Beleid passende provisies. augustus Beleidsregels Beleid passende provisies

Transcriptie

1 Beleid passende provisies augustus 2013 Versie 2.0 Status: definitief intern 1 van

2 Versiebeheer Wijzigingsgeschiedenis Datum Auteur Versie Omschrijving T.A. van der Kevie 2.0 Definitief Goedkeuring Datum Organisatie SDV Versie 2.0 intern 2 van 6

3 Beleid passende provisies 1. Inleiding: Met de implementatie van de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID) in de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn regels in werking getreden met betrekking tot inducements. Inducements kan worden vertaald als prikkels die leiden tot een bepaalde actie. Provisies kunnen ertoe leiden dat de beleggingsonderneming zich niet op een eerlijke, billijke en professionele wijze inzet voor de belangen van haar cliënt. De inducementnorm moet leiden tot passende provisies. De passende provisieregel houdt in, dat het verboden is als aanbieder, bemiddelaar of adviseur provisie te betalen of te ontvangen voor het bemiddelen of adviseren over complexe producten, hypothecair kredieten, (natura) uitvaartverzekeringen en betalingsbeschermers die niet noodzakelijk zijn voor het verlenen van de betreffende dienst of deze mogelijk maakt. Een uitzondering op dit verbod is mogelijk indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. De voorwaarden komen erop neer dat er sprake moet zijn van een passende provisie. Een belangrijk deel van deze regels is opgenomen in open normen. De AFM heeft een Leidraad passende provisie financiële dienstverleners en een Leidraad passende provisie beleggingsondernemingen opgesteld waarin de AFM, mede aan de hand van voorbeelden, handvatten geeft voor het toepassen van de regels. In de definitie van provisie wordt gesproken over beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook. Dit betekent dat ook niet-geldelijke beloningen, zoals analistenrapporten, trainingen of het verstrekken van bepaalde systemen, als provisie worden aangemerkt. De provisie moet wel enige afhankelijkheid van, of relatie met, de beleggingsdienst van de beleggingsonderneming hebben. 2. Wettelijk kader: De inducementnorm voor beleggingsondernemingen is vastgelegd in artikel 168a en voor financiële dienstverleners in Bfgo3 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen. 3. Situatie bij Staalbankiers: Staalbankiers heeft zowel te maken met passende provisies vanuit haar werkzaamheden als beleggingsonderneming als verstrekker van (hypothecaire) kredieten en complexe producten. Per dienstverlening zal allereerst worden aangegeven welke provisies noodzakelijk zijn voor het verlenen van de betreffende dienst. Dan worden de provisies beschreven die rechtstreeks met de cliënt worden afgestemd. Tot slot worden de provisies benoemd waar een nadere uitleg onder andere op basis van de 5 indicatoren van de AFM noodzakelijk is. Beleggingsdienstverlening: Noodzakelijke provisies (toegestaan volgens art. 168a lid 1) Bewaarloon, afwikkeling- en beursvergoedingen, wettelijke heffingen en juridische kosten. Provisies die rechtstreeks met de cliënt worden afgestemd Staalbankiers moet voor het verlenen van de betreffende beleggingsdienst de provisie transparant hebben gemaakt aan de cliënt. In een aantal gevallen is het rechtstreeks met cliënten overeengekomen: Versie 2.0 intern 3 van 6

