Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Kortrijk Venning Goedkope Woning



Vergelijkbare documenten
Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP WAR 04 Sint-Eloois-vijve Molenstraat

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente WEVELGEM: RUP 3-1 Menenstraat-Noord

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Waregem 13-1 Oud Containerpark

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Waregem 12-1 Karmel

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Stad Tielt Verzoek tot raadpleging

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

RUP Moleneiland. Publieke raadpleging tem Informatievergadering en mini-workshop

RUP Bavikhove Dorp West. Publieke raadpleging tem Informatievergadering

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

RUP Eiland. Publieke raadpleging tem Informatiemarkt

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Kortrijk Warande

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

afbakening zeehavengebied Antwerpen

onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (plan-mer screening)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Plenaire vergadering RUP Harelbeke Bavikhove dorp West voorontwerp

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

Provincieraadsbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

Ontwerp RUP KEERDOK - EANDIS. Openbaar onderzoek 18 april juni 2017

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Bestaand regionaal bedrijf

Besluit van de Deputatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Verkaveling Het Leeg - Rietbeemden - Advies Aquafin -

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Hoofdstuk 1: Definities

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PUBLICITEITSVERORDENING PLAN-MER-SCREENING

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

STAD DEINZE VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP MOLENS VAN DEINZE Juni 2008 FOTO UAPS

Provincieraadsbesluit

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Brabantnet sneltram A12

Directie Uw kenmerk Dossiernummer Datum Integraal stedelijk beleid Leermarkt

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Project-m.e.r.-screening

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 februari 2015

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014

College Burgemeester en Schepenen t.a.v. mevr. Mia Vanden Driessche Polenplein Ardooie. Koolskamp, 13 november 2015.

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016

Resultaat zitting: GR op 04/02/2013 bevoegdheid: Ruimtelijke ordening

college van burgemeester en schepenen Zitting van 15 april 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

College van burgemeester en schepenen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 december 2011

MER-SCREENINGSNOTA. GEDEELTELIJKE HERZIENING BPA nr. 4 Mieregemhof

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016

College van Burgemeester en Schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

stedenbouwkundige voorschriften

gemeente Spiere-Helkijn RUP 7-1 Elleboogstraat mei 2013, definitieve vaststelling

Aan IMMO VOS VASTGOED Kelfsstraat(WAK) Haacht

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige kleinhandel

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Aan Federaal Aankoopcomité Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

Directie Uw kenmerk Dossiernummer Datum Integraal stedelijk beleid BMB

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

Transcriptie:

Nota planmerscreening sho/sve auteur u kor 9 dossier 20100707 n-planmerscreening_rup- bestand KOR-Venning-Goedkope-woning-def-naadviesronde.doc 7 juli 2010 datum Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Kortrijk Venning Goedkope Woning 1 Initiatiefnemer Stad Kortrijk Grote Markt 54 8500 Kortrijk 2 Opdrachthouder Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk 3 Voorwerp 3.1 Het RUP is een plan Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M. 3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. 3.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want: Intercommunale Leiedal - President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel + 32 56 24 16 16 - fax + 32 56 22 89 03 - info@leiedal.be - www.leiedal.be - BTW nr BE 205 350 681 - DEXIA 091-0110021-52

pagina 2 a) Art. 4.2.3, 2, 1 DABM Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten; Het RUP regelt het gebruik van een klein gebied van lokaal niveau; Het RUP houdt een kleine wijziging in. b) Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, 3, vierde lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid). Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht (art. 4.2.3 3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben. 4 Beschrijving en verduidelijking van het plan 4.1 Naam plan RUP Kortrijk Venning Goedkope Woning 4.2 Fase van opmaak van het plan of programma In 2009 werd een masterplan voor de sociale woonwijk Venning opgemaakt door EVRarchitecten in opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappij Goedkope Woning. In februari 2010 werd door de stad Kortrijk beslist om een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te starten. Hiervoor werd in maart 2010 door Leiedal een schetsontwerp RUP (zie toelichtingsnota in bijlage) opgemaakt. Parallel werd ook een aanvullend mobiliteitsonderzoek door het studiebureau Mint uitgevoerd. 4.3 Plan - en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit Het RUP doorloopt een ruim proces, waarin de bevoegde organen (BGP-cel, MER-cel, college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad, plenaire vergadering en bestendige deputatie) het plan kunnen bijsturen op basis van nieuwe gegevens en inzichten, adviezen, aanvullend onderzoek, bezwaren en/of opmerkingen, richtinggevende kaders (structuurplannen en dergelijke), 4.4 Ligging Provincie West-Vlaanderen

