De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN CREATIEF SCHRIJVEN



Vergelijkbare documenten
De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN MUZIEKMOZAIEK

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KUNSTWERK[T]

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN VLAMO

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN POPPUNT

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KOOR&STEM

RESULTATEN ENQUÊTE FAMEUS FABULEUS BERCHEM

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Hoog opgeleid, laag inkomen

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

INKOMSTEN BEELDENDE KUNSTENAARS

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Werkbelevingsonderzoek 2013

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Opportuniteiten voor sportstimulering van de 55-plusser in Vlaanderen. Inge Derom Marc Theeboom Zeno Nols

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

3.6 Informatie en communicatie

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN?

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

in beeld gebracht amateurkunsten

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Vlaams Archeologencollectief

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

4. Profiel van de respondenten.

IDENTIFICATIEFICHE CULTURELE VERENIGING

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Sportparticipatie van de 55-plusser in Vlaanderen. Marc Theeboom Inge Derom Zeno Nols

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Rapport solidariteitsbarometer

We stellen de resultaten graag aan u voor op een informatievergadering. U zult hiervoor worden uitgenodigd in de loop van het najaar van 2009.

Rapportage Enquête Mantelzorgondersteuning 2012

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande

STUDIEDAG WIE IS KUNSTENAAR?

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Resultaten leden-enquête

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Subject: Uitnodiging BiebPanel onderzoek: tevredenheid over de bibliotheek

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Centrum van Horst Wonen Limburg

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

1. Hoe kan iemand jouw kinderdagverblijf contacteren voor informatie over de opvang? Persoonlijk langskomen Telefoon Fax Brief Ander antwoord :

Snapshot Amateurkunsten

Wie doen er aan sport en cultuur?

3.000 Nazareners geven hun mening

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

FACTS & FIGURES Cultuur- en gemeenschapscentra Franne Mullens

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Samenvatting. BS De Meeander/ Locatie Heelweg. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016

Ouders op de arbeidsmarkt

Wetenschap in het Paleis. Rapport

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met


Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Hoe hoopvol zijn de Vlamingen?

1. Aanleiding van de enquête

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

ontspanning en iets presteren

1. Woonplaats: Hoofdgemeente: Deelgemeente:

4. Samenwerking. 78 Hoofdstuk 6

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats

Transcriptie:

Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN CREATIEF SCHRIJVEN 1

Inhoud Inleidend...4 1 Hoe actief zijn de leden in hun discipline?...6 2 Profielen...8 3 Eigenschappen van beoefening...12 3.1 Hoe komt men in contact met schrijven?...12 3.1.1 Op eigen houtje?...12 3.1.2 Via welke personen komt men in contact met schrijven?...12 3.1.3 Activiteitsgraad van de introducerende personen...12 3.1.4 Organisaties of andere kanalen waardoor men in contact kwam met schrijven...13 3.2 Opleidingen...14 3.2.1 Frequenties...14 3.2.2 Evaluatie van de opleidingen...15 3.3 De presentatie van creatief schrijven...17 3.4 Wanneer beoefent men?...18 3.4.1 Dagen waarop men beoefent...18 3.4.2 Momenten waarop men beoefent...18 3.5 Internetgebruik...19 3.5.1 Internetgebruik: algemeen...19 3.5.2 Functionaliteiten: waarvoor gebruikt men het internet?...20 3.6 Professionaliteit...21 3.7 Economische aspecten...22 3.7.1 Uitgaven aan amateurkunst...22 3.7.2 Inkomsten...25 3.8 De verwachtingen ten aanzien van Creatief Schrijven...27 4 Specifieke vragen...30 4.1 Inspiratie voor het schrijven...30 4.2 Redenen om te schrijven...31 4.3 Gebruik of publicatie van teksten...32 4.3.1 Gebruik van teksten door anderen...32 4.3.2 Publicaties...32 2

4.4 Ondersteuning door Creatief Schrijven...33 4.5 Eigenschappen van een goed schrijver...33 4.6 Lezen van boeken en strips...36 3

