H]LWWLQJYDQGH5DDG 21'(5=2(. %UXVVHOMXQL



Vergelijkbare documenten
2. GOEDKEURING VAN HET ONTWERP-OVERZICHT VAN DE CONCLUSIES VAN DE 280e VERGADERING

8975/15 dau/ons/as 1 DG G 3 C

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

PUBLIC. Brusel,7december1999(11.01) (OR.f) RAADVAN DEEUROPESEUNIE 12985/99 LIMITE PV/CONS68 SAN180

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

6068/16 YEN/hw 1 DGG 1B

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 november 2015 (OR. en) NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2003 (18.03) (OR. en) 7440/03 LIMITE TELECOM 40 SOC 127 EDUC 45 SAN 45 JAI 77 CODEC 315

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 februari 2004 (03.03) (OR. en) 5655/04 LIMITE PV/CONS 2 RELEX 33

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15763/04 JEUN 95 EDUC 224 SOC 587

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (03.01) 15929/05 EDUC 197 STATIS 100

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

... /... van de voorwaarden voor vraag en aanbod ; hij is voorts van mening

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 mei 2018 (OR. en)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

Advies nr. 15 op initiatief

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

Brussel, COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE. bij

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2001 (03.12) (OR. en) 14378/01 LIMITE ECO 345 JAI 153 PESC 488

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

(98/C 364/01) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

Conseil de la Politique scientifique Raad voor het Wetenschapsbeleid de la Région de Bruxelles-Capitale van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

8808/19 van/gar/ev 1 TREE.1.B

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 mei 2004 (14.05) (OR. fr) 9458/04 OJ CONS 27 COMPET 71 RECH 89

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 februari 2004 (27.02) (OR. en) 6548/1/04 REV 1 SOC 83 SAN 34 TRANS 82 MAR 24

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

nr. Comv.: 10436/04 + ADD 1 Betreft: Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135

15396/14 dau/jel/sv 1 DG G C 3

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

?? NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

7461/18 pro/asd/fb 1 DG G 1B

Transcriptie:

&RQVHLO Brussel, 15 juni 2000 9411/00 (Presse 210) H]LWWLQJYDQGH5DDG 21'(5=2(. %UXVVHOMXQL Voorzitter:GHKHHU-RVp0DULDQR*$*2 Minister Wetenschappen en Technologie van de Portugese Republiek,QWHUQHWKWWSXHHXLQW1HZVURRP (PDLOSUHVVRIILFH#FRQVLOLXPHXLQW

,1+28' '((/1(0(56 %(6352.(13817(1 OPENBAAR DEBAT OVER DE INFORMATIE- EN KENNISMAATSCHAPPIJ...4 DE TOEKOMST VAN HET ONDERZOEK IN EUROPA - RESOLUTIE...5 EUROPESE RUIMTESTRATEGIE...8 BIOWETENSCHAPPELIJKE ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN...8 INTERNATIONALE W/T-SAMENWERKING...8 DIVERSEN...9 Mariene wetenschappen en technologieën in Europa...9 Genetisch gemodificeerde organismen...9 BBBBBBBBBBBBBBBBB 9RRUPHHULQIRUPDWLHWHORI

