DEELNORMEN SPECIFIEKE VOORZIENINGEN (Bouwmaatstaven astmacentrum, audiologisch centrum, epilepsiecentrum, klinisch-genetisch centrum)
DEELNORMEN SPECIFIEKE VOORZIENINGEN Bouwmaatstaven inzake: - epilepsiecentrum - audiologisch centrum - astmacentrum - klinisch-genetisch centrum UITGEBRACHT AAN de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport VASTGESTELD DOOR het College voor ziekenhuisvoorzieningen, op 16 november 1998 VOORBEREID DOOR de Werkcommissie Ziekenhuizen de Commissie Bouw
BOUWKUNDIG-FUNCTIONELE MAATSTAVEN VOOR NIEUWBOUWPLANNEN VAN EEN EPILEPSIECENTRUM 1. ZORGINHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN Epilepsiecentra vormen een afzonderlijke subcategorie binnen de categorie ziekenhuizen. De doelgroep van een epilepsiecentrum bestaat uit mensen met (een moeilijk behandelbare vorm van) epilepsie of een vermoeden daarvan, die hierbij ook andere, bijkomende problemen hebben. Deze kunnen van velerlei aard zijn, zoals gedragsproblematiek, psychologische of sociale problemen, moeilijk functioneren in het arbeidsproces en ook het instellen/bijstellen van complexe medicatie. Verwijzing vindt in principe plaats door een medisch specialist, al dan niet via de huisarts. Dit geldt voor zowel klinische als poliklinische faciliteiten. Binnen een epilepsiecentrum worden de volgende functies onderscheiden: poliklinische hulpverlening en consultatie, observatie, diagnostiek en behandeling, psychosociale behandeling en resocialisatie, residentiële zorg, zorg voor verstandelijk gehandicapte epilepsiepatiënten, alsmede wetenschappelijk onderzoek, voorlichting en opleiding. 2. SAMENVATTING RUIMTEBEHOEFTE Op de volgende bladzijde is de ruimtebehoefte van een epilepsiecentrum samengevat, uitgaande van een klinische capaciteit van circa 100 bedden. Daarbij is nog het volgende op te merken: - de groepsgrootte bedraagt 8 tot 12 patiënten, doch bij voorkeur gemiddeld 10 of minder. Iedere patiënt beschikt bij voorkeur over een eigen kamer met sanitaire ruimte (wc, douche en wastafel). Tweepersoonskamers zijn in beginsel toegestaan, mits deze kamers in eenpersoonskamers opsplitsbaar zijn; - de vermelde nuttige oppervlakten betreffen minimum-waarden; - de afmetingen van rolstoeltoiletten moeten voldoen aan het "Handboek voor Toegankelijkheid"; - de vrije doorgangsbreedte van verkeersruimten naar patiëntenkamers en huiskamers bedraagt ten minste 1,1 m. Dit geldt ook voor de vrije breedte van de verkeersruimten (conform het Bouwbesluit), maar in geval van rolstoelverkeer is de vrije breedte ten minste 1,4 m, en in geval van beddenverkeer ten minste 2,15 m (ter plaatse van deuren van voor patiënten toegankelijke ruimten met een vrije doorgangsbreedte kleiner dan 1,4 m echter ten minste 2,3 m). 1
Tabel 1. Ruimtebehoefte epilepsiecentrum omschrijving nuttige opp. opmerkingen instelling, totaal 43m 2 /plaats Bij een klinische capaciteit van circa 100 plaatsen. Exclusief centrale keuken, opleiding, personeelsvoor-zieningen en polikliniek binnen het instellingstotaal: woonareaal binnen het totaal van het woonareaal: dagverblijfruimte(n) patiëntenkamers: - eenpersoonskamer - id., voor rolstoelgebruiker - (eventueel) tweepersoonskamer 29 m 2 /plaats 6 m 2 /plaats 11 m 2 13 m 2 22 m 2 Uitgaande van groepen van 8 tot 12 patiënten. Betreft woon-/eet-/, hobby- en eventueel multifunctionele ruimte(n). per kamer idem idem, opsplitsbaar in twee eenpersoonskamers