Planningsbesluit klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering
|
|
- Brigitta ten Wolde
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VWS Planningsbesluit klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering 14 januari 2003/nr. IBE/I/ De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gezien de adviezen van de Gezondheidsraad (advies van 28 april 1998 inzake DNA-diagnostiek, advies van 27 mei 1999 inzake Klinischgenetisch. Nadere advisering voor een nieuwe planningsregeling en advies inzake IVF: afrondende advisering van 1998); en het advies van het College voor zorgverzekeringen (advies inzake Evaluatie planningsregeling klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering van 1998); Gelet op de artikelen 2, 5 en 6, tweede lid, van de Wet op bijzondere medische verrichtingen; Besluit: Artikel 1 Het is verboden zonder vergunning van de Minister van, Welzijn en Sport, naast klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, punt 5, van het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen, preïmplantatie genetische diagnostiek uit te voeren of te doen uitvoeren. Artikel 2 Er is behoefte aan ten hoogste acht centra voor het uitvoeren van klinisch genetisch als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, punt 5, van het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen. Voor het toepassen van preïmplantatie genetische diagnostiek is er behoefte aan één centrum en op termijn maximaal twee centra. Artikel 3 De wijze waarop in de behoefte kan worden voorzien en de voorschriften waaraan bij het uitvoeren van de in artikel 1 bedoelde verrichtingen dient te worden voldaan, zijn neergelegd in de bijlage bij deze regeling. Artikel 4 De Regeling klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering van 30 maart 1994 (Stcrt. 68) wordt ingetrokken. Artikel 5 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Artikel 6 Deze regeling wordt aangehaald als: Planningsbesluit klinisch genetisch. Deze regeling zal met de daarbij behorende bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Ross-van Dorp. Bijlage bij artikel 3 van het Planningsbesluit Klinisch genetisch 1. Begripsbepaling Klinisch genetisch zoals omschreven in artikel 1, onder a, punt 5, van het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen omvat prenataal klinisch genetisch onderzoek, postnataal klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering van complexe aard. Het postnataal chromosoomonderzoek ten behoeve van de diagnostiek en prognose van proliferatieve stoornissen van beenmerg is een deelverrichting die daar ook onder valt. Deze deelverrichting zal binnenkort buiten de werkingssfeer van artikel 2 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen worden gebracht. Preïmplantatie genetische diagnostiek wordt hierbij onder de werkingssfeer van artikel 2 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen gebracht. Onder preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) wordt verstaan: het onderzoek bij de eicel of het embryo-in-vitro ten behoeve van diagnostiek van constitutionele en erfelijke aandoeningen. Aangezien het om een deelverrichting van klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering gaat, wordt PGD bij deze regeling aangewezen als bijzondere verrichting en valt de behoeftebepaling daarvan onder dit planningsbesluit. 2. De behoefte en de wijze waarop in die behoefte wordt voorzien 2.1 Er is behoefte aan maximaal acht centra waar klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering als bedoeld in artikel 1, onder a, punt 5, van het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen wordt uitgeoefend. Met de thans beschikbare centra wordt voor de komende periode voorzien in de behoefte (zie ook 3.5). 2.2 De volgende centra hebben thans een vergunning voor het uitvoeren van klinisch genetisch : het Universitair Medisch Centrum Utrecht te Utrecht; het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam; het VU Medisch Centrum te Amsterdam; het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam; de Stichting Klinische Genetica Zuid-Oost Nederland te Maastricht; de Stichting voor Erfelijkheidsvoorlichting te Groningen; de Stichting Klinisch Genetisch Centrum Nijmegen te Nijmegen; de Stichting Klinisch Genetisch Centrum Leiden te Leiden. In deze centra kunnen thans alle vormen van klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering worden toe- Uit: Staatscourant 23 januari 2003, nr.16 / pag. 11 1
2 gepast, uitgezonderd de preïmplantatie genetische diagnostiek (zie hieronder punt 2.3). Met deze regeling wordt in tegenstelling tot die van 1994, de toepassing van prenataal biochemisch onderzoek en de exploitatie van de benodigde celbank niet meer beperkt tot één centrum. In het kader van de integratie van de klinisch genetische centra in de academische ziekenhuizen is voor de Amsterdamse situatie de vergunning die aan de Stichting Klinische Genetica Amsterdam was verleend, omgezet in twee vergunningen, respectievelijk aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het VU Medisch Centrum. Daarnaast is het toegestaan in het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI/AvL) te Amsterdam op basis van een daartoe strekkende samenwerkingsovereenkomst met het AMC klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering te verrichten op het gebied van de oncogenetica. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van de genetica en de ontwikkeling van de onder 3.5 genoemde netwerkstructuur, is het wenselijk dat alle klinisch genetische centra zo spoedig mogelijk integreren in de academische ziekenhuizen. 2.3 De toepassing van preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) vindt plaats in de Stichting Klinische Genetica Zuid-Oost Nederland te Maastricht. Indien daar op termijn behoefte aan bestaat, kan een tweede centrum worden aangewezen. 3. Voorschriften waaraan centra die klinisch genetisch toepassen, dienen te voldoen Voor het toepassen van klinisch genetisch gelden de hieronder genoemde voorschriften. 