VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ)



Vergelijkbare documenten
De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de aan roerende inkomsten overschreden wordt?

1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing

PATRIMONIALE ACTUALITEIT

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Advocaat Ferenc Ballegeer

FAQ Gereglementeerde spaarrekeningen

De strik van Di Rupo of de strop van Rajoy

Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012

Welke impact heeft het nieuwe regeerakkoord op úw budget?

De fiscale regeling voor inkomsten uit de exploitatie van auteurs- en naburige rechten: een stand van zaken

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting

E-SPAAR IBAN BE MEVROUW VAN DEN DOLDER BRI BLAD 01 NR VALUTA OMSCHRIJVING BEDRAG IN EUR


KEUZEDIVIDEND INFORMATIEDOCUMENT TER ATTENTIE VAN DE AANDEELHOUDERS VAN COFINIMMO

Hervorming gereglementeerde spaarrekeningen

KEUZEDIVIDEND INFORMATIEDOCUMENT TER ATTENTIE VAN DE AANDEELHOUDERS VAN COFINIMMO

Hervorming gereglementeerde spaarrekeningen Veelgestelde vragen

Fiscaal stelset spaarboekjes strijdig met vrij dienstenverkeer (bis)

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus April 2010

Het zomerakkoord: Wat verandert er voor u?

1. Maatregelen voor een betere inning en strijd tegen de fiscale fraude

Wat houdt de effectentaks in?

LUX INTERNATIONAL STRATEGY BELGISCHE BIJLAGE VAN JUNI 2005 AAN HET PROSPECTUS VAN JULI 2004 EN ZIJN AANHANGSEL VAN AUGUSTUS 2004

TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012

Hervorming gereglementeerde spaarrekeningen

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Human Resources Sixco Policy

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Kan u deze nieuwsbrief niet lezen, klik dan hier

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

INKOMSTEN VAN ROERENDE OORSPRONG VOOR EEN PRIVÉ PERSOON WOONACHTIG IN BELGIË INKOMSTEN 2014

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

AANGIFTE PERSONENBELASTING INKOMSTEN 2018 (aanslagjaar 2019)

INFORMATIEFICHE VOOR DE CLIËNT

Fiscale regularisatie

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en

Hogere forfaitaire aftrek van beroepskosten en beperking automatische indexering fiscale uitgaven

auteursrechten gaat...

HANDLEIDING START-UP PLAN

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd?

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus 4 januari 2010

PERSNOTA. Het fiscaal resultaat zal worden vastgesteld op basis van een percentage (0,55%) op de omzet die werd behaald uit de diamanthandel.

Informatiebrochure van de Belgische Aandeelhoudersclub

Hieronder vindt u een kort overzicht van deze nieuwe wetgeving samen met een lijst van meest gestelde vragen.

Het einde van de papieren effecten

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en

De effectentaks: een antwoord op uw vragen

Met het oog op een zo volledig mogelijke dienstverlening informeren wij u graag over het volgende:

Gelieve de volledige lijst te doorlopen en fiches toe te voegen waar nodig. Bij co-ouderschap; bij wie zijn de kinderen gedomicilieerd?.

BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN

SPAARREKENING MET DERDENBEDING

ING Life Personal Protected 1

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

CENTRALE KREDIETVERLENING NV. Uw vertrouwensspaarbank sedert Spaarbank van Belgische oorsprong. Kredietinstelling erkend door NBB

Doorkijkbelasting: mogelijk een nieuw begrip in de Belgische fiscaliteit

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN WORK

Instelling. Onderwerp. Datum

2.1. Definitie Alleen aandelen? Alleen inkopen? Alleen bestaande aandelen? Alleen in eigen naam?...


Inhoudstafel. Vo o r wo o r d... 1

Inhoud. Inleiding 15 I ROERENDE VOORHEFFING Bepaling van de belastbare grondslag van de R.V Tarief van de R.V. 24

Belastingheffing van toepassing op dividenden uitgekeerd door SUEZ ENVIRONNEMENT

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

Inkomsten, goederen en rekeningen in het buitenland

HERVORMING VENNOOTSCHAPSBELASTING EN SPAARDERSFISCALITEIT. Versie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

BKCP Bank - Verzekeringen - Beleggingen

Een zelfstandige valt onder dezelfde tarieven van personenbelasting dan een loontrekkende.