Inleidend Dit onderzoeksrapport bespreekt de resultaten van een websurvey naar de activiteiten van de leden van Creatief Schrijven. Het rapport maakt deel uit van een groter onderzoeksproject naar amateurkunstbeoefening in Vlaanderen uitgevoerd door de UGent en de VUB in opdracht van het Forum voor Amateurkunsten in de periode van augustus 2008 tot september 2009. Het onderzoeksproject is het eerste kwantitatieve survey-onderzoek in Vlaanderen dat zich volledig op amateurkunstbeoefening richt. Drie doelstellingen onderbouwen het onderzoek. Ten eerste is het de bedoeling om de lacune aan systematisch verzamelde data omtrent amateurkunstbeoefening op te vullen. Ten tweede -en in het verlengde daarvan- is het daarbij de bedoeling om amateurkunstbeoefening op een zeer gedetailleerde manier te meten. Hierdoor willen we -ten derde- cruciale input kunnen leveren voor het beleid en de sector van de amateurkunsten door het aanleveren van betrouwbare participatiecijfers, profielen van deelnemers te schetsen, behoeften van beoefenaars in kaart te brengen, drempels tot participatie weer te geven, de percepties rond amateurkunsten in kaart te brengen en een zeer uitgebreide vergelijking te maken tussen beoefenaars en niet beoefenaars. In overleg met het Forum voor Amateurkunsten werd geopteerd voor een combinatie van een bevolkingsonderzoek en een ledenonderzoek. Het bevolkingsonderzoek betreft een schriftelijke bevraging van een aselecte steekproef uit het Rijksregister bij een representatief staal van de Vlaamse bevolking. Daarnaast werden een aantal onderzoeksvragen beantwoord door middel van secundaire analyses op basis van de survey Cultuurparticipatie in Vlaanderen 2003-2004 (Lievens, Waege en De Meulemeester, 2006). Deze survey betreft face-to-face enquêtes bij 2848 Vlamingen tussen 14 en 85 jaar oud op basis van een representatieve aselecte steekproef uit het Rijksregister. De survey Cultuurparticipatie in Vlaanderen 2003-2004 bevat tevens informatie over de aanwezige gezinsleden. Aan iedere respondent die mondeling ondervraagd werd, werd namelijk gevraagd of alle andere aanwezige gezinsleden een korte schriftelijke vragenlijst invulden. De resultaten van het bevolkingsonderzoek en de secundaire analyses worden apart gerapporteerd in een algemeen eindrapport. Om meer gedetailleerde uitspraken te kunnen doen over actieve beoefenaars van de verschillende amateurkunsten werkten we na intensief overleg met elke Vlaamse landelijke amateurkunstorganisatie een webenquête uit. Deze online bevraging bij de leden of geregistreerde geïnteresseerden van de amateurkunstenorganisaties is tweeledig. Naast een generiek deel dat voor iedere organisatie gelijk loopt, kreeg iedere organisatie de ruimte een aantal zeer specifieke vragen te stellen aan hun leden. Iedere organisatie stelde het adressenbestand van zijn leden ter beschikking. Van iedere organisatie werd een aselecte toevalssteekproef van 10% getrokken. De geselecteerde leden 1 werden via mail gecontacteerd met de uitnodiging om deel te nemen aan de online bevraging (totaal: 16.941 verzonden mails). Er werd een strikt opvolgingsdesign gehanteerd: in 1 Hoewel niet alle amateurkunstorganisaties met hetzelfde systeem van lidmaatschap werken, definiëren we een lid van een organisatie hier zeer pragmatisch als een persoon die zich in het aangeleverde adressenbestand van de organisatie bevindt. 4

totaal werden 2 herinneringsmails gestuurd ter verhoging van de responsgraad. Tabel 1 geeft een overzicht van de gerealiseerde respons per organisatie. De brutoresponsgraad betreft het aantal ingevulde enquêtes (volledig of deels ingevuld) gedeeld door het aantal verzonden enquêtes. De nettoresponsgraad is correcter en houdt rekening met het aantal ongeldige e-mailadressen. Het gaat hier dus met andere woorden over het aantal ingevulde enquêtes (volledig of deels ingevuld) gedeeld door het aantal verzonden e-mails (exclusief de ongeldige adressen). In het totaal merken we dat 35,92% van de leden de online bevraging invulde. De leden van OPENDOEK, Centrum voor Beeldexpressie, Vlamo, Muziekmozaïek en Koor&Stem volgen dit algemeen patroon min of meer. Bij Creatief Schrijven en Danspunt ligt de responsgraad wat lager: respectievelijk 31,20% en 26,46% van hun leden vulde de webenquête in. Een opvallend hogere respons vinden we terug bij de leden van KUNSTWERK[t]: daar vulde 57,06% van de leden de webenquête in. Tabel 1 : Overzicht van responsgraad per organisatie Verzonden (N) Respons (N) Bruto- respons (%) Netto-respons (%) Poppunt 1779 288 16.19 17.94 Danspunt 1806 466 25.80 26.46 Creatief Schrijven 1807 493 27.28 31.20 OPENDOEK 1811 598 33.02 36.87 Centrum voor Beeldexpressie 1813 620 34.20 39.67 Vlamo 2513 837 33.31 36.74 Muziekmozaïek 1810 621 34.31 37.66 Koor&Stem 1789 668 37.34 39.43 KUNSTWERK[t] 1813 942 51.96 57.06 TOTAAL 16941 5533 32.66 35.92 In de rest van dit rapport gaan we enkel in op de resultaten van de leden van Creatief Schrijven. Dit ledenrapport dient dan ook als complementair gezien te worden aan het algemeen rapport. Dit ledenrapport is in eerste instantie een synthese van de cijfers die zich in het algemeen rapport bevinden. In tweede instantie wordt een aantal punten verder uitgediept en bevat het rapport uiteraard de resultaten van de organisatiespecifieke vragen (die niet in het algemeen rapport opgenomen worden). Voor uitgebreide vergelijkingen met andere sectoren en andere thema s verwijzen we naar het algemeen eindrapport. 5