'((/1(0(56 De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: %HOJLs de heer Dirk VAN MECHELEN 'HQHPDUNHQ mevrouw Birte WEISS 'XLWVODQG mevrouw Edelgard BULMAHN Vlaams Minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media Minister van Onderzoek Minister van Onderwijs en Onderzoek *ULHNHQODQG de heer Dimitrios DENIOZOS Secretaris-generaal van Onderzoek en Technologie 6SDQMH de heer Ramón MARIMÓN SUÑOL Staatssecretaris van Wetenschapsbeleid en Technologie )UDQNULMN de heer Roger-Gérard SCHWARTZENBERG Minister van Wetenschappelijk Onderzoek,HUODQG de heer Noel TREACY Onderminister van Wetenschappen en Technologie (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en Ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid),WDOLs de heer Ortensio ZECCHINO Minister van Universiteiten en Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek /X[HPEXUJ mevrouw Erna HENNICOT-SCHOEPGES Minister van Cultuur, van Onderwijs en Onderzoek, Minister van Openbare Werken 1HGHUODQG mevrouw Annemarie JORRITSMA-LEBBINK Vice-Minister-President en Minister van Economische Zaken de heer Loek HERMANS Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2RVWHQULMN mevrouw Judith GEBETSROITHNER Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger 3RUWXJDO de heer José Mariano GAGO Minister van Wetenschappen en Technologie )LQODQG de heer Jan STORE Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger =ZHGHQ de heer Thomas ÖSTROS Minister van Onderwijs 9HUHQLJG.RQLQNULMN de heer Bill STOW Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger &RPPLVVLH de heer Philippe BUSQUIN Lid

23(1%$$5'(%$729(5'(,1)250$7,((1.(11,60$$76&+$33,- De Raad heeft een openbaar debat gehouden over de informatie- en kennismaatschappij. Dit debat werd voor het grote publiek toegankelijk gemaakt door een videoverbinding. Het werd gehouden in het licht van twee mededelingen van de Commissie, "Naar een Europese onderzoekruimte" en "HEuropa - Een informatiemaatschappij voor iedereen", en van de conclusies van de bijzondere bijeenkomst van de Europese Raad in Lissabon in maart jongstleden en de uitgebreide ministeriële conferentie over de informatie- en kennismaatschappij in Lissabon op 10-11 april. Om structuur te geven aan het debat, had het voorzitterschap de ministers een vragenlijst voorgelegd, die vooral betrekking had op: - de door de Commissie in haar mededeling over H-Europa omschreven doelstellingen op OTO-gebied, met name: = de rol van informatie- en communicatietechnologieën voor de verwezenlijking van de Europese onderzoekruimte, = de prioritaire maatregelen op korte en middellange termijn om de in de twee Commissiemededelingen omschreven doelstellingen te kunnen verwezenlijken, = de onderlinge samenhang tussen de nationale en communautaire inspanningen op dit gebied; - de manier waarop de initiatieven voor een H-Europa en een Europese onderzoekruimte het best kunnen worden aangewend om de totstandkoming van doeltreffende netwerken tussen Europese onderzoekers te bewerkstelligen; - de oprichting, vóór eind 2001, van een zeer snel trans-europees netwerk, waarbij onderzoeksinstellingen, universiteiten, bibliotheken, wetenschappelijke centra en, geleidelijk, ook scholen onderling aan elkaar worden gekoppeld; - de mate waarin elektronische netwerken kunnen worden aangewend om te bereiken dat wetenschap aantrekkelijker wordt voor jongeren, en de scholingsachterstand wordt overbrugd en een informatie- en kennismaatschappij voor allen wordt gecreëerd zodat uitsluiting wordt voorkomen; - het actieplan van de Commissie voor een H-Europa, dat de nodige acties en maatregelen uitstippelt om de door de top van Lissabon bepaalde doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Het voorzitterschap vatte het debat als volgt samen: - alle delegaties zijn het erover eens dat het van vitaal belang is hoe het Europese wetenschaps- en technologiebeleid zich verhoudt tot de ontwikkeling van de kennis- en informatiemaatschappij, en dat er voor een nauwere band daartussen moet worden gezorgd; - de noodzaak dringt zich op, de mogelijke sociale en economische uitsluiting te voorkomen die het gevolg zou zijn van ongelijke toegang van de Europese burgers tot de elektronische informatiesystemen; er werd in dit verband gewezen op de rol van onderwijs en opleiding; - de toegang tot wetenschappelijke informatie voor alle betrokken onderzoekinstellingen moet nauwkeurig worden geanalyseerd, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van het beheer en de verspreiding van informatie, openbare en particuliere partnerschappen, en nieuwe communicatienetwerken. De Commissie zal, samen met de lidstaten, een centrale rol op dit gebied moeten spelen;

