Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 21 januari 2019 Betreft Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over "de pensioenwet en de wet op de beroepspensioenfondsen"

Toezicht op beleggingen

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Vermogensbeheerder institutioneel Ken uw cliënt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

DNB SEMINAR VERMOGENSBEHEER UITBESTEDING VERMOGENSBEHEER

STICHTING BEWAARDER BOUWFONDS GERMANY RESIDENTIAL FUND. Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Toelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst

Workshop Pensioenfondsen. Gert Demmink

STICHTING BEWAARDER BOUWFONDS GERMANY RESIDENTIAL FUND. Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2012

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 13 juni uur

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Presentatie AIFMD Jeroen van Dijk

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

ASR Vermogensbeheer N.V. FUND GOVERNANCE CODE

Programma Leergang Besturen van een Pensioenfonds

DUFAS Code Vermogensbeheerders. Algemene principes

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Algemeen. 6. Publicatie Priciples De meest actuele versie van deze Principles of Fund Governance is te vinden op

Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Datum 9 december 2013 Betreft Kamervraag/vragen van het lid Klaver over investeringen van financiele instellingen in kernwapens

Datum 3 juni 2016 Betreft Kamervraag van het lid Lodders (VVD) over het bericht Pensioenfondsen verhuizen naar België

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013

GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

Beloningsbeleid Doel beloningsbeleid Uitgangspunten beloningsbeleid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Vragen en antwoorden met betrekking tot de liquidatie van Robeco Life Cycle N.V.

Transparantiedocument

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Populair beleggingsplan

10. Goed pensioenfondsbestuur

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Pensioen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen. Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Verkort Jaarverslag 2014

Populair beleggingsplan

AEGON PensioenEffect. Beleggings- Wijzer

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De LifeCycle Mix bij Mijn Pensioen. LifeCycle Mix (LCM): online oplossing met maximale transparantie en gemak

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleggingsfondsen zijn voor u aantrekkelijk omdat

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Verklaring van beleggingsbeginselen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Fund Governance. Achmea Investment Management. Versie 3.0, november 2018

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Informatie over de Autoriteit Financiële Markten. Een kennismaking. Wat doet de AFM?

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Beloningsbeleid Provisum en uitbesteding

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Risicomanagement en toezicht DNB

Uitbestedingsbeleid 2015

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Achmea life cycle beleggingen

Beleggingsbeleid in de bedrijfsvoering

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties

Een goede pensioenregeling tegen een aanvaardbare prijs. Dat is waar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) voor staat.

Nieuwsbericht. 22 januari Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM.

Beloningsbeleid Provisum en uitbesteding

Aandachtspunten voor vermogensbeheerders met een eigen aanbieder van beleggingsfondsen

124 De Pensioenwereld in 2015

Pensioenfederatie. aanbevelingen Vergoedingen vermogensbeheer

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever

Beleid passende provisies. augustus Beleidsregels Beleid passende provisies

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

POPULAIR JAARVERSLAG 2013

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE AMERICAN VALUE FUND

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden I.v.m. correctie aanhangsel nummer 3262 HERDRUK Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Financiën over de vraag of fiduciair beheer door pensioenfondsen is toegestaan en over de openheid in beleggingen, kosten en beheer die pensioenfondsen dienen te communiceren met deelnemers (ingezonden 19 augustus 2015). Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Financiën (ontvangen 3 september 2015) Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de documentaires «Zwarte Zwanen, deel 2 en 3» die Omroep Max heeft uitgezonden? Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Heeft u kennisgenomen van het feit dat veel pensioenfondsen de afgelopen jaren het beleggingsbeleid uitbesteed hebben aan een zogenaamde «fiduciair beheerder»? Antwoord 2 Ja. In mijn brief aan uw Kamer van 17 januari 2014 sta ik stil bij het feit dat veel diensten, waaronder diensten rond vermogensbeheer, worden uitbesteed door pensioenfondsen. 1 Vraag 3 Klopt het dat de Nederlandsche Bank (DNB) in haar rapport «Risico s in de Uitbestedingsrelatie» (RUR) in 2013 tekortkomingen gevonden heeft in de helft van de onderzochte uitbestedingsrelaties, waarbij honderden miljarden pensioengeld zijn ondergebracht? Antwoord 3 Een van de bevindingen in het DNB onderzoek naar «Risico s in de uitbestedingsrelatie» (2013) was dat ongeveer de helft van de onderzochte pensioenfondsen alle aspecten van uitbesteding goed geregeld heeft, van beleid tot 1 Kamerstuk 32 043, nr. 198 ah-tk-20142015-3262-n1 ISSN 0921-7398 s-gravenhage 2015 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, Aanhangsel 1