1 Hoe actief zijn de leden in hun discipline? Hoe actief zijn de leden in hun discipline? Om dit na te gaan werd na overleg met het Forum voor Amateurkunsten en iedere landelijke amateurkunstorganisatie een uitgebreide vraag opgesteld waarin gepeild werd naar zeer verschillende vormen van amateurkunst. Voor elke opgenomen activiteit vroegen we de respondenten aan te geven of en hoe vaak ze die activiteit beoefend hebben. Er werd gewerkt met een referentieperiode van 6 maanden voorafgaand aan de bevraging. De intensiteit van beoefening werd gemeten aan de hand van de volgende zespuntenschaal: 1. Een uitzonderlijke keer 2. Maandelijks 3. Meermaals per maand 4. Wekelijks 5. Meermaals per week 6. Dagelijks We operationaliseren het actief lid zijn van Creatief Schrijven als iemand die in de laatste 6 maanden voorafgaand aan de bevraging actief één van de volgende activiteiten beoefende: 1. Romans of (kort)verhalen voor volwassenen 2. Romans of (kort)verhalen voor kinderen 3. Columns/cursiefjes 4. Artikel/opiniestukken 5. Essays 6. Toneel/scenario 7. Poëzie/versjes/gedichten 8. Weblog 9. Dagboek/korte gedachten 10. Reisverslagen 2 Op basis van deze operationalisering concluderen we dat de overgrote meerderheid van de leden (85,2%) van Creatief Schrijven in de afgelopen 6 maanden actief was in de één van de bovenstaande sectorspecifieke activiteiten. Een groep van 8,3% van de leden is nooit actief geweest op vlak van schrijven. Een absolute minderheid van 6,6% was vroeger wel actief, maar was dat niet meer tijdens de laatste zes maanden voorafgaand aan de bevraging (zie Tabel 2). We gingen niet alleen na hoeveel actieve leden er zijn, door de zespuntenschaal zijn we in staat om een onderscheid te maken tussen occasionele en frequente beoefenaars. We definiëren een frequente beoefenaar als iemand die minstens wekelijks zijn activiteit beoefent. Daarnaast gaat men ook als frequente beoefenaar door als men minstens twee activiteiten minstens meermaals per maand uitoefent of minstens vier activiteiten minstens maandelijks beoefent. 2 Ook opgenomen in de operationalisering maar van gering belang zijn degenen die een open antwoord gaven (na hercodering betrof dit slechts 14 leden). De open antwoorden betreffen onder andere het schrijven van een biografie, creatieve brieven, etc. 6

