SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Cefotaxime Hospira 250 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie



Vergelijkbare documenten
Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Meropenem 2 g medicatiecassette 100 ml (ZI )

CHLOORAMFENICOL 5 MG/ML TEVA oogdruppels. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 1 juni : productinformatie Bladzijde : 1

NEOBACITRACINE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

Het werkzame bestanddeel is Cefotaxime natrium. Andere bestanddelen (hulpstoffen); de ampul oplosmiddel bevat water voor injectie.

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Piperacilline 6 g / Tazobactam 0,75 g medicatiecassette, 100 ml (ZI )

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Aztreonam 8g = 120ml elastomeerpomp

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Lokale antibiotische behandeling van infecties veroorzaakt door gevoelige kiemen. Behandeling van huidinfecties: - impetigo - furunkels

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Flucloxacilline 3 g in 100 ml medicatiecassette

AUREOMYCIN oogzalf. AUREOMYCIN Oogzalf (ERFA) XIV B 1 c. Naam van het geneesmiddel: AUREOMYCIN, 1 % oogzalf

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Aandacht dient te worden gegeven aan de officiële richtlijnen over het juiste gebruik van antibacteriële middelen.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde kokosnootolie q.s. ad 1 ml.

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Vancomycine 4 g elastomeerpomp, 120 ml

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrat. (= Amoxicilline 150 mg) Polysorbat. 80 Alum. Monostearas Ethyl. oleas q.s. ad 1 ml.

MUPIROCINE NEVIK 20 MG/G zalf

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

CHLOORAMFENICOL TEVA 10 MG/G oogzalf. Chlooramfenicol Teva 10 mg/g bevat 10 mg chlooramfenicol per gram oogzalf.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT = BIJSLUITER

Module (0307.3v.AV) (^PCH

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v

BETAMINE 474,5 mg dragees

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Addiphos Samenvatting van Product Kenmerken

Soluvit N, poeder voor oplossing voor intraveneuze infusie

Summary of product characteristics

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik.

Cernevit Deel IB1 1/6

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml)

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LACTULOSE KELA 500ML FLES

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

Dettol Deel IB 1 Samenvatting van productkenmerken. Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik

4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR IEDERE DIERSOORT WAARVOOR HET GENEESMIDDEL BESTEMD IS

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

Summary of Product Characteristics

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik, bevat E nystatine per ml.

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

Albert Heijn Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/6

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SKP NL versie Clindabuc 200

2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5

Package leaflet

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Claforan, poeder voor oplossing voor injectie 250 mg Claforan, poeder voor oplossing voor injectie 1000 mg

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Baxter S.A. Water voor Injecties (Viaflo) Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1 g gel bevat 10 mg clindamycine (1% w/w) overeenkomend met 11,88 mg clindamycinefosfaat. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Elke capsule bevat fenoxymethylpenicilline kalium overeenkomend met 250 mg fenoxymethylpenicilline.

Beschrijving: Steriel, wit tot lichtgeel poeder voor oplossing voor injectie.

Targocid poeder voor injectievloeistof. Samenstelling. Targocid bevat als actieve stof teicoplanine.

Samenvatting van de Kenmerken van het Product

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of the Product Characteristics

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g.

Therapeutische indicaties: Behandeling van acne: matige of ernstige acne, overwegend papuleus en pustuleus; polymorfe acne.

Transcriptie:

SPCNed p.1/13 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Cefotaxime Hospira, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat als werkzaam bestanddeel cefotaxim, een breedspectrum antibioticum uit de cefalosporinereeks, voor parenterale toepassing. bevat per flacon 262 mg cefotaximenatrium overeenkomend met 250 mg cefotaxime. bevat per flacon 525 mg cefotaximenatrium overeenkomend met 500 mg cefotaxime. bevat per flacon 1048 mg cefotaximnatrium overeenkomend met 1000 mg cefotaxim. bevat per flacon 2096 mg cefotaximenatrium overeenkomend met 2000 mg cefotaxime. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Cefotaxime Hospira, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie is bestemd voor de behandeling van de volgende ernstige infecties, indien deze veroorzaakt worden of waarschijnlijk veroorzaakt worden door voor cefotaxime gevoelige bacteriën (zie sectie 5.1): - Bacteriële pneumonie: cefotaxime is niet actief tegen bateriën die atypische pneumonie veroorzaken of tegen verschillende andere bacteriestammen die pneumonie kunnen veroorzaken, waaronder P. aeruginosa (zie sectie 5.1) - Gecompliceerde infecties van de nieren en hoge urinewegen - Ernstige infecties van de huid en weke delen - Genitale infecties veroorzaakt door gonococci, vooral wanneer penicilline onwerkzaam was of ongeschikt is