3.1 De toepassing van klinisch genetisch vindt plaats met inachtneming van (landelijke) protocollen, die, evenals de wijzigingen daarvan, worden toegezonden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Elk protocol dient in overeenstemming te zijn met de kwaliteitseisen die in de rapporten van de Gezondheidsraad zijn geformuleerd en met de door de beroepsgroepen vastgestelde richtlijnen, protocollen en overige kwaliteitseisen. Elk protocol bevat in ieder geval voorschriften of regels met betrekking tot: a. de indicatiestelling; b. de voorlichting over de aard, de mogelijke risico s, de gevolgen en de follow-up van het onderzoek; c. de begeleiding voor, tijdens en na het onderzoek en de advisering; d. de wijze waarop de afronding van het onderzoek en de advisering plaats vinden inclusief de follow-up; e. de ervaring en deskundigheid van degenen die bij het klinisch genetisch onderzoek en de erfelijkheidsadvisering betrokken zijn; f. het afnemen, verzorgen en versturen van het afgenomen foetaal materiaal; g. de registratie van het onderzoek en de gevolgen ervan. 3.2 Alle centra die klinisch genetisch onderzoek toepassen, dienen als onderdeel van een goede zorgverlening zorg te dragen voor een goede registratie van het aantal onderzoeken en erfelijkheidsadviezen, de indicatiestelling en de bijbehorende follow-up van gegevens. Daarbij dient specifiek aandacht te worden besteed aan de registratie van gegevens betreffende het afnemen van foetaal materiaal, met name de registratie per soort foetaal materiaal (vruchtwaterpunctie, chorionbiopsie en navelstrengpunctie) en het aantal gediagnosticeerde afwijkingen. Bij het tot stand brengen van de onder 3.5 genoemde netwerkstructuur dient bijzondere aandacht te worden besteed aan (landelijk afgestemde) registratie van patiëntengegevens en aan het tot stand komen van een landelijk protocol voor het bewaren en eventueel nader gebruik van lichaamsmateriaal. Met het oog op wetenschappelijk onderzoek en evaluatie van de zorg is het van belang dat er een uniforme landelijke registratie van de gegevens van het klinisch genetisch onderzoek en de erfelijkheidsadvisering en een geprotocolleerde opslag en eventueel nader gebruik van lichaamsmateriaal tot stand komt c.q. wordt gebruikt. 3.3 Voor het afnemen van foetaal materiaal en het uitvoeren van geavanceerd ultrageluidsonderzoek naar foetale afwijkingen kan een klinisch genetisch centrum met een of meer ziekenhuizen bij voorkeur in regionaal verband samenwerken. Dit geschiedt onder verantwoordelijkheid van het betreffende klinisch genetisch centrum. De samenwerking terzake is in een overeenkomst vastgelegd, die in ieder geval afspraken bevat met betrekking tot: a. de naleving voor zover van toepassing van de onder 3.1 en 3.2 bedoelde voorschriften; b. de gynaecologen met wie wordt samengewerkt. 3.4 Het centrum dat preïmplantatie genetische diagnostiek toepast, dient er zorg voor te dragen dat in overeenstemming met het onder 3.1 gestelde in een protocol (aanvullende) regels zijn gesteld voor de toepassing van deze vorm van diagnostiek. Daarbij geldt als uitgangspunt voor de indicatiestelling dat de wensouders een individueel verhoogd risico hebben op een kind met een ernstige genetische aandoening of ziekte. PGD met als reden het toekomstige kind te laten dienen als donor voor een ander kind kan niet aanvaardbaar worden geacht en dient derhalve in het protocol te worden uitgesloten. Daarnaast is het noodzakelijk dat een lange-termijn follow-up plaatsvindt van na PGD geboren kinderen. Het is wenselijk dat onderzoekers zich bij de bestaande internationale registratie van onderzoeksresultaten aansluiten. Deze registratie dient zodanig te worden ingericht dat de verzamelde gegevens voor analyse kunnen worden ontsloten, onder meer ten behoeve van de noodzakelijke follow-up en lange termijn evaluatie. 3.5 De centra voor klinisch genetisch dienen individueel en gezamenlijk initiatieven te ontplooien om zich te ontwikkelen tot regionale kenniscentra. Dit met het oog op het tot stand brengen van een netwerkstructuur waarvan een van de belangrijkste functies is het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de zorg buiten de klinisch genetische centra. Binnen Uit: Staatscourant 23 januari 2003, nr.16 / pag. 11 2
3 bedoelde netwerkstructuur nemen de klinisch genetische centra een centrale plaats in. De verantwoordelijkheid voor het functioneren, het kwaliteitsbeleid en de zorgverlening dienen te worden vastgelegd en er kunnen nadere afspraken worden gemaakt over de taakverdeling, consultatie, verwijzing etc. De laboratoria dienen binnen genoemd netwerk deel te nemen aan procedures in het kader van kwaliteitsborging. Bij nieuwe ontwikkelingen of voor zeldzame DNAtests is een landelijke taakverdeling gewenst. Vanwege hun specifieke deskundigheid zullen de klinisch genetische centra s een belangrijke taak hebben op het gebied van: (het ontwikkelen van) expertise op het gebied van counselingsaspecten; de gerichtheid op families over meerdere generaties; opleiding en consultatie; kwaliteitsbewaking van indicatiestelling, uitvoering en follow-up van DNA-diagnostiek, dat wordt verricht ten behoeve van erfelijkheidsadvisering buiten de centra; opleidingstaken voor huisartsen, klinisch specialisten en paramedici; prenatale diagnostiek klinische diagnostiek. De meer ingewikkelde vormen van genetisch (met inbegrip van het voor- en natraject) kunnen in de centra plaatsvinden en zonodig verder worden ontwikkeld. Daarbij dienen deze centra te bezien in hoeverre met name het minder complexe onderzoek en daaraan verbonden erfelijkheidsadvisering (met voor- en natraject) onder hun verantwoordelijkheid elders kan worden uitgevoerd met behoud van een goede kwaliteit van zorg. De daarvoor in aanmerking komende activiteiten worden dan door andere instellingen en laboratoria op basis van heldere afspraken over verantwoordelijkheden, taken, werkwijze, protocol en indicatiestelling in nauwe samenwerking met de centra uitgevoerd. De klinisch genetische centra dienen ervoor zorg te dragen dat er voldoende kennis aanwezig is omtrent de laatste stand van de wetenschap. Vanuit deze centra kan vervolgens een verspreiding van de kennis en toepassing