- alle ministers achten de spoedige totstandkoming van een snelle informatiebackbone met gemeenschappelijke standaarden voor alle lidstaten van essentieel belang. '(72(.20679$1+(721'(5=2(.,1(8523$5(62/87,( De Raad heeft een diepgaand debat gehouden over de Europese onderzoekruimte (EOR). Dit debat werd gevoerd in het licht van de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23-24 maart 2000, de mededeling van de Commissie over de EOR en het document van de Commissiedocument "Eerste stappen op weg naar een Europese onderzoekruimte". De ministers waren zeer ingenomen met de initiatieven van de Commissie op dit gebied en met de door Commissielid BUSQUIN uiteengezette plannen van de Commissie om vooruitgang te boeken, met name bij de voorbereiding van het 6e OTO-kaderprogramma. Tot besluit van het debat nam de Raad de volgende resolutie aan: "De Raad van de Europese Unie, BENADRUKT de belangrijke rol die onderzoek en ontwikkeling in het genereren van economische groei, werkgelegenheid en sociale samenhang spelen; HERINNERT AAN de doelstellingen die zijn opgenomen in de mededeling van de Commissie "Naar een Europese onderzoekruimte", alsmede aan de uitvoeringsmaatregelen die vervat zijn in het document "Eerste stappen op weg naar een Europese onderzoeksruimte"; REKENING HOUDEND MET de bijdragen aan het debat in het kader van de op 6 en 7 maart 2000 in Lissabon gehouden bijeenkomst van de onderzoeksministers "Europese wetenschap na 2000", waaraan vooraanstaande Europese wetenschapsbeoefenaren en hoofden van belangrijke Europese onderzoeksinstellingen deelnamen, de besprekingen tijdens de op 10 en 11 april 2000 te Lissabon gehouden ministeriële conferentie over de kennis- en informatiemaatschappij, alsmede met de besprekingen tijdens de op 10 maart 2000 te Noordwijk gehouden ministeriële conferentie over kennis en innovatie voor het concurrentievermogen van Europa; AKTE NEMEND VAN de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2000, het advies van het Economisch en Sociaal Comité van 25 mei 2000 en het advies van het Comité van de Regio's van 12-13 april 2000; ONDERKENT het belang van een snelle uitvoering van de conclusies van de op 23 en 24 maart 2000 gehouden Europese Raad van Lissabon; Teneinde te vorderen met de uitvoering van deze conclusies, stelt de Raad het volgende in het werk: 1. Hij BEVORDERT het op vrijwillige basis via netwerken aan elkaar koppelen van nationale en gezamenlijke onderzoeksprogramma's rond vrij gekozen thema's, om zodoende meer voordeel te halen uit de gezamenlijke middelen die in de lidstaten aan onderzoek en technologische ontwikkeling worden besteed. Daartoe: a) werken de lidstaten, in overleg met de Commissie, samen bij het uitdenken van eenvoudige methoden ter verbetering van de informatieuitwisseling over onderzoeksactiviteiten die van strategisch belang zijn op Europees niveau, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande mechanismen. b) bespoedigen de lidstaten de reeds lopende werkzaamheden om mechanismen die erop gericht zijn hun nationale onderzoeksprogramma's geleidelijk open te stellen, onder meer door in voorkomend geval deskundigen van andere landen op te nemen in evaluatiepanels.