sanitaire voorzieningen binnen het instellingstotaal: - één sanitaire ruimte (wc, douche, wastafel) per patiëntenkamer - één rolstoeltoilet per woon-/eetruimte; - één badkamer per max. 40 patiënten. dagactiviteiten 3,5/p. medische en paramedische zorg 7 /p. Exclusief opleiding. beheer en opleiding 1,5/p. Exclusief eventueel centrale keuken. civiele en technische diensten 2 /p. Bruto vloeroppervlakte Voor de berekening van de bruto vloeroppervlakte kan een bruto/nuttig-factor van ten hoogste 1,45 worden aangehouden, uitgaande van een opzet met losstaande gebouwen. Op grond van het voorgaande bedraagt de bruto vloeroppervlakte van een epilepsiecentrum circa 63 m 2 per plaats, exclusief centrale keuken, opleiding, personeelsvoorzieningen en polikliniek. 2
BOUWKUNDIG-FUNCTIONELE MAATSTAVEN VOOR NIEUWBOUWPLANNEN VAN EEN AUDIOLOGISCH CENTRUM 1. ZORGINHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN Audiologische centra zijn krachtens het Besluit aanwijzing inrichtingen WZV aan te merken als ziekenhuisvoorziening, behorende tot de subcategorie inrichtingen waarin een enkelvoudige onderzoek- of behandelfunctie wordt uitgeoefend. Een audiologisch centrum is te kenschetsen als een regionale instelling voor diagnostiek, behandeling en begeleiding van en voorlichting aan slechthorenden, alsmede voor research naar slechthorendheid. Het diagnostisch onderzoek richt zich op de mate, de aard en de gevolgen van de slechthorendheid. Behandeling houdt onder meer in het adviseren bij aanschaf en gebruik van hoortoestellen en het geven van adviezen. Begeleiding richt zich op de slechthorende en zijn omgeving. De patiënten worden niet opgenomen. Onderzoek en behandeling vindt plaats door een multi-disciplinair team bestaande uit een audioloog, een audioloog-assistent, logopedisten, maatschappelijk werkenden, psychologen en eventueel een orthopedagoog. Verwijzing geschiedt door K.N.O.-artsen en kinderartsen. Daarnaast hebben sinds 1 januari 1991 een groot aantal huisartsen verwijsbevoegdheid gekregen. 2. SAMENVATTING RUIMTEBEHOEFTE Op de volgende bladzijde is de ruimtebehoefte van een audiologisch centrum samengevat, uitgaande van een capaciteit van circa 2.000 patiënten per jaar. Daarbij is nog het volgende op te merken: - de vermelde nuttige oppervlakten betreffen minimum-waarden; - de afmetingen van rolstoeltoiletten moeten voldoen aan het "Handboek voor Toegankelijkheid"; - de vrije breedte van de verkeersruimten bedraagt ten minste 1,1 m (conform het Bouwbesluit), maar in geval van rolstoelverkeer is de vrije breedte ten minste 1,4 m. 3
Tabel 1. Ruimtebehoefte audiologisch centrum omschrijving nuttige opp. opmerkingen instelling, totaal 450 m 2 Bij een capaciteit van circa 2.000 patiënten per jaar. audiometrieruimten: - voor volwassenen - voor kinderen testkamer voor kinderen spreek-/werkkamer 14 m 2 per ruimte 20 m 2 per ruimte 20 m 2 per ruimte 14 m 2 per ruimte sanitaire voorzieningen: Per specialist resp. stafmedewerker. Bij bovengenoemde capaciteit: - min. 2 patiëntentoiletten zowel voor dames als voor heren: - min. één, doch bij voorkeur 2 rolstoeltoiletten; - min. één personeelstoilet zowel voor dames als voor heren. Bruto vloeroppervlakte Voor de berekening van de bruto vloeroppervlakte kan een bruto/nuttig-factor van circa 1,5 worden aangehouden, ervan uitgaande dat het audiologisch centrum deel uitmaakt van een groter bouwkundig geheel. Op grond van het voorgaande bedraagt de bruto vloeroppervlakte van een audiologisch centrum met een capaciteit van circa 2.000 patiënten per jaar circa 700 m 2. 4