pagina 3 Arrondissement Stad Deelgemeente Kortrijk Kortrijk Kortrijk 4.5 Feitelijke toestand zie toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP (zie bijlage) 4.6 Uitgangspunten en doelstellingen zie toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP (zie bijlage) Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Kortrijk Venning Goedkope Woning wordt opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Kortrijk, definitief goedgekeurd door de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 26 april 2007. Via dit RUP worden volgende elementen behandeld: juridisch-planologische vertaling van de ruimtelijk-stedenbouwkundige opties voor een duurzame sociale woonwijk Venning, zoals opgenomen in de toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP en kaderend binnen het Europees subsidieproject voor het directoraat generaal van Transport & Energie van de Europese Unie, dat duurzame CO2 - neutrale ECO - stadsontwikkelingen nastreeft. In essentie gaat het over de renovatie en herbouw van de bestaande sociale woonwijk (tuinwijk centraal in de Venning) én een vernieuwbouwproject met een hogere dichtheid aan sociale huurwoonheden in de zone aan het kanaal Bossuit-Kortrijk. Het totale aantal woonheden zou stijgen van 163 naar maximum 200 woonheden. vervanging van bestaande BPA Kortrijk nr. 20a Venning door RUP met vereenvoudigde stedenbouwkundige voorschriften. Private delen van de tuinwijk worden niet opgenomen in het plangebied omwille van mogelijke interferentie met het Europees subsidieproject voor de sociale woonwijk. 4.7 Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) bestemt het plangebied als woongebied. In het vigerende BPA Kortrijk nr. 20a Venning (M.B. 14/11/1978) werd deze gewestplanbestemming als woongebied verfijnd met een zeer gedetailleerde aanduiding van openbare wegenis, voortuinstroken, bouwzones voor ééngezinswoningen en private tuinzones. Het plangebied van het vigerende BPA is ruimer dan het in opmaak zijnde RUP, dat enkel de sociale woonwijk Venning van de sociale huisvestingsmaatschappij Goedkope Woning omvat. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Kortrijk werd definitief goedgekeurd op 26 april 2007 door de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen. Binnen dit structuurplan

pagina 4 wordt het gebied Venning gesitueerd als onderdeel van de stadswijken rond de binnenstad van Kortrijk. De maatregelen in deze stadswijken zijn gericht op: reconversie van de verlaten bedrijfsgebouwen, het inbrengen van groen, het verbeteren van het wooncomfort én het stimuleren van een sociale mix. Voor een meer uitvoerige beschrijving van de opties uit het GRS Kortrijk wordt verwezen naar de toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP (zie bijlage). Het RUP is geen voorwerp van een vroegere Plan-MER. 4.8 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen Het stadsbestuur geeft met dit RUP een invulling aan de ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voorzien in haar GRS. Dit werd onderzocht en uitgewerkt in een globale toekomstvisie en concepten voor het ruimere gebied Venning (zie toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP). Het RUP moet een duurzaam woonproject mogelijk maken, dat deel uitmaakt van een strategisch stadsvernieuwingsproject voor het ruimere gebied Venning. Onderstaande activiteiten en projecten wil de stad planologisch verankeren: de renovatie en herbouw (vervangbouw) van de bestaande sociale woonwijk met ééngezinswoningen en tuinwijkkarakter in de zone aan het kanaal Bossuit-Kortrijk tussen de Damast- en Tapijtweversstraat: de afbraak van de bestaande sociale ééngezinswoningen en een nieuwbouwproject met een hogere dichtheid aan sociale huurwoonheden. de verbrede en groene publieke ruimte van de Spinnerijkaai, rekening houdende met de reservatiestrook langs het kanaal Bossuit-Kortrijk de groene publieke ruimte van het Juweliersplein een groene fiets- en wandelas van de Spinnerijkaai naar het Juweliersplein. Private delen van de tuinwijk worden niet opgenomen in het plangebied omwille van mogelijke interferentie met het Europees subsidieproject voor de sociale woonwijk. Zoals hierboven aangegeven, vormt het RUP geen kader voor een project-mer-plichtig project. 4.9 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend Het RUP geeft uitvoering aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de stad Kortrijk. Zie ook toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP.