De Raad VERZOEKT de Commissie informatie en advies in te winnen bij alle relevante nationale en Europese onderzoeksinstanties en in juni 2001 hierover aan de Raad verslag uit te brengen. 2. Hij SPREEKT ZIJN TEVREDENHEID UIT over de eerste werkzaamheden die de Commissie heeft verricht om een open coördinatiemethode te ontwikkelen voor benchmarking van het nationale beleid op de onderstaande gebieden, teneinde aan de hand van benchmarkindicatoren te beoordelen hoe het Europese onderzoeksbeleid zich ontwikkelt ten opzichte van het onderzoek in de rest van de wereld: a) menselijk kapitaal in OTO, met inbegrip van de aantrekkelijkheid van wetenschappelijke en technologische beroepen; b) publieke en private investeringen in OTO; c) wetenschappelijke en technologische productiviteit; d) de invloed van OTO op economisch concurrentievermogen en werkgelegenheid; De volgende punten zouden ook in aanmerking kunnen worden genomen: bevordering van een OTO-cultuur en het kweken van begrip van wetenschap bij het publiek, alsmede een algehele convergentie en evenwicht in OTO binnen de Europese Unie. Hij VERZOEKT de Commissie om, in samenwerking met de lidstaten, haar werkzaamheden te voltooien en uiterlijk in oktober 2000 met een volledig pakket indicatoren en een benchmarking-methodologie te komen. 3. Hij NEEMT NOTA van het voornemen van de Commissie om een onafhankelijk adviesorgaan voor onderzoeksbeleid op te richten, teneinde de banden tussen de onderzoeksgemeenschap, met inbegrip van industriële onderzoeksorganisaties, en de nationale en de Europese OTO-organisaties te versterken en de doeltreffendheid van het Europese OTObeleid te vergroten, alsmede om de Raad regelmatig te informeren over met name de rol van en de structuur van dit orgaan. 4. Hij VERZOEKT de Commissie om, in nauwe samenwerking met de lidstaten en in de context van het H-Europa-actieplan, alsmede voortbouwend op de reeds in het kader van het Geantprogramma verrichte werkzaamheden om eind 2001 een netwerk met een capaciteit van 2,5 Gbit/s te realiseren, alsmede om met nauwkeurig begrote initiatieven te komen voor het zo spoedig mogelijk opzetten van een zeer snel trans-europees onderzoeksnetwerk dat geleidelijk snelheden in de orde van 100 Gbit/s moet halen, met de steun van de Europese Investeringsbank. 5. Hij VERZOEKT de lidstaten en de Commissie samen te werken bij het in kaart brengen en verwijderen van de hinderpalen die momenteel mobiliteit van onderzoekers in de weg staan, en zodoende de totstandbrenging van een echte Europese wetenschappelijke gemeenschap te bevorderen. Tegen deze achtergrond is de Raad verheugd over het voornemen van de Commissie om een werkgroep van nationale deskundigen op te richten, die tot taak zal hebben bij te dragen aan het opstellen van een analyse en het uitwerken van de eerste initiatieven voor juni 2001. 6. Hij VERZOEKT de Commissie kansen voor synergie die door bestaande mechanismen als COST en EUREKA worden geboden, te vergroten; hij VERZOEKT de Commissie om het beheer en de financiering van COST te bezien, teneinde in te spelen op de groeiende behoeften en activiteiten van deze organisatie.

