Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling



Vergelijkbare documenten
Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Beleggingsverslag. Prepensioneringsregeling. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

B E L E G G I 2N G S V 0E R S L A 0G. P r e p e n s i o n e r i n g s r e g e l i n g. P r e p e n s i o n e r i n g s r e g e l i n g

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Prepensioneringsregeling. Prepensioneringsregeling. P h i l i p s Pe n s i o e n f o n d s. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Philips Pensioenfonds

P H I L I P S P E N S I O E N F O N D S J A A R V E R S L 2A G

Prepensioneringsregeling. Prepensioneringsregeling. P h i l i p s Pe n s i o e n f o n d s. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Prepensioneringsregeling. Prepensioneringsregeling. P h i l i p s Pe n s i o e n f o n d s. Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2016

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2012

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

P H I L I P S P E N S I O E N F O N D S J A A R V E R S L 2A G

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Welkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Rendement bestaat uit een aantal componenten:

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Bericht 3 e kwartaal September 2014

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Aandelen bestaat uit een aantal componenten:

Levensloop Rendement

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Levensloop Rendement Bouw

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Terugblik. Maandbericht april 2018

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer

Update april 2015 Beleggen

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Jaarrekeningen 5,10,15,20,25

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

Presentatie Pensioen voor de ondernemer Loege Schilder

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Jaarbericht ABC 2013

Achmea life cycle beleggingen

POPULAIR JAARVERSLAG 2013

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Jaarrekeningen 5,10,15,20,25

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Transcriptie:

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Heeft u vragen over dit beleggingsverslag of over de prepensioneringsregeling? Neemt u dan gerust contact op met onze Klantenservice. De contactgegevens van de Klantenservice zijn: Philips Pensioenfonds Postbus 80040 5600 JP Eindhoven Bezoekadres : Beukenlaan 143 5616 VD Eindhoven Telefoon : 0800 023 15 01 (Nederland) +3140 265 38 70 (buitenland) (geopend op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur) Fax : 040 265 38 77 Email : info@philipspensioenfonds.nl Internet : www.philipspensioenfonds.nl Dit beleggingsverslag van de prepensioneringsregeling over het jaar is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Wij zijn uitgegaan van de ons bekende gegevens en uw pensioenreglement. Het pensioenreglement is uiteindelijk bepalend. Dit reglement vindt u op www.philipspensioenfonds.nl/prepensioneringsregeling

Inhoud 1 Wat speelde er in? 5 1.1 Aanpassing prepensioneringsregeling 6 2 Economische ontwikkelingen in 8 2.1 Algemeen 9 2.2 Aandelen 10 2.3 Staatsobligaties 10 2.4 Grondstoffen 10 2.5 Overige beleggingen 10 2.6 Valuta 11 3 Resultaten beleggingen 12 3.1 Overzicht rendementen prepensioneringsfondsen 13 3.2 Resultaat aandelenfonds 14 3.3 Resultaat obligatiefonds 15 3.4 Resultaat geldmarktfonds 16 3 4 Balans en mutatieoverzicht 17

Inleiding Dit is het beleggingsverslag van de prepensioneringsregeling. Het verslag geeft u inzicht in de algemene economische ontwikkelingen en de ontwikkelingen in de beleggingsfondsen van de prepensioneringsregeling. In het onderdeel Wat speelde er in? kunt u lezen over de aanpassing van de prepensioneringsregeling. De actuele koersen en rendementen van de beleggingsfondsen vindt u op onze website www.philipspensioenfonds.nl/prepensioneringsregeling bij het onderwerp Beleggingsresultaten. Op de website vindt u ook meer achtergrondinformatie en veelgestelde vragen over de prepensioneringsregeling en de aanpassing van de regeling per 1 april 2014. Als u deelneemt aan de prepensioneringsregeling, dan ontvangt u ieder kwartaal een kwartaaloverzicht. Op dit overzicht kunt u zien in welke beleggingsfondsen uw prepensioneringskapitaal is belegd. Ook de waarde van uw kapitaal aan het einde van het kwartaal staat vermeld op dit overzicht. 4 April, 2014

