Intakerapportage casus Toezicht Kalversector



Vergelijkbare documenten
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SGGV CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR

Project: Efficiënter toezicht kalverslachterij

Casus Toezicht Kalverketen Beschrijving Soll en Business Case

Plan van Aanpak Toezicht kalversector

Vitaal, Gezond en Duurzaam kalf

Instructiedocument Samenwerkingsovereenkomst

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Plan van Aanpak sectorale implementatie digitale Voedselketeninformatie (dvki)

Nieuwsbrief Vitaal Kalf

Risico s in de vleesketen. S. van Renssen

Convenant horizontaal toezicht tussen VION N.V. en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Draaiboek Praktijktest Toezicht kalversector

Instructiedocument Casus Factsheet

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast.

Masterplan Rationeel Gebruik Antibiotica van de Nederlandse Kalversector

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Voorwaarden voor het niet splitsen van varkenskarkassen voor de postmortemkeuring. code RA-81 versie 04 ingangsdatum pag.

Vragen en antwoorden toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen Versiedatum: 13 september 2016

Nieuwsbrief Vitaal Kalf

WAAROM I&R S&G. Voedselveiligheid Voldoen aan EU verordening 21/2004 met registratie van

Informatie-uitwisseling ketengarantiesystemen. Presentatie tbv EAV/EAB Zomerseminar 10 juni 2008, F.H.H. Lambi

titel BELEIDSREGEL AANLEVERINGSTERMIJN VOEDSELKETEN INFORMATIE code VKI-03 versie 5 ingangsdatum pag. 1 van 6

Kent u het bericht rechter gaat varkenstransport bekijken? 1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overeenkomst inzake de toepassing van de AV IKB Vleeskalveren 2008 Rosé Vleeskalveren. Certificerende Instantie. Kalverhouder (=UBN houder)

Instructiedocument Beschrijving IST situatie

Ik heb de Inspecteur Generaal van de NVWA opdracht gegeven om de hierbij horende maatregelen tussen nu en uiterlijk een halfjaar te implementeren.

01 Waarom moet ieder paard een paspoort hebben?

Celsius Temperatuursnormen vlees tijdens vervoer

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

KWALITEITSREGELING COMORE VEE EN VARKEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Zie mijn brief van 7 mei 2008 (28 286, nr. 215).

Workshop Ruimte voor verbeelding. ICTU / GBO 9 april 2009

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Draaiboek incident / crisismanagement in MVO keten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

MARKT of ERKEND VERZAMELCENTRUM

BIJLAGE 6: OVEREENKOMST KALVERHOUDER, KALVEREIGENAAR EN DIERENARTS IKB VLEESKALVEREN 2008

Euthanasie van lichte kalveren

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE. 1-mrt-17 N.v.t. Administratief Controleer aanwezigheid van het HACCP-systeem.

VERGADERING : OPENBAAR BESTUUR DATUM : 30 SEPTEMBER 2009 AGENDAPUNT : 3 BIJLAGE : OB : Mededelingen en ingekomen stukken

INTENTIEVERKLARING SGGV CASUS REACH. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1-sept sept-14 Gewijzigd per: 1-jul-17. Gewijzigd per: 1-juli-2018

Omzendbrief met betrekking tot de informatie over de voedselketen voor varkens.

De Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bilaterale overeenkomst melk-/rundveehouder met de `geborgde rundveedierenarts bijlage 1 van het Reglement Geborgde Rundveedierenarts

Geborgde dierenarts. Kansen en bedreigingen. Karien Koenders CvB lid varken VGV bestuur DAP Lintjeshof

Maatschappelijke issues in de veehouderij. 20 november 2013 Anne-Corine Vlaardingerbroek

Producenten Organisatie Varkenshouderij

VARKENSSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER

KONIJNENSLACHTERIJ/ UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 8 ingangsdatum pag. 1 van 6

Tabellenboek Naleefmonitor grote roodvlees slachterijen

KALVERSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5

Nederland. Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EC S-GRAVEN HAGE. Datum Onderwerp Informatie

OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage I van Reglement Geborgde Varkensdierenarts

Overeenkomst collecterende handelaar inzake de toepassing van de algemene voorwaarden Kwaliteitsregeling Vitaal Kalf

Overeenkomst inzake de toepassing van de algemene voorwaarden Kwaliteitsregeling Vitaal Kalf

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

Controleprogramma diervoeder in Nederland, 2001

Digitaal aanmelden, overdragen en inschrijven. Samenwerkingsplatform Informatie Onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vertaling. Overwegende:

Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen. Informatiemanagement en privacy 21 november 2011

Communicatieplan Energie- & CO 2

Argentijns Paardenvlees: kwaliteit en dierenwelzijn

Bron: NVWA directie Keuren, divisie O&D, afdeling O&O, team Levend vee

Eindverslag der Commissie van Rapporteurs

Specifieke toelichting op de vragen van de inspectielijst

Internationaal dierenwelzijnsbeleid

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw,

BEKENDHEID MET EN KENNIS VAN DE MATERIE AM-KEURING Locatie

code RNDA-003 versie 3 ingangsdatum pag. 1 van 7

Tabellenboek Naleefmonitor kleine/middelgrote roodvlees slachterijen (Gemiddelde naleving in de periode 1 juli juni 2018)

Private kwaliteitsborging bezien vanuit een andere sector Metatoezicht op voedselveiligheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Bedrijfsgezondheidsplan

Tabellenboek per grote roodvleesslachterij (Gemiddelde naleving per slachterij in de periode 1 juli december 2017)

Omzendbrief met betrekking tot de informatie over de voedselketen voor kalveren.

INLEIDENDE BEPALINGEN

Bedrijfsgezondheidsplan

Voorschriften module tweede verzamelslag en weideschapen

OVERZICHT TARIEVEN VWA

Convenant horizontaal toezicht. tussen het Productschap Akkerbouw (systeemeigenaar RiskPlaza) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Datum 1 april 2019 Betreft Beantwoording vragen over toezicht en handhaving binnen het domein dierenwelzijn van de NVWA

Transcriptie:

Intakerapportage casus Toezicht Kalversector Dit geanonimiseerde document is in licentie gegeven op basis van een Creative Commons Licentie.

Inhoudsopgave 1 Inleiding...4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Intakeproces... 4 1.3 Scope van de casus... 5 1.4 Achtergrond... 6 1.5 Belang van de casus voor de kalversector... 7 1.6 Belang van de casus voor toezichthouders op de kalversector... 9 1.7 Belangen en inzet van de departementen... 10 2 Huidige situatie kalverketen...11 2.1 Stapeling van Kwaliteitssystemen en controles... 11 2.2 Informatiestromen... 12 2.3 Beleefde knelpunten en oplossingsrichtingen in de kalverketen... 13 2.4 Voordelen voor alle partijen... 15 2.5 Draagvlak en focus: prioriteit voor drie knelpunten/wensen in de kalverketen... 15 2.6 Juridische toetsing... 16 3 Gewenste situatie kalverketen...17 3.1 Informatie tussen kalversector en overheid laten stromen... 17 3.2 Digitalisering informatiestromen in de kalverketen... 18 4 De casus Toezicht Kalversector...20 4.1 InfoKalf... 20 4.2 Digitalisering van de VKI- en AM-keuringen... 21 4.3 Digitalisering van de PM-keuringen en ketenkeuring... 22 4.4 Terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen... 23 5 Uitvoering Casus Toezicht Kalversector...24 5.1 Werking en doel... 24 5.2 Aanpak... 24 5.3 Roadmap en planning... 25 5.4 Organisatie casus... 25 5.5 Resultaten Sggv-casus Toezicht Kalversector... 27 5.6 Overdracht van de casus... 27 6 Initiële business case...28 6.1 Voordelen voor de kalversector en de nieuwe VWA... 28 6.2 Voordelen financieel gemaakt: besparingen na opschaling van de casus vanaf 2012... 29 6.3 Lasten als gevolg van uitvoering van de Sggv casus in de kalversector... 31 6.4 Afweging van baten en lasten... 31 6.5 Bijdrage aan algehele reductie van de administratieve lasten... 32 3