SPCNed p.2/13 - Intra-abdominale infecties (zoals peritonitis). Bij de behandeling van intra-abdominale infecties dient cefotaxime in combinatie met een antibioticum dat actief is tegen anaëroben gebruikt te worden - Acute bacteriële meningitis (met name wanneer veroorzaakt door H. influenza, N. meningitidis, S. pneumoniae, E. coli, Klebsiella spp. - Septikemie vanuit de longen, urinewegen of darmen (in geval van gramnegatieve microorganismen dient een combinatie met een ander geschikt antibioticum overwogen te worden). Officiële richtlijnen met betrekking tot het juiste gebruik van antibacteriële middelen dienen in overweging genomen te worden. 4.2 Dosering en wijze van toediening Cefotaxime Hospira kan op verschillende manieren worden toegediend: intraveneuze bolusinjectie, intraveneuze infusie of intramusculaire injectie na reconstitutie van de oplossing volgens de onderstaande richtlijnen. De dosis en de toedieningswijze hangen af van de ernst van de infectie, de gevoeligheid van de oorzakelijke kiem en de toestand van de patiënt. De behandeling mag worden ingesteld voordat het resultaat van het antibiogram bekend is. Cefotaxime Hospira heeft synergistische effecten met aminoglycosiden. Volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar: De gebruikelijke dosering bij volwassenen bedraagt 2 tot 6 g/dag. De dagelijkse dosis dient over de dag verdeeld te worden. De dosis kan variëren afhankelijk van de ernst van de infectie, de gevoeligheid van het ziekteverwekkend organisme en de conditie van de patiënt. Doseringsrichtlijnen Infectie (waarschijnlijk) veroorzaakt door een gevoelig micro-organisme: 1 g iedere 12 uur, wat overeenkomt met een totale dagdosis van 2 g intramusculair of intraveneus. Infecties (waarschijnlijk) veroorzaakt door meerdere gevoelige of matig gevoelige microorganismen: 1-2 g iedere 12 uur, wat overeenkomt met een totale dagdosis van 2-4 g. Ernstige infecties veroorzaakt door ongeïdentificeerde micro-organismen of infecties die niet gelokaliseerd kunnen worden: 2 tot 3 g in één dosis, iedere 6 tot 8 uur tot een maximale dagdosis van 12 g. Bij ernstige infecties is een combinatie van Cefotaxime Hospira met andere antibiotica geïndiceerd. Zuigelingen en kinderen (1 maand tot 12 jaar): De gebruikelijke dosering voor zuigelingen en kinderen < 50 kg bedraagt 50-150 mg/kg/dag, verdeeld over 2 tot 4 doses. Bij zeer ernstige infecties kan een dosis van 200 mg/kg/dag, in verdeelde doses, noodzakelijk zijn. Voor kinderen > 50 kg geldt de dosering bij volwassenen, waarbij de maximale dosering van 12 g per dag niet overschreden dient te worden.