4 Vermogensbeheer Vaste fee voor vermogensbeheer (all in fee, waaronder bewaarloon en aan- en verkoopprovisie, beursvergoedingen, wettelijke heffingen). In de vermogensbeheerovereenkomst worden de door Staalbankiers in rekening te brengen kosten voor het vermogensbeheer vermeld. De cliënt tekent voor akkoord. De gemaakte kosten (aan- en verkoopkosten, analyses van portefeuille, gesprekken met cliënten en geleverde rapportages) zijn hoog. De vermogensbeheerder dient zich in te spannen om de portefeuilles van cliënten optimaal in te vullen, binnen het gewenste profiel. Daartoe worden door de vermogensbeheerders op maandbasis analyses gemaakt van de beleggingsportefeuilles van cliënten. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de portefeuille weer in lijn wordt gebracht met de in het beleggingsmandaat gemaakte afspraken. Om tot een juiste invulling van de portefeuille te kunnen komen wordt er daarnaast door de vermogensbeheerders veel tijd besteed aan het bepalen welke financiële instrumenten kunnen worden geselecteerd om de realisatie van de beleggingsdoelstellingen voor de cliënt zo groot mogelijk te maken. De betrokkenheid van de vermogensbeheerders is groot, net als de aansprakelijkheden in geval van onvoldoende vermogensbeheer. Beleggingsadvisering en execution only Cliënten betalen een vaste fee en een fee per transactie. 1. Vaste fee: Er wordt per kwartaal voor de diensten beleggingsadvies en execution only een vaste fee in rekening gebracht. In deze vaste fee zit bewaarloon, beursvergoedingen, wettelijke heffingen inbegrepen. De vaste fee voor Beleggingsadvies is hoger dan die voor execution only. De voor execution only geleverde inspanning door de bank bestaat uit het uitvoeren van aan- en verkoop transacties en het schriftelijk rapporteren per kwartaal over de vermogensontwikkeling. De cliënten van Beleggingsadvies worden geregeld benaderd met betrekking tot hun portefeuille, terwijl zij zelf ook regelmatig contact met de adviseurs opnemen. Adviezen dienen aan te sluiten bij het beleggingsprofiel van cliënten. Beleggingsadviseurs dienen zich in te spannen cliënten een optimaal advies te geven binnen hun profiel. Hiertoe worden regelmatig analyses gemaakt van de portefeuille op basis waarvan de beleggingsadviseur voorstellen tot wijzigingen kan doen aan de cliënt. Daarnaast wordt er per kwartaal beoordeeld of de portefeuille van de cliënt nog voldoet aan het afgesproken beleggingsprofiel met de cliënt. Indien nodig wordt hierna contact opgenomen om wijzigingen te bespreken en na goedkeuring van de cliënt te implementeren. 2. Kosten die per transactie in rekening worden gebracht Deze kosten worden in de overeenkomst met de cliënt vermeld en cliënt tekent hiervoor. Daarnaast ontvangt de cliënt voor aanvang van de dienstverlening de brochure tarievenoverzicht. Provisies van derden Hieronder vallen distributievergoedingen van derden (zoals fondsaanbieders, vergoedingen aan derden (cliëntenremisiers) en niet-geldelijke vergoedingen. a. Distributievergoedingen van derden: 1. Cliënten worden van te voren op begrijpelijke wijze hierover geïnformeerd: De door Staalbankiers te ontvangen distributievergoedingen (in % en met een beperkte bandbreedte) worden aan de cliënt voor aanvang van de dienstverlening gecommuniceerd, door middel van een bijlage bij de Overeenkomst Effectendienstverlening. In die bijlage wordt cliënt voor meer specifieke informatie verwezen naar de afdeling Beleggingsadvies/vermogensbeheer en naar de website van Staalbankiers. Versie 2.0 intern 4 van 6