pagina 5 4.10 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het plangebied is niet gelegen aan een (gewest)grens en zal geen grensoverschrijdend effect hebben. 4.11 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen Er stellen zich geen specifieke bestaande milieuproblemen die binnen dit RUP behandeld worden. Het project draagt wel bij tot het verhogen van het wooncomfort en het duurzaam karakter, ondermeer door het voorzien van energiezuinige maatregelen en een uitbreiding van het groenareaal voor de sociale woonwijk. 4.12 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens. Zie screening (punt 5) onder beschrijving referentiesituatie 4.13 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd Naast de geldende wetgeving en reglementering zie screening (punt 5) onder milderende maatregelen. 4.14 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programma-proces Zie screening (punt 5) onder leemten in de kennis 4.15 Planalternatieven Binnen de structuurplanningscontext zijn reeds een aantal principiële beslissingen genomen, die worden vertaald in dit RUP. De stad Kortrijk wil met dit RUP de stedenbouwkundige afspraken vastleggen om tot een duurzame sociale woonwijk Venning te komen, kaderend binnen het Europees subsidieproject voor het directoraat generaal van Transport & Energie van de Europese Unie, dat duurzame CO2 - neutrale ECO - stadsontwikkelingen nastreeft. Bij de opmaak van het masterplan door EVR-architecten en de globale toekomstvisie voor de Venning werd via ontwerpend onderzoek - vooral onderzocht en bepaald op welke wijze de inrichting dient te gebeuren en hoe deze nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen ingepast worden in de bestaande ruimtelijke context.

pagina 6 Bij het nulalternatief blijft het BPA Kortrijk nr. 20a Venning van kracht. Dit verouderde BPA laat geen vernieuwbouwproject met een hogere dichtheid aan de kanaalzone toe. Ook de strikte, enge bestemming van openbare wegenis, voortuinstroken, bouwzones en tuinzones in het BPA laat geen flexibele invulling toe voor een vernieuwde en meer duurzame woonwijk.

pagina 7 5 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieu-effecten (screening) 5.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten 5.1.1 Algemene methodiek De screening van de milieu-effecten verloopt in drie stappen: 1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een ingreepeffectschema de mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden. 2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis. 3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.

pagina 8 5.1.2 Ingreepeffectschema Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines Ingreep Omvang Duur Gezondheid van de mens Ruimtelijke ordening biodiversiteit, flora en fauna energie en grondstoffenvoorraad Bodem Water atmosfeer en klimatologische factoren geluid licht Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed landschap mobiliteit Infrastructuurwerken (aanleg / T N + N / N N* / N N N / N nieuwe wegenis, publieke ruimte, fiets- en wandelverbindingen, parkeeren groenzones) Renovatie en herbouw van bestaande sociale ééngezinswoningen Vernieuwbouwproject in kanaalzone met hogere dichtheid sociale woonheden Wonen in vernieuwde en duurzame woonwijk 5,15 ha bruto 0,87 ha bruto 6,02 ha bruto T N + N + N N* + N N N N N T N + N + N N* + N N + + N P + + N + / / + / N / / N Gebruik verharde en groene / P + + N / / / / N N / / + publieke ruimten en wegenis N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S*: mogelijk significant effect verder te onderzoeken S: significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect (P : wisselend/niet-continu effect) /: niet relevant +: positief effect

