RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2)

Vergelijkbare documenten
RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 3)

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part I)

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

H5 Commando s & Manoeuvres

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.)

Hoe stel ik mijn mm boot af vooral de zeilen dat is het belangrijkste en waar zeil ik mee

Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind.

De bovenboei. In dit artikel wil ik op een paar punten ingaan die mij na aan het hart liggen binnen de Splash en Flash klasse.

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS

Wedstrijdzeilen GESCHIEDENIS 3 VOOR DE WEDSTRIJD 3 TRIMMEN VAN DE ZEILEN 4 DE WEDSTRIJDBAAN 7 DE START 8 HET TACTIEK VAN HET STARTEN 10

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

WSV De Maas Venlo. (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1)

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!


Handleiding Max Fun 25.

Wedstrijdzeilen voor dummies

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

De startgids voor wedstrijdzeilen

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

Dit boekje is van: ...

Hard tegen hard. Mes-op-dek-duels in de America s Cup

Koppels en krachten. Hoe werkt mijn cat?

Handboek Optimist zeilen. Van...

Waarom deze boot? Joop de Jong (47) Klasse IOM of 1-meterklasse Lengte 100 cm Nieuwprijs complete set vanaf 700 Website

De regels van het Wedstrijdzeilen een korte uitleg

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I.

De Optimist Zeiltrimgids

Examen CWO kielboot I

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Een uittreksel van het boek Performance Racing Tactics by Bill Gladstone

Genieten na een oversteek

'De een spaart postzegels, ik zeil wedstrijden...'

CWO 1 Instructiemateriaal

Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

WELKOM BIJ DE JEUGDZEILOPLEIDING VAN DE WSV HOORN (WSV

VKZ Voor en Door 2013

WV het Bovenwater. Theorie CWO 1. Naam: Groep:

STICHTING ZEEKADETKORPS VLAARDINGEN

Wedstrijdzeilen GESCHIEDENIS 3 VOOR DE WEDSTRIJD 3 TRIMMEN VAN DE ZEILEN 4 DE WEDSTRIJDBAAN 7 DE START 8 DE TACTIEK VAN HET STARTEN 10 REGLEMENTEN 12

Laten we beginnen! Wat betekenen de kleuren: Wel. Wel maar voorzichtig. Niet

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit boekje is van: ...

Cursus FJ Uitgave 2.0 DWSV. Lesprogramma Flying Junior DWSV

13 zeilwedstrijdtips 1. WIE WIL ER NIET WINNEN?! Hoe het kan beginnen:

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5

Technieken in het optimist zeilen. Zoals wij deze graag aanleren op de KWVL.

In deze nieuwsbrief..

Examen CWO kielboot II


Naam: Telefoon: Naam groep:

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap.

RBSC Eénrompsboten: Wedstrijdtraining. titel 1 Top wedstrijdtraining.

5. DE REGELS VOOR WEDSTRIJDZEILEN

RBSC Catamaran Wedstrijdtraining. titel 1 Top wedstrijdtraining.

Zeilen met een punter

anwb.nl/watersport, de site voor watersporters

Regels van het wedstrijdzeilen grotendeels copie van de Stefan Kruiswijk

Bonus Rapport : Weg met die smoesjes!

Naam :... Theorie optimisten 3 DWSV 1

Een dagje zeilen (groep 4)

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

Weerstand bestaat globaal uit 3 typen:

Naam :... Hoofdstuk 1: Zorg goed voor jezelf Hoofdstuk 2: De Optimist Hoofdstuk 3: De Optimist vaarklaar

STICHTING ZEEKADETKORPS VLAARDINGEN

FIJN BUITENSPELEN LEKKER AFZIEN,

Werkstuk door een scholier 3547 woorden 27 maart keer beoordeeld

Om een krant op te zetten is niet zo moeilijk maar om het vol te blijven houden dat is veel zwaarder.

Theorie Eisen Kielboot 1

Ahoy! Mijn naam is Moos Matroos. Aan boord steek ik graag mijn handen uit de mouwen én maak ik veel plezier. Wil je ook aan de slag als matroos?

PMT heeft de wind in de zeilen

Eisen Insigne zeiler (groen) CWO-Kb-II

Zeilwoordenlijst voor waterscouting. De belangrijke vreemde woorden en begrippen voor de beginnende bemanningsleden.

Trimmen van een Platbodem

WSB CLUBAVOND LEER GIJPEN OP NIVEAU

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie

HANDBOEK. JEUGDZEILEN CATAMARAN Alles wat je moet weten, van beginner tot gevorderde

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt:

Het makkelijke OPTIMISTENBOEK. Een voorbereiding op zeilinstructie met optimisten vanaf 7 jaar.

Open water zwemmen. Tips en trainingssuggesties

Inhoudsopgave hoofdstuk 2 Jeugdzeilen

Hoger Beroepen in Samenvattingen

WEDSTRIJD REGLEMENT WVDGW

Regelwijzigingen

Zeil instructies voor de Texelstroom

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu

Het is de bedoeling dat het paard actief aan de longe leert gaan met een regelmatige gang.