We stellen duidelijk meer frequente dan occasionele beoefenaars vast. Ongeveer 47% van de leden is actief in de sectorale activiteiten op een frequente basis. Een groep van ca. 38% van de leden is slechts op occasionele basis actief (zie Tabel 2). Tabel 2: Hoe actief zijn de leden in hun discipline (in %)? % leden van Creatief Schrijven Nooit beoefend 8,3 Enkel vroeger, nu niet meer 6,6 Momenteel beoefenaar 85,2 Totaal (N) 100 (458) Niet beoefenaar 14,8 Occasionele beoefenaar 38,2 Frequente beoefenaar 46,9 Totaal (N) 100 (458) Een andere manier om na te gaan hoe actief de leden van Creatief Schrijven in hun discipline zijn, is om de tijd die ze eraan besteden in kaart te brengen. Figuur 1.1 brengt de tijdsbesteding in kaart door middel van een boxplot. Een boxplot is een visualisering van de heterogeniteit onder de respondenten (zie Figuur 1.1). De onderkant van de box of doos wordt afgemeten op het 25ste percentiel, dit is de waarde waaronder 25% van de respondenten van de groep zich bevindt. De bovenkant van de doos wordt afgemeten op de waarde van het 75ste percentiel. Op die manier bevindt zich dus in iedere doos 50% van de respondenten van de groep en krijgen we een idee van de spreiding van de antwoorden. De dikke zwarte streep in het midden van de doos duidt de mediaan aan of de waarde waaronder 50% van de respondenten van de groep zich bevindt. De zogenaamde whiskers (de korte streepjes in de grafiek) werden ingesteld op telkens het 5de en het 95ste percentiel. Het gemiddelde wordt voorgesteld door de ruitvormige figuur binnen de boxplot. We constateren dat de actieve leden van Creatief Schrijven gemiddeld 6 uren per week besteden aan hun activiteiten op vlak van schrijven. Uit de voorstelling van de spreiding merken we dat 25% van de leden minder dan anderhalf uur per week besteedt aan hun activiteiten op vlak van schrijven. De helft van de respondenten besteedt er 3 uur of minder aan per week en ¾ van de actieve leden besteden er 8 uur of minder aan. 7

Figuur 1.1 Tijdsbesteding: gemiddeld aantal uren per week de afgelopen 6 maanden. 2 Profielen Nu we een eerste beeld hebben van de activiteitsgraad van de leden van Creatief Schrijven, gaan we in dit deel na wat voor personen dit zijn. We doen dit door de verdeling na te gaan op een aantal profielvariabelen voor de leden die we als actief konden benoemen. Wat geslacht betreft constateren we dat er bijna dubbel zoveel vrouwen dan mannen zijn onder de actieve leden van Creatief Schrijven (respectievelijk 64,4% vs. 35,6%). Wat leeftijd betreft merken we dat de actieve leden voornamelijk afkomstig zijn uit de leeftijdsgroep tussen 35 en 54 jaar (49,7%). Daarnaast is ongeveer een vierde van de actieve leden van Creatief Schrijven tussen 18 en 34 jaar en ongeveer een vijfde tussen 55 en 64 jaar. De oudste en de jongste leeftijdsgroepen zijn duidelijk ondervertegenwoordigd. Wat opleidingsniveau betreft stellen we bij de actieve leden vast dat de overgrote meerderheid in het hoger onderwijs afstudeerde (71,3%). Ongeveer 11% van de actieve leden studeert momenteel nog. We stellen een duidelijke minderheid laagopgeleiden vast (4,7%). De bevraagde studierichtingen die de respondenten gevolgd hebben of momenteel nog volgen, werden herschikt tot 3 categorieën. Een eerste categorie omvat de studierichtingen waarvan het object van de opleiding een sterk culturele dimensie omvat, zoals: talenonderwijs, lerarenopleiding en kunstonderwijs. Daarnaast werden de opleidingen waarvan het studieobject sterk gericht is op de omgang, verzorging en/of het contact met mensen en die aldus sterk dienstverlenend van aard zijn, samengenomen. Het betreft hier onder andere: de medische en paramedische sector, economisch, administratief en commercieel onderwijs, juridisch en bestuurlijk onderwijs, openbare orde en veiligheid. Tenslotte werden de meer technische en materieel georiënteerde opleidingen samengenomen zoals het agrarisch onderwijs, opleidingen gericht op transport en verkeer, kleding en textiel en de exacte wetenschappen. Meer dan de helft van de actieve leden van Creatief 8