pagina 9 5.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens Er zijn geen bijzondere gezondsheidsproblemen of veiligheidsproblemen voor de mens gekend die aan deze locatie gerelateerd zijn. Het plangebied ligt niet in een straal van 2 km van een Seveso-bedrijf, met uitzondering van een zeer beperkt deel van de woonwijk (Ghekiere Trans Shipment NV langs de Leie in Kuurne, lage drempel-seveso-bedrijf). Niet significante effecten. De dienst veiligheidsrapportering zal om advies gevraagd worden i.v.m. de nabijheid van een Seveso-bedrijf. In het plangebied zijn geen zwaar milieubelastende activiteiten of seveso-inrichtingen mogelijk. Op het vlak van externe mensveiligheid stelt er zich geen probleem. De opties van het RUP helpen mee om het wooncomfort te verhogen door het voorzien van duurzame en energiezuinige maatregelen voor de sociale woonwijk. De bestaande en nieuwe groene publieke ruimten creëren een gezonde leefen woonomgeving. In die zin zal er een positieve bijdrage zijn op de gezondheid van de mens. Nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA Kortrijk nr. 20a Venning van kracht. Dit verouderde BPA laat geen flexibele invulling toe voor de renovatie en vernieuwing van de sociale woonwijk. Leemte in de kennis / Milderende maatregelen Tijdens de infrastructuur- en bouwwerken dienen maatregelen genomen te worden om milieuhinder door stof, geluid, trillingen, transport,... te beperken in tijd en ruimte.

pagina 10 Effect op de ruimtelijke ordening Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) bestemt het plangebied als woongebied. In het vigerende BPA Kortrijk nr. 20a Venning (M.B. 14/11/1978) werd deze gewestplanbestemming als woongebied verfijnd met een zeer gedetailleerde aanduiding van openbare wegenis, voortuinstroken, bouwzones voor ééngezinswoningen en private tuinzones. Het plangebied is opgenomen in het regionaal stedelijk gebied Kortrijk. Het plangebied is op heden volledig bebouwd en omvat de bestaande sociale huurwoonwijk Venning uit de jaren 60. Globaal is er een positief effect op de ruimtelijke ordening: het RUP moet immers de renovatie van de buurt tot een duurzaam woonproject mogelijk maken, dat deel uitmaakt van een strategisch stadsvernieuwingsproject voor het ruimere gebied Venning. Dit kadert binnen de opties van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Kortrijk, dat werd definitief goedgekeurd op 26 april 2007 door de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen. Het plan versterkt het stedelijk wonen binnen het stedelijk gebied waar een groot aanbod aan stedelijke voorzieningen te vinden is. Het renovatieproject maakt gebruik van het kanaal Bossuit- Kortrijk om de aanwezigheid van water te gebruiken als ruimtelijke kwaliteit. Nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA Kortrijk nr. 20a Venning van kracht. Dit verouderde BPA laat geen flexibele ruimtelijke invulling toe voor de renovatie en vernieuwing van de sociale woonwijk. Leemte in de kennis / Milderende maatregelen /

pagina 11 Effect op de biodiversiteit, fauna en flora Binnen het plangebied zijn geen gronden op de biologische waarderingskaart opgenomen als biologisch waardevol. In het plangebied en de omgeving zijn geen speciale beschermingszones als vogelrichtlijn of habitatgebied gelegen en ook geen VEN of IVON-gebieden. Ten oosten van het plangebied is de groene ruimte Venning gelegen, aangelegd door de stad Kortrijk. Deze groene ruimte omvat een speeltuin, volkstuinen, een ecologische vlindertuin, een biologisch waardevol moerasbos en hooiland, weiden met kleine landschapselementen, spoorwegtalud,... Gezien de aard en kenmerken van het reeds bebouwde plangebied, worden er geen bijzondere natuurwaarden aangetast of bedreigd. Het RUP voorziet in het behoud van het groen op het Juweliersplein, een nieuwe groene fiets- en wandelas van het Juweliersplein naar de Spinnerijkaai en een groene aanleg van de publieke ruimte aan de Spinnerijkaai. Deze groene publieke ruimten brengen groen op wijkniveau met een mogelijkheid voor een stedelijke biodiversiteit met flora en fauna. Belangrijker is dat het plan de ontwikkelingskansen voor de groene ruimte van de Venning als kleinschalig landschap binnen de stad met een hoge biodiversiteitswaarde, niet beïnvloedt. Nulalternatief Het huidige BPA omvat geen groene invulling van publieke ruimten. Leemte in de kennis / Milderende maatregelen Harmonische parkbeheer van de groene ruimtes Uitvoeren van een pesticidentoets bij een verder inrichtingsen beplantingsplan