BOUWKUNDIG-FUNCTIONELE MAATSTAVEN VOOR NIEUWBOUWPLANNEN VAN EEN ASTMACENTRUM 1. ZORGINHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN Astmacentra behoren tot de categorie ziekenhuizen. De doelgroep van een astmacentrum bestaat uit mensen met een chronische longziekte, meestal CARA, die door de ziekte ook andere, bijkomende problemen hebben. Dit kunnen psychologische of sociale problemen zijn of problemen op relationeel en/of maatschappelijk gebied. Binnen een astmacentrum worden de volgende functies onderscheiden: klinische opname, dagbehandeling en poliklinische behandeling, nazorg, consultatie, scholing, voorlichting en wetenschappelijk onderzoek. Behandeling vindt plaats door een multi-disciplinair team bestaande uit medisch specialisten, gedragswetenschappers, paramedici, maatschappelijk werkenden, groepsbegeleiders, therapeuten voor het dagprogramma, verpleegkundigen en onderwijzend personeel. Verwijzing vindt in principe plaats na een specialistische behandeling in het ziekenhuis, waarbij geen bevredigende oplossing voor de klachten is bereikt. De verwijzing geschiedt overwegend door longartsen en kinderartsen, maar ook wel door huisartsen. 2. SAMENVATTING RUIMTEBEHOEFTE Op de volgende bladzijde is de ruimtebehoefte van een astmacentrum samengevat. Daarbij is nog het volgende op te merken: - de vermelde nuttige oppervlakten betreffen minimum-waarden; - de afmetingen van rolstoeltoiletten moeten voldoen aan het "Handboek voor Toegankelijkheid"; - de vrije breedte van de verkeersruimten bedraagt ten minste 1,1 m (conform het Bouwbesluit), maar in geval van rolstoelverkeer is de vrije breedte ten minste 1,4 m, en in geval van beddenverkeer ten minste 2,15 m (ter plaatse van deuren van voor patiënten toegankelijke ruimten met een vrije doorgangsbreedte kleiner dan 1,4 m echter ten minste 2,3 m). 5
Tabel 1. Ruimtebehoefte astmacentrum omschrijving nuttige opp. opmerkingen instelling, totaal 42,5/bed Bij een capaciteit van circa 2.000 patiënten per jaar. binnen het instellingstotaal: verpleegafdeling binnen het afdelingstotaal: 27,5/bed Uitgaande van groepen van 8 patiënten. dagverblijfruimte(n) patiëntenkamers: - eenpersoonskamer - id., voor rolstoelgebruiker - (eventueel) twee persoonskamer 6 m 2 /bed 11 m 2 13 m 2 22 m 2 Betreft woon-/eet-, hobby- en eventueel multifunctionele ruimte(n). per kamer. idem. idem, opsplitsbaar in twee eenpersoonskamers. sanitaire voorzieningen binnen het instellingstotaal: Per groep van 8 patiënten: - min. 2 douches of één bad; - min. één rolstoeltoilet. therapieën beheer en opleiding civiele en technische diensten 6 m 2 /bed 1,5 m 2 /bed 7,5 m 2 /bed Exclusief sportvoorzieningen Exclusief opleiding Inclusief eventueel centrale keuken Bruto vloeroppervlakte Voor de berekening van de bruto vloeroppervlakte kan een bruto/nuttig-factor van ten hoogste 1,6 worden aangehouden, ervan uitgaande dat het astmacentrum deel uitmaakt van een groter bouwkundig geheel. Op grond van het voorgaande bedraagt de bruto vloeroppervlakte van een astmacentrum circa 68 m 2 per bed, exclusief medische en paramedische zorg, opleiding en polikliniek, maar inclusief een eventueel aanwezige centrale keuken. 6