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Het ministerie van Economische Zaken (hierna EZ) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna LNV) willen de administratieve lasten voor ondernemers in de landbouwsector verminderen. Het programma Slim geregeld, goed verbonden (hierna Sggv) van EZ, dat zich richt op snellere en goedkopere informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijfsleven, is hiertoe in 2009 gevraagd te onderzoeken of in de landbouwsector mogelijkheden bestaan voor potentiële casussen. De toen uitgevoerde inventarisatie geeft als conclusie dat binnen de kalfsketen mogelijkheden bestaan om de kosten voor controle en toezicht te verlagen door verdere digitalisering en verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de kalversector en de overheid. Dit jaar hebben EZ en LNV aan Sggv gevraagd een intake uit te voeren voor deze casus. Deze intake biedt de basis voor overheden en bedrijfsleven om met Sggv de casus te starten. 1.2 Intakeproces Criteria De intake heeft tot doel de casus voor te bereiden zodat deze van start kan gaan. Dit omvat: borgen van het commitment van alle betrokkenen in het bedrijfsleven en alle betrokken overheden voor het uitvoeren van de casus; borgen dat de sector zich opstelt als initiatiefnemer voor de casus; opstellen van een schets voor de oplossingsrichting voor de casus; opstellen van de businesscase voor de casus; vaststellen dat de oplossingsrichting past binnen de wettelijke kaders; vaststellen dat de problematiek in de casus een ketenvraagstuk is, waar de aanpak van Sggv toepasbaar en van waarde is, en besluitvorming door ketenpartners en EZ (als opdrachtgever van Sggv) tot start van de casus, onder andere aan de hand van deze intakerapportage. Aanpak De afgelopen weken zijn daartoe gesprekken gevoerd met de kalversector en de toezichthouders bij de overheid. Dit om de bereidheid te toetsen om stappen te zetten die leiden tot een vermindering van de administratieve lasten in de sector en beperking van de inspectielast bij de overheid. Zowel de Algemene Inspectiedienst (hierna AID) als de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (hierna nvwa) zien mogelijkheden voor een verbeterd toezicht in de kalfsketen en zijn bereid gevonden deel te nemen aan de casus. Eventuele stappen voor verbeterd toezicht passen ook in het huidige beleid van de Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit nvwa 1 (nieuwe VWA). Gesprekken met het Productschap voor Vee en Vlees (PVV) en de VanDrie Group geven vanuit het oogpunt van de sector aanknopingspunten voor een casus ter vermindering van de keuringslast veroorzaakt door de overheid en de informatie-uitwisseling met de overheid. Door de gesprekken met de ketenpartners en inventarisatie van de genoemde aanknopingspunten is de oplossingsrichting voor de casus geconcretiseerd en is tevens de businesscase tot stand gekomen. 1 De Algemene Inspectiedienst (AID), Plantenziektenkundige Dienst (PD) en Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) fuseren. In 2012 vormen deze inspectiediensten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) één nieuwe organisatie. De integratie heeft tot doel om het toezicht te vernieuwen en tegelijk een efficiëntere en effectievere handhavingorganisatie te zijn. Als voorbereiding op de fusie per 1 januari 2012 hebben de PD, de AID en de VWA hun organisaties bijeengebracht tot een tijdelijke werkorganisatie van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nieuwe VWA). Bron http://www.vwa.nl/organisatie. 4

Er is bij alle partijen de bereidheid gevonden om in gezamenlijkheid de kansen voor verbetering in de kalverketen met Sggv vorm te geven en daarmee de eerste stap te zetten op weg naar reductie van de inspectielast in de sector. Deze bereidheid is eveneens uitgesproken op de recent gehouden werksessie met ketenpartners d.d. 30 juni 2010. 1.3 Scope van de casus De scope van de intake omvat de keten vanaf de aanvoer van kalveren, via de kalverhouder tot en met de slachterij. Verder vallen de controles van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (hierna SKV) (toezicht op de IKB Regeling Vleeskalveren en illegale groeibevorderaars en residuen) en het toezicht door AID en VWA binnen de scope. Dit om de kans op draagvlak te vergroten. * AM = ante mortem (voor het slachten), PM = post mortem (na het slachten) Figuur 1. Scope van de intake ten opzichte van de gehele kalverketen. Sggv voert op dit moment een casus Verbeterd Toezicht Vleesketen (hierna VTV) uit onder leiding van de Regiegroep Gericht Toezicht Vleesketen. De casus in de kalverketen zal hierop kunnen aansluiten. De casus VTV richt zich op het toezicht op procescriteria in de slachterij vanuit de Verordening Microbiologische Criteria (verordening (EG) 2073/2005 ) en de Verordening Dierlijke Bijproducten (verordening (EG) 1774/2002). Binnen deze casus wordt Continuous Control Monitoring (hierna CCM) voor zowel de varkensslachterijen als kalverslachterijen toegepast. De casus ontwikkelt scenario s voor de beoogde opschaling naar de gehele keten van bedrijven, meerdere toezichthouders en/of voor meerdere verordeningen. 5

1.4 Achtergrond Toezicht en kwaliteitssystemen in de kalversector Centraal in het toezicht op de kalversector staat de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven voor de kwaliteit in de keten. Bij het borgen van de kwaliteit wordt op een drietal aspecten gekeurd en toezicht gehouden: voedselveiligheid (o.a. gebruik van antibiotica) dierenwelzijn (o.a. huisvesting en transport) dierengezondheid (o.a. hart- en longafwijkingen) Voor deze drie aspecten zijn Europese verordeningen opgesteld en vertaald naar een nationale uitvoering van het toezicht. De eerstelijnskeuring en -toezicht doet de sector zelf. IKB Vleeskalveren is het kwaliteitssysteem van de kalversector en betreft de uitvoering van het Kalverbesluit (kalverhouderijen) en VKI (Voedselketeninformatie) voor de aanvoer van kalveren op de slachterijen. De slachterijen voeren zelf primair de keuringen uit, maar conform Europese regelgeving wordt elk kalf door een dierenarts van de nieuwe VWA gekeurd. Na slachting ziet een dierenarts toe op de keuring van de karkassen. Uitvoering van de vele verordeningen op de drie kwaliteitsaspecten levert een veelheid aan toezicht- en kwaliteitssystemen op. In Tabel 1 is een beknopt overzicht opgenomen van de toezichthoudende organisaties, verordeningen, controles en kwaliteitssystemen in de kalversector. Verderop komen deze namen en begrippen in context terug. Controlerende instantie (aandachtspunt) Wet Systemen Controles SKV (voorschriften IKB Kalverbesluit (huisvesting) SKV-database Erkenningcontrole (1x) Regeling Vleeskalveren) Hygiëne verordeningen Jaarlijkse controle (3800 x 1 uur) SKV (voorschriften IKB Regeling Import vee en vlees Transportverordening GT-SKV 5% controle op transporten en aanmelding bij Dienst Vleeskalveren) Regelingen Nieuwe VWA (welzijn en voedselveiligheid) Transportverordening Kalverbesluit Hygiëne verordeningen Richtlijn 96/23 EG ISI Jaarlijkse Steekproef 10% alle bedrijven (380 x 8 uur) Nationaal Plan Nieuwe VWA Hygiëne verordeningen RSG (register Controle VWA dierenarts in (voedselveiligheid) Levensmiddelen hygiëne slachtgegeven) de slachthuizen voor en na elke slacht (1,5 milj. slachtingen) Dienst Regelingen (registratie) Bedrijf in Kalversector Wet Regeling I&R I&R Aanleveren gegevens per Systemen kalf bij geboorte en verplaatsing 6