monitoring en evaluatie. Bij de overige fondsen is verbetering te boeken, bij sommige meer dan bij andere. Bij een deel van de fondsen die nog niet alles conform de wettelijke norm geregeld heeft, bleek als oorzaak mee te spelen dat de wetsbepalingen verschillend werden uitgelegd. Daarom heeft DNB in 2013 en 2014 guidance uitgebracht. 2 DNB heeft overigens onderzoek gedaan naar uitbesteding van de pensioenadministratie en naar de uitbesteding van vermogensbeheer. Vraag 4 Heeft een fiduciair beheerder een zorgplicht richting het pensioenfonds voor wie hij belegt? Of kan het vermogensbeheercontract ook bepalen dat aansprakelijkheden geheel of gedeeltelijke zijn uitgesloten? Antwoord 4 Op een fiduciair vermogensbeheerder rust een zorgplicht in verband met de dienstverlening aan cliënten. Deze zorgplicht volgt uit het nationale civiele recht, maar voor diensten die worden verleend door fiduciair vermogensbeheerders die in Europa zijn gevestigd, zijn ook bepalingen van toepassing uit de Europese richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID). 3 In alle Europese lidstaten zijn de MiFID-regels in de nationale toezichtwetgeving verankerd. In Nederland is de publiekrechtelijke zorgplicht uit de MiFID neergelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Naast publiekrechtelijke zorgplichten uit hoofde van de MiFID kan sprake zijn van publiekrechtelijke zorgplichten uit hoofde van de richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen 4 of de (herziene) richtlijn inzake instellingen voor collectieve belegging in effecten. 5 Deze zorgplichten zijn in Nederland eveneens verankerd in de Wft en zijn relevant wanneer bij beleggingen gebruik wordt gemaakt van in Europa gevestigde beleggingsfondsen. Voor fiduciair managers en beleggingsfondsen gevestigd in andere niet-eu landen, zoals de VS, wordt de reikwijdte van de civielrechtelijke en publiekrechtelijke zorgplicht bepaald op basis van het lokale recht (wet en rechtspraak). Bij de invulling van deze zorgplicht wordt veelal uitdrukkelijk rekening gehouden met internationale standaarden, zoals de principes inzake beleggingsadvies en vermogensbeheer die zijn vastgesteld door IOSCO 6, de organisatie waarin toezichthouders op de financiële markten uit meer dan 100 landen samenwerken. De meeste fiduciair managers uit derde landen, zoals de VS, verlenen hun diensten echter via een dochteronderneming in de EU die beschikt over een MiFID-vergunning. De reikwijdte van publiekrechtelijke zorgplichten kan niet contractueel worden ingeperkt. Professionele partijen, zoals pensioenfondsen en fiduciair vermogensbeheerders, kunnen over het algemeen de civielrechtelijke zorgplicht wel contractueel beperken. Of en in welke mate de civielrechtelijke zorgplicht contractueel kan worden beperkt verschilt per jurisdictie. Pensioenwet- en regelgeving bevat specifieke regels met betrekking tot uitbesteding en overeenkomsten tot uitbesteding van vermogensbeheer. Pensioenfondsen behoren in het kader van hun uitbesteding in de contractsonderhandeling met de fiduciair beheerder aandacht te besteden aan de omvang van de zorgplicht van de vermogensbeheerder en het toepasselijk recht. Vraag 5 Heeft een deelnemer aan een pensioenregeling recht op inzage in het vermogensbheheerscontract dat het pensioenfonds afsluit met de fiduciair beheerder? Zo nee, waarom zou hij dan geen inzagerecht hebben terwijl er behoorlijke kosten in rekening gebracht kunnen worden, die de deelnemer uiteindelijk betaalt? 2 http://www.toezicht.dnb.nl/binaries/50 230881.pdf 3 2004/39/EC, Markets in Financial Instruments Directive, MiFID. Inwerking getreden 1-11-2007 4 2011/61/EU, Alternative Investment Fund Managers Directive, AIFMD. Inwerking getreden 11-7- 2013 5 2014/91/EU, Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities (UCITS), in werking getreden 21-7- 2011 6 International Organization of Securities Commissions Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, Aanhangsel 2