van deze technologie plaatsvinden. Genoemde centra dienen hiertoe hun medewerking te verlenen aan voorlichtings- en overige activiteiten, gericht op het verspreiden van kennis en het verdiepen van inzicht in de genetica. Toelichting bij het Planningsbesluit klinisch genetisch en bij de bijlage bij het besluit A. Algemeen Onderhavig planningsbesluit is een actualisatie van de Regeling klinisch genetisch van Op basis van die regeling zijn er thans acht centra met een vergunning voor het uitvoeren van deze vorm van onderzoek en daarbij behorende erfelijkheidsadvisering. Klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering is een topklinische voorziening die een grote deskundigheid en een goede infrastructuur vergt. De bijzondere aard ervan, namelijk onderzoek en advisering met betrekking tot al dan niet vastgestelde (erfelijke) afwijkingen, maakt het noodzakelijk om bij het stellen van eisen aan de kwaliteit niet alleen te letten op de technische en organisatorische aspecten, maar ook nadrukkelijk op de voorlichting aan en begeleiding van patiënten. Argumenten om de vergunningplicht te continueren zijn onder meer: de technologie is merendeels nog complex, zowel wat betreft de uitvoering als de interpretatie in het geheel van laboratoriumdiagnostiek; kennis hierover is nog sterk in ontwikkeling en behoeft concentratie van faciliteiten, infrastructuur en deskundigheid; de toepassing van de bedoelde vormen van zorg vereist speciale aandacht op het gebied van voorlichting, advisering, registratie, privacybescherming en data-opslag; concentratie van kennis en patiëntenmateriaal is nodig in verband met kennisontwikkeling per ziektebeeld. Door toepassing van de Wet op bijzondere medische verrichtingen (WBMV) kan worden zorggedragen voor de randvoorwaarden die een goede kwaliteit en doelmatigheid van deze zorg zekerstellen. In de beleidsnota De toepassing van genetica in de gezondheidszorg 1 is ingegaan op diverse eisen die gesteld dienen te worden aan de toepassing van (klinische) genetica en eisen die daaraan gesteld zouden moeten worden op het gebied van voorlichting, advisering aan patiënten en familieleden in het voor- en natraject, eisen aan registratie, privacybescherming en opslag van gegevens. In deze regeling vinden diverse in de nota genoemde aspecten hun weerslag. Zoals de Gezondheidsraad in zijn advies over DNA-diagnostiek aangeeft zullen steeds minder DNAonderzoeken naar erfelijke afwijkingen als complex worden aangemerkt. De beoordeling welke onderzoeken complex zijn en welke niet, is primair een zaak van de betrokken beroepsgroepen. Dit onderscheid kan zijn weerslag vinden in een taakverdeling binnen een netwerkstructuur (zie de bijlage bij de regeling onder punt 3.5), waarbij vanzelfsprekend de klinisch genetische centra de verantwoordelijkheid dragen. Bij het ontwikkelen van genoemde netwerkstructuur kan de wijze waarop hiermee wordt omgegaan en welke partijen verantwoordelijk zijn, nader worden bezien. B. Toelichting op de begripsbepaling genoemd onder 1 in de bijlage bij het planningsbesluit In zijn advies inzake DNA-diagnostiek stelt de Gezondheidsraad dat somatisch DNA-onderzoek kan worden beschouwd als elke andere vorm van laboratoriumonderzoek. Aangezien deze vorm van onderzoek op dit moment nog voor het merendeel complex is, doet de Gezondheidsraad de aanbeveling om de toepassing van complexe chromosoom- en DNA-diagnostiek van somatische afwijkingen in genetisch materiaal tijdelijk onder de werkingssfeer van artikel 8 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen te brengen. Indien deze aanbeveling niet zou worden overgenomen adviseert de Gezondheidsraad om het chromosoomonderzoek onder artikel 2 van deze wet te houden en de toepassing van somatische DNA-diagnostiek daaraan toe te voegen. In de nota de Toepassing van de genetica in de gezondheidszorg heb ik aangegeven dat ik geen principieel onderscheid zie tussen DNA-diagnostiek en chromosoomonderzoek van somatische afwijkingen. Op grond daarvan heb ik besloten om voor deze vormen van diagnostiek uit te Uit: Staatscourant 23 januari 2003, nr.16 / pag. 11 3
4 gaan van zelfregulering en alleen het DNA-onderzoek naar erfelijke afwijkingen te concentreren. Ik zal dan ook het postnataal chromosoomonderzoek ten behoeve van de diagnostiek en prognose van proliferatieve stoornissen van beenmerg buiten de werkingssfeer van artikel 2 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen brengen. Daartoe zal ik bonnenkort het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen wijzigen. Dit planningsbesluit zal dan niet meer van toepassing zijn op deze vorm van onderzoek en diagnostiek. Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) dient te worden onderscheiden van preïmplantatie genetische screening (PGS). Bij PGD gaat het om een individueel verhoogd risico op een kind met een ernstige genetische aandoening of ziekte. Bij PGS gaat het om routinematige beoordeling van de embryo s in het kader van de terugplaatsing (zie ook onderdeel C van de toelichting onder ad 2.3). De komende periode zal worden nagegaan of en zo ja, onder welke randvoorwaarden PGS wenselijk en aanvaardbaar kan worden geacht. De Gezondheidsraad zal medio april 2003 een signalement over dit onderwerp uitbrengen. Mede op grond daarvan zal worden bepaald of en zo ja, op welke wijze deze vorm van diagnostiek zal worden geregeld. C. Toelichting op de behoefte en de wijze waarop in die behoefte wordt voorzien, genoemd onder 2 in de bijlage bij het planningsbesluit ad 2.1 De toekomstige behoefte aan klinisch genetisch is afhankelijk van diverse ontwikkelingen op wetenschappelijk, maatschappelijk en ethisch gebied. In zijn Advies inzake klinisch genetisch geeft de Gezondheidsraad aan dat er rekening mee dient te worden gehouden dat het aantal aanvragen voor klinisch genetisch de komende jaren zal stijgen. In samenhang met de ontwikkelingen op het gebied van het Human Genome Project en verder onderzoek naar de functie van genen zal het indicatiegebied van DNA-diagnostiek de komende jaren verder worden uitgebreid. Daarnaast zal door technologische ontwikkelingen (bijvoorbeeld