BOUWKUNDIG-FUNCTIONELE MAATSTAVEN VOOR NIEUWBOUWPLANNEN VAN EEN KLINISCH-GENETISCH CENTRUM 1. ZORGINHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN In een klinisch-genetisch centrum vindt klinisch-genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering plaats. Hieronder wordt verstaan postnataal en prenataal, chromosoom-, biochemisch en DNA-onderzoek, de klinische afname van foetaal materiaal, geavanceerd ultrageluidsonderzoek naar foetale afwijkingen en erfelijkheidsadvisering van complexe aard. Er zijn thans zeven klinisch-genetische centra waar al deze vormen van onderzoek en advisering worden toegepast uitgezonderd het prenataal biochemisch onderzoek. Prenataal biochemisch onderzoek en de hierbij benodigde celbank is geconcentreerd in het klinisch-genetisch centrum te Rotterdam. Voor de toepassing van postnataal chromosomenonderzoek functioneren tevens twee, met enkele van de klinisch-genetische centra verbonden subcentra. Al deze centra hebben voor de uitoefening van deze functie een vergunning ex artikel 2 WBMV (Wet op de bijzondere medische verrichtingen). 2. SAMENVATTING RUIMTEBEHOEFTE Op de volgende bladzijde is de ruimtebehoefte van een klinisch genetisch centrum samengevat. Daarbij is nog het volgende op te merken: - de vermelde nuttige oppervlakten betreffen minimum-waarden; - de afmetingen van rolstoeltoiletten moeten voldoen aan het "Handboek voor Toegankelijkheid"; - de vrije breedte van de verkeersruimten bedraagt ten minste 1,1 (conform het Bouwbesluit), maar in geval van rolstoelverkeer is de vrije breedte ten minste 1,4 m. 7
Tabel 1. Ruimtebehoefte klinisch-genetisch centrum omschrijving instelling, totaal binnen dit totaal: erfelijkheidsadvisering binnen dit subtotaal onder meer: spreek-/werkkamer erfelijkheidsadviseur patiëntentoiletten onderzoek binnen dit totaal: laboratoria t.b.v. biochemisch, chromosomen- en DNA-onderzoek 1) ruimte ultra-geluid beheer en administratie en overige functies binnen dit totaal onder meer: spreek-/werkkamers nuttige opp. in m 2 opmerkingen ca. 20 m 2 per formatieplaats (f.t.e.), totaal 2) ca. 4 m 2 14 m 2 PM ca. 9 m 2 PM 24 m 2 ca. 7 m 2 14 m 2 per formatieplaats (f.t.e.), totaal (incl. ruimten voor erfelijkheidsadviseurs, maatschappelijk werker, genealoog, archief, automatisering, vergaderen e.d.) Twee spreek-/werkkamers tot ca. 500 adviezen per jaar; één kamer extra per ca. 250 adviezen per jaar meer. Ten minste 2 toiletten, zowel voor dames als voor heren. Bovendien ten minste één rolstoeltoilet. per formatieplaats (f.t.e.), totaal De nuttige oppervlakte bedraagt de laagste van de volgende waarden: - min. 0,1 m2 per onderzoek per jaar (in totaal), of - min. 0,4 m2 per prenataal onderzoek per jaar. Eén onderzoekruimte. per formatieplaats (f.t.e.), totaal per kamer. Bruto vloeroppervlakte Voor de berekening van de bruto vloeroppervlakte wordt een bruto/nuttig-factor van circa 1,3 aangehouden. Op grond van het voorgaande bedraagt de bruto vloeroppervlakte van een klinisch-genetisch centrum circa 26 m 2 per formatieplaats (f.t.e.). 1) Het College-advies inzake capaciteitsparameter art. 18 WZV d.d. 7 oktober 1996 gaat uit van de volgende ruimtebehoefte: - biochemisch onderzoek 200 m 2 bruto vloeroppervlakte per 100.000 punten - chromosomenonderzoek 200 m 2 bruto vloeroppervlakte per 1.000 verrichtingen - DNA-onderzoek 200 m2 bruto vloeroppervlakte per 1.000 verrichtingen 2) Het aantal formatieplaatsen (f.t.e.) bij klinisch-genetische centra varieert in de regel van circa 30 tot 50. 8