Antwoord 5 Nee, een individu heeft dat recht niet. Wel is in de Code Pensioenfondsen bepaald dat het pensioenfondsbestuur jaarlijks en op kritische wijze, de kwaliteit van de uitvoering en de gemaakte kosten van de gecontracteerde dienstverleners, inclusief de fiduciair beheerders, evalueert en deze aanspreekt als deze afspraken uit het vermogensbeheerscontract, bijvoorbeeld over in rekening gebrachte kosten, niet of onvoldoende nakomt. De resultaten van de evaluatie worden ook besproken met het verantwoordingsorgaan, en daarin zitten onder andere de vertegenwoordigers van de deelnemers. De raad van toezicht en de visitatiecommissie, ofwel het interne toezicht van het pensioenfonds, zorgt dat de Code Pensioenfondsen wordt nageleefd. Vraag 6 Heeft een deelnemer het recht om de investeringen te kennen, inclusief de derivatenpositie van een pensioenfonds, die het rechtstreeks dan wel middels een vermogensbeheerder aanhoudt? Antwoord 6 Deelnemers worden in het jaarverslag van hun pensioenfonds geïnformeerd over het beleggingsbeleid van het fonds, de samenstelling van de portefeuille naar beleggingscategorie (aandelen, vastrentende waarden, vastgoed etc.) en de beleggingsrisico s. Over het beleggingsbeleid legt het pensioenfondsbestuur verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan. Omdat het niet in het belang is van de strategische beleggingspositie van het pensioenfonds, wordt de actuele beleggingspositie van het fonds niet gerapporteerd; fondsen kiezen er in voorkomende gevallen voor om de beleggingspositie openbaar te maken met een vertraging van enkele kwartalen. Vraag 7 en 8 Mag een pensioenfonds een derivatencontract aangaan met geheimhoudingsclausules en/of toezichtsbelemmerende bepalingen, nu die laatste nu verboden zijn voor bijvoorbeeld woningbouwcorperaties? Heeft DNB inzicht in de omvang van derivatencontracten met toezichtsbelemmerende bepalingen? Zo ja, kunt u dat inzicht delen? Antwoord 7 en 8 Zowel het pensioenfonds als een derde waaraan werkzaamheden worden uitbesteed, dienen informatie ter beschikking te stellen waar de toezichthouder ter uitvoering van zijn wettelijke taak om vraagt. Dit volgt uit artikel 168 Pensioenwet en artikel 13, tweede lid onder d Besluit Uitvoering Pensioenwet. Indien nodig kan het hierbij ook gaan om informatie over een derivatencontract, bijvoorbeeld in het kader van een beleggingsonderzoek. Deze wettelijke verplichting kan niet worden ingeperkt middels een geheimhoudingsclausule. Vraag 9 Mag een fiduciair vermogensbeheerder eigendommen uit eigen bestand (zoals bijvoorbeeld vastgoed) verkopen aan een pensioenfonds? Welke waarborgen zijn er dat de prijs van zo n transactie op de juiste wijze wordt vastgesteld? Antwoord 9 Een fiduciair vermogensbeheerder mag adviseren dat een beleggingsproduct (bijvoorbeeld een beleggingsfonds, rente- of valutaderivaat of een obligatie) wordt aangekocht van of door bemiddeling van een financiële onderneming die tot dezelfde groep als de vermogensbeheerder wordt gerekend. Voornoemde beleggingsproducten worden verhandeld op de financiële markten, waardoor een marktprijs is vast te stellen. Bij illiquide beleggingen zoals vastgoed en infrastructuur is een faire marktprijs moeilijker te bepalen. Voor beide situaties gelden in Europa regels die moeten waarborgen dat de belegger een faire prijs krijgt. Zo stelt de MiFID-richtlijn 7 eisen aan een optimale uitvoering van beleggingsorders en volgen uit de richtlijnen UCITS 8 7 Kamerstuk 32 043, nr. 198 8 2004/39/EC, Markets in Financial Instruments Directive, MiFID. Inwerking getreden 1-11-2007 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, Aanhangsel 3