op het gebied van de DNA-microchips) een aanmerkelijke schaalvergroting op het gebied van de DNAdiagnostiek mogelijk worden. Alleen al met het oog op een betere afstemming van medicatie op de genetische constitutie van patiënten zullen de komende periode wellicht tienduizenden DNA-testen gaan plaatsvinden. Sommige methoden van laboratoriumonderzoeken zullen vervangen worden door DNA-technologie. DNA-onderzoek zal naar verwachting een rol gaan spelen bij het op grotere schaal vroegtijdig opsporen van ziekten. Op langere termijn zal DNA-onderzoek naar verwachting gemeengoed zijn op een breed terrein van de gezondheidszorg. Somatische DNA-diagnostiek zal een gevestigde plaats krijgen in de diagnostiek van kanker. Met het oog daarop zal in het kader van de organisatie van de zorg er rekening mee moeten worden gehouden dat het aantal DNA-onderzoeken de komende jaren tenminste zal verdubbelen. De Gezondheidsraad geeft aan dat er voorwaarden moeten worden geschapen voor een beheerste ontwikkeling van de toepassing van DNAdiagnostiek. Het merendeel van de DNA-bepalingen bij kiembaanmutaties is complex en komt in aanmerking voor concentratie in de academische ziekenhuizen door toepassing van artikel 2 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen. Ik heb op grond daarvan de vergunningsplicht op de toepassing van erfelijkheidsdiagnostiek (met inbegrip van DNA-diagnostiek) en erfelijkheidsadvisering, zoals bedoeld in artikel 1, onder a, punt 5, van het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen grotendeels gecontinueerd. De verwachte stijging van het aantal onderzoeken is geen reden voor uitbreiding van het aantal vergunninghoudende instellingen. De Gezondheidsraad geeft aan dat het huidige aantal klinisch genetische centra voldoende zal zijn. Om aan de vraag te kunnen voldoen is een nadere uitwerking van de organisatie van de zorg op het gebied van de genetica evenwel een vereiste, namelijk het tot stand brengen van een netwerkstructuur die voorziet in een samenwerking met en ondersteuning van andere instellingen. Dat betekent dat niet alle in dit verband bedoelde zorg bij de vergunninghouders dient te worden geconcentreerd. Wel zal deze onder de verantwoordelijkheid van de vergunninghouders moeten vallen. ad 2.2 In de afgelopen jaren hebben de centra voor klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering binnen de ziekenhuiszorg in zekere zin een uitzonderingspositie ingenomen; een aparte financiering, een apart budget, een aparte (juridische) organisatie. Redenen hiervoor waren dat deze vorm van zorg moest worden beschermd en (financieel) moest worden gestimuleerd met het oog op de ontwikkeling van een goede kwaliteit van de zorg. Na een advies hierover van de voormalige Ziekenfondsraad heb ik reeds in 1996 de klinisch genetische centra en de academische ziekenhuizen te kennen gegeven dat zij er rekening mee moeten houden dat aanpassing van de organisatie van deze vorm van zorg wenselijk en nodig is. De argumenten hiervoor zijn: de klinische genetica heeft zich inmiddels een vaste plaats in de gezondheidszorg verworven, waardoor een afzonderlijke positie om de ontwikkeling te stimuleren niet meer noodzakelijk is; integratie van klinische genetica en erfelijkheidsadvisering in de praktijk van een academisch ziekenhuis zal in de komende periode voor elk medisch specialisme aldaar van steeds groter belang worden. Integratie kan namelijk bijdragen aan de noodzakelijke verdergaande multidisciplinaire benadering en afstemming; met bedoelde integratie kan worden bevorderd, dat de klinisch genetische centra op dit gebied steeds meer de rol van wetenschappelijke kenniscentra gaan vervullen, van waaruit verdere verspreiding van kennis en van de toepassing van genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering naar andere ziekenhuizen op verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Inmiddels zijn drie centra geïntegreerd in academische ziekenhuizen, te weten de centra te Utrecht, Amsterdam en Rotterdam. De integratie van het centrum in Maastricht zal eind 2002 zijn beslag krijgen. De overige centra zijn in een gevorderd stadium van het integratieproces. Uit: Staatscourant 23 januari 2003, nr.16 / pag. 11 4
5 ad 2.3 Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) is het onderzoek bij de eicel of het embryo-in-vitro ten behoeve van diagnostiek van constitutionele en erfelijke aandoeningen. Alleen embryo s die de desbetreffende genetische afwijking niet hebben, worden teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw. In zijn derde deeladvies inzake IVF (afrondende advisering) van 1998, heeft de Gezondheidsraad geadviseerd over PGD. De Gezondheidsraad stelt vast dat PGD in het stadium van medisch-wetenschappelijk onderzoek verkeert. Voordat sprake kan zijn van reguliere toepassing in de gezondheidszorg is meer wetenschappelijk onderzoek op deze terreinen vereist. Daarnaast zal wetenschappelijk onderzoek de vraag moeten beantwoorden in hoeverre PGD van invloed is op de implantatiekans per embryo en de kans op een doorgaande zwangerschap. In deze regeling wordt uitgegaan van PGD als alternatief voor prenatale diagnostiek. Het toepassingsgebied sluit, voorzover PGD technisch mogelijk is, in beginsel geheel aan bij de indicaties voor prenatale diagnostiek. PGD vindt plaats bij (on)vruchtbare paren die een vastgesteld individueel verhoogd risico hebben op een kind met een ernstige genetische aandoening of ziekte en die de voorkeur geven aan PGD boven prenataal onderzoek. Preïmplantatie genetische screening (PGS) is niet in deze regeling opgenomen (zie de bijlage onder 2.3 en onderdeel B van de toelichting). D. Toelichting op de voorschriften, genoemd onder 3 in de bijlage bij het planningsbesluit ad 3.1 In het advies inzake DNA-diagnostiek geeft de Gezondheidsraad met betrekking tot genetisch onderzoek de aspecten aan waarvoor specifieke kwaliteitseisen moeten gelden. Ik ben met de Gezondheidsraad van mening, dat deze kwaliteitseisen uitgewerkt en opgenomen dienen te worden in het kwaliteitsbeleid van ziekenhuizen, laboratoria en beroepsverenigingen en tevens een rol dienen te