1 Wat speelde er in?

Wat speelde er in? Philips en de vakorganisaties hebben in juni in het arbeidsvoorwaardenoverleg een onderhandelingsresultaat bereikt over een nieuwe cao. Hierin zijn onder andere afspraken gemaakt over een nieuwe Philips-pensioenregeling. De aanpassingen in het Philips flex pensioen per 1 januari 2014 hebben ook gevolgen voor de prepensioneringsregeling. Daarom is de prepensioneringsregeling per 1 april 2014 op een aantal punten gewijzigd. Dit heeft onder meer te maken met de nieuwe pensioenleeftijd van 67 jaar die vanaf 1 januari 2014 geldt. Hieronder kunt u lezen waarom wijzigingen worden doorgevoerd en wat deze betekenen voor de beleggingen van deelnemers aan de prepensioneringsregeling. 1.1 Aanpassing prepensioneringsregeling Als u belegt volgens de zogenoemde Dymix-methode wijzigt per 1 april 2014 de verdeling van het prepensioneringskapitaal over de beleggingsfondsen. De verdeling van het prepensioneringskapitaal over de drie beleggingsfondsen op verschillende leeftijden is vastgelegd in de Dymix-tabel. Per 1 april 2014 wijzigt de Dymix-tabel. Daarvoor is een aantal redenen: Verhoging pensioenrichtleeftijd Philips flex pensioen Het Philips flex pensioen is per 1 januari 2014 vernieuwd. Eén van de wijzigingen betreft de pensioenrichtleeftijd. Deze is verhoogd van 65 jaar tot 67 jaar. De Dymix-tabel is daarop aangepast en geeft nu ook de verdeling van de beleggingen aan tot de leeftijd van 67 jaar. 6 Optimalisering beleggingen Uw prepensioneringskapitaal bestaat uit twee soorten kapitaal: het startkapitaal en het spaarkapitaal. De basisgedachte achter de Dymix-methode is dat kort voor pensionering van de deelnemer zo weinig mogelijk risico wordt genomen. Om dit te bereiken heeft Philips Pensioenfonds gedurende voor beide kapitalen afzonderlijk een optimale verdeling over de beleggingsfondsen vastgesteld. Voor het startkapitaal is dit beleggen in het geldmarktfonds. Voor het spaarkapitaal is beleggen in het obligatiefonds zoveel mogelijk risicovrij. Daarom is voortaan sprake van twee verschillende Dymix-tabellen: één voor het startkapitaal en één voor het spaarkapitaal. Deze tabellen gaan in per 1 april 2014. Hieronder gaan we in op de belangrijkste achtergronden van de nieuwe verdeling over de beleggingsfondsen. Inkooptarieven Op de pensioendatum wordt met het prepensioneringskapitaal een levenslang pensioen ingekocht op basis van inkooptarieven. Deze inkooptarieven kunnen wijzigen, door nieuwe gegevens over de levensverwachting of door renteontwikkelingen. Welke inkooptarieven worden gebruikt om pensioen in te kopen, verschilt tussen het start- en spaarkapitaal.

Startkapitaal Het startkapitaal is verkregen uit de overgang van de Philips eindloonregeling naar het Philips flex pensioen. Destijds (in 1997 of 2005) zijn pensioenaanspraken omgezet in kapitaal. Wanneer op de pensioendatum van dit kapitaal een levenslang pensioen wordt ingekocht, hanteert Philips Pensioenfonds de inkooptarieven die in 1997 en 2005 ook zijn gehanteerd. Mits hieruit een hoger pensioen komt dan bij gebruik van de actuele inkooptarieven. Dit heet tariefgarantie. Actuele wijzigingen in de inkooptarieven hebben geen negatieve invloed op de inkoop van het pensioen. Beleggen in het geldmarktfonds is voor dit kapitaal het meest risicovrij. Spaarkapitaal Tot 2006 hadden deelnemers aan de prepensioneringsregeling de mogelijkheid een deel van hun salaris opzij te zetten. Het kapitaal dat hierdoor is gespaard, noemen we het spaarkapitaal. Met het spaarkapitaal wordt op de pensioendatum een levenslang pensioen ingekocht volgens de inkooptarieven die op dat moment gelden. Het spaarkapitaal kent dus geen tariefgarantie. Voor het spaarkapitaal geldt dat de inkooptarieven bij pensionering afhankelijk zijn van onder andere de actuele renteontwikkelingen. Beleggen in het obligatiefonds past daar het beste bij. Deze beleggingen bewegen namelijk mee met actuele renteontwikkelingen. 7