Stroom informatie U4 Roompot 2014

Nieuwsbrief It Abbegeaster Skûtsje

RBSC éénrompsboten. Starten. titel 1 Top: starten.

Gebruiksaanwijzing gennaker Liberté

molenaarsles Opdracht 1 Welkom in één van de Schatkamers van de wereld. In deze lessen leer je meer over de molens van Kinderdijk. Wat gebeurt daar?

Transcriptie:

RS-Feva Handleiding RACING MANUAL (Part 2) Datum: 8 oktober 2009 Alle foto s (behalve foto s 4-8 en A en B) en tekst zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen NIET gebruikt of gepubliceerd worden zonder vooraf schriftelijk toestemming van de auteur, Pieter Jongerius ;)

Aan de Wind zeilen: Zeil je boot recht op, Gewicht centraal en houd de boot recht (naar binnen, naar buiten), Trim de zeilen en houd de boot recht (aan = druk, vieren = druk lozen ), Bij vlaagjes: hangen, grootzeil vieren en weer aan en ietjes oploeven (en meteen weer bijsturen (afvallen) als de vlaag voorbij is), Vaar je boot vlak, Naar mate het harder waait, neerhouder nóg strakker aantrekken, Bemanning: fok staat vast in de klem, schoot in de hand (losjes) en met gewicht de boot recht op varen, Stuurman: geconcentreerd sturen op de wind (!) en trimmen op de wind (grootzeil los en aan in en na vlagen en neerhouder aan) en met gewicht de boot recht op varen. foto 48 foto 49

foto 50 Weinig wind: centraal in de boot zitten (gewicht centraal), zeilen aan (zoek druk, zoek wind). Als je wind vind dan heb/krijg je iets meer druk in de zeilen. Druk in de zeilen betekend dat de boot voorwaarts gaat, als je de boot maar in balans houdt. Vaar nu de boot ietsjes scheef, naar lij hellend. Stuur geconcentreerd (stuurman). Zoek wind (bemanning en stuurman). Zoek naar vlaagjes door op het water de rimpeltjes van de wind te zien (!). foto 51-a.

foto 51-b. Je ziet op foto 51-b. heel duidelijk de wind op het water knallen en over het water waaien. foto 52 Redelijke wind: Mooi gecentreerd qua gewicht. Het team hangt mooi naar buiten en houd de boot behoorlijk recht (= recht). Vaart op druk: zeilen aan, hangen en boot recht. Veel voorwaartse snelheid. Zeil de boot recht. Trim het grootzeil en neerhouder aan (aan = nóg strakker).

foto 53 foto 54 Is de boot in balans nu? Wip, wap Ja, de boot is in balans. foto 55 Houd de boot in balans: gewicht centraal, houd de boot recht, snelheid en kracht naar voren niet opzij. Houd de boot recht: hangen (of naar binnen), grof trimmen (meer of minder bolling schoot aan of iets vieren (fok en grootzeil), detail trimmen (schoot aan of iets vieren (allen grootzeil), Snelheid en kracht naar voren niet opzij: doordat je de boot rechtop zeilt en niet scheef, drift je niet maar zeil je met kracht naar voren,

doordat je de druk in de zeilen opvoert totdat je het niet meer aan kan (opvangen door te hangen, te trimmen met de grootschoot en iets te prikken) zeil je met kracht naar voren, want als je het niet meer aankan ga je scheef en driften en dat kost snelheid, want als je scheef gaat dan verstoor je de waterstroming ónder de boot, en de windstroming langs de zeilen en de waterstroming onder/langs de boot moeten zo min mogelijk verstoord worden en juist gestimuleerd worden (geholpen worden). Wind wil ergens langs waaien. Doorstromen. Geen tot zo min mogelijk oponthoud. Trim de zeilen daar dus naar. Vang de wind maar trim de zeilen ook weer niet té strak (of té los). foto 56 foto 57 foto 58 Zo mooi aan de wind zeilend. Synchroon reagerend op en in de windvlaag (foto 57) en na de vlaag (foto 58). Zie je trouwens die RS op foto 56 helemaal links? Waar komt die vandaan? Lekker aan kop zo te zien, al hoewel deze twee RS en hier vooraan ook helemáál niet verkeerd liggen. Als ze overstag gaan dan liggen ze ook aan kop (denk ik).