en AIFMD 9 eisen aan de waardering van activa waarin wordt belegd (waaronder vastgoed) en van de rechten van deelneming die beleggers (zoals pensioenfondsen) verwerven. Zo moeten de activa ten minste jaarlijks worden gewaardeerd en moeten beleggers in kennis worden gesteld van dergelijke waarderingen. Het pensioenfonds en zijn tegenpartij bij een transactie moeten onderling afspraken maken over de prijs. Het pensioenfonds kan daarbij gebruik maken van wettelijk verplicht te verstrekken informatie over deze beleggingen, zoals prospectussen en jaarverslagen, of een due diligence uitvoeren. Ook kan het pensioenfonds een taxateur of expert inschakelen om een opinie te geven over de waardering. Daarnaast dient een pensioenfonds procedures en maatregelen te hebben met betrekking tot het tegengaan van verstrengeling van de belangen van het fonds met de privébelangen van onder meer werknemers of andere personen die in opdracht van het fonds op structurele basis werkzaamheden voor het fonds verrichten (artikel 20 Besluit FTK). Dit geldt ook voor de invulling en uitvoering van het beleggingsbeleid. Ook is het fonds gehouden aan onafhankelijk risicobeheer (artikel 18 Besluit FTK). Dat houdt in ieder geval in dat commerciële of andere belangen van bij het beleggingsbeleid betrokken personen of partijen (zowel intern als extern, waaronder beleidsbepalers, uitvoerders en adviseurs) expliciet bekend zijn bij het pensioenfondsbestuur en de risicobeheersing niet ongunstig beïnvloeden. Op grond van deze regelgeving is het in de eerste plaats van belang dat het fonds afspreekt met de (fiduciair) vermogensbeheerder of het überhaupt mogelijk is te beleggen in producten of vehikels waar deze partij een commercieel belang bij heeft, zoals bijvoorbeeld in-house beleggingsfondsen. Zo ja, dan moeten er dusdanige procedures en maatregelen worden afgesproken dat wordt gewaarborgd dat het geselecteerde product/fonds dezelfde toegevoegde waarde heeft als een vergelijkbaar product/fonds met een andere beheerder. Het gaat dan om afspraken over selectie, monitoring en evaluatie, eventueel met hulp van een derde partij. Vraag 10 Indien een pensioenfonds veel hogere kosten maakt dan het in zijn jaarverslag vermeldt (zoals het pensioenfonds koopvaardij deed), wie kunnen de deelnemers van het fonds dan aansprakelijk stellen voor het feit dat zij misleid zijn, dat er geld van hen is uitgegeven uit het fonds waaraan zij verplicht deelnemen? Antwoord 10 In de vraagstelling wordt uitgegaan van misleiding. In de huidige Pensioenwet gelden er geen wettelijke normen met betrekking tot communicatieuitingen. Vanaf 1 juli jl. is in de nieuwe Pensioenwet wél de communicatienorm opgenomen van onder andere «correctheid» en «evenwichtigheid» van de verstrekte (kosten)informatie. Wanneer er sprake zou zijn van «bewezen» misleiding, dan is het pensioenfondsbestuur daarvoor verantwoordelijk en per potentiële casus te beoordelen aansprakelijk. Het is vooral van belang dat het in- en externe toezicht functioneert. De wet voorziet in veel controlemechanismes, intern en extern toezicht, zoals onder andere uitgeoefend door De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de controlerende accountant. Wanneer deelnemers menen onterecht met kosten geconfronteerd te worden, kunnen zij contact opnemen met de vertegenwoordigers in het pensioenfondsbestuur, die eventueel vragen kunnen stellen aan de intern toezichthoudende governanceorganen en zonodig de controlerende accountant, waarbij opgemerkt dat deze laatste vooral de jaarrekening en de toelichting daarop in het jaarverslag beoordeelt en een consistentietoets doet tussen jaarrekening en «bestuursverslag». Ook kan de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants worden benaderd. De AFM heeft op haar website overigens een indicatieve kostenspiegel gepubliceerd, waar interne governanceorganen en deelnemers de beleggingskosten van hun pensioenfonds kunnen spiegelen aan de mediane kostenniveau s van qua omvang vergelijkbare collega-pensioenfondsen, gegeven hun beleggingsmix en 9 http://www.toezicht.dnb.nl/binaries/50 230881.pdf Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, Aanhangsel 4