spelen in de afspraken met ziektekostenverzekeraars. De Gezondheidsraad geeft daarbij aan dat de betrokken beroepsgroepen verantwoordelijk zijn voor een goede kwaliteit van hun voorlichting, het diagnostisch onderzoek en het natraject. Het natraject betreft dan de begeleiding en advisering van de onderzochte persoon met inbegrip van een eventuele follow-up om de kans op ziekteverschijnselen of het verloop van de ziekte te beïnvloeden. Dit kan periodiek diagnostisch onderzoek en tijdige interventie bij de ziekte betreffen, dan wel preventieve operatieve of medicinale behandeling, dieet e.d. Met de Gezondheidsraad ben ik van mening dat genetisch onderzoek dat kan leiden tot het vaststellen van een belangrijk risico op een ernstige ziekte, niet mag plaatsvinden zonder dat een verantwoord natraject is gegarandeerd. Instellingen die dergelijke vormen van genetisch onderzoek verzorgen, dienen zich te verplichten hiervoor de mogelijkheden beschikbaar te stellen. In de loop der jaren zijn voor de verschillende onderdelen van het klinisch genetisch door de betrokken beroepsverenigingen specifieke kwaliteitseisen en protocollen opgesteld. Daarnaast heeft de Nederlandse Antropogenetische Vereniging (NAV) in samenwerking met de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) (een aantal landelijke commissies voor kwaliteitsbewaking en - bevordering opgericht. Deze werken aan het tot stand brengen van een verantwoord landelijk kwaliteitssysteem voor erfelijkheidsadvisering, DNA- en chromosoomonderzoek. De chromosoom- en DNA-laboratoria werken aan het opzetten van een accreditatiesysteem. Ook op andere deelgebieden wordt inmiddels hard gewerkt aan het tot stand brengen van systemen voor kwaliteitstoetsing en kwaliteitsborging. Dit zal door de betrokken beroepsgroepen mede met het oog op de gewenste integratie van de klinisch genetische centra in de academische ziekenhuizen en eerder genoemde netwerkvorming nader moeten worden uitgewerkt. ad 3.2 Sinds het in werking treden van de Regeling klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering (1994) geldt het voorschrift dat de centra een uniforme landelijke registratie tot stand brengen. In de afgelopen periode hebben de centra daaraan gewerkt en beschikken zij over een registratiesysteem, dat binnen een netwerkstructuur verder kan worden uitgewerkt om te komen tot een uniforme landelijke registratie. In dat registratiesysteem is ruime aandacht besteed aan de privacybescherming van de patiënt/consument. Er is een Modelprivacy reglement opgesteld, waarin de Wet persoonsregistratie (thans Wet bescherming persoonsgegevens, WBP) en de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst naar de specifieke situatie van de klinische genetica worden vertaald. Langs deze weg kan door een zorgvuldige registratie en administratie in de klinisch genetische centra de privacy worden gewaarborgd. ad 3.5 Door de snelle wetenschappelijke voortgang op het gebied van de genetica zal niet alleen bij medische specialisten in de klinisch genetische centra, maar ook bij die in andere ziekenhuizen de behoefte om gebruik te kunnen maken van genetische technologie groter worden. Mede dankzij de informatietechnologie zal bovendien veel klinisch genetisch onderzoek vereenvoudigd kunnen worden (standaardisatie en automatisering). Mede op grond van de adviezen van de Gezondheidsraad ga ik uit van een zeer aanmerkelijke groei van de vraag naar klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering. Ik verwacht dat met name het DNA-onderzoek de komende jaren sterk zal toenemen. Daarnaast is de verwachting dat op het gebied van de genetische diagnostiek tal van nieuwe ontwikkelingen zullen plaatsvinden, die juist een zeer gespecialiseerde kennis en infrastructuur behoeven. Derhalve is het gewenst dat de klinisch genetische centra zich tot regionale kenniscentra ontwikkelen. In dergelijke centra zal voldoende kennis aanwezig moeten zijn omtrent de laatste stand van de wetenschap. Aldaar kunnen dan de meer ingewikkelde vormen van genetisch (met inbegrip van het voor- en natraject) plaatsvinden en zonodig verder worden ontwikkeld. Vanuit deze centra kan vervolgens een verspreiding van deze technologie plaatsvinden. Hierdoor zal het wenselijk en mogelijk worden dat met behoud van Uit: Staatscourant 23 januari 2003, nr.16 / pag. 11 5
6 een goede kwaliteit van de zorg, een deel van het minder complexe klinisch genetisch binnen een netwerkstructuur, ook in andere instellingen zij het in nauwe samenwerking met de klinisch genetische centra plaatsvindt. Met deze netwerkstructuur kan snel worden ingespeeld op de ontwikkelingen op het gebied van de toepassing van genetica in de gezondheidszorg. Vele vormen van genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering die aanvankelijk complex zijn en bij voorkeur in de klinisch genetische centra worden toegepast, zullen in een latere fase wellicht niet meer als complex worden aangemerkt. Minder complexe onderzoeken kunnen in zo n netwerkstructuur, onder bepaalde voorwaarden, door andere instellingen worden overgenomen. Op deze wijze kan, met behoud van een goede kwaliteit van de zorg, verdere verspreiding van deze medische technologie plaatsvinden. Daarmee zal bovendien naar verwachting voldoende capaciteit vrijkomen om de te verwachten groei van het aantal onderzoeken op te vangen, zodat het aantal vergunninghoudende instellingen geen uitbreiding behoeft. Ook de eerstelijns gezondheidszorg zal van dat netwerk deel moeten uitmaken, omdat zij in toenemende mate geconfronteerd zal worden met vragen van patiënten en gezonde personen over hun erfelijke risico s en de consequenties daarvan. In veel gevallen kan de advisering daaromtrent inclusief het eventueel doorverwijzen naar de desbetreffende ziekenhuizen tot de gewone taken van huisartsen en bijvoorbeeld genetisch consulenten gaan behoren. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Ross-van Dorp. 1 Kamerstukken II, , , nr. 2. Uit: Staatscourant 23 januari 2003, nr.16 / pag. 11 6
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over het testen van erfelijke ziekten via de huisarts (2018Z09228).