SPCNed p.3/13 Pasgeborenen en prematuren: De aanbevolen dosering bedraagt 50 mg/kg/dag, verdeeld over 2 tot 4 doses. In geval van levensbedreigende situaties kan het nodig zijn de dagelijkse dosis te verhogen. Bij ernstige infecties is 150-200 mg/kg/dag gegeven; In deze situatie kan de volgende tabel als richtlijn dienen, omdat er verschillen zijn in de ontwikkeling van de nier. Leeftijd Dagelijkse dosis cefotaxim 0-7 dagen 50 mg/kg elke 12 uur 8 dagen - 1 maand 50 mg/kg elke 8 uur Ouderen: Bij een normale nier- en leverfunctie is dosisaanpassing niet nodig. Andere aanbevelingen: Gonorroe: Een éénmalige injectie (intramusculair of intraveneus) van 0,5 tot 1 g cefotaxim. In geval van gecompliceerde infecties dient rekening gehouden te worden met beschikbare officiële richtlijnen. Syfilis dient uitgesloten te worden voor de behandeling gestart wordt. Urineweginfecties: Bij niet-gecompliceerde urineweginfecties: 1 g iedere 12 uur. Bacteriële meningitis: Bij volwassenen worden dagdoseringen van 6 tot 12 g/dag aanbevolen, verdeeld in gelijke doses iedere 6 tot 8 uur. Bij kinderen worden dagdoseringen van 150 tot 200 mg/kg aanbevolen, verdeeld in gelijke doses iedere 6 tot 8 uur. Pasgeborenen van 0 tot 7 dagen kunnen elke 12 uur 50 mg/kg cefotaxime toegediend krijgen en pasgeborenen van 7 tot 28 dagen 50 mg/kg elke 8 uur. Intra-abdominale infecties: Intra-abdominale infecties dienen behandeld te worden met cefotaxime in combinatie met andere geschikte antibiotica. Duur van de behandeling: De duur van de behandeling met Cefotaxime Hospira hangt af van de klinische conditie van de patiënt en varieert naargelang het verloop van de ziekte, Toediening van Cefotaxim Hospira moet worden voortgezet tot de patiënt symptoomvrij is of bacteriële eradicatie aangetoond is. Een behandeling van minimaal 10 dagen is nodig indien de infectie veroorzaakt wordt door Streptococcus pyogenes (parenterale therapie kan vervangen worden door orale therapie voor het eind van de 10 dagen).

SPCNed p.4/13 Dosis bij nierinsufficiëntie: Bij volwassenen met een creatinineklaring van 5 ml/min is de initiële dosis gelijk aan de aanbevolen standaard dosering, maar de onderhoudsdosering dient gehalveerd te worden zonder wijziging in de frequentie van toediening. Dosering bij dialyse of peritoneaal dialyse: Bij patiënten die hemodialyse of peritoneaal dialyse ondergaan, wordt een i.v. injectie van 0,5 g - 2 g gegeven op het einde van elke dialysesessie en deze dosering wordt elke 24 uur herhaald. Dit volstaat om de meeste infecties doeltreffend te behandelen. Toedieningswijze: Om enig risico op infecties te voorkomen, dient de bereiding van het infuus onder aseptische condities plaats te vinden. Na bereiding direct toedienen. Intraveneuze infusie: Voor een kortdurende intraveneuze infusie wordt 1 g of 2 g cefotaxime opgelost in 40-50 ml water voor injectie of een andere geschikte vloeistof (bijv. glucose 10 %), Na de bereiding wordt de oplossing toegediend als een intraveneus infuus van 20 minuten, Voor een langdurige intraveneuze infusie wordt 2 g cefotaxime opgelost in 100 ml van een geschikte vloeistof, bijv. 0,9 % natriumchloride of isotone glucose-oplossing of andere geschikte vloeistoffen voor infusie. Na bereiding kan de oplossing worden toegediend als een intraveneus infuus van 50-60 minuten, Intraveneuze injectie: Voor intraveneuze injectie worden 0,25 g en 0,5 g cefotaxime opgelost in 2 mi water voor injectie; 1 g cefotaxime dient opgelost te worden in 4 ml water voor injectie; 2 g cefotaxime dient opgelost te worden in 10 ml water voor injectie. De oplossing wordt geïnjecteerd in 3-5 minuten. Intramusculaire injectie: 0,25 g en 0,5 g cefotaxime worden opgelost in 2 ml water voor injectie of 1 g cefotaxime wordt opgelost in 4 ml water voor injectie. De oplossing dient via een diepe intramusculaire injectie toegediend te worden. Om pijn door de injectie te voorkomen, kan 0,5 g cefotaxime worden opgelost in 2 ml 1 % lidocaïne hydrochloride of kan 1 g cefotaxime worden opgelost in 4 ml 1% lidocaïne hydrochloride (alleen voor volwassenen). Oplossingen met lidocaïne mogen niet intraveneus worden toegediend. Indien de totale dagdosis meer is dan 2 g, dient voor intraveneuze toediening gekozen te worden. In geval van ernstige infecties wordt intramusculaire injectie niet aangeraden.