fondsomvang. 10 Als het gespiegelde kostenniveau veel lager is dan de werkelijke kosten, kan dat aanleiding zijn om aan het pensioenfonds en interne governanceorganen vragen te stellen. Vraag 11 Zijn pensioenfondsen op dit moment voldoende in control over hun beleggingen en hebben zij 100% controle over hun eigen vermogen, ook indien er plotseling een nieuwe zeer grote storm over de financiële markten woedt? Antwoord 11 Pensioenfondsen die een uitkeringsovereenkomst uitvoeren met een indexatie-ambitie zullen beleggen in zakelijke waarden om deze indexatieambitie te kunnen financieren. Door de rendementen op zakelijke waarden kan een geïndexeerd pensioen tegen aanvaardbare kosten worden gerealiseerd. Daar staat tegenover dat beleggen in zakelijke waarden gepaard gaat met risico s en de balans van het pensioenfonds daardoor gevoelig wordt voor ontwikkelingen op financiële markten. Op grond van de Pensioenwet zijn er echter diverse regels van belang voor de invulling en uitvoering van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen om te waarborgen dat het fondsbestuur voldoende in control is over de beleggingen. Dit betreft regels, zoals de prudent person regel en vereisten ter zake van beheerste en integere uitvoering en uitbesteding. Op grond van de governance vereisten is voorts geborgd dat vertegenwoordigers van deelnemers betrokken zijn bij de vaststelling van de mate waarin het fonds beleggingsrisico neemt (risicohouding) en dat het fonds bij hen verantwoording aflegt. Tot slot bevat het financieel toetsingskader ook eisen die pensioenfondsen helpen om financiële schokken te doorstaan en nadelige effecten hiervan te beperken, zoals de buffervereisten. Zodoende is wettelijk geborgd dat zowel bestuur als (vertegenwoordigers van) deelnemers controle hebben over hun beleggingen. Vraag 12 Kunt u deze vragen voor het algemeen overleg over pensioenen op 3 september beantwoorden? Antwoord 12 Ja. 10 http://www.afm.nl/nl-nl/professionals/doelgroepen/pensioenuitvoerders/kostenrapportage Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, Aanhangsel 5