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 16811 9 november 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 oktober 2009, nr. CZ/TSZ-2963442,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33598 28 juni 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 juni 2016, kenmerk 926933-146877-CZ,
Nadere informatieGelet op de artikelen 2, eerste lid, 5, en 6, tweede lid, van de Wet op bijzondere medische verrichtingen;
Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, houdende aanwijzing van bijzondere medische verrichtingen voor de uitvoering waarvan een vergunning is vereist (Regeling aanwijzing bijzondere
Nadere informatieMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20SEP, 2016 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieOvereenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en Laboratorium
Overeenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en Laboratorium Partijen, Het Regionaal Centrum prenatale screening (naam) WBO vergunninghouder in het kader van landelijke organisatie van prenatale
Nadere informatieDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 13 JUNI 2017 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport, van 11 JUNI 2O1 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek
Nadere informaties-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor
Nadere informatieOvereenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling
Overeenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling Partijen, Het Regionaal Centrum prenatale screening (naam) WBO vergunninghouder in het kader van landelijke organisatie van
Nadere informatieDEELNORMEN SPECIFIEKE VOORZIENINGEN (Bouwmaatstaven astmacentrum, audiologisch centrum, epilepsiecentrum, klinisch-genetisch centrum)
DEELNORMEN SPECIFIEKE VOORZIENINGEN (Bouwmaatstaven astmacentrum, audiologisch centrum, epilepsiecentrum, klinisch-genetisch centrum) DEELNORMEN SPECIFIEKE VOORZIENINGEN Bouwmaatstaven inzake: - epilepsiecentrum
Nadere informatieOp 4 juli 2000 ontving de Gezondheidsraad van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende verzoek (brief kenmerk CSZ/ZT 2081765):
Bijlage A De adviesaanvraag Op 4 juli 2000 ontving de Gezondheidsraad van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende verzoek (brief kenmerk CSZ/ZT 2081765): Hierbij doe ik u een ontwerp
Nadere informatieKlinische Genetica. Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting
Klinische Genetica Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting Klinische Genetica Inhoud Inleiding 3 Een verzoek om erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting 3 Wachten op de uitslag 3 Kosten 4 Het doel van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 438 Besluit van 6 september 1995, houdende wijziging van het Besluit bijzondere verrichtingen en apparatuur Wet ziekenhuisvoorzieningen en van
Nadere informatieRegeling vergunningprocedure bijzondere medische verrichtingen
Regeling vergunningprocedure bijzondere medische verrichtingen VWS 17 augustus 1998/nr. 9813491 CSZ/ZT De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 6, tweede en derde lid, van de
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek en -voorlichting
Klinische Genetica Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting Inhoud Inleiding Een verzoek om erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting 1 Wachten op de uitslag 2 Het doel van erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting
Nadere informatieDatum 18 september 2015 Betreft Kamervragen over het informeren van familie bij erfelijke aanleg voor kanker
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieBesluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieOp grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure -ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieKlinische Genetica. Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting
Klinische Genetica Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting Klinische Genetica Inhoud Inleiding 2 Een verzoek om erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting 2 Wachten op de uitslag 2 Het doel van erfelijkheidsonderzoek
Nadere informatieHet CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Nadere informatieSTICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES
STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES De StOEH heeft ten doel personen met deze Familiaire Hypercholesterolemie
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 127 Besluit van 20 februari 2002, houdende wijziging van het Besluit in-vitro-diagnostica Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieGelet op de artikelen 5 en 6, tweede lid, van de Wet op bijzondere medische verrichtingen;
Regeling van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 februari 2009, nr. CZ-TSZ-2912089, houdende houdende regels ten aanzien van preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) (Regeling
Nadere informatieOmdat PGD voorafgaand aan de zwangerschap plaatsvindt, kan het gezien worden
Samenvatting Preïmplantatie genetische diagnostiek Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) is het onderzoeken van een cel die afgenomen is van een embryo in vitro (of een eicel vóór de bevruchting)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 5 44 Geestelijke gezondheidszorg 9 33 Prenatale screening Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieHet Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van houdende wijziging van het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met een uitzondering op de identificatieplicht voor jeugdigen en met de aanwijzing van Sanquin als zorgaanbieder
Nadere informatieOvereenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling
Overeenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling P a r t ij e n, Het Regionaal Centrum prenatale screening VU medisch centrum, WBO vergunninghouder in het kader van landelijke
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en aanbevelingen
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Dit advies, uitgebracht op verzoek van de Minister van VWS, behelst voorlichting over de stand van wetenschap inzake postnatale DNA-diagnostiek en het bevat aanbevelingen
Nadere informatieKLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI. Versie 1.0
KLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI Versie 1.0 Datum Goedkeuring 30-03-1996 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording nvog Introductie Op het gebied van de kunstmatige
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek: de procedure
Erfelijkheidsonderzoek: de procedure Divisie Biomedische Genetica, afdeling Genetica Erfelijkheidsonderzoek: de procedure Wanneer erfelijkheidsonderzoek? Er is reden voor een erfelijkheidsonderzoek als:
Nadere informatieNr. 135 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
25424 Geestelijke gezondheidszorg 29323 Prenatale screening Nr. 135 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 september
Nadere informatie25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen
25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene
Nadere informatieBesluit van. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kenmerk ;
Besluit van houdende tijdelijke regels inzake de zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van verpleegkundig specialisten (Besluit tijdelijke zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 18730 4 december 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 december 2009, nr. CZ/TSZ-2969842,
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus 20018 Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieKlinisch-genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering. Nadere advisering voor een nieuwe planningsregeling
Klinisch-genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering Nadere advisering voor een nieuwe planningsregeling Klinisch-genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering Nadere advisering voor een nieuwe
Nadere informatieZwanger worden: via de natuurlijke weg of zijn er andere mogelijkheden?
