Gebruiksaanwijzing gennaker Liberté

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing gennaker Liberté In dit document is de Nederlandse gebruiksaanwijzing van de leverancier en de Engelse gebruiksaanwijzing van de zeilmaker voor de gennaker op de Liberté opgenomen. Wanneer gebruik je de gennaker? De gennaker is een zeil dat je gebruikt bij licht weer. Het zeil kan gebruikt worden op koersen van ±80 0 ± 0 aan de schijnbare wind. Dit kan je aflezen op de windmeter. Aandachtspunten.. De gennaker is gemaakt van licht nylon. Het scheurt dus gemakkelijk als het langs scherpe punten schavielt. Controleer dus of er geen scherpe dingen op het voordek aanwezig zijn bijv. de borgringetjes van de railingdraad alvorens het zeil te gebruiken. Er ligt zelfvulcaniserend tape (om de scherpe punten te omwikkelen) in de gereedschapskist onder de stuurboordsbank in de kajuit. 2. De gennaker wordt met het onderste blok van de halstalie bevestigd aan het voorste vrije oog van het ankerbeslag op de boeg. De halstalie wordt vervolgens belegd op één van de kikkers op het voordek. 3. Zorg ervoor dat de schoten vóór de gennaker om lopen en niet tussen de gennaker en de rolfok anders krijg je problemen met de voorgeschreven gijp om de gennaker over de andere boeg te zetten. 4. De halshoek van de gennaker moet altijd hoger dan de preekstoel staan. Dit stel je in met de halstalie. Enkele tips.. De bolling van de gennaker wordt bepaald door de hoogte van de halshoek. Naarmate de halshoek hoger staat wordt de bolling groter. Bij ruimere koersen moet de gennaker meer bolling hebben. Dit houdt in dat je op ruimere koersen de halshoek hoger zet dan op meer aan de windse koersen. 2. Op koersen ruimer dan 0 aan de schijnbare wind komt de gennaker in de windschaduw van het grootzeil en zal dus in elkaar zakken. Om dit te voorkomen kan je het grootzeil strijken en alleen op de gennaker verder varen.

2 GEBRUIK EN TRIM VAN DE ATS De karakteristiek: De asymmetrische toerspinnaker is een allround eenvoudig te trimmen en te hanteren zeil voor het lichtere weer en de ruimere koersen. De ATS is ontworpen om vanaf de steven dus zonder spiboom te worden gevaren. Zeker wanneer de ATS met een stripper wordt gebruikt is het een ideaal zeil voor de toerzeiler. Wat is er nodig om met de ATS te kunnen zeilen: ) Spinnakerval 2) Schootblokken bij voorkeur met snapshackle en hondsvot 3) Schoot (één of twee) de lengte per schoot moet ongeveer twee keer de scheepslengte zijn 4) Halstalie of halslijn. Het bevestigingspunt van de halstalie moet bij voorkeur op het stevenbeslag zitten nog vóór de voorstag / de rolreefinstallatie Optie's: ) Spiboom of telescopische boom 6) Barbervoorziening voor de schoot Het zetten van de ATS (met stripper): ) Haal de stripperring en de top van de stripper uit de zeilzak 2) Bevestig de halstalie of de halslijn aan de halshoek van de ATS 3) Zet de halstalie of het blok van de halslijn vast op de steven 4) 4) Geef de talie of lijn zoveel ruimte dat de halshoek van de ATS na het zetten vrij staat van de preekstoel ) ) Schuif de stripperring zover omhoog dat de schoothoekversteviging helemaal vrij is 6) Sla de schoot (of schoten) aan 7) Controleer of de schoot (schoten) helemaal vrij en buiten alles om lopen 8) Bevestig de val aan het bovenste oog van de RVSstrop in de kop van de stripper 9) 9) Hijs de stripper shackle 'to blocks' en controleer of de stripper niet gedraaid is 0) Zoek een koers tussen halve en ruime wind ) Trek de ring van de stripper met de hijslijn rustig omhoog 2) De schoot kan ondertussen al enigszins worden aangetrokken 3) Als de stripper helemaal omhoog getrokken is (de kop van het zeil moet vrij zijn) kan de hijslijn worden belegd bij de mast of op de preekstoel De trim: Het meest effectieve windbereik van de ATS ligt tussen 0 en 60 (schijnbare windrichting) Op koersen tussen 60 en halve wind kan de halstalie/ halslijn zover worden aangetrokken dat de halshoek net vrij staat van de preekstoel. Er staat nu een behoorlijke spanning op het voorlijk van de ATS de bolling ligt duidelijk voor het midden en het achterlijk staat open. Vier de schoot zover dat het voorlijk begint om te krullen en trim de schoot vervolgens iets bij. Naarmate de koers ruimer wordt kan de halstalie meer worden gevierd. De bolling komt meer in het midden te liggen het geprojecteerde oppervlak van de ATS wordt groter. Op echt ruime koersen is het beter om de schootvoering d.m.v. een barbervoorziening of een extra blok op de voetrail naar voren te brengen het zeil staat daardoor rustiger. Voor de windse koersen zijn voor de ATS niet de meest efficiënte; 'afkruisen' is rustiger comfortabeler en vrijwel altijd sneller. Als de koers zo ruim wordt dat de ATS door de windschaduw van het grootzeil onrustig wordt is het doorgaans beter om het grootzeil te strijken óf op langere trajecten de ATS als spinnaker te varen Over een andere boeg: gijpen Probeer nooit om overstag te gaan met een ATS werk altijd 'buitenom' dus met een gijp. ) Uitgangspunt is een koers van ) Trek het grootzeil alvast wat naar binnen 3) Vier de schoot zover dat de ATS volledig aan lij en voor de voorstag staat 4) Val nu vlot af naar voor de wind gijp het grootzeil en draai door naar 0 60 graden over de nieuwe boeg ) Trek de 'nieuwe' ATSschoot aan 6) Trim het grootzeil Als de ATS met één schoot wordt gevaren moet de schoot tussen stap 3) en 4) worden omgelopen. Denk eraan dat de schoot buiten de hals van de ATS moet worden omgehaald. Het strijken van de ATS (met stripper): ) Haal de druk uit de ATS door de schoot te vieren 2) Trek de stripper rustig naar beneden terwijl de schoot zonodig verder wordt gevierd 3) Laat de stripper zakken 4) Sla val schoot en halstalie af ) Berg de stripper op in de zeilzak; laat de ring er eerst uit stouw de stripper vervolgens in de zak (onderaan beginnen) en doe als laatste de kop en de ring van de stripper in de zeilzak

3 ! " # $% ' ( )"* + # $. /!

4 " ' 0 $ " 2#3 # 4 2$3 $ * 8$ $ 6$ 9: :

5 :4' ;+ 4 $ 2(3 ( % % < ' 8 ='very 8: > = 4 =' ". % : %