pagina 12 Effect op energie- en grondstoffenvoorraad Het RUP heeft geen betrekking op nog te ontginnen energieof grondstoffenvoorraad. In functie van de nieuwe ontwikkelingen worden verschillende maatregelen op vlak van energie voorgesteld: Energiezuinige maatregelen woningen Goede zonoriëntatie van de woningen (zie verder bij klimaat en atmosferische factoren) Effect op de bodem Op de bodemkaart is het plangebied volledig aangeduid als antropogeen. Rekening houdende met de aanpalende bodemsoort gaat het oorspronkelijk om vochtige zandgronden. Er zijn geen vroegere industriële activiteiten in het plangebied bekend. Het terrein is relatief vlak en niet erosiegevoelig. Er zijn geen nieuwe bodemverstorende ingrepen gepland, noch is er een vorm van bodemvervuiling of vroegere risicoactiviteit bekend in het plangebied. De verharding (weginfrastructuur, plein, parkeerzones, bebouwing...) in de geplande situatie komt min of meer overeen met de huidige situatie in het woongebied. Bij grondverzet door bijkomende bebouwing, infrastructuurwerken of aanleg ondergrondse voorzieningen, zijn het Bodemsaneringsdecreet en Vlarebo van toepassing. Nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA van kracht. De bebouwde en verharde oppervlakten zal quasi identiek blijven tussen het BPA en het RUP. Milderende maatregelen De verharding van parkeerzones, fiets-en wandelpaden... kan deels in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden. Leemten in de kennis /

pagina 13 Effect op het water Watertoetskaarten (zie toelichtingsnota RUP): - geen erosiegevoelige gebieden - zeer gevoelig voor grondwaterstroming - niet infiltratiegevoelig - geen waterlopen - niet overstromingsgvoelig - niet in winterbedding - Op het zoneringsplan wordt het plangebied aangeduid als collectief te optimaliseren buitengebied Het plangebied is niet gelegen in een effectief overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient te worden geoordeeld dat het schadelijk effect bij de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen beperkt is: het gaat immers over de renovatie en vernieuwbouw van een bestaande woonwijk waar er geen waterproblemen bekend zijn. Desalniettemin zal de verdere toename van de bebouwde en/of verharde oppervlakte moeten worden gecompenseerd overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004). Elke aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning moet beantwoorden aan deze vereisten. Bij de verdere opmaak van het RUP zal bepaald worden welke maatregelen in functie van een vertraagde afvoer van het hemelwater worden genomen. Op het zoneringsplan is de wijk aangeduid als een groene cluster doordat de riolering nog steeds loost in de Leie wegens het ontbreken van een Aquafin-collector. Deze ontbrekende collector richting RWZI Harelbeke is momenteel in uitvoering zodat binnen enkele maanden het afvalwater effectief gezuiverd zal worden. Het rioleringsstelsel is van het gemengde type. Bij heraanleg van de wegenis dient geopteerd te worden voor een