Overstag: Bij ligt of bij zwaar weer (bij weinig of veel wind): blijf zitten, hang zelfs iets meer uit terwijl je opstuurt, blijf zitten en hop naar de overkant en je maakt een pompbeweging en geeft/maakt zo extra wind. Naarmate het harder waait, ga je sneller handelen en als het zachter waait dan doe je het meer in slowmotion. foto 59 foto 60 foto 61 Is deze mooi of mooi? En zó ga je overstag (in licht tot midden weer). Zó doe je dat. Je zeilt aan de wind en vaart de boot recht. Je blijft zitten waar je zit, je loeft op, blijft zitten en zodra je door de wind bent en op je nieuwe koers bijna komt te liggen ga je over. Breng je gewicht soepel en effectief over naar de nieuwe kant: zo heb je jou eigen wind gemaakt. Zie je hoe het grootzeil op foto 59 en 60 bol blijft staan. Op foto 59 zie je het grootzeil over bakboord bol staan en op foto 60 zie je het groot zeil al bol over stuurboord staan. De fok is op foto 59 al bijna over van stuurboord naar bakboord (staat bak, zie je dat?). Op foto 60 is de fok over.

foto 62 Het team 2600 op foto 62 is net overstag gegaan en zeilt over bakboord verder foto 63 Team 2600 zeilt de boot niet echt recht op en dan klapt de 2821 ook nog op vol op de neus van de 2600 (schuin voor de 2821 pakt zo wat wind bij de 2600 weg).

De Bovenboei ronden: Zeil de bovenboei scherp aan. Overzeil hem niet. De bovenboei overzeilen kost je meters en dus tijd (= achterstand). De bovenboei overzeilen is heel erg zonde en kost je gewoon plekken/posities als het druk is. foto 64 foto 65 Het team 365 komt over stuurboord aan (foto 64), tackt (gaat overstag) en zeilt de boei over bakboord aan (foto 65-67). Mooie boeironding! Bovenboei niet overzeilt. Strak aangezeild.

foto 66 foto 67 foto 68 En het team 365 zet direct bij de bovenboei de genaker. Hop, hop, hop en de genaker staat. Stuurman stuurt af, trimt grootzeil mee, fok al op juiste stand in klem zetten (10 tot 25 cm vieren 10 bij veel wind en 25 cm bij weinig wind), genaker hijsen (dus: HOP, HOP, HOP 4 grote lange halen). foto 69 foto 70

foto 71 foto 72 En hop, de genaker staat. En koers boei. De windvlagen rondom de boei moet je al in kaart hebben gebracht. Waar is de wind? Komt er een vlaag? En als die komt: afvallen! Langzaam met de wind mee afvallen. En naarmate het harder waait, iets meer en sneller afvallen. En boot recht houden! foto 73 Maak een mooie bocht. Houd snelheid. Houd druk in de zeilen terwijl je afvalt. En bij alles wat je doet denk je aan je gewicht in de boot. Houd de boot recht. Houd hem recht op. Zeil hem vlak. Hang naar buiten als de boot naar lij helt en ga naar binnen als de boot naar loef helt. Heel simpel. En door dat veel en vaak te trainen haal je extra snelheid uit de boot. Je zeilt aan de wind. De bovenboei komt. Je zeilt de boot recht op (hangen, sturen, trimmen). Zodra je afvalt hang je net net een klein beetje extra en gestrekt. Fok iets losser (2-4cm). Grootzeil iets vieren. Fok iets vieren (3-cm). Naar binnen met je gewicht. Grootzeil iets vieren én genaker hijsen terwijl je de fok op genaker-stand hebt gezet. Koers boei. Jezelf gepositioneerd ten opzichte van de tegenstanders en de wind (tactisch). Op zoek naar wind. Al trimmend en sturend

foto 74 foto 75 foto 76 foto 77 De bovenboei goed aansnijden (!) en snelheid houden. Blijven zeilen, blijven trimmen, blijven spelen met je gewicht. Zoek wind. Je ziet trouwens in foto 75 tot 77 dat het heel snel gaat bij een bovenboei. Van drie, naar vier, naar vijf naar zeven boten bij de bovenboei binnen de tien seconden. foto C foto D De boot met paarse genaker (zie foto 75-77 en foto C en D) heeft prima snelheid meegenomen van het aan-de-windse rak en zeilt bij foto 75 zelfs onder een ander door (!), valt af op foto 76 en is weg naar de volgende boei (foto 77). Maar met een iets ruimere ronding en gehesen genaker

foto E Als je in een kluitje bij de bovenboei aankomt doe je hetzelfde als bij een onderboei of start (of finish). Zoek je juiste plek. Zoek vrije wind, maar zeil niet te veel om (je moet de boei ronden). Houd snelheid. Pak je plek en verdedig die ook (oh ja, leer het wedstrijd reglement a.u.b.) en zeil zo snel mogelijk naar de volgende boei. foto 78 foto 79 De bovenboei wordt door alle vier de teams prima aan-de-wind aangezeild. Perfect. Deze teams (foto 79) overzeilen de bovenboei met ruim 10 en 25 meter. De rechter boot komt al met een knik in de schoot (zeilen iets vieren en iets afvallen). De fok langzaam vieren en grootzeil iets sneller vieren. Trim met de bocht mee. Je maakt een bocht en dus draait de windhoek van de wind in de zeilen: dus bij trimmen. Schoten vieren en klaar om de genaker te hijsen.