7. Hij VERZOEKT de Commissie om, in nauwe samenwerking met de lidstaten en rekening houdend met onderzoeksprogramma's en het beleid op nationaal niveau, de Raad vóór eind 2000 in kennis te stellen van de doelstellingen en de methodologie, met inbegrip van indicatoren en "peergroup"-beoordeling, teneinde tegen het einde van 2000 "excellence" in alle lidstaten in kaart te brengen. 8. Hij VERZOEKT de Commissie en de lidstaten om de nodige stappen te zetten en in het bijzonder nauw samen te werken met de Europese Investeringsbank, teneinde de ontwikkeling te ondersteunen van een mondiaal concurrerende economie die gebaseerd is op een goed lopend midden- en kleinbedrijf en succesvolle startende ondernemingen, door middel van de uitwisseling van beste praktijken inzake technologieoverdracht en innovatieve maatregelen met betrekking tot, onder meer, risicokapitaal, starterscentra, de stimulering van hoogtechnologische startende ondernemingen, etc. De Raad verzoekt de Commissie eind 2000 hierover verslag uit te brengen. 9. De Raad IS INGENOMEN met het voornemen van de Commissie, voorstellen voor te leggen om tegen eind 2000 een Gemeenschapsoctrooi beschikbaar te stellen, zoals tijdens de Europese Raad van Lissabon in maart 2000 is besloten. 10. Hij VERZOEKT de lidstaten en de Commissie: de nodige stappen te zetten om het aantal vrouwen in de wetenschap te vergroten door de uitvoering van het actieplan "Vrouwen in de wetenschap" te versnellen; de aantrekkingskracht van de wetenschap voor jongeren te vergroten en hun deelname aan OTO-activiteiten aan te moedigen; nauwere samenwerking op Europees niveau tussen onderzoeksinstituten, scholen en wetenschapscentra te bevorderen, de wetenschappelijke cultuur van de Europese burgers op een hoger plan te brengen en de aantrekkelijkheid van wetenschappelijke en technologische beroepen te vergroten, door initiatieven te nemen bij het opzetten van een raamwerk voor uitwisselingen en gezamenlijke actie en de nationale en Europese "wetenschapsweken" nader tot elkaar te brengen; om van het begin af aan de kandidaat-lidstaten, de EER-landen en de geassocieerde landen bij de Europese ruimte van onderzoek en innovatie te betrekken, alsmede om adequate maatregelen te nemen om deze ruimte ook aantrekkelijk te maken voor andere niet-lidstaten. 11. Hij IS INGENOMEN met het voornemen van de Commissie om in het oriëntatiedocument dat in het vroege najaar van 2000 beschikbaar moet zijn, duidelijk te maken hoe toekomstige onderzoeksacties van de Unie (met inbegrip van de kaderprogramma's) eventueel kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een Europese onderzoeksruimte, teneinde de lidstaten, het Europees Parlement en de Raad in staat te stellen zich in de tweede helft van 2000 over deze aangelegenheid te buigen. 12. Hij IS VERHEUGD OVER het voornemen van de Commissie om verdere bijdragen voor te leggen over andere punten die in haar mededeling inzake een Europese onderzoeksruimte aan de orde worden gesteld, zoals: de wetenschappelijke basis bij beleidsbeslissingen; de infrastructuur voor onderzoek; de regionale dimensie van onderzoeksbeleid in Europa; het opstellen van de Europese onderzoeksruimte voor de rest van de wereld; de sociale en ethische aspecten van onderzoek in Europa; de mobiliteit van onderzoekers.