pagina 14 gescheiden rioleringsstelsel. Nulalternatief Milderende maatregelen Bij het BPA is dezelfde regelgeving van toepassing. - een combinatie van maatregelen door hergebruik, infiltratie en/of buffering van het hemelwater - voor het afvalwater wordt het volledige gebied gefaseerd uitgerust met een gescheiden rioleringsstelsel. - Bij nieuwbouw en renovatie een gescheiden afvoer van afval en hemelwater Leemten in de kennis infiltratiecapaciteit van de bodem timing voor de aanleg van een gescheiden riolering Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren Er zijn geen gekende knelpunten in het plangebied met betrekking tot luchtkwaliteit. De bestaande sociale huurwoningen zijn zeer verouderd en slecht of niet geïsoleerd, zodat het energieverbruik en de ecologische voetafdruk bijzonder slecht scoort. Het renovatie- en vernieuwbouwproject van de sociale woonwijk kadert binnen een Europees subsidieproject voor het directoraat generaal van Transport & Energie van de Europese Unie, dat duurzame CO2 - neutrale ECO - stadsontwikkelingen nastreeft. De doelstellingen van dit Europees project bestaan hoofdzakelijk uit het realiseren van maximale reductie van de energievraag, kostenefficiënte en systeem geïntegreerde RES ( hernieuwbare energie bronnen) oplossingen, monitoren van het gebruik en het blijven engageren van overheden en inwoners voor een betere, duurzame levenskwaliteit. Bij renovatie en nieuwbouw worden de strengere eisen en energieprestatienormen gehanteerd om als voorbeeldproject te kunnen dienen. Leemten in de kennis / Nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA van kracht. Dit verouderde BPA laat geen flexibele ruimtelijke invulling toe voor de duurzame renovatie en vernieuwing van de sociale

pagina 15 Milderende maatregelen woonwijk. Hernieuwbare energiebronnen en verdere REG-technieken te onderzoeken Effect op het geluid Er zijn geen specifieke problemen inzake geluidsoverlast gekend. Bestaande geluidsbronnen als achtergrondsgeluid zijn de spoorlijn en de R8. Infrastructuur- en bouwwerken kunnen overdag tijdens werkdagen lawaaihinder betekenen, maar zijn van tijdelijke aard en te beperken in ruimte en omvang. Ambachtelijke of industriële inrichtingen zijn niet toegelaten. Leemten in de kennis / Nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA van kracht; er is op vlak van geluid geen fundamenteel verschil tov het RUP. Milderende maatregelen / Effect op het licht Er zijn geen gekende knelpunten in het plangebied met betrekking tot lichthinder. De openbare wegen in het plangebied zullen van openbare verlichting voorzien worden. Hierbij moet aandacht uitgaan naar energiezuinige verlichtingsarmaturen en een functionele verlichting van de omgeving. Het aspect van (subjectieve) veiligheid wordt, naast andere factoren, bepaald door het verlichtingsniveau. Leemten in de kennis / nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA van kracht; er is op vlak van licht geen fundamenteel verschil tov het RUP. Milderende maatregelen Beperking van de verlichting van de omgeving (geen verstrooiing naar boven toe)

pagina 16 Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap Het plangebied omvat geen beschermde monumenten, stadsgezichten of landschappen. Er is ook geen bouwkundig erfgoed binnen het plangebied. Ten westen van het plangebied ligt de Stoopsfabriek (voormalige Manchester-Spinnerij), een beschermd monument. Het plangebied omvat geen ankerplaatsen, lijn- of puntrelicten of relictzones volgens de landschapsatlas. Het plangebied behoort tot het stedelijk gebied van Kortrijk. Ten zuiden van het plangebied ligt het kanaal Bossuit- Kortrijk, dat als lijnrelict is aangeduid. Het plangebied is in het PRS geselecteerd als stadslandschap Verstedelijkte gebieden van het stedelijk netwerk regio Kortrijk. Door het ontbreken van bouwkundig erfgoed binnen het plangebied zijn er geen nadelige effecten. Het behouden en renoveren van de tuinwijk in het hart van de Venning vormt een positief punt t.a.v. het cultureel erfgoed. Het voorziene vernieuwbouwproject langs het kanaal heeft een positief effect op het beeldbepalend karakter van het kanaal Bossuit-Kortrijk, dat een belangrijk lijnrelict en open ruimte vormt in het stedelijk weefsel van Kortrijk. Het creëren van een verbrede publieke ruimte met een groene invulling langs de Spinnerijkaai draagt bij tot dit stadslandschap. Het plan respecteert ook de ontwikkeling van de groene ruimte de Venning als kleinschalig landschap binnen de stad met een hoge biodiversiteitswaarde Nulalternatief Bij het nulalternatief blijft het BPA van kracht. Dit verouderde BPA laat geen vernieuwbouwproject en geen verbrede, groene publieke ruimte langs de Spinnerijkaai toe. Leemten in de kennis / Milderende maatregelen Bij de realisatie van de voorziene bouwprojecten moet