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER

Voorstel van vereenvoudigde aangifte Inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019)

I. Kort overzicht van de belangrijkste kenmerken van het keuzedividend

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

NIEUWSBRIEF IMPOSTO ADVOCATEN // SPECIALE EDITIE update

Online Spaarrekening: precontractuele informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

HANDLEIDING START-UP PLAN

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING

Wat kost DI RUPO I u?

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en

ING Groen Boekje, ING go to 18-Boekje & ING Oranje Boekje Reglement

Wat zijn de belangrijke nieuwigheden?

ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW

ING Groen Boekje & ING Oranje Boekje Reglement

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

Nieuwsbrief Berekening voordeel alle aard bedrijfswagens

2. Wat is het fiscale voordeel?

Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders. (inkomsten van het jaar 2005)

De fiscale bepalingen in de programmawet van 27 december 2012

CENTRALE KREDIETVERLENING NV. Uw vertrouwensspaarbank sedert 1956 CENTRALE KREDIETVERLENING NV (CKV) SPAARBANK VAN BELGISCHE OORSPRONG

Sparen en beleggen in de Europese Unie: de Europese Spaarrichtlijn voor niet-residenten

Fiscale controle. Termijn

FISCALE FAQ. dossier april 2018

Nota inzake speculatietaks

Transcriptie:

VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ) Q1 Wat is een bijkomende heffing op roerende inkomsten? Q2 Wie is onderhevig aan de bijkomende heffing op roerende inkomsten? Q3 Hoe wordt de bijkomende heffing op roerende inkomsten ingehouden? Q4 Op welke roerende inkomsten is de bijkomende heffing van toepassing? Q5 Vanaf welk bedrag is de bijkomende heffing van toepassing? Q6 Welke inkomsten worden beschouwd bij de berekening van de limiet van 20.020 EUR? Q7 Wie is de «schuldenaar» van de bijkomende heffing? Q8 Wat wordt begrepen onder het uitwisselen van informatie aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP)? Q9 Behandeling van rekeningen in onverdeeldheid (rekeningen met twee of meer co-houders). Q10 De meldingsplicht van roerende inkomsten voor belastingplichtigen Q11 Concrete toepassing op intresten uit gereglementeerde spaarboekjes (Groen Boekje, Oranje Boekje, ING Lion Deposit, ING Lion Premium, ING go to 18 Boekje)? Q12 De uittreksels van mijn intrestafrekeningen in 2012 verwezen naar een meldingsplicht aan het Centraal Aanspreekpunt Hoe zit het nu met deze verplichting? Q13 Ik heb eind vorig jaar nog gekozen voor de inhouding van de 4% aan de bron door ING België. Wat zal er nu gebeuren? 1. Wat is een bijkomende heffing op roerende inkomsten? De bijkomende heffing is een belasting, die momenteel is vastgelegd op 4% en die verschuldigd is op bepaald intresten en dividenden waarvan het totale bedrag 20.020 EUR overschrijdt. Deze drempelwaarde geldt per jaar en per belastingplichtige. De bijkomende heffing op roerende inkomsten werd vastgelegd door de wet van 28 december 2011 (BS 30.12.11) vanaf 1 januari 2012, en werd weer opgehoffen door de wet van 27 december 2012 (BS 31.12.12) vanaf 1 januari 2013. De bijkomende heffing heeft dus enkel betrekking op intresten en dividenden die toegekend of betaalbaar gesteld werden in de loop van het inkomstenjaar 2012. De toepassing ervan is met andere woorden beperkt in de tijd tot één inkomstenjaar. 2. Wie is onderhevig aan de bijkomende heffing op roerende inkomsten? Enkel belastingplichtigen onderworpen de Personenbelasting (bijkomende heffing) zijn onderhevig aan deze bijkomende heffing. Per definitie gaat het over natuurlijke personen die een wettelijk adres hebben in België en die een belastingaangifte invullen. Zijn niet onderhevig zijn aan de bijkomende heffing: niet-residenten, feitelijke verenigingen, vzw s,. 3. Hoe wordt de bijkomende heffing op roerende inkomsten ingehouden? Er zijn twee mogelijkheden voor de inhouding van de bijkomende heffing. De belastingplichtige die de roerende inkomsten ontvangen heeft, heeft zelf kunnen kiezen tussen beide mogelijkheden: ofwel wordt de 4% aangerekend via uw belastingaanslag. In dat geval berekent de Belgische belastingadministratie de bijkomende heffing op basis van de roerende inkomsten die de belastingplichtige zelf moet aangeven in zijn fiscale aangifte van 2013 (inkomstenjaar 2012). 1