13. Hij ACHT het nodig om het Europese beleid inzake wetenschap en technologie regelmatig te evalueren en de vorderingen bij het realiseren van een Europese onderzoeksruimte te beoordelen. Hiertoe NODIGT hij de Commissie UIT om, na een brede raadpleging, aan het Europees Parlement en aan de Raad een periodiek verslag voor te leggen over de stand van de OTO in Europa, dat elk voorjaar aan de Europese Raad wordt gepresenteerd als bijdrage aan de algehele evaluatie van de geboekte vooruitgang." (8523(6(58,07(675$7(*,( Commissielid BUSQUIN bracht verslag uit over de vorderingen in het kader van de samenwerking tussen de Gemeenschap en het Europees Ruimte-Agentschap (ESA) om tot een coherente ruimtestrategie te komen. De Raad nam nota van de werkzaamheden op dit gebied en van het voornemen van de Commissie om de Raad ter bespreking tijdens zijn volgende zitting een mededeling voor te leggen over een Europese ruimtestrategie, gebaseerd op een gezamenlijk document van het ESA en de Commissie. %,2:(7(16&+$33(/,-.(21'(5=2(.6,1)5$6758&785(1 De Raad werd door het voorzitterschap geïnformeerd over de problemen waarmee bepaalde biowetenschappelijke onderzoeksinfrastructuren worden geconfronteerd. Tijdens het daaropvolgende debat werd gewezen op de snelle ontwikkeling van de biowetenschappen en de belangrijke rol van de genomica en de bio-informatica voor het begrijpen van biosystemen en hun bijdrage tot het menselijk welzijn middels toepassingen van de wetenschappelijke vooruitgang in de geneeskunde en de farmaceutische en de biotechnologische industrie, evenals op de cruciale rol die grote infrastructurele voorzieningen spelen in de wetenschappelijke en technische vooruitgang op dit gebied. In het licht van de besprekingen heeft het voorzitterschap concluderend het belang onderstreept van genomica-infrastructuren, die op onderzoeksgebied een Europese meerwaarde opleveren en vaste structuren zijn om het onderzoek in de gehele Europese Unie te ondersteunen; benadrukt dat het wenselijk is de samenhang en de complementariteit van deze infrastructuren in geheel Europa en hun concurrentievermogen op mondiaal niveau te verbeteren; opgemerkt dat de financiële moeilijkheden waarmee deze infrastructuren thans geconfronteerd worden, aantonen hoe belangrijk het is in het kader van de Europese onderzoeksruimte dat de lidstaten en de Commissie, eventueel met betrokkenheid van de Europese Investeringsbank, gezamenlijk een langetermijnstrategie ontwikkelen om de steun voor cruciale onderzoeksinfrastructuur op Europees niveau te coördineren; en de Commissie verzocht op korte termijn mogelijke oplossingen voor de huidige problemen te onderzoeken die in overeenstemming zijn met het besluit betreffende het vijfde kaderprogramma en de beschikking betreffende het specifieke programma "Kwaliteit van het bestaan", zodat de Raad tijdens zijn volgende zitting dieper op dit vraagstuk kan ingaan.,17(51$7,21$/(:76$0(1:(5.,1* De Raad heeft een uiteenzetting van Commissielid BUSQUIN aangehoord over de recente vorderingen in de internationale W/T-samenwerking, en met name over het werkdocument van de Commissie "Synergie tussen het 5e OTO-kaderprogramma en MEDA". Die uiteenzetting werd aangevuld door informatie van de voorzitter over de recente vergaderingen die onder het Portugese voorzitterschap hadden plaatsgevonden. In dit verband heeft de Raad - zich positief uitgesproken over het Commissiedocument over de synergie tussen het 5e OTO-kaderprogramma en het MEDA-programma;

- de Commissie aangemoedigd om, in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de Europese onderzoekruimte en met steun van alle beschikbare financiële instrumenten, voort te gaan met de gezamenlijke OTO-werkzaamheden EU/mediterrane partnerlanden. Hij spoorde de Commissie ook aan om werk op het gebied van de verspreiding, de valorisatie en de overdracht van wetenschappelijke kennis en de technologische innovatie van OTO-projecten te steunen, met name door acties in het kader van het MEDA-programma, waarbij evenwel voorrang moet worden gegeven aan de in de MEDA-financieringsverordening bepaalde regionale samenwerking. ',9(56(1 0DULHQHZHWHQVFKDSSHQHQWHFKQRORJLHsQLQ(XURSD De Raad werd door het voorzitterschap geïnformeerd over een verslag, getiteld: "Towards a New Marine Dimension for Europe through Research and Technological Development", van een werkgroep die is ingesteld door de 15 lidstaten, de EVA-landen en de Commissie. *HQHWLVFKJHPRGLILFHHUGHRUJDQLVPHQ De Duitse delegatie stelde de Raad in kennis van haar bezorgdheid over de introductie van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's), als een voorbeeld voor kadervoorwaarden voor O&O in de EOR. Deze delegatie kwam met een initiatief voor de oprichting van een gecentraliseerde Europese vergunningsprocedure voor GGO's, en verzocht de Commissie de nodige maatregelen te nemen om een voorstel hiertoe te doen.