Kalverhouder VanDrie Group (integratie van kalverhouderijen en slachterijen) HACCP (Europese voedsel- veiligheidsvoorschriften voor bedrijven) HACCP (Europese voedselveiligheidsvoorschriften voor bedrijven) Bedrijfssysteem met VKI (Voedsel Keten Informatie Safety Guard (kwaliteitssysteem voor bewaken voedselkwaliteit en diergezondheid) Tabel 1. Toezichthoudende organisaties, verordeningen, controles en kwaliteitssystemen in de kalversector. Economisch belang kalversector Export is voor de Nederlandse kalversector van groot belang. De cijfers laten zien dat het overgrote deel van het geslachte kalfsvlees naar het buitenland gaat. Parameter Aantal Aantal bedrijven in de keten 2.500 Aantal vleeskalveren 900.000 Aantal slachterijen 5 (grote) Aantal slachtingen 1,5 milj Export kalfsvlees 200.000 ton Waarde van de export > 1 miljard euro Tabel 2. Overzicht van de productie en export van de kalversector in 2008 (bron: PVV kengetallenfolder 2008). Vanwege het belang van export voor de sector is de license to produce voor de kalverketen van groot belang. Uitbraak van dierziekten met als gevolg een exportverbod naar andere landen vormt een groot afbreukrisico voor de kalversector en raakt daarmee de Nederlandse export gevoelig. Een exportverbod raakt de slachterijen onevenredig hard. Naast de directe kosten van niet geëxporteerd vlees kost het herstel van imago in de markt nodige tijd en geld. De consequenties van de sancties van de EU op niet voldoen aan de hygiëne en dierwelzijn richtlijnen kunnen voor individuele kalverhouderijen ook erg groot zijn, doordat bij overtreding de slachtpremies niet of gedeeltelijk worden toegekend. 1.5 Belang van de casus voor de kalversector Het initiatief voor de inhoud van de casus ligt bij de sector. Dit betekent dat het belang van de sector voorop staat in de mogelijke verbeteringen in de informatieverwerkende processen in de keten en de uitwisseling van informatie met toezichthouders. Hieronder passeren de stakeholders in de kalverketen. 7

Productschap Vee en Vlees (PVV) Het PVV neemt continu initiatief de informatievoorziening in de keten te verbeteren. Naast de digitalisering van de VKI en vooraanmelding van aanvoer van jonge kalveren, staat nu het digitaliseren van het medicijngebruik (antibiotica) op stapel. Het PVV ziet kansen op verbetering in de informatie-uitwisseling met de overheid, maar dan wel met voordelen voor beide partijen. Dit betekent concreet dat extra informatie voor VWA en AID, wat het PVV betreft, zou moeten leiden tot het verminderen van controles en daarmee verlagen van de kosten. Daarbij staat het PVV open voor bonus-malustoezicht: bedrijven met een hoog risico intensiever controleren en bedrijven met een laag risico minder controleren. Het PVV ziet mogelijkheden bij het ontdubbelen van de controles op illegale groeibevorderaars op de boerderij en op residuen in de slachterij. De opslag van de monsterresultaten in de SKVdatabase (IKB Regeling Vleeskalveren) maakt het mogelijk deze te delen met de VWA. Dit kan een deel van de controles uit het Nationaal Plan vervangen. Het PVV ziet met de AID graag stappen gezet worden op het terrein van samenwerking inzake preventie van dierziekten bij import van jonge kalveren. VanDrie Group De VanDrie Group is voorstander van een verdere vereenvoudiging en transparantie in de controles en keuringen op de kwaliteit in de kalverketen. Dit alles in het belang van een continue productie en export. Een duidelijk doel is de vermindering van de kosten van controles en keuringskosten, bijvoorbeeld vereenvoudiging van de AM-keuring (ante mortem, voor het slachten) door meer voorbereiding van de eigen stalmeester zodat onder de verantwoordelijkheid van een dierenarts deze keuring door een assistent toezichthoudend dierenarts kan worden uitgevoerd. De VanDrie Group ziet het liefst dat de gegevens uit het SKV-systeem (illegale groeibevorderaars en residuen, vooraanmelding importen en VKI-info) door de overheid benut worden voor toezicht op Europese regelgeving en bij calamiteiten. Tot noch toe was de indruk dat hiervoor terughoudendheid bestond. Transparantie en hergebruik van gegevens staat voorop. De VanDrie Group is voorstander van verdere verbetering van gegevensuitwisseling met de overheid. Zo beschikt de VanDrie Group samen met de andere kalverhouders via GT-SKV (Garantie Traceringsysteem-SKV), over importgegevens van alle in Nederland geïmporteerde nuchtere kalveren, die direct voor I&R registratie kunnen worden benut. Dit bespaart de kalverhouders een extra aanmelding bij I&R. De VanDrie Group constateert dat transport van kalveren een maatschappelijk issue is, en daarom urgent is. Zo heeft de VanDrie Group de wens transport gegevens via GT-SKV zelf te melden aan LNV, dan hoeft de kalverhouder dit niet te doen. De VanDrie Group ziet kansen voor verbetering in de samenwerking met de overheid en hoopt op een positieve start van de casus met Sggv. 8

Figuur 2. Scope kalverketen 1.6 Belang van de casus voor toezichthouders op de kalversector De toezichthouders op de kwaliteit in de kalverketen hebben als ultiem belang de handhaving van de regelgeving op het dierenwelzijn, de dierengezondheid, de volksgezondheid en de duurzaamheid van de kalversector. Hiervoor voeren de AID en VWA de Europese wetten uit in een Nationaal Plan. AID De AID stelt vast dat de SKV in 2009 de normen voor welzijn op de kalverbedrijven beter heeft toegepast en daarop gecontroleerd. Dit geeft vertrouwen en biedt de basis voor een arrangement op afstand in de primaire sector voor zowel toezicht op hygiëne als op welzijn. Dit past in de beweging die de AID nu maakt in het kader van de fusie met VWA tot de nieuwe VWA (nvwa). VWA De VWA voert controles uit in de kalversector. De focus ligt bij de VWA op toezicht op groeibevorderaars, hygiënecode (HACCP), medicijngebruik, welzijn, voedselveiligheid en diergezondheid. Daarin staat de verantwoording naar Europa centraal. Jaarlijks voert de VWA het Nationaal Plan uit om kwaliteit in de kalversector te handhaven en te voldoen aan de controleplicht vanuit de EU. De VWA ziet een mogelijke verbetering in het toezicht op de levende keuring aan de poort van de slachterij. Dit is een intensieve keuring die bij niet toelaten tot het slachtproces leidt tot veel schade voor de sector. Indien de VWA kan beschikken over informatie uit een robuust kwaliteitssysteem van de sector zelf met betrekking tot de diergezondheid en het dierwelzijn, is het mogelijk de intensiteit van het toezicht bij de levende keuring voor de slacht (Ante Mortem, AM) te reduceren. VWA blijft conform de huidige wetgeving altijd de levende keuring uitvoeren. 9