SPCNed p.5/13 De volgende tabel geeft het oplosvolume voor verschillende hoeveelheden cefotaxim 4.3 Contra-indicaties wijze van toediening Inhoud flacon Korte Langdurende i.v. injectie i.m. injectie i.v. infusie i.v. infusie 0,5 g - - 2ml 2ml 1 g 40-50 ml - 4 ml 4 ml 2 g 40-50 ml 100 ml 10 ml - Cefotaxime Hospira mag niet worden gebruikt bij patiënten met bekende of vermoedelijke overgevoeligheid voor cefotaxime of cefalosporinen. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Cefotaxime Hospira dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij personen die een voorgeschiedenis hebben voor allergieën of astma. Voor patiënten met een sterk verminderde nierfunctie (glomerulaire filtratiesnelheid lager dan 20ml/min) zijn speciale doseringsaanbevelingen van toepassing (zie paragraaf 4.2 Dosering en wijze van toediening ). Indien de therapie langer dan 10 dagen duurt, dienen controles van het bloedbeeld te worden ingesteld en de behandeling dient beëndigd te worden wanneer neutropenie wordt vastgesteld. Bij ernstige en aanhoudende diarree dient rekening gehouden te worden met pseudomembraneuze colitis hetgeen levensbedreigend kan zijn (zie paragraaf 4.8, sectie Invloed op het maagdarmkanaal ). Motiliteitsremmende middelen zijn gecontraïndiceerd. De aanwezigheid van Clostridium difficile dient onderzocht te worden en de behandeling met Cefotaxime Hospira dient gestaakt te worden wanneer colitis vermoed wordt. De diagnose dient bevestigd te worden door middel van sigmoïdoscopie, en indien het noodzakelijk wordt geacht dient een specifieke antibioticumbehandeling (b.v. oraal vancomycine of metronidazol) gestart te worden. Met de mogelijkheid van overgroei van ongevoelige bacteriën, zoals Enterococcussoorten, dient rekening te worden gehouden, met name wanneer de behandeling wordt verlengd. Wanneer Cefotaxime Hospira te snel (in minder dan 1 minuut) geïnjecteerd wordt via een centraal veneuze catheter (CVC), dan kan dit leiden tot ernstige hartritmestoornissen (zie paragraaf 4.8, sectie Lokale reacties en Ander advies ).

SPCNed p.6/13 Cefotaxime oplossingen geconstitueerd met lidocaïne moeten noot gebruikt worden bij: Intraveneuze toediening; Patiënten met een unpaced hartblock; Patiënten met ernstig hartfalen; Patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor cefotaxime of lidocaïne; Kinderen in hun eerste levensjaar. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Cefotaxim/andere antibiotica zo mogelijk dient cefotaxime niet gecombineerd te worden met substanties die een bacteriostatische werking hebben (b.v. tetracycline, erytromycine, chloorafenicol en sulfonamiden), omdat een antagonistisch effect is waargenomen met betrekking tot het antibacteriële effect in vitro. Een synergistisch effect kan het resultaat zijn van een combinatie met aminoglycosiden. Een verhoogd risico op oto- en nefrotoxiciteit zijn gemeld, wanneer cefotaxime gelijktijdig gebruikt werd met cefalosporines of aminoglycosides. Een dosisaanpassing zou nodig kunnen zijn en de nierfunctie moet bewaakt worden (zie 4.2 Dosering ). Cefotaxim/probenecide Gelijktijdige toediening van probenecide leidt tot hogere en langer aanhoudende cefotaximconcentraties in het serum door remming van de renale klaring. Cefotaxime / potentieel nefrotoxische geneesmiddelen en lisdiuretica In combinatie met mogelijk nierbeschadigende geneesmiddelen (zoals b.v. aminoglycoside antibiotica, polymyxine B en colistine) en met lisdiuretica dient de nierfunctie bewaakt te worden, omdat de nefrotoxiciteit van de benoemde stoffent versterkt kan worden. Invloed op laboratorium-diagnostische testen In zeldzame gevallen kunnen vals positieve resultaten voorkomen in de Coombs-test tijdens de behandeling met Cefotaxime Hospira. Bij glucosebepalingen in urine en bloed, kunnen zowel vals positieve als vals negatieve resultaten verkregen worden, afhankelijk van de gebruikte methode; deze zouden vermeden kunnen worden door gebruik te maken van enzymatische methoden. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding Gebruik tijdens zwangerschap: Over het gebruik van cefotaxime tijdens de zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Er zijn geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij dierproeven.