21 mei 2011 Zwanger worden: via de natuurlijke weg of zijn er andere mogelijkheden? Drs. Inge Smeets PGD arts en arts-onderzoeker Maastricht Universitair Medisch Centrum Themamiddag Jong en BRCA Borstkankervereniging
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16992 23 juni 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juni 2015, kenmerk 776212-137548-MC,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39930 18 juli 2018 Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 9 juli 2018, kenmerk 1376127-178814-WJZ, houdende de
Nadere informatieNota van toelichting. Algemeen
Nota van toelichting Algemeen Met de onderhavige algemene maatregel van bestuur wordt uitvoering gegeven aan artikel 36a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) om voor een
Nadere informatieonderwerpen zowel wat betreft de consequenties voor het individu als voor (groepen van) de bevolking.
SAMENVATTING 1 Inleiding Dit advies is een antwoord op een adviesaanvraag van de Minister en Staatssecretaris van Welzijn, en Cultuur van 11 februari 1988. Volksgezondheid Het advies belicht de stand van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 238 Besluit van 19 juni 2007, houdende aanwijzing van bijzondere medische verrichtingen (Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen
Nadere informatieWet Bescherming Persoonsgegevens (WBP); Burgerlijk Wetboek, boek 7: (overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO);
Privacyreglement Kraamfaam Inleiding Kraamfaam heeft ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van haar cliënten een reglement opgesteld, houdende de regels voor Kraamfaam voor de registratie van
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Nadere informatieDe werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.
Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking
Nadere informatieSamenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa
Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa Samenwerkingsconvenant tussen de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met betrekking tot onderlinge
Nadere informatieBELEIDSNOTITIE ONDERZOEK NVOG
BELEIDSNOTITIE ONDERZOEK NVOG Mei 2003 ONDERZOEKSBELEID OP HOOFDLIJNEN; OBSTETRIE EN GYNAECOLOGIE IN NEDERLAND Inleiding Ons vakgebied kent veel onderzoeksthema s die alle op verschillende wijze benaderd
Nadere informatieHarold Sanders. Regelgeving medische toepassing röntgenapparatuur. 1 Kernenergiewet (1963, 1993)
1 Harold Sanders Regelgeving medische toepassing röntgenapparatuur 1 Kernenergiewet (1963, 1993) Art. 34 van de Kernenergiewet bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld
Nadere informatieINFORMATIE BIOBANK ACT-2 VOOR PATIËNTEN MET EEN VERDENKING OP EEN TROMBOSEBEEN
INFORMATIE BIOBANK ACT-2 VOOR PATIËNTEN MET EEN VERDENKING OP EEN TROMBOSEBEEN Geachte meneer/mevrouw, We vragen u deel te nemen aan een biobank voor (erfelijke) biomarkers en risicofactoren voor trombose:
Nadere informatieGelet op artikel 2, eerste lid, onder a, en 5 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen;
Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, houdende regels ten aanzien van stamceltransplantatie (Regeling stamceltransplantatie) Den Haag De Minister van Volksgezondheid, Welzijn
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek
Erfelijkheidsonderzoek Divisie Biomedische Genetica, afdeling Genetica Erfelijkheidsonderzoek Wanneer erfelijkheidsonderzoek? Er is reden voor erfelijkheidsonderzoek als: U een ziekte heeft en vermoedt
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-2018
BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieSAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE HET HEMOFILIEBEHANDELCENTRUM
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE HET HEMOFILIEBEHANDELCENTRUM De Raad van Bestuur van het UMC St Radboud, gevestigd te Nijmegen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Drs. E.A.R.J. Lohman, voorzitter
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-7047
BELEIDSREGEL Eerstelijns psychologische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieCompetentieprofiel van de genetisch consulent
Competentieprofiel van de genetisch consulent De genetisch consulent is werkzaam binnen het specialisme klinische genetica. Het specialisme klinische genetica is gericht op zorgvragen van patiënten/ adviesvragers
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15926 13 oktober 2010 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 oktober 2010, CZ/TSZ-3008350,
Nadere informatie15 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan de zorgprogramma's. reproductieve geneeskunde
15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's reproductieve geneeskunde moeten voldoen om erkend te worden. BS 25/03/1999 in voege 01/06/1999 Gewijzigd
Nadere informatiePatiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing
2 Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing Algemene informatie Exoom Sequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34306 10 december 2013 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2013, 2013-0000167945,
Nadere informatieBELEIDSREGEL AL/BR-0021
BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieArtikel 3. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: Artikel 1
Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van [datum], kenmerk [ ], houdende regels voor subsidiëring van nader onderzoek naar de doodsoorzaak van kinderen (Subsidieregeling NODOK)
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-2038
BELEIDSREGEL Concept Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage 2012 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het voornemen om een beleidsregel vast te stellen die inhoudelijk overeenkomt met hetgeen in dit
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/REG-18126
BELEIDSREGEL Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor ergotherapie Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieBELEIDSREGEL CV-5900-4.0.-11
BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor oefentherapie Gelet op het bepaalde in artikel 59 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit de volgende beleidsregel vastgesteld.