Verder ziet de VWA mogelijkheden in het terugkoppelen van de resultaten van de PM-residuen (Post Mortem, na het slachten) monstercontroles en slachtkeuringsbevindingen. De IKB Regeling Vleeskalveren en de uitvoering daarvan door de SKV vormen voor de VWA het vertrekpunt voor verbeteringen. Wel ziet de VWA graag dat middels de SKV de IKB Regeling Vleeskalveren in de praktijk robuust is, per kalf een dossier wordt opgebouwd (rugzakje) en de informatiestromen in de keten toegankelijk zijn voor de VWA. 1.7 Belangen en inzet van de departementen Zowel voor het ministerie van Economische Zaken als voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bieden de mogelijkheden voor een potentiële casus perspectief. Uiteraard passen de contouren van de casus in het beleid van beide departementen om te komen tot verdere reductie van de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven. Ook passen de mogelijkheden van de casus in het streven van het Programma Vernieuwing Rijksdienst in het streven naar een kleinere en slagvaardiger overheid. Daartoe biedt EZ via het Sggv-programma graag de mogelijkheden voor ondersteuning. Ook LNV kent in dit kader een aantal ondersteuningsprogramma s, waaronder het DDV-programma. De casus wordt in ieder geval met steun van LNV uitgevoerd. LNV zal daarenboven in de komende periode nagaan of ondersteuning vanuit deze programma s tot de mogelijkheden kan behoren. 10

2 HUIDIGE SITUATIE KALVERKETEN 2.1 Stapeling van Kwaliteitssystemen en controles De keten in de kalversector is naar analogie van de rundveesector ingericht. Centrale schakel in de keten zijn de kalverhouderijen. Daar worden de kalveren (blank en rosé) gemest tot het juiste gewicht en gaan vervolgens naar het slachthuis. Na de slacht splitst de keten zich in het bewerken van het vlees of het verwerken ervan in vleesproducten. Tenslotte ligt het in de schappen van de retail, of indien het bij de slacht is afgekeurd bij het destructiebedrijf of verwerkingsbedrijf. Naast de bedrijven die onderdeel zijn van de keten zijn er ook toeleveranciers (o.a. diervoeders), dierenartsen en dienstverleners (o.a. transporteurs en handelaren). Figuur 3. De Kalverketen. De kalversector kent een eigen kwaliteitssysteem IKB Vleeskalveren. IKB Vleeskalveren kent intensieve informatiestromen, zowel binnen de keten als vanuit de keten naar de controlerende (toezichthoudende) instanties AID en VWA. Binnen IKB Vleeskalveren voert de SKV jaarlijks controles uit bij alle kalverhouderijen en registreert deze informatie in de eigen database. Bij Dienst Regelingen (een agentschap van het ministerie van LNV, hierna DR) moet elk kalf aangemeld en in I&R geregistreerd zijn. Daarnaast voeren AID (kalverhouderijen en verzamelplaatsen) en VWA (slachthuizen en diervoeders) controles uit op het dierwelzijn en de diergezondheid (illegale groeibevorderaars en ziektes). Dit brengt administratieve lasten met zich mee voor de kalverhouderijen en controlekosten voor de slachterijen. De kalverketen kent via de VanDrie Group een sterke ketenregie. Dit betekent dat processen van de kalverhouderij en de productie van de slachthuizen en be-/verwerkingsbedrijven zijn geoptimaliseerd. 11

Het gaat zover dat ook de levering van diervoeders en het transport naar de destructiebedrijven in één hand is. 2.2 Informatiestromen De informatievoorziening binnen de keten is gericht op het vergroten van het rendement en de kwaliteit van de slachterij. In de praktijk betekent dit dat informatie bedoeld voor de handhaving alleen binnen de schakel (kalverhouderij en slachterij) beschikbaar is. Vanaf 1 januari 2009 is het volgens EU-verordening 853/2004 ook verplicht om relevante informatie over de gezondheid en voedselveiligheid van kalveren mee te leveren bij aflevering voor de slacht. Dit wordt Voedsel Keten Informatie (VKI) genoemd. VKI is een verplichting voor de kalverhouder. Bij de controle aan de poort (de stal) van het slachthuis moet voor elk kalf een VKI-formulier beschikbaar zijn. Dit formulier moet de transporteur overhandigen aan de controleur van de slachterij. De informatie is deels digitaal en deels op papier beschikbaar. Het slachthuis doet in eerste instantie een oordeel over de VKI. Daarna wordt het aan de VWA-dierenarts voorgelegd: de VWA-dierenarts verifieert als het ware de beslissing van het slachthuis en kan eventueel daarna de beslissing van het slachthuis corrigeren. De controlerende dierenarts in de stal kan gebruikmaken van de VKI-informatie, in de praktijk gebeurt dit niet altijd. De gegevens voor diergezondheid en transport die bij de VanDrie Group aanwezig zijn, zijn niet beschikbaar voor de VWA en de AID. De informatie uit controles wordt op verschillende plaatsen geregistreerd. Zo heeft de SKV een eigen database en de AID het digitale dossier, mede gebaseerd op I&R gegevens (DR). VWA doet eigen risicoanalyses op administraties van de slachthuizen. De VWA en de AID hebben minimale inzage in de gegevens van de SKV. Figuur 4. Informatiestromen in de kalverketen (huidige situatie) 12

In de huidige situatie is dus sprake van een stapeling van kwaliteitssystemen en controles in de kalversector en daarmee voor de overheid. Deze sluiten onderling onvoldoende aan en wisselen niet of nauwelijks informatie uit. Er zijn kwaliteitssystemen bij de kalverhouder, VanDrie Group en de SKV. De controles worden uitgevoerd door de SKV, de AID en de VWA. Vooral bij de kalverhouder en de slachterij vinden er controles plaats door de SKV en de VWA/AID. Het zijn in feite geen dubbele controles maar het gebeurt vanuit verschillende verantwoordelijkheden: zelfcontrole door de SKV en uitvoering van het Nationaal Plan door de VWA/AID). Dit betreft de controle op illegale groeibevorderaars op de kalverhouderij en de controle op residuen in de slachterij (gegevens Nationaal Plan residuen). De nieuwe VWA slaat alle controle en keuringsbevindingen op in de database van het VWA-lab en RSG (Register Slachtgegevens) met de bevindingen van de slachtkeuringen. Ook zijn er private certificerende instellingen, die bedrijven als de VanDrie Group certificeren voor bijvoorbeeld HACCP. Er ligt een overlap tussen datgene wat de VWA controleert en wat bedrijven als de VanDrie Group laten certificeren. De VanDrie Group hanteert een eigen kwaliteitssysteem Safety Guard. Hiermee is de VanDrie Group in staat elk stuk kalfsvlees terug te traceren tot de kalverhouderij of nog verder terug van GT-SKV naar de buitenlandse NUKA (veehouder van Nuchtere Kalveren). De VanDrie Group maakt voor haar slachtproductie gebruik van de digitale VKI-gegevens van de SKV. De SKV heeft de beschikking over de slachtgegevens uit de slachterij. 2.3 Beleefde knelpunten en oplossingsrichtingen in de kalverketen Uit de gesprekken met de sector zijn een aantal knelpunten en gerelateerde wensen naar voren gekomen. In onderstaand schema zijn er 5 knelpunten/wensen weergegeven. Figuur 5. Knelpunten en wensen van de sector in de kalverketen. 13