ofwel gebeurde de inhouding van de bijkomende heffing «aan de bron». De belastingplichtige had de mogelijkheid tot 31 december 2012 om te kiezen voor een bronheffing van de bijkomende heffing op het ogenblik dat de intresten en dividenden uitbetaald werden. Het inhouden aan de bron kon enkel gebeuren op expliciete aanvraag van de begunstigde van de inkomsten aan de persoon die hiervoor wettelijk verantwoordelijk was. ING België heeft een retroactieve correctie voorzien voor die roerende inkomsten waarop geen bronheffing kon gebeuren op het ogenblik van de uitbetaling zelf. 4. Op welke roerende inkomsten is de bijkomende heffing van toepassing? De bijkomende heffing is voornamelijk van toepassing op intresten en dividenden van Belgische of buitenlandse oorsprong onderworpen aan het roerende voorheffing-tarief van 21%, ongeacht of deze heffing aan de bron of via de belastingaangifte werd ingehouden. De bijkomende heffing is nooit van toepassing op volgende roerende inkomsten: - intresten op gereglementeerde spaarboekjes (ongeacht het bedrag); - intresten en dividenden waarvoor een roerende voorheffing van 25% van toepassing is; - interesten van de Staatsbons «Leterme» waarvoor een roerende voorheffing van 15% van toepassing is; - de niet belastbare inkomsten uit verzekeringsproducten (Tak21/23); - liquidatieboni waarvoor een roerende voorheffing van 10% van toepassing is; - de eerste schijf van 180 EUR van dividenden van coöperatieve vennootschappen; - inkomsten uit lijfrenten. Op de site www.ing.be/taxchanges2012nl vindt U een tabel met de toepassing van de bijkomende heffing van 4% op de producten van ING België NV. 5. Vanaf welk bedrag is de bijkomende heffing van toepassing? De bijkomende heffing is slechts van toepassing indien de belastingplichtige ten minste 20.020 EUR per jaar aan intresten en dividenden ontvangt. Het gaat over een bedrag: - berekend voor het fiscaal jaar 2012 (aangifte van 2013) ; - berekend op basis van intresten en dividenden na de eventuele bronheffing in het buitenland maar voor de aftrek van de roerende voorheffing; Indien de klant aan de bank gevraagd heeft om de bijkomende heffing van 4% af te houden aan de bron, dan is dit gebeurd vanaf de eerste euro aan intresten en dividenden die hieraan onderworpen waren. De belastingplichtige kan via zijn belastingaangifte een terugbetaling vragen van het bedrag dat aan de bron werd ingehouden op de intresten en dividenden die het totaalbedrag van 20.020 EUR niet overschreden. De toepassing van de bijkomende heffing werd opgeheven door de wet van 27 december 2012 (SB 31.12.12) vanaf 1 januari 2013. Dit betekent dat zij dus enkel toegepast moest worden op intresten en dividenden die toegekend of betaalbaar gesteld werden in de loop van het inkomstenjaar 2012. De toepassing ervan is met andere woorden beperkt in de tijd tot één inkomstenjaar. 6. Welke inkomsten worden beschouwd bij de berekening van de limiet van 20.020 EUR? Principe: de inkomsten die in rekening worden genomen voor de berekening van de drempel van 20.020 EUR zijn in principe al de dividenden en intresten (van Belgische of buitenlandse oorsprong) die de belastingplichtige ontvangen heeft. Uitzondering : volgende roerende inkomsten komen echter niet in aanmerking voor de berekening van de 20.020 EUR: - de eerste niet belastbare schijf van 1.830 EUR van intresten uit gereglementeerde spaarboekjes ; 2