pagina 17 voldoende aandacht uitgaan naar de architecturale vormgeving en beeldkwaliteit (te beoordelen bij stedenbouwkundige vergunningen). Effect op de mobiliteit De wijk Venning kent een goed bereikbaarheidsprofiel voor gemotoriseerd verkeer door de nabijheid van de R8 en de N43 (Gentsesteenweg). De bestaande voetgangers- en fietsersbrug over het kanaal is minderwaardig door de beperkte beschikbare hoogte onder de spoorwegbrug, maar vormt wel een verbinding naar de Sint-Janswijk (en de Kortrijkse binnenstad). De bestaande woonstraten van de wijk Venning zijn vrij rustig qua verkeer. Uit het mobiliteitsonderzoek uitgevoerd door het studiebureau Mint blijkt dat de Spinnerijkaai en de Vennestraat de drukst bereden straten zijn, maar dit is zeer relatief. In de avondspits is er sprake van een maximale verkeersbelasting van 144 pae in de Spinnerijkaai en 156 pae in de Vennestraat. Beide straten vormen dus wijkontsluitingswegen met een vrij lage verkeersbelasting. Zie ook mobiliteitsonderzoek in toelichtingsnota van het schetsontwerp RUP (in bijlage) De voorgenomen planopties (het totaal aantal woonheden zou stijgen van 163 naar maximum 200) genereren nieuw gemotoriseerd verkeer, maar de effecten hiervan zijn eerder lokaal en beperkt in omvang. De te verwachten toename van de verkeersbelasting van de woonstraten is dus zeer beperkt. In wijkontsluitingswegen zoals de Spinnerijkaai of de Vennestraat wordt de verkeersbelasting pas problematisch vanaf 500 pae. Dit aantal zal nooit bereikt worden, ook niet rekening houdende met eventuele toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in de aanpalende zones. De parkeerbehoeften van de woningen moeten op eigen terrein, collectieve parkeerzones en/of parkeerstroken

pagina 18 worden opgevangen. Er worden ook verschillende fietsers- en voetgangersverbindingen voorzien als een autonoom netwerk. Nulalternatief Leemten in de kennis Milderende maatregelen De wens voor de aanleg van een nieuwe fiets- en wandelbrug over het kanaal zal nader onderzocht worden op technische en financiële haalbaarheid. Dit wordt niet opgenomen in het gemeentelijk RUP, omdat de bevoegdheid en het beheer van het kanaal Bossuit-Kortrijk bij het Vlaamse gewest (WenZ) ligt. Bij het nulalternatief van het BPA is er nauwelijks of geen verschil te verwachten qua mobiliteitseffecten. Haalbaarheid en uitvoeringstermijn van de gewenste nieuwe fiets- en wandelbrug over het kanaal de Sint-Janswijk Hoogwaardige uitvoering publieke ruimte, met bijzondere aandacht voor fietsers en voetgangers Heraanleg Spinnerijkaai met groene fiets- en wandelboulevard langs het kanaal Herinrichting Vennestraat (optimaliseren oversteekbaarheid naar de groenzone Venning) 5.1.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/ Effect op - gezondheid en veiligheid van de mens - ruimtelijke ordening - biodiversiteit, flora en fauna - energie en grondstoffenvoorraad - bodem - water - atmosfeer en klimatologische factoren - geluid - licht - stoffelijke goederen en cultureel erfgoed - landschap - mobiliteit

pagina 19 Gezien de beperkte omvang van het plan en de beperkte ingrepen zijn er weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten. 5.2 De kenmerken van plannen en programma s 5.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen. 5.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt. Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend. 5.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling Het project draagt bij tot duurzame ontwikkeling door het voorzien van verschillende duurzame en energiezuinige maatregelen voor de sociale woonwijk. 5.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan Zie punt 5.1. 5.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap niet relevant 6 Conclusie Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een plan-mer.