Het gaat om de volgende knelpunten/wensen: 1. Voorkomen dubbele controles en verminderen van keuringskosten Concreet gaat het om de monstercontroles bij de kalverhouders voor illegale groeibevorderaars en de PM- monstercontroles op residuen in de slachterijen. Deze vallen binnen het Nationaal Plan van de VWA, EU richtlijn 96/23, maar vormen ook onderdeel van de geregelde SKV controles (Monitoring Kritische Stoffen Kalf). De wens van de sector is dat de SKV de monstercontrole doet en de VWA daarop toezicht houdt. Dit betekent dat moet worden bekeken onder welke voorwaarden het Nationaal Plan kan worden aangepast en hoe de SKV-controles gebruikt kunnen worden binnen het kader van de Europese regelgeving. Bij enkelvoudige monstercontrole op het boerenerf en in de slachterij treedt er een besparing op van toezichtkosten. Een andere mogelijkheid is het laten uitvoeren van de levende keuring (AM-keuring) door een officiële assistent onder verantwoordelijkheid van de dierenarts (locatieverantwoordelijk). Dit verminderd de keuringskosten per slachting. 2. Benutting van informatie over import van jonge kalveren Binnen het huidige Garantie Traceringsysteem van de SKV is het mogelijk digitaal importgegevens van nuchtere kalveren ter beschikking te stellen aan de AID en de VWA voor toezicht op de invoer van kalveren. Deze gegevens kunnen ook worden gebruikt in tijden van calamiteiten (bij uitbraak van dierziekten). Dezelfde gegevens kunnen ook namens de kalverhouders digitaal als I&R gegevens aan DR worden verstrekt. 3. Uitwisseling van het VKI Beeld De kalveren gaan per koppel van de kalverhouderij met transportwagens naar de slachterij. Bij de poort van de slachterij vindt de levende keuring plaats. De slachterij voert zelf een controle uit op de correcte aanvoer van gezonde en schone kalveren. De dierenarts in de stal van het slachthuis verifieert de VKI-gegevens die horen bij de aangevoerde kalveren die door het slachthuis moeten worden aangeboden en keurt fysiek de kalveren op volksgezondheid, diergezondheid en welzijn. Afkeuren (niet tot de slacht toelaten) van een kalf leidt tot afkeuren van de aangevoerde kalveren en levert bij niet tijdige ontdekking grote financiële schade op. De VKI- gegevens zijn reeds digitaal beschikbaar voor het slachthuis en de SKV maar zijn niet digitaal beschikbaar voor de VWA. De VKI gegevens voor het VKI-beeld van de VWA hebben betrekking op voedselveiligheid. Indien de VWA voorafgaand aan de levende keuring kan beschikken over informatie uit een robuust kwaliteitssysteem met informatie over diergezondheid en dierenwelzijn is het mogelijk om gebaseerd op risico bij AM- en/of PM- keuringen de uitval te beperken en daarmee de keuringskosten en gevolgschade te verminderen. De kern is dat binnen een koppel kalveren een afwijkend kalf kan worden geïdentificeerd. Dit betekent dat vastgesteld moet worden welke gegevens nodig zijn om het VKI Beeld compleet te maken. Anderzijds bevat de VKI-systematiek ook een terugkoppeling door de VWA van slachtkeuringsbevindingen ten behoeve van de leverancier. Dit laatste wordt momenteel niet gerealiseerd. De kalversector wil binnen haar mogelijkheden meewerken aan de uitwisseling van VKI-gegevens, maar ook al die gegevens die wettelijk verplicht zijn en kunnen bijdragen aan een betere keuring in de slachterijen (AM en PM). 4. Terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen door de nieuwe VWA De kalversector heeft behoefte aan de slachtbevindingen, die de nieuwe VWA heeft vastgelegd. Dit zijn de resultaten van keuringen en onderzoeken, die in het primaire proces van de slachterij zijn gehouden. Met de ter beschikkingstelling van deze informatie zijn de kalverhouderijen in staat hun kalveren gezonder en schoner aan te voeren bij de slachterij. Dit levert de kalverhouder een hogere prijs op per kilogram kalfsvlees. 14

5. IKB-controles op welzijn Deze controles worden zowel door de SKV als de AID uitgevoerd. De sector wil graag op termijn met de AID en de VWA komen tot eenduidige afspraken over controles en ketentoezicht op het gebied van welzijn in de geest van de huidige juridische regelgeving. Hiervoor biedt de bestaande versterkte handhaving van de welzijnsnormen binnen IKB Vleeskalveren een vertrouwenwekkend aanknopingspunt. De AID herkent de verbeterde handhaving binnen de IKB Regeling Vleeskalveren en ziet mogelijkheden voor een toezichtarrangement. Voor de sector is het welzijn van de kalveren dus van belang, maar op dit moment de minst relevante van de verbeterpunten, ook gelet op de mogelijk aanzienlijke wijziging in de nabije toekomst door de nieuwe Welzijnsmonitor Vleeskalveren. 2.4 Voordelen voor alle partijen Het oplossen van bovengenoemde knelpunten en het honoreren van de wensen levert voordelen op voor alle betrokken stakeholders. De sector ziet het aantal controles verminderen. Het PVV kan de kalverhouders voorhouden dat in ruil voor extra VKI-gegevens naar de overheid, zij en de SKV wint bij digitale informatie over VWA-slachtkeuringen. IKB Vleeskalveren krijgt meer status binnen de sector en bij de overheid doordat meer gegevens daarin raadpleegbaar zullen zijn. Voor de VanDrie Group is de eenvoud en transparantie van de controles in de slachterij een grote winst. Niet alleen minder kosten bij de levende keuring en de residuenbemonstering, maar ook een grotere zekerheid op consistentie in de productie. Voor de AID en de VWA bieden afspraken rond het GT-SKV, de VKI en welzijn de mogelijkheid de jaarlijkse inspectiearrangementen efficiënter in te richten (daarvoor is bijstelling van het Nationaal Plan van de VWA benodigd) en daarmee het aantal inspecties en inspecteurs te verminderen. Dit past in de taakstelling van de nieuwe VWA en sluit aan bij het eigen programma tot verbetering van het toezicht. 2.5 Draagvlak en focus: prioriteit voor drie knelpunten/wensen in de kalverketen In de voorgaande paragraaf zijn 5 knelpunten/wensen genoemd voor verbetering van het toezicht op de kalversector. Voor de uiteindelijke casus zijn hieruit de knelpunten/wensen naar voren gekomen, waarvoor draagvlak is bij alle partijen en die realiseerbare voordelen opleveren. Na een nadere analyse van de oplossingen voor de 5 knelpunten/wensen blijkt dat: het Voorkomen van dubbele controles voor wat betreft de monsternames in het kader van het Nationaal Plan moeilijk realiseerbaar is. De nieuwe VWA geeft aan dat er niet veel mogelijkheden zijn; overheidsmonsters blijven overheidsmonsters. De EU staat niet toe dat een derde partij dat doet. De Nationaal Plan-monsters zijn bedoeld als check op de normale (private) keuringen. De EU schrijft voor dat deze door de VWA worden uitgevoerd; de Benutting van informatie over import van jonge kalveren blijkt van een andere orde dan de overige knelpunten/wensen. Door de relatie met import en de stakeholder DR is vereist dit mogelijk op zich een casus. Sggv wil hierover het gesprek met de VanDrie Group voeren, en; bij de IKB controles op welzijn rond welzijnsarrangementen vindt de sector dat het nu niet het moment is om daar in het kader van Sggv stappen te ondernemen. Hiermee richt de focus van de casus zich op het verminderen van de keuringskosten in de slachterij (AM- en PM-keuringen) (1), digitalisering en uitwisseling van VKI gegevens (3) en terugkoppeling van 15