SPCNed p.7/13 Gebruik tijdens borstvoeding: Omdat cefotaxime in de moedermelk wordt uitgescheiden, dient het geven van borstvoeding tijdens de behandeling met cefotaxime te worden ontraden. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen gegevens bekend over de invloed op de rijvaardigheid. 4.8 Bijwerkingen Bijwerkingen met cefotaxime zijn betrekkelijk weinig voorgekomen en waren over het algemeen mild van aard en voorbijgaand en komen bij circa 5% van de patiënten behandeld met cefotaxim- voor. Overgevoeligheidsreacties Allergische huidreacties (b.v. urticaria, exantheem), jeuk en geneesmiddelkoorts kunnen in zeldzame gevallen voorkomen. Enkele gevallen van erythema multiforme (mild tot ernstig van aare, zoals Stevens-Johnson syndroom) en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld. In zeldzame gevallen is een ernstige acute overgevoeligheidsreactie (anafylaxie) mogelijk. Een anafylactische shock is levensbedreigend en het nemen van adequate maatregelen is noodzakelijk. Bij patiënten met aanleg voor allergieën is een allergische reactie meer waarschijnlijk. Effecten op bloed en bloedcomponenten Effecten op het bloedbeeld kunnen zich voordoen in de vorm van zeer zeldzame gevallen van hemolytische anemie, granulocytopenie, leucocytopenie, eosinofilie of thrombocytopenie. Agranulcytose kan zeer zeldzaam vóórkomen in het geval van verlengde therapie. Deze effecten zijn reversibel. Indien de therapie langer dan 10 dagen duurt, dienen controles van het bloedbeeld te worden ingesteld. Invloed op het maagdarmkanaal Gastrointestinale stoornissen doen zich zelden voor in de vorm van eetlustverlies, misselijkheid, ziektegevoel, maagpijn of diarree en zijn gewoonlijk mild van aard en verdwijnen vaak tijdens, of anders na afloop van de behandeling. In zeer zeldzame gevallen komt pseudomembraneze colitis voor. Indien een pseudomembraneuze colitis optreedt, dient beëndiging van de therapie overwogen te worden, afhankelijk van de indicatie. Dan dient indien noodzakelijk onmiddellijk een geschikte behandeling te worden ingesteld (b.v. toediening van speciale antibiotica/chemotherapeutica waarvan de effectiviteit klinisch bewezen is). Geneesmiddelen die de motiliteit van de darmen verminderen mogen niet worden gebruikt. Invloed op de nierfunctie Incidenteel zijn toenames van de creatinine- en ureumconcentraties in serum gerapporteerd. Een acute interstitiële nephritis kan in zeldzame gevallen voorkomen.

SPCNed p.8/13 Invloed op de leverfunctie Zelden tot incidenteel zijn lichte, tijdelijke verhogingen gerapporteerd in bilirubine en/of leverenzymen in het serum (SGOT, SGPT, γgt, alkalische fosfatase, LDH). Lokale reacties Na intraveneuze toediening kunnen ontstekingsreacties van de vene-wand (tot phlebitis toe) en pijn op de injectieplaats zelden voorkomen. Na snelle intraveneuze injectie kunnen zich intolerantiereacties voordoen in de vorm van een warmtegevoel of misselijkheid. Pijn en verharding van het weefsel (induratie) komen incidenteel voor op de injectieplaats na intramusculaire injectie. Ander advies De lever- en nierfunctie dienen te worden bewaakt in het geval van verlengd gebruik. 4.9 Overdosering In geval van parenterale overdosering van cefotaxime zijn effecten op het centraal zenuwstelsel beschreven als visuele en auditore hallucinaties en absences. Bij acute cephalosporine overdoseringen zijn opwinding en convulsies gemeld. Daarnaast kunnen effecten zoals vermeld in de rubriek Bijwerkingen optreden. De behandeling is symptomatisch. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Pharmacodynamische eigenschappen Microbiologie: Cefotaxime is een breed-spectrum antibioticum, bactericide werkzaam tegen een groot aantal Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. Het merendeel der Gram-negatieve bacteriën blijkt in vitro gevoelig voor cefotaxime bij minimale remmingsconcentraties, die 10 tot 100 maal lager zijn dan bij de andere cefalosporinen. Cefotaxime werkt in vitro bactericide bij concentraties die in het algemeen gelijk of slechts weinig hoger zijn dan de minimale remmingsconcentraties. De serumconcentraties die worden bereikt na toediening van therapeutische doses bij de mens zijn bactericide. Cefotaxime is in hoge mate resistent tegen ontleding en de hieruit voortkomende inactivering door B-lactamasen die gevormd worden door stafylokokken en aërobe Gram-negatieve bacteriën. De minimale remmingsconcentraties van cefotaxime ten opzichte van een groot aantal pathogene bacteriën in vitro zijn weergegeven in onderstaande tabel. In het algemeen zijn bacteriën gevoelig voor cefotaxime indien de MRC niet hoger is dan 16 µg/ml. Bij MRC hoger dan 16 µg/ml worden de micro-organismen als resistent beschouwd.