2 Economische ontwikkelingen in

Economische ontwikkelingen in Algemene economische ontwikkelingen hebben directe invloed op de beleggingen van Philips Pensioenfonds. Daarom wordt hier eerst een beeld geschetst van de algemene ontwikkelingen op beleggingsgebied in het jaar. 2.1 Algemeen Voorzichtig economisch herstel Terwijl in 2012 werd gevreesd voor extreem negatieve geo-politieke uitkomsten die de financiële markten zouden overheersen (in het bijzonder de Europese schuldencrisis), was deze zorg er in niet. Hoewel de crisis in Cyprus in het begin van het jaar tot een toename van spanning leidde, bleek dit slechts van korte duur. De uitgebreide mogelijkheden voor interventie door de Europese Centrale Bank (ECB) zorgden voor een toenemend vertrouwen in vooral de perifere markten. De wereldwijde economische groei bleef bescheiden. Op regionaal niveau wist de eurozone voorzichtig uit de recessie te klimmen en vertoonde het Verenigd Koninkrijk een bijzonder sterk herstel. Binnen de eurozone lieten vooral de perifere landen, zoals Italië en Spanje een sterke mate van opwaarts momentum zien. De economische bedrijvigheid in de Verenigde Staten hield stand ondanks enige bezorgdheid over de korte shutdown van de regering en discussies over het schuldenplafond. De Japanse economie bleef robuust na een sterke opleving aan het einde van vorig jaar. Opkomende economieën bleken de grote uitzondering als gevolg van afzwakkende groeivooruitzichten in belangrijke landen, zoals Brazilië en China. Politieke uitdagingen in landen als Turkije en Thailand eisten eveneens hun tol in de regio. Wereldwijde inflatie was min of meer stabiel, hoewel inflatie in de eurozone uitkwam onder de 2%-doelstelling van de ECB. 9 Monetair beleid Speculaties rondom de timing van het afbouwen van de steunaankopen in de Verenigde Staten (tapering) domineerden het nieuws. In december besliste de Federal Reserve om het tempo van het aankopen van obligaties te verlagen. Gedurende het jaar werd ook de volledige omvang van de beleidsversoepeling in Japan duidelijker en geloofwaardiger. In het Verenigd Koninkrijk werd door de nieuwe gouverneur van de Bank of England, Mark Carney, een formeel vooruitkijkend kader geïmplementeerd. Hierbij werd onder andere de rente gekoppeld aan de werkloosheid. Als reactie op lagere inflatie heeft de ECB tegen het einde van het jaar haar rente verlaagd. Impact op financiële markten Soepel monetair beleid en groeiend economisch momentum in ontwikkelde landen leidden gedurende het jaar tot positieve rendementen voor risicovollere beleggingen, zoals aandelen en bedrijfsobligaties. Als gevolg van de verbeterde macro-economische omstandigheden stegen de rentes in de ontwikkelde markten. De uitzondering hierop waren de perifere landen in Europa. In deze landen was er een grotere stabiliteit dat het vertrouwen van beleggers versterkte. Dit resulteerde in een aanzienlijke daling van de obligatierentes.

2.2 Aandelen Met een rendement van meer dan 50% in lokale valuta termen behoorden de Japanse aandelen tot de best renderende aandelen in. Hierbij werd geprofiteerd van de inzet van de nieuwe Japanse regering om de economie op gang te krijgen. Ook de Amerikaanse aandelenmarkt steeg sterk (32% in lokale valuta termen) als gevolg van het soepele monetaire beleid, stabiele economische groei en verbetering van de bedrijfswinsten. Aandelen in de eurozone stegen gemiddeld met 25%. In de tweede helft van het jaar was er een sterkere groei dan in iedere andere regio, gesteund door een sterk momentum in de perifere landen. Aandelen uit opkomende markten hadden een meer wisselvallig jaar, met een stijging van slechts 3% in lokale valuta en een verlies in Euro termen. 2.3 Staatsobligaties Vanaf historisch lage waarden stegen de rentes in ontwikkelde landen, mede als reactie op de aankondiging dat de afbouw van het aankopen van obligaties in de Verenigde Staten spoedig zou beginnen. In de eurozone steeg de rente op Duitse 10-jarige staatsobligaties van 1,3% naar 1,9%. In perifere landen, zoals Ierland en Spanje, zijn obligatierentes vanaf hun hoge niveaus gedaald als gevolg van verbeterde economische omstandigheden en aanhoudende steun vanuit de ECB. De stijging in rentes in Europa zorgden per saldo voor negatieve rendementen op Europese staatsobligaties gedurende het jaar. 10 2.4 Grondstoffen Grondstoffenmarkten beleefden wederom een lastig jaar. Het uitblijven van een wereldwijd krachtig economisch herstel leidde per saldo tot een forse daling van grondstofprijzen. Vooral landbouwproducten hadden zwaar te lijden onder de vertraagde groei in de opkomende markten. Goud en andere edelmetalen daalden ruim 30%, mede als gevolg van de aanstaande tapering in de Verenigde Staten. Hieruit valt dan ook af te leiden dat de stijgingen van aandelen en risicovollere vastrentende waarden vooral het gevolg waren van toegenomen vertrouwen door de monetaire impuls van beleidsmakers en in mindere mate van een robuust herstel van de wereldwijde economische groei. Dit laatste is namelijk waaraan grondstoffenmarkten hun rendement in grote mate ontlenen. 2.5 Overige beleggingen Bedrijfsobligaties profiteerden van het herwonnen vertrouwen onder beleggers en de behoefte aan rendement. Obligaties van opkomende markten daalden echter fors in waarde. Dit vooral als gevolg van de stijgende Amerikaanse obligatierente en de bezorgdheid van investeerders over tekorten op de lopende rekening in landen zoals Brazilië en Zuid-Afrika.