slachtkeuringsbevindingen (4). Verder blijkt uit de eerste analyse dat de beschikbaarheid van VKIgegevens voor de VWA en het verminderen van de keuringskosten bij de AM-keuring nauw met elkaar samenhangen. Dit resulteert in een Sggv-casus met focus op drie verbeteringen: 1. het benutten van de digitale VKI voor de AM-keuring op de slachterij, met een focus op relevante VKI-informatie voor de AM, die de drie aspecten voedselveiligheid, dierenwelzijn en dierengezondheid omvatten. Deze uitgebreide VKI heet VKI+; 2. het terugkoppelen van slachtkeuringsbevindingen door de nieuwe VWA aan de kalversector, en; 3. het benutten van de digitale AM-gegevens van de slachterij voor de PM-keuring door de nieuwe VWA. Voordat deze drie gewenste verbeteringen binnen een Sggv-casus worden uitgewerkt is het goed een beeld te schetsen van de gewenste situatie van de informatiehuishouding in de kalverketen. Deze is bepalend voor de oplossingsrichting van de verbeteringen. 2.6 Juridische toetsing Volgens de ketenpartners zijn de gewenste 3 verbeteringen passend te realiseren binnen de bestaande wet en regelgeving. Bij de definitieve vormgeving van de casus en de specifieke uitwerking van de thema s zal dit meer in diepgang worden onderzocht. 16

3 GEWENSTE SITUATIE KALVERKETEN 3.1 Informatie tussen kalversector en overheid laten stromen De kern van de huidige problematiek is dat beschikbare informatie in de kalverketen niet wordt uitgewisseld en daarmee innovaties in het toezicht op de kalversector en lastenreducties worden verhinderd. Om de informatie te kunnen laten stromen is digitalisering nodig van de informatie rond controles en keuringen. Daarnaast is een centrale voorziening nodig waarlangs sector en overheid elkaars gegevens kunnen uitwisselen. Er is letterlijk verbinding nodig, maar ook overdrachtelijk. Doordat de sector laat zien dat zij zich in de praktijk aan de gemaakte afspraken met de nieuwe VWA houdt, zal de nieuwe VWA meer bereid zijn stappen te zetten in de richting van risicogebaseerd toezicht. Momenteel verloopt dit proces moeizaam. De basis voor het laten stromen van de informatie ligt gelegen in de wil van alle partijen elkaar het vertrouwen te gunnen en via kleine concrete resultaten deze ook te bekrachtigen. De oplossingsrichting voor de voorgestelde verbeteringen in de controles en informatievoorziening is gebaseerd op een voorziening die de informatie-uitwisseling tussen sector en overheid borgt. InfoKalf van de SKV kan hierin voorzien. InfoKalf kan de digitale verbinding tussen kalversector en overheid gaan vormen (zie figuur 6.). Zowel sector als overheid blijven ieder vanuit hun eigen belang en verantwoordelijkheid informatie over kwaliteitsparameter in de kalverketen registreren en benutten. Door uitwisseling via InfoKalf hebben zowel overheid als sector de beschikking over elkaars gegevens. Figuur 6. Ontsluiten informatie tussen kalversector en overheid met InfoKalf. 17

Als er eenmaal zo n voorziening is, zal bij toenemend vertrouwen het aantal uitwisselingen van gegevens groter worden. Dit opent de weg voor verdere lastenreductie en innovaties in de kalversector. Deze leiden tot vernieuwde processen die de kalversector transparanter en rendabeler maken. Voor de nieuwe VWA opent dit de weg naar risicogebaseerd en gerichter toezicht. Ketenpartners hebben de volgende uitgangspunten voor de ontsluiting van informatie via InfoKalf genoemd: Kalversector Met betrekking tot de kalversector zijn de volgende uitgangspunten genoemd: de sector voert consistent zelfkeuring (gezondheid, welzijn en voedselveiligheid) uit op primaire bedrijven en slachterijen. Dit kan middels IKB Regeling Vleeskalveren; de sector stelt VKI-informatie ter beschikking aan de nieuwe VWA; actuele informatie bij keuring en toezicht wordt digitaal beschikbaar gesteld aan de nieuwe VWA; de sector stelt de gegevens beschikbaar aan de overheid, door deze in de centrale voorziening toegankelijk te maken voor de VWA en de AID. De sector blijft eigenaar van de gegevens; de centrale voorziening dient ook voor de terugkoppeling van toezicht gegevens van de VWA en de AID naar de sector; leren van bestaande centrale voorzieningen in de runderketen en schaapketen. Naar analogie daarmee ligt een InfoKalf als centrale voorziening voor de hand; de gegevens binnen InfoKalf zijn beschermd voor concurrenten. Nieuwe VWA Met betrekking tot de nieuwe VWA zijn de volgende uitgangspunten genoemd: de nieuwe VWA stelt slachtkeuringsbevindingen ter beschikking aan de kalversector; de nieuwe VWA helpt mee met het mogelijk maken van een ATDA op de AM keuring. Streven is met de ATDA het aantal AM uren te reduceren, maar de locatie dierenarts blijft eindverantwoordelijk voor de AM keuring; de nieuwe VWA digitaliseert haar eigen AM- en PM-bevindingen. Algemeen geldt dat voor een goede werking van InfoKalf er heldere afspraken nodig zijn over toegang, inzage en gebruik van gegevens uit InfoKalf. 3.2 Digitalisering informatiestromen in de kalverketen De voorgestelde ontsluiting van de informatie en verdere digitalisering en aanpassing van de ketenprocessen heeft consequenties voor de informatiestromen tussen kalverhouder, slachthuis, de VWA, de SKV en de VanDrie Group. Voor de gegevensuitwisseling tussen kalversector en overheid is inrichting van InfoKalf gewenst. Dit naar analogie van InfoRund en InfoSchaap. InfoKalf is een voorziening waarmee gegevens tussen kalversector en overheid kunnen worden uitgewisseld. 18

Figuur 7. Gewenste digitalisering informatiestromen in de kalversector. De informatie in de keten wordt via InfoKalf realtime geactualiseerd. Op dit moment zit de meeste sectorbrede informatie in de database van SKV (IKB Kalf). Het ligt voor de hand dat InfoKalf rond de SKV-database wordt opgezet en/of daarmee samenvalt. Vanuit InfoKalf kunnen alle ketenpartners over kalversectorgegevens beschikken. Dan ontstaat de situatie dat vanuit hun eigen verantwoordelijkheid zowel de nieuwe VWA als de SKV als de VanDrie Group als de overige bedrijven binnen de sector dezelfde informatie kunnen benutten voor handhaving van de kwaliteit in de keten en het toezicht daarop. Dit bevordert de transparantie en innovaties in de keten en maakt het mogelijk snel in te grijpen bij afwijkingen en calamiteiten. Voor de verbeterde ontsluiting en digitalisering zijn de volgende aanpassingen nodig: digitale beschikbaarheid VKI+ bij de VWA voorafgaand aan de slachting; nauwgezette uitvoering van de VKI+ beoordeling en analyse eigen keuring door het slachthuis; digitale beschikbaarheid van AM-resultaten bij PM-keuringen; kunnen en mogen uitvoeren van zichtkeuringen als onderdeel van een ketenkeuring; digitale registratie van PM-bevindingen; digitale terugkoppeling van slachtkeuringsbevindingen van de VWA aan slachterij en kalverhouderij, en; aanpassing van de AM- en PM-keuringssystematiek middels protocollen voor VKI+ en Ketenkeuring. 19