SPCNed p.9/13 Minimale remmingsconcentraties (M.R.C.) in µg/ml Micro-organismen 0,01 µg/ml 0,01 0,1 µg/ml 0,1 1,0 µg/ml 1,0 10 µg/ml Aerobe bacteriën 10-100 µg/ml Gramnegatieve Pseudomonas sp. E.coli Citrobact. freun. Salmonella sp. Shigella sp. Klebsiella sp. Enterobacter sp. Serratia sp. Proteus ind Proteus ind Providencia sp. Yersinia sp. Haemoph. infl. Neisseria sp. Acinetobacter sp. * Grampositieve Staphyloc. aur. Strept. pneum. Strept. pyog. Strept. groep D Anaerobe bacteriën Clostridium Bacteroides frag. * 1/3 van de stammen hebben een MRC lager dan 16 µg/ml. = 50 % } van de onderzochte stammen = 90 % } Gram-negatieve bacteriën: Het merendeel der Gram-negatieve bacteriën blijkt in vitro gevoelig voor cefotaxime bij minimale remmingsconcentraties, die 10 tot 100 maal lager zijn dan bij de andere cefalosporinen. Dit geldt o.a. voor: Escherichia coli, Citrobacter, Salmonella, Klebsiella, Enterobacter, Serratia, Proteus indol-pos. en -neg., Haemophilus, Neisseria. Cefotaxime is werkzaam tegen enterobacteriën die ongevoelig zijn voor ampicilline en sterker werkzaam

SPCNed p.10/13 tegen deze bacteriën dan alle overige tot nu toe bekende cefalosporinen. Ca. 1 / 3 van de Pseudomonas-stammen is gevoelig bij een hoge dosering van Cefotaxime Hospira, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Echter, in het merendeel van de gevallen is een combinatie met aminoglycosiden noodzakelijk. Ten opzichte van Pseudomonas werkt de combinatie van cefotaxime met de aminoglycosiden synergistisch. Gram-positieve bacteriën: Stafylokokken zijn ongeveer even gevoelig voor cefotaxime als voor de zgn. tweede generatie cefalosporinen (cefamandol, cefuroxim en cefoxitine), maar minder gevoelig dan voor de oudere cefalosporinen (o.a. cefalotine). Streptokokken zijn ongeveer even gevoelig voor cefotaxime als voor cefalotine. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen: a) Resorptie: Na een intramusculaire injectie worden maximale concentraties in het serum na 30 minuten bereikt. Na een intramusculaire injectie van 1 g werden piekserumconcentraties bereikt van 19,4-34,6 µg/ml en na toediening van 500 mg lagen deze concentraties tussen 11-19,8 µg/ml. Direct na een kortdurende intraveneuze toediening van resp. 500, 1000 en 2000 mg bedroegen de serumspiegels gemiddeld 44, 131 en 245 µg/ml. De belangrijkste farmacokinetische parameters vertonen een lineaire correlatie met de toegediende doses. De serumeliminatiehalfwaardetijd bedraagt ca 75 minuten. Met een continu infuus van 1000 mg/4 uur wordt een constante serumconcentratie van ca 15 µg/ml bereikt. b) Verdeling: Cefotaxime wordt voor 30-40% aan serumeiwitten gebonden. Bij therapeutische doses bij de mens treft men bacteriostatische en zelfs bactericide concentraties aan in de interstitiële vloeistof, het peritoneum, het sputum, het bronchiaalsecreet, pleura- en longweefsel, de gal en de substantia compacta en spongiosa van het bot. In geval van bacteriële meningitis geeft cefotaxime concentraties in de liquor cerebrospinalis, die hoger zijn dan de MRC's van de gewoonlijk voor de infectie verantwoordelijke micro-organismen (meningokokken, Haemophilus, E. coli en streptokokken). Cefotaxime verschijnt in de moedermelk en passeert de placentabarrière. c) Biotransformatie: De belangrijkste metaboliet van cefotaxime is desacetylcefotaxim. Het antibacterieel effect van deze metaboliet bedraagt in het algemeen ongeveer ¼- 1 / 16 van dat van cefotaxim. Twee andere metabolieten van cefotaxime zijn waargenomen, maar deze hebben geen antibacterieel effect. d) Eliminatie: Bij herhaalde toediening van cefotaxime treedt geen cumulatie op. Bij een normale nierfunctie wordt 40-50% van de toegediende dosis onveranderd, 25-30% als desacetylcefotaxime en de rest in gelijke hoeveelheden van de twee inactieve metabolieten in de urine teruggevonden.