- intresten van Staatsbons «Leterme» waarvoor een roerende voorheffing van 15% van toepassing is ; - de niet belastbare inkomsten uit verzekeringsproducten (Tak 21/23); - liquidatieboni waarvoor een roerende voorheffing van 10% van toepassing is; - de eerste niet belastbare schijf van 180 EUR op dividenden van coöperatieve verenigingen; - inkomsten uit lijfrenten. - Prioritisering: de drempelwaarde van 20.020 EUR wordt eerst «opgevuld» met intresten en dividenden waarvoor de bijkomende heffing niet van toepassing is (en die niet onder bovenstaande uitzondering vallen). Nadien worden de intresten en dividenden beschouwd waarvoor de bijkomende heffing wel van toepassing is. In concreto betekent dit dat de drempel van 20.020 EUR eerst wordt opgevuld met volgende roerende inkomsten: - (Belgische of buitenlandse) intresten en dividenden tegen het roerende voorheffing-tarief van 25%; - het deel van de intresten uit gereglementeerde spaarboekjes boven de niet belastbare schijf van 1.830 EUR. Op de site www.ing.be/taxchanges2012nl vindt u een overzichtstabel van de producten van ING België NV die in rekening gebracht worden voor de drempel van 20.020 EUR. 7. Wie is de «schuldenaar» van de bijkomende heffing? Onder de «schuldenaar» van de bijkomende heffing, verstaan wij ieder persoon die de bijkomende heffing van 4% aan de bron moet inhouden op aanvraag van de begunstigde van de inkomsten. Het gaat bij voorbeeld om: - de Belgische venootschap die effecten op naam uitschrijft (= effecten ingeschreven in het aandelenregister van de emittent) ; - de Belgische verzekeringsmaatschappij, voor de belastbare intresten op verzekeringsproducten TAK 21 & 23 ; - de Belgische bank die de dividenden en intresten rechtstreeks uitbetaalt aan de begunstigde. Op deze manier is ING België NV de schuldenaar van de bijkomende heffing voor est le redevable de la cotisation supplémentaire sur : o buitenlandse intresten en dividenden die in België geïnd worden door haar tussenkomst; o intresten en dividenden van Belgische effecten op een effectenrekening bij ING België NV; o intresten en dividenden van Belgische effecten aan toonder (fysieke stukken) geïnd bij ING België NV; o intresten uit gelddeposito s (zichtrekeningen, spaarrekeningen, gereglementeerde spaarrekeningen, etc.); 8. Wat wordt begrepen onder het uitwisselen van informatie aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP)? In de veronderstelling dat de belastingplichtige niet gekozen heeft voor de toepassing van de bijkomende heffing van 4% aan de bron, voorzag de wet van 28 december 2011 dat de «schuldenaar» van de bijkomende heffing bepaalde informatie moest rapporteren aan een «centraal aanspreekpunt» (CAP). De wet van 27 december 2012 heeft het principe van een meldingsplicht naar dat bewuste CAP echter geannuleerd, zowel voor het inkomstenjaar 2012 alsook voor de daarop volgende jaren. In de praktijk hebben het systeem dat de informatieoverdracht moest verzorgen, alsook het centraal aanspreekpunt zelf, nooit het levenslicht gezien. 3

Bij gevolg zal de belastingadministratie de bijkomende heffing berekenen op basis van de roerende inkomsten die de belastingplichtige zal melden in zijn belastingaangifte, voor zover hij niet gekozen had voor het inhouden van de 4% aan de bron en voor zover hij in 2012 meer dan 20.020 EUR ontvangen heeft aan desbetreffende intresten en dividenden. 9. Behandeling van rekeningen in onverdeeldheid (rekeningen met twee of meer co-houders) Voor rekeningen in onverdeeldheid heeft ING België NV de inhouding van de 4% uitgevoerd op de intresten en dividenden die hiervoor in aanmerking kwamen, voor zover ALLE houders hiervoor kozen. 10. De meldingsplicht van roerende inkomsten voor belastingplichtigen Principe. De wet van 28 december 2011 introduceerde een meldingsplicht van alle roerende inkomsten (van Belgische of buitenlandse oorsprong, ongeacht of de roerende voorheffing werd ingehouden) behalve die inkomsten waarop de bijkomende heffing van 4% werd ingehouden aan de bron. Dit betekende dus : - het opheffen van het bevrijdend karakter van de roerende voorheffing - het introduceren van het bevrijdend karakter van de bijkomende heffing van 4 %. De wet van 27 december 2012 heeft het bevrijdend karakter van de roerende voorheffing echter terug hersteld vanaf het inkomstenjaar 2013. voor het inkomstenjaar 2012 gelden echter nog enkele nuances, zie verder. Inkomstenjaar 2012 aanslagjaar 2013. Op voorwaarde dat de belastingplichtige verklaart in zijn belastingaangifte dat hij geen intresten en/of dividenden ontvangen heeft waarop geen 4% werd ingehouden, dan moet hij bepaalde roerende inkomsten niet aangeven. Het gaat meer bepaald over de roerende inkomsten waarop een roerende voorheffing geldt van 25% of 21% (exclusief de bronheffing van 4%) alsook de intresten op gereglementeerde spaarboekjes die het vrijgestelde deel van 1.830 per jaar en per belastingplichtige overschrijden en waarop een roerende voorheffing van 15% werd ingehouden. Indien de belastingplichtige echter intresten of dividenden heeft ontvangen waarop de bijkomende heffing van 4% nog niet toegepast werd (herinner u dat deze 4% enkel van toepassing is op inkomsten die de drempel van 20.020 EUR overschreden), dan moeten deze inkomsten wel worden aangegeven in de personenbelasting. De roerende inkomsten waarop de 4% wél werd ingehouden, moeten dan echter niet gemeld worden in de aangifte. Inkomstenjaar 2013 (en volgende) aanslagjaar 2014 (en volgende). Roerende inkomsten (op enkele uitzonderingen na) moeten niet worden aangegeven in de belastingaangifte, op voorwaarde dat een roerende voorheffing werd ingehouden of indien er een wettelijke vrijstelling op de roerende voorheffing van toepassing is. Intresten op gereglementeerde spaarboekjes, die het eerste belastingvrije deel van 1.880 EUR per jaar en per belastingplichtige overschrijdt (bedrag geldig in 2013), en waarop geen roerende voorheffing werd afgehouden, moeten aangegeven worden in de belastingaangifte. Opgelet : Indien u twijfelt, raden wij u aan om contact op te nemen met een raadgever (boekhouder, fiscalist enz.) om u te ondersteunen bij het invullen van uw belastingaangifte. 4