2.6 Valuta In de ontwikkelde landen daalde de Yen met meer dan 20% ten opzichte van de US Dollar als gevolg van de monetaire verruiming door de Japanse centrale bank. Echter, ten opzichte van de Euro daalde de Dollar op haar beurt met 4,5% als gevolg van de verbeterde economische dynamiek in de eurozone en de terughoudendheid van de ECB voor verdere monetaire versoepeling. Valuta s van opkomende markten daalden in reactie op de stijgende Amerikaanse rente en bezorgdheid over tekorten op de lopende rekening. Ter illustratie, de Zuid-Afrikaanse Rand daalde met meer dan 20% en de Braziliaanse Real met 15% ten opzichte van de Dollar. 11

3 Resultaten beleggingen

Resultaten beleggingen 3.1 Overzicht rendementen prepensioneringsfondsen In onderstaand overzicht ziet u wat de in behaalde rendementen in de beleggingsfondsen van de prepensioneringsregeling zijn. Als u gebruikmaakt van de standaard beleggingsmethode, het Dymix-systeem, dan wordt op basis van uw leeftijd een beleggingsportefeuille samengesteld. Het uitgangspunt van het Dymix-systeem is dat het risico en de samenstelling van uw beleggingsportefeuille afhankelijk zijn van uw leeftijd. Eenmaal per jaar, op de eerste werkdag in oktober, is uw beleggingsportefeuille precies samengesteld conform de tabellen. Op die datum wordt uw portefeuille gerebalanced, dat wil zeggen dat deze in overeenstemming wordt gebracht met de leeftijdstabellen van het Dymix-systeem. Resultaten fondsen prepensioneringsregeling Aandelenfonds 30,54% Obligatiefonds 2,92% Geldmarktfonds 0,11% De waarde van de beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. In paragraaf 3.2 tot en met 3.4 worden de resultaten van de verschillende fondsen verder toegelicht. 13

3.2 Resultaat aandelenfonds De wereldwijde aandelenmarkten behaalden een positief resultaat. De historisch lage renteniveaus en de verder afzwakkende Europese schuldencrisis hebben in voor verdere ondersteuning van de aandelenmarkten gezorgd. Met een rendement van meer dan 50% in lokale valuta termen behoorden de Japanse aandelen tot de best renderende aandelen in. Hierbij werd geprofiteerd van de inzet van de nieuwe Japanse regering om de economie op gang te krijgen. Met een sterk rendement van 32% in lokale valuta termen profiteerden ook de Amerikaanse aandelenmarkten van het soepele monetaire beleid, stabiele economische groei en verbetering van de bedrijfswinsten. Aandelen in de eurozone stegen gemiddeld met 25%. In de tweede helft van het jaar was er een sterkere groei dan in iedere andere regio, gesteund door een sterk momentum in de perifere landen. In behaalde het aandelenfonds een rendement van 30,54% ten opzichte van 24,85% voor de benchmark 1. De koers van een fractie in het aandelenfonds verliep van 117,44 op 31 december 2012 naar 153,30 op 31 december. In de grafiek ziet u de ontwikkeling van het rendement in. In de grafiek is een vergelijking gemaakt met de benchmark. Rendement aandelenfonds (in %) 32% 14 28% 24% 20% 16% 12% 8% 4% 0% dec-12 jan-13 feb-13 mrt-13 apr-13 mei-13 jun-13 jul-13 aug-13 sep-13 okt-13 nov-13 dec-13 Rendement Benchmark 1 De benchmark voor het aandelenfonds is samengesteld uit 47% MSCI Europe, 29% MSCI USA, 11% MSCI Japan en 13% MSCI All Country Far East exclusief Japan. Alle benchmarks zijn total return benchmarks in euro s, gecorrigeerd voor ingehouden belastingen (net dividends) en worden dagelijks berekend. De valutaposities van alle benchmarks worden hierbij afgedekt.