SPCNed p.11/13 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen bijzonderheden. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Voor intraveneuze en intramusculaire toediening: ampul met water voor injectie. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Cefotaxime mag niet in dezelfde injectiespuit of infuusvloeistof met andere antibiotica worden gemengd. 6.3 Houdbaarheid De houdbaarheid van de ongeopende flacon bedraagt 3 jaar. Het gereconstitueerde product en de mengsels met de onder rubriek 6.6 vermelde infusievloeistoffen zijn stabiel gedurende 24 uur bij 2-8 C. Vanuit microbiologisch standpunt dient het product echter direct na reconstitutie of verdunnen te worden gebruikt. Indien het verdunde product niet direct wordt gebruikt, is de gebruiker/toediener verantwoordelijk voor de gehanteerde gebruikstermijn en conditie voor toediening. Normaliter is de termijn in dit laatste geval niet langer dan 24 uur bij 2-8 C, tenzij verdunnen heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren De ongeopende flacons dienen beschermd tegen licht en niet boven 25 C bewaard te worden. Voor de bewaarcondities van het verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Verpakking met 1 flacon in type III glas met bromobutyl rubber stop en 1 ampul solvens in type I glas. Verpakking met 5, 10, 50 of 100 flacons in type III glas met bromobutyl rubber stop. Verpakking met 1 flacon in type III glas met bromobutyl rubber stop en 1 ampul solvens in type I glas. Verpakking met 5, 10, 50 of 100 flacons in type III glas met bromobutyl rubber stop.

SPCNed p.12/13 Verpakking met 1 flacon in type III glas met bromobutyl rubber stop en 1 ampul solvens in type I glas. Verpakking met 5, 10, 50 of 100 flacons in type III glas met bromobutyl rubber stop. Verpakking met 1 flacon in type III glas met bromobutyl rubber stop en 1 ampul solvens in type I glas. Verpakking met 5, 10 of 25 flacons in type III glas met bromobutyl rubber stop. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Cefotaxime Hospira 250 mg en 500 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie dient gereconstitueerd te worden met 2 ml water voor injecties, Cefotaxime Hospira 1000 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie dient gereconstitueerd te worden met met 4 ml water voor injecties en Cefotaxime Hospira 2000 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie met 10 ml water voor injecties. Cefotaxime Hospira, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie kan eveneens verdund worden met volgende infuusvloeistoffen: NaCl 0,9 %, dextrose 5 % en Ringer. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Hospira Benelux BVBA Stallestraat 63 BE-1180 Brussel België 8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN is ingeschreven onder RVG 25606. is ingeschreven onder RVG 25607. is ingeschreven onder RVG 25608. is ingeschreven onder RVG 25609. 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING A. Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 april 2002. B. Datum van hernieuwing van de vergunning:

SPCNed p.13/13 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Datum laatste gedeeltelijke herziening van de tekst: 27 oktober 2010. Dit betreft de rubrieken 1, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.8 en 7.