5 Cliënt kan op de afdeling Beleggingsadvies/vermogensbeheer nader gespecificeerde informatie opvragen. Deze vergoedingen staan op het internet/intranet van de bank gepubliceerd. 2. De vergoeding komt de kwaliteit van de dienst ten goede: Verruiming aanbod producten:staalbankiers verruimt het aanbod van producten en diensten aan de cliënt. De instelling heeft geen eigen beursgenoteerde beleggingsfondsen. Staalbankiers maakt voor haar cliënten een keuze uit een breed spectrum van beleggingsfondsen van verschillende externe aanbieders. De keuze om een bepaald beleggingsfonds aan het assortiment van de bank toe te voegen wordt door het Beleggingsfondsencomité genomen. De keuze voor een fonds wordt bepaald op beleggingsgronden en is erop gericht om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen. 3. De berekeningsgrondslag: Staalbankiers ontvangt per maand of per kwartaal achteraf doorlopende distributievergoedingen van verschillende fondsaanbieders. Staalbankiers ontvangt geen eenmalige provisies, maar alleen doorlopende provisies In oktober 2010 is vanwege efficiency en financiële redenen besloten om IFSAM te gebruiken voor orderuitvoering, bewaarneming en distributievergoeding van de meeste beleggingsfondsen. Hiertoe is een overeenkomst met IFSAM aangegaan waarin onder meer het transactietarief en de hoogte van de distributievergoeding is geregeld. De door Staalbankiers te ontvangen distributievergoeding van IFSAM is in een bijlage bij de overeenkomst vastgelegd. De te ontvangen distributievergoeding van andere fondsaanbieders is afhankelijk van het volume dat bij de betreffende fondsaanbieder wordt aangehouden. Staalbankiers ontvangt geen niet-geldelijke vergoedingen van IFSAM. Het maakt voor de hoogte van de distributievergoeding niet uit of de cliënt gebruik maakt van vermogensbeheer, beleggingsadvies of execution only. De afdeling Investments houdt een overzicht bij van de hoogte van de te ontvangen vergoedingen per fondsaanbieder. De door de bank ontvangen distributievergoedingen worden niet doorvergoed aan de cliënten. 4. Eigen beleggingsfondsen Staalbankiers is 100% eigenaar van Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. (SBB). SBB is belast met het beheer van de Staalbankiers Multi Asset fondsen. De beheervergoeding van de fondsen bedraagt 1,20% over het bewaard vermogen op jaarbasis. Deze vergoeding komt na aftrek van de kosten voor het uitvoeren van het beheer ten goede aan Staalbankiers. Meer informatie betreffende de Multi Asset fondsen is beschikbaar in de prospectus van het Staalbankiers Multi Asset Fonds. b. Vergoedingen aan derden: Staalbankiers doet zaken met cliëntenremisiers en één orderremisiers. Er worden geen doorlopende vergoedingen aan cliëntenremisiers verstrekt. Er is een staffel opgesteld waarbij afhankelijk van het bij Staalbankiers onder te brengen bedrag een bepaalde vergoeding aan de cliëntenremisier wordt verstrekt (zie verder beleid cliëntenremisiers) In het ene geval betaalt de cliënt rechtstreeks een vergoeding aan de orderremisier. In het andere geval ontvangt de orderremisier een retourprovisie van Staalbankiers. In het document Inducementbeleid gepubliceerd op de website van Staalbankiers, staat aangegeven dat remisiers een vergoeding ontvangen van Staalbankiers. Versie 2.0 intern 5 van 6

6 c. Niet-geldelijke vergoedingen: Wanneer een externe partij een training/bijeenkomst/presentatie voor een medewerker van Staalbankiers aanbiedt, moet de medewerker hiervoor toestemming van zijn leidinggevende hebben. Uitgangspunt is dat de reis- en verblijfkosten door Staalbankiers worden betaald om de onafhankelijkheid van de medewerker (en Staalbankiers) in deze te borgen. De medewerker geeft dit ook door aan afdeling Compliance waar de uitnodigingen in een register wordt bijgehouden. Dit is vastgelegd in de procedure m.b.t. aannemen van geschenken en uitnodiging. Verder ontvangt Staalbankiers zogenaamde sell side research van diverse brokers en beleggingsfondsen. Deze informatie is openbare informatie. Daarnaast kan er sprake zijn van niet-geldelijke vergoedingen. Dit betreft voornamelijk het ontvangen van relatiegeschenken en het kosteloos mogen bijwonen van (door derden georganiseerde) seminars. Staalbankiers heeft voor dergelijke gevallen intern beleid waarin is vastgelegd wanneer dergelijke vergoedingen wel of niet geaccepteerd mogen worden. De naleving van dit beleid wordt gemonitord door de afdeling Compliance. Kredieten: Noodzakelijke provisies (toegestaan volgens Bfgo3) Bij het aanbieden van een hypothecair krediet dienen er advies- en distributiekosten bij de cliënt in rekening te worden gebracht, d.w.z.: -Als een cliënt advies krijgt, maar geen product afneemt, dan moet de cliënt alleen voor het advies betalen. -In de situatie dat de cliënt het product afneemt dan moet de cliënt zowel advieskosten als distributiekosten betalen. Ook bij een wijziging van het hypothecair krediet worden advieskosten en-indien van toepassingdistributiekosten in rekening gebracht. Provisies die rechtstreeks met de cliënt worden afgestemd Hieronder vallen bereidstellingsprovisie, kredietprovisie en garantieprovisie. Het percentage en bedrag wordt in de offerte aan de cliënt gecommuniceerd. Provisies van derden Met ingang van 1 januari 2013 geldt er een provisieverbod (Bfgo 3). Staalbankiers ontvangt geen vergoedingen en verstrekt geen vergoedingen aan derden in het kader van hypothecaire kredieten. Versie 2.0 intern 6 van 6