Nadere informatiePrivacy reglement Kraamzorg Renske Lageveen
Privacy reglement Kraamzorg Renske Lageveen Inleiding Kraamzorg Renske Lageveen heeft ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van haar cliënten een reglement opgesteld, houdende de regels voor
Nadere informatieBijlage I bij het Kaderreglement van het Parelsnoer Initiatief. Handleiding Parelspecifiek reglement
Bijlage I bij het Kaderreglement van het Parelsnoer Initiatief Handleiding Parelspecifiek reglement Op grond van artikel 4 lid 17 van het Kaderreglement Parelsnoer Initiatief dient per Parel een reglement
Nadere informatieObstetrie en Gynaecologie PGD
Obstetrie en Gynaecologie PGD Pre-implantatie Genetische Diagnostiek Inhoud Inleiding 1 Voor wie is de PGD 1 Hoe verloopt een PGD behandeling 2 Wat zijn de kansen 4 Welke aandoeningen kunnen onderzocht
Nadere informatieConvenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek vanuit het Parelsnoer Instituut
Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek De ondergetekenden: 1. Academisch Medisch Centrum Amsterdam... gevestigd aan... te..., vertegenwoordigd door... (hierna te noemen...) en 2...., gevestigd
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2015 Nr. 113 BRIEF
Nadere informatieSamenvatting. Ingrijpen in het DNA van de mens - Morele en maatschappelijke implicaties van kiembaanmodificatie 5
Dit signalement gaat over kiembaanmodificatie: het veranderen van het DNA in een menselijk embryo. Deze techniek biedt mensen met een erfelijke ziekte nieuwe mogelijkheden om genetisch eigen kinderen te
Nadere informatieSubsidieregeling abortusklinieken
Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring
Nadere informatieBewaren en gebruiken van restlichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek door de afdeling Genetica
Bewaren en gebruiken van restlichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek door de afdeling Genetica Inleiding U bezoekt binnenkort een Klinisch Genetisch spreekuur, omdat u een vraag heeft over de
Nadere informatieBeleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra
BELEIDSREGEL Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
Nadere informatieInformatiebrochure voor deelnemers
De Transplantatiebiobank Informatiebrochure voor deelnemers U bent bij het Universitair Groningen Transplantatie Centrum (GTC) omdat u een transplantatie dient te ondergaan of in het verleden heeft ondergaan.
Nadere informatieOp de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van..., kenmerk
Besluit van houdende tijdelijke regels voor een tweede experiment in het kader van een integraal persoonsgebonden budget op grond van de Wet langdurige zorg (Besluit experiment integraal pgb 2019) Op de
Nadere informatieStand van zaken. Ondertussen ruim 27.000 familieleden met FH gevonden. Database met 65.000 individueen uit 5.000 stambomen
Van naar Start van de StOEH Ontwikkeld door de afdeling geneeskunde van het AMC 1994 Initiatiefnemers: Prof. dr. J.J.P Kastelein Dr. Ir. J.C. Defesche 1994-2001 700 1000 FH patienten / jaar April 2003
Nadere informatiePROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS
BIJLAGE II PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS Overwegende: - dat overeenkomstig artikel 5 onder a van de CAO HID/DA de huisarts zijn werkzaamheden zal verrichten met inachtneming
Nadere informatiePrenataal testen met de NIPT
ALGEMENE INFORMATIEFOLDER Prenataal testen met de NIPT Deze folder hoort bij een wetenschappelijke studie (TRIDENT-studie) van de Nederlandse Universitair Medische Centra 2014 www.meerovernipt.nl 1 In
Nadere informatiePrijzen voor te leveren diensten
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2018 Nr. 1000350 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede
Nadere informatiePreïmplantatie Genetische Diagnostiek
Preïmplantatie Genetische Diagnostiek (bijlage bij de brochure IVF) in samenwerking met 1 Inhoud Voor wie is PGD? 3 Hoe verloopt een PGD-behandeling? 3 Wat zijn de kansen? 5 Wat kan er onderzocht worden?
Nadere informatiePrivacy reglement Coöperatie Kraamzorggroep U.A. (lees Saskia Zorgt)
Privacy reglement Coöperatie Kraamzorggroep U.A. (lees Saskia Zorgt) Inleiding Het bestuur van Coöperatie Kraamzorggroep heeft ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van haar cliënten een reglement
Nadere informatieBeleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg
Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieInstellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg
Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek bvh 079-3232.666 Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg Bestemd
Nadere informatiein de oncologische zorg IKR-regiovisie Radiotherapeutische voorzieningen
in de oncologische zorg IKR-regiovisie Radiotherapeutische voorzieningen Inleiding Radiotherapie neemt een zeer belangrijke plaats in binnen de oncologie, zowel bij de curatieve zorg als bij de palliatieve
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
NVOG - KWALITEITSNORM richtlijnen Prenatale screening op foetale afwijkingen 1 INLEIDING Prenatale screening heeft als doel de zwangere vrouw en haar partner te informeren over de kans op een aangeboren
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieCascadescreening: hoe kan het (nog) beter?
Cascadescreening: hoe kan het (nog) beter? Irene M. van Langen NACGG lustrumbijeenkomst Utrecht 22 september 2011 Wat is cascadescreening Systematisch familieonderzoek in families met (autosomaal dominant)
Nadere informatieBELEIDSREGEL AL/BR-0040
BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieHoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker?
Hoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker? Brochure voor patiënten en familieleden Inhoud 1. Inleiding 2. Erfelijke en familiaire kanker 3. Waarom familie informeren?
Nadere informatieTransmurale zorgbrug
Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9630 22 februari 2019 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 februari 2019, kenmerk
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1583 15 januari 2018 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale
Nadere informatieBesluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid
Nadere informatie