11. Concrete toepassing op intresten uit gereglementeerde spaarboekjes (Groen Boekje, Oranje Boekje, ING Lion Deposit, ING Lion Premium, ING go to 18 Boekje)? Toepassing van roerende voorheffing. Het roerende voorheffing-tarief blijft 15% op het deel van de interesten op gereglementeerde spaarboekjes boven de eerste niet belastbare schijf per belastingplichtige (1.830 EUR voor het inkomstenjaar 2012 1.880 EUR voor het inkomstenjaar 2013). Meldingsplicht door de belastingplichtige. De belastingplichtige moet het bedrag aan intresten op zijn gereglementeerde spaarboekjes, boven de eerste vrijgestelde schijf (1.830 EUR per jaar en per belastingplichtige voor het inkomstenjaar 2012 1.880 EUR voor het inkomstenjaar 2013) en waarop geen roerende voorheffing werd ingehouden, verplicht melden in zijn belastingaangifte (niet voor het inkomstenjaar 2012, noch voor het inkomstenjaar 2013). Voor wat betreft de intresten boven de eerste vrijgestelde schijf, waarop wél roerende voorheffing werd ingehouden, zie vraag 10. Berekening van de drempel van 20.020 EUR. De interesten op gereglementeerde spaarboekjes boven de eerst belastingvrije schijf van 1.830 EUR, komen als eerste in aanmerking voor de berekening van drempel van 20.020 EUR. Onderwerping aan de bijkomende heffing. De bijkomende heffing van 4% is nooit verschuldigd op intresten van gereglementeerde spaarboekjes, noch op de belastingvrije schijf van 1.830 EUR noch op de intresten daarboven. 12. De uittreksels van mijn intrestafrekeningen in 2012 verwezen naar een meldingsplicht aan het Centraal Aanspreekpunt Hoe zit het nu met deze verplichting? De programmawet van 27 december 2012 stelt dat de banken niet verplicht zijn om informatie te sturen naar het Centraal Aanspreekpunt, in tegenstelling tot wat eerst gemeld werd. Deze wettekst werd pas gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 december 2012. Bij gevolg kon het bericht in onze uittreksels niet meer tijdig gewijzigd worden. ING België zal dus geen enkele informatie sturen naar een centraal aanspreekpunt, in tegenstelling tot wat vermeld stond in de uittreksels. 13. Ik heb eind vorig jaar nog gekozen voor de inhouding van de 4% aan de bron door ING België. Wat zal er nu gebeuren? Wij hebben alle aanvragen verwerkt en deze worden momenteel verwerkt. In de loop van de maand maart 2013 zal een retroactieve correctie plaats vinden op de bewegingen tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012, die in aanmerking komen voor de toepassing van de 4%. U zal de desbetreffende uittreksels nog ontvangen. U hoeft deze inkomsten dus ook niet te melden in uw belastingaangifte (zie vraag 11) 5