4 DE CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR De voorgestelde oplossingsrichting voor de ontsluiting en digitalisering van de informatiestromen in de kalverketen, om de drie benoemde knelpunten op te lossen, vormt de basis van de architectuur voor de Sggv-casus Toezicht Kalversector, dat aan de sector en overheidsinstanties kan worden voorgelegd. Figuur 8. Opties voor de Sggv-casus Toezicht in de Kalversector. Op basis hiervan kunnen een viertal opties aan de orde komen: 1. InfoKalf voor informatie-uitwisseling tussen kalversector en overheid (prototype); 2. digitalisering van de VKI+ en AM-keuringen (gebruik VKI+ bij AM); 3. digitalisering van de PM-keuringen en invoering ketenkeuring (gebruik AM-gegevens), en 4. digitalisering slachtkeuringsbevindingen nieuwe VWA (terugkoppeling naar de kalversector). Deze opties worden in de volgende paragrafen uitgewerkt. 4.1 InfoKalf Met InfoKalf als centrale voorziening voor de informatie-uitwisseling in de kalversector is de sector in staat te innoveren en is de nieuwe VWA in staat risicogebaseerd gericht toezicht te organiseren en/of het bestaande toezicht efficiënter uit te voeren. Deze voorziening is gesitueerd bij de sector. De SKV (slachterij) plaatst relevante VKI-informatie op het platform en de VWA-dierenarts kan inkijken tijdens de AM- en PM-keuringen. Anderzijds kunnen de kalverhouders en slachterijen via InfoKalf digitaal beschikken over de slachtkeuringsbevindingen. 20

Voor het realiseren van deze voorziening voor informatie-uitwisseling en de bijbehorende koppelingen zijn eenmalige investeringen nodig en zullen exploitatielasten ontstaan. De investering kan beperkt blijven door aansluiting te zoeken bij de resultaten van de bestaande Sggv-casus Toezicht Vleesketen. 4.2 Digitalisering van de VKI- en AM-keuringen Huidig keuringsproces (AM en PM) Op grond van de EU-verordeningen 853/2004 en 854/2004 mogen alleen kalveren worden geslacht die levend zijn gekeurd door een keuringsdierenarts (VWA dierenarts of practitioner) of door een ATDA (assistent toezichthoudend dierenarts), onder verantwoordelijkheid van de op het bedrijf aanwezige toezichthoudende dierenarts. Alle aangevoerde dieren ondergaan een AM-keuring. Jaarlijks vinden 1,5 miljoen aanvoeren en slachtingen plaats. De kalveren worden gekeurd op voedselveiligheid, diergezond en dierwelzijn. De kalverhouder zendt voedselketeninformatie (VKI) met de kalveren mee. De VKI-gegevens moeten conform de EU-wetgeving vóór de aankomst op het slachthuis zijn aangeleverd: de slachterij moet de VKI m.b.t. de te slachten dieren opvragen; de slachterij moet de informatie controleren en er actief gebruik van maken, en de slachterij moet de informatie na beoordeling (en voor de slacht) aan de VWA ter beschikking stellen. Het slachthuis is verplicht gezonde en schone dieren aan te voeren. De medewerkers van het slachthuis moeten de dieren beoordelen en een analyse maken van de VKI-gegevens. Samen met de beoordeling van het slachthuis en de VKI-gegevens worden de kalveren ter keuring aangeboden aan de dierenarts (AM) in de stal. De resultaten van de AM-keuring bepalen de slachtlijn, dat wil zeggen het vervolgproces na de dood van het kalf. Na de slacht worden alle karkassen tijdens de PM-keuring door medewerkers van de KDS (BV Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector) met behulp van voorgeschreven insnijdingen gekeurd. De dierenarts (PM) in de hal houdt toezicht op de verwerking van de karkassen en registreert afwijkingen, geeft opdracht tot onderzoeken (antibiotica of bacteriologisch) en stuurt het slachtproces bij ingeval van afwijkingen. De dierenarts in de hal wordt bijgestaan door een officiële assistent (ATDA) die helpt bij registratie en aanvragen voor onderzoeken. Figuur 9. Huidige situatie AM- en PM-keuringen. 21

Digitaal VKI en verbetering AM-keuring Bij digitale beschikbaarheid van VKI en een betrouwbare aanlevering van kalveren aan de AM-keuring door het slachthuis is het mogelijk dat de AM-keuring wordt verricht door een ATDA. Deze vervangt de dierenarts AM, alleen indien er ten minste één dierenarts aanwezig is. Als daarnaast de AM-gegevens digitaal beschikbaar zijn voor de PM-keuringen kunnen keuringen sneller worden verricht of is het mogelijk te werken met zichtkeuringen als onderdeel van de ketenkeuring. Ketenkeuringen betekenen minder insnijdingen door keurmeesters van KDS. Indien de dierenarts (PM) digitaal kan beschikken over MKS-, VKI- en AM-gegevens is deze in staat nauwkeuriger en gerichter toezicht te houden op de PM-keuring. Als de dierenarts de slacht keuringsbevindingen digitaal kan registreren geeft dat ruimte voor de ATDA (PM) om bij aanvoer de AM- keuring te verrichten en levert dat in eerste instantie tijdswinst op. Digitalisering van VKI- en keuringsgegevens en uitwisseling daarvan met de VWA bij volledige vervanging van de AM-keuring door een ATDA levert een vermindering op van de keuringslast ter waarde van één voltijds dierenarts op jaarbasis per slachterij. Een tussenstap kan worden gezet door de dierenarts (AM) te vervangen door een ATDA (AM), indien het bedrijf over een robuust kwaliteitssysteem beschikt met informatie over diergezondheid en dierenwelzijn (VKI+). Voorwaarde voor deze procesverbetering is dat er voldoende zelfregulerend vermogen is in de slachterij om deze veranderde invulling van de verantwoordelijkheid waar te maken. Zeker in het licht van de eisen die niet EU-landen stellen. Volledige digitalisering van VKI+ is nodig voor een verbetering van het keuringsproces. Verder is een digitale beschikbaarheid van de VKI+ gegevens met het oordeel van het slachthuis nodig voor inzage door de ATDA en/of de dierenarts. Dit betekent aanpassing van de systemen van de slachterijen. De ATDA zou een handcomputer moeten hebben bij het uitvoeren van de AM-keuring. 4.3 Digitalisering van de PM-keuringen en ketenkeuring Ketenkeuring Op grond van EU-verordening 1244/2007 is zichtkeuring mogelijk in een kalverslachterij. Hiervoor is een risicoanalyse van het bedrijf noodzakelijk. De aanwezigheid van VKI+ is een voorwaarde en digitalisering ervan draagt bij aan verbetering van de informatievoorziening vanuit de primaire fase naar slachthuis, hetgeen voor zichtkeuring mogelijk noodzakelijk is. Zichtkeuring betekent in de praktijk een mix van insnijdingen en op het oog keuren. Hiervoor is minder tijd van KDS keurmeesters nodig aan de slachtlijnen. De VanDrie Group stelt voor bij deze vorm van keuren te spreken van ketenkeuring. Dit impliceert zichtkeuring. Voordat ketenkeuring kan worden geïmplementeerd is een grondige risicoanalyse nodig voor de aspecten diergezondheid, welzijn en voedselveiligheid. Ketenkeuring dient in een protocol sluitend beschreven te zijn. Digitalisering PM-keuring Ook de dierenarts (PM) en de officiële assistenten (KDS) hebben baat bij digitale slachtinformatie. Voor de laatste is een vaste opstelling van een systeem effectiever dan een handheld. De VWA werkt nu aan de upgrade van het eigen keuringsregistratiesysteem, RSG fase II. Hierin wil de VWA per (koppel) dieren een set met gegevens vastleggen, waaronder de VKI-gegevens en eventueel later welzijnsinformatie. Met deze gegevens stelt de dierenarts (PM) van de VWA in staat risicogebaseerd gericht zichtkeuringen toe te staan en eventueel standaardonderzoeken bij bepaalde slachtlijnen achterwege te laten. Deze digitalisering vergt een investering van de zijde van de slachterij en VWA. 22