3.3 Resultaat obligatiefonds In de eurozone is de rente op Duitse 10-jarige staatsobligaties gestegen van 1,3% naar 1,9%. Vanuit historisch perspectief is dit nog steeds laag te noemen. In perifere landen, zoals Ierland, Italië en Spanje, zijn obligatierentes vanaf hun hoge niveaus gedaald als gevolg van verbeterde economische omstandigheden en aanhoudende steun vanuit de ECB. In behaalde het obligatiefonds een rendement van 2,92% ten opzichte van 2,21% voor de benchmark 2. De koers van een fractie in het obligatiefonds verliep van 102,54 op 31 december 2012 naar 105,54 op 31 december. In de grafiek ziet u de ontwikkeling van het rendement in. In de grafiek is een vergelijking gemaakt met de benchmark. Rendement obligatiefonds (in %) 6% 5% 4% 3% 15 2% 1% 0% -1% -2% dec-12 jan-13 feb-13 mrt-13 apr-13 mei-13 jun-13 jul-13 aug-13 sep-13 okt-13 nov-13 dec-13 Rendement Benchmark 2 De referentiemaatstaf voor het obligatiefonds is de iboxx Euro Sovereign Bonds All Maturities. Deze index is een total return benchmark in euro s, welke op dagbasis wordt berekend.

3.4 Resultaat geldmarktfonds Als gevolg van aanhoudend accommoderend monetair beleid heeft de ECB gedurende het jaar de rente in twee stappen verder verlaagd van 0,75% naar 0,25%. Deze verlaging werd gedreven door lage inflatie, een sterkere Euro en toegenomen korte termijn renterisico. De depositorente heeft het hele jaar op 0% gestaan. In behaalde het geldmarktfonds een rendement van 0,11% ten opzichte van 0,10% voor de benchmark 3. De koers van een fractie in het geldmarktfonds verliep van 70,02 op 31 december 2012 naar 70,10 op 31 december. Het geldmarktfonds belegt onder andere in bankdeposito s en staats- en bedrijfsleningen met een korte (resterende) looptijd. In vergelijking met andere beleggingen, lopen deelnemers in het geldmarktfonds een laag risico. Zo wordt voorkomen dat het kapitaal vlak voor pensionering nog sterk in waarde daalt. Het bijbehorende rendement is daarom meestal eveneens laag. De verlaging van de rente en het aanhoudend lage niveau van de depositorente bij de ECB van 0% resulteerde in een verdere daling van de rentevergoeding op bankdeposito s en staats- en bedrijfsleningen met een korte (resterende) looptijd. In de grafiek op de ziet u de ontwikkeling van het rendement in. In de grafiek is een vergelijking gemaakt met de benchmark 3. Rendement geldmarktfonds (in %) 16 0,5% 0,3% 0,1% -0,1% -0,3% -0,5% dec-12 jan-13 feb-13 mrt-13 apr-13 mei-13 jun-13 jul-13 aug-13 sep-13 okt-13 nov-13 dec-13 Rendement Benchmark 3 Het rendement van het geldmarktfonds wordt vergeleken met de Merrill Lynch 3-months Euribid CMS index. De benchmark is een dagelijks berekende total return benchmark in euro s.

4 Balans en mutatieoverzicht

Balans en mutatieoverzicht Balans per 31 december van de beleggingen in de prepensioneringsregeling Obligatiefonds Aandelenfonds Geldmarktfonds Beleggingen 78.994.703 10.787.395 54.305.171 Liquide middelen 2.637 6.902 13 Vorderingen/schulden 0 139.529 0 Totaal Vermogen 78.997.340 10.933.826 54.305.184 144.236.350 Bedragen in euro s Mutatieoverzicht vermogen 18 Obligatiefonds Aandelenfonds Geldmarktfonds Aanvang verslagjaar 89.402.327 12.782.537 51.262.390 Aankopen/verstrekkingen 188.691 2.036.761 13.015.456 Waardeverschillen en verkoopresultaten 2.379.394 2.627.968 44.950 Verkopen/aflossingen -12.973.072-6.513.440-10.017.612 Totaal Einde verslagjaar 78.997.340 10.933.826 54.305.184 144.236.350 Bedragen in euro s