatig te maken krijgt met verwijzingen naar webpagina s die niet meer bestaan, hebben we adressen van bronnen op internet niet in de cursusboeken opgenomen. In plaats daarvan vindt u in de cursusboeken zogeheten weblinks. Elke weblink heeft een (per leereenheid) unieke naam. Op Studienet zijn die namen gekoppeld aan adressen op internet. Op deze wijzen kunnen wij de adressen gemakkelijker up to date houden. Mocht u merken dat een bepaald adres niet meer werkt, dan verzoeken wij u vriendelijk dat te melden bij de examinator, die vervolgens het adres kan aanpassen. De gegevens van de examinator zijn te vinden op Studienet. 3.2 STUDIEBEGELEIDING EN STUDIENET Bij deze cursus hoort een website op Studienet. Op deze website vindt u actuele informatie over de cursus, de begeleider, weblinks, tentamendata, errata, enzovoort. De begeleiding bij deze cursus vindt plaats via Studienet. Als u vragen hebt, kunt u die stellen via de discussiegroepen. 9
Open Universiteit Webcultuur 3.3 TENTAMEN De cursus wordt afgesloten met een tentamen dat bestaat uit korte open vragen. U hebt voor het tentamen drie uur de tijd. Het is niet toegestaan bij het tentamen het cursusmateriaal of ander materiaal te gebruiken. Via de eindtoets (op Studienet) kunt u zich voorbereiden op het tentamen. De eindtoets bestaat uit vragen die representatief zijn voor het tentamen. Meer informatie over de organisatie van de tentaminering kunt u op Studienet vinden. 10