4.4 Terugkoppeling slachtkeuringsbevindingen Voordat de kalverhouder digitaal de beschikking heeft over de keuringsresultaten van zijn (koppel) aangevoerde kalveren zijn een aantal aansluitingen en normalisaties nodig. De keuringsbevindingen omvatten: de reguliere KDS-keuringen; de keuringen en monsternames volgens het Nationaal Plan van de VWA, en; de resultaten van PM-onderzoeken. Deze keuringsbevindingen worden digitaal aangeleverd door de laboratoria aan de nieuwe VWA waar ze in RSG fase II worden bewaard. De dierenarts van de nieuwe VWA is in staat via een handheld de PM-gegevens door te sturen naar de RSG fase II-database. KDS heeft een digitale koppeling met de systemen van de nieuwe VWA. Vanuit de RSG II-database gaat de informatie via InfoKalf naar kalverhouderijen, de SKV en SafetyGuard (VanDrie Group). Hiermee is de informatiecirkel rond. De kalverhouder kan in het eigen systeem de informatie benutten voor aanpassing van het mesten van de kalveren. Dit levert na verloop van tijd een vermindering van het aantal afgewezen kalveren op bij de aanvoer op het slachthuis, door betere voeding, huisvesting, terugdringen van antibioticagebruik en nauwkeuriger koppellogistiek. 23

5 UITVOERING CASUS TOEZICHT KALVERSECTOR 5.1 Werking en doel Het verder ontsluiten en digitaliseren van de kalverketen en het vernieuwde toezicht daarop is een traject van meerdere jaren, waarin reeds belangrijke stappen zijn gezet. De casus van Sggv kan een belangrijke vervolgstap betekenen. Belangrijk is dat de kalversector de komende jaren haar verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn en diergezondheid nog meer weet te vertalen naar een transparant en controleerbaar proces. Dit biedt een basis voor de nvwa om toezichtarrangementen aan te gaan met de sector en daarop de eigen registratiesystemen aan te passen. Als eenmaal deze verbetercyclus in beweging is gebracht, stimuleert dat de kalversector tot verdere innovaties, die dan ook weer de voedselveiligheid en diergezondheid bevorderen. Dit geeft op haar beurt de nvwa de mogelijkheid Risico Gebaseerd Toezicht in de kalverketen in te voeren. Centraal in de casus staat de ambitie (door digitalisering van VKI en door terugkoppeling van slachtgegevens) de noodzakelijke onderlinge informatie-uitwisseling tussen overheid en sector te laten stromen. Hiervoor is het wenselijk een eerste prototype van een uitwisselingsplatform genaamd Infokalf te realiseren. 5.2 Aanpak Om dit te bereiken hebben de ketenpartners aangegeven de volgende vervolgstappen te willen zetten: 1. het ontwikkelen van een prototype InfoKalf (werkgroep InfoKalf); 2. digitalisering Slachtkeuring gegevens (werkgroep koppelingen); 3. digitalisering VKI+ en AM keuring (werkgroep VKI/AM); 4. digitalisering PM (werkgroep PM); 5. procesverbetering Kalverketen o.b.v. protocollen (werkgroep protocollen). Afgelopen jaren is de les geleerd dat verbeteringen niet vanzelf gaan in de kalversector. Voor het welslagen van de casus is het nodig dat de sector en de overheid continu met elkaar afstemmen over wat bedoeld wordt en wat haalbaar is, om in vertrouwen met elkaar stappen te kunnen zetten. Hiertoe is het wenselijk dat elk deelproject een eigen werkgroep kent voor de inhoudelijke afstemming. Om dit in werking te zetten kan als eerste stap in de casus een werkgroep van start gaan om de definitieve opzet van de casus verder vorm en inhoud te geven en met de juiste personen te bemensen. Deze werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de sector (PVE, Van Drie Group, SKV), overheid (nvwa, LNV) en het Sggv programma. De aan te stellen casusmanager zorgt voor een representatieve kalverketen werkgroep voor de inhoudelijke kaderstelling. Naast deze inhoudelijke werkgroep is er ook een technische werkgroep nodig voor de regie op de realisatie van de technische infrastructuur. De werkgroep VKI+ /AM doet eerst de voorbereiding en realisatie van de VKI (voedselveiligheid) en vervolgens (januari 2011) de uitbreiding van de VKI met Welzijn/Transport en Diergezondheid, genoemd VKI+. 24

5.3 Roadmap en planning Al eerder is opgemerkt dat de beoogde verbeteringen in de kalversector een traject van meerdere jaren is. Het is nodig helder onderscheid te maken tussen wat de ketenpartners middels de Sggv casus in de kalverketen wil gaan realiseren/faciliteren en wat daarna door de sector en nvwa als vervolg zelfstandig wordt opgepakt en gerealiseerd. Hieronder is globaal aangegeven op welke wijze de vier opties van de kalvercasus de komende jaren zouden kunnen worden gerealiseerd. Activiteit 2010 2011 2012 Start casus InfoKalf - ontwerp en bouw - praktijktest InfoKalf VKI en AM - VKI-digitaal (voedselveiligheid) - digitaal AM (ontwerp en bouw) - digitaal VKI+ (ontwerp en bouw) - protocol VKI+ - praktijktest VKI+ en AM - ATDA vervangt DA (AM) PM en Ketenkeuring - digitaal PM (ontwerp en bouw) - protocol ketenkeuring - praktijktest Slacht- en keuringsinformatie - info digitaal beschikbaar voor sector Overdracht casus Sggv-casus Ketenpartners Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 en verder Opschaling door ketenpartners Tabel 3. Roadmap van de beoogde veranderingen binnen de casus en na overdracht aan ketenpartners Duidelijk valt af te lezen dat ketenpartners in de Sggv-casus in 2010 en 2011 de infrastructuur neerzetten en dat de sector en nvwa in het jaar daarna zelfstandig de inhoudelijke invulling daarvan verder uitbouwen. Als het vliegwiel van de informatie-uitwisseling via InfoKalf eenmaal goed draait, kunnen ook gegevens van Aanvoer en Verzamelplaatsten (zie overzicht informatiestromen kalverketen) aan InfoKalf worden toegevoegd. 5.4 Organisatie casus De aanpak van de casus vraagt om een organisatie en sturing die zorgt voor balans tussen draagvlak enerzijds en slagkracht anderzijds. Hiervoor is het nodig dat de ketenpartners en Sggv ieder in hun kracht worden gezet en hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Uitgangspunt is dat de casus gedragen wordt door de ketenpartners en dat Sggv faciliteert in het proces en kennis inbrengt waar nodig. Voor het behalen van de 25