Schrijven (61,2%) studeerde of studeert in een culturele richting. Zo n 27% koos voor een studierichting die uitzicht kan geven op een beroep waarin dienstverlening centraal staat. Ongeveer 12% studeert of studeerde een eerder technisch-materiële richting. Wat beroepsstatus betreft, constateren we dat de meerderheid van de actieve leden van Creatief Schrijven momenteel aan het werk 3 is (64,8%). Een minderheid van ca. 15% is momenteel inactief 4 en ca. 11% is nog student. We gingen ook de gezinssituatie van de respondenten na. Hiervoor maakten we het onderscheid tussen studenten, alleenwonenden zonder kinderen, samenwonenden zonder kinderen, samenwonenden waarvan het jongste kind jonger is dan 10 jaar, waarvan het jongste kind tussen 10 en 18 jaar is en waarvan het jongste kind ouder dan 18 jaar is. Wat de actieve leden van Creatief Schrijven betreft merken we dat ongeveer 11% alleenwonend is als student en ongeveer een vijfde alleenwonend is en geen student meer is. Overeenkomstig het leeftijdsprofiel, stellen we vervolgens vast dat ongeveer 16% samenwonend is zonder kinderen en meer dan een vierde van de actieve leden samenwoont met partner waarvan het jongste kind ouder is dan 18 jaar. Naast deze vaak gebruikte profielvariabelen gingen we na in welke mate de woonplaats van de leden van Creatief Schrijven verstedelijkt is. Voor de opdeling naar graad van verstedelijking werd daarbij Van Hecke (1997) gevolgd die de Vlaamse gemeenten in zes groepen indeelt op basis van hun score op acht verschillende functies (o.a. detailhandel, cultuur, onderwijs, ). De middencategorieën ( centrumgemeenten in de regionaalstedelijke gebieden, centrumgemeenten in de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden, centrumgemeenten in de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau en gemeenten die grenzen aan Brussel ) werden samengenomen. Op die manier werden drie groepen onderscheiden: 1) centrumgemeenten in grootstedelijke gebieden (Antwerpen, Brussel of Gent), 2) centrumgebieden en 3) niet-centrumgebieden. Uit Tabel 3 blijkt dat de grootste groep van de actieve leden van Creatief Schrijven (42,2%) in een niet centrumgebied woont. Ongeveer een derde van de actieve leden woont in een ander centrumgebied, terwijl meer dan een vierde van de actieve leden (25,8%) in een grootstedelijk gebied woont. We vroegen de respondenten ook naar hun netto maandelijks inkomen van hun gezin. Met het netto-huishoudensinkomen bedoelen we het totaal van de inkomsten van het gezin (eigen loon en dat van de eventuele partner) en dit na aftrek van de belastingen 5. Uit de inkomensverdeling in Tabel 3 blijkt dat de ongeveer 11% van de actieve leden van Creatief Schrijven geen eigen maandelijks inkomen heeft. Een grote groep van 25,8% heeft een inkomen tussen 1000 en 1999. Slechts 4,8% heeft een lager inkomen tussen 600 en 999. Daarnaast stellen we vast dat 25,9% van de actieve leden van Creatief Schrijven een hoger inkomen heeft tussen 2500 en 3749. Naast dit objectief inkomen werd ook gepeild naar het subjectieve inkomen. De respondenten werd gevraag op een zevenpuntenschaal aan te geven in welke mate men comfortabel kan leven met het gezinsinkomen. De schaal liep van 1 (het is zeer moeilijk om rond te komen) tot 7 (het is zeer 3 Ook GESCO, RVA-stage, PWA, interim, dienstencheques en meewerkend in gezins- of familiebedrijf. 4 Werklozen, voltijds huisman/huisvrouw, ziekte- of bevallingsverlof, werkonbekwaam/invalide of op zoek naar eerste werk. 5 Inbegrepen: loon, maaltijdcheques, eventueel kindergeld, uitkeringen, pensioen of andere inkomsten uit kapitaal, creatieve hobby s, onroerende goederen, etc. 9

gemakkelijk om rond te komen). Categorieën 1 en 2 werden samengenomen, 3,4 en 5 vormen de middencategorie, en 6 en 7 vormen de rechtse pool. Uit een inspectie van antwoordverdelingen van de actieve leden van Creatief Schrijven blijkt dat de grootste groep van de actieve leden (56,3%) niet gemakkelijk maar ook niet moeilijk kan rondkomen met het gezinsinkomen. Voor ongeveer een derde van de actieve leden is het (zeer) gemakkelijk om rond te komen terwijl het voor zo n 11% moeilijk of zeer moeilijk is om rond te komen (zie Tabel 3). Tabel 3: Profiel van de actieve leden van Creatief Schrijven (in %). % actieve leden Geslacht man 35,6 vrouw 64,4 (N) (320) Leeftijd 7-17 1,6 18-34 24,7 35-54 49,7 55-64 21,2 66+ 2,9 (N) (312) Opleidingsniveau studenten 10,9 max lager secundair onderwijs 4,7 hoger secundair onderwijs 13,1 hoger onderwijs 71,3 (N) (321) Studierichting cultureel 61,2 dienstverlenend 27,2 technisch materieel 11,7 (N) (309) Beroepsactiviteit studenten 11,1 werkenden 64,8 inactieven 14,8 gepensioneerden 9,3 (N) (324) Gezinssituatie niet samenwonend, student, zonder kinderen 11,2 niet samenwonend, geen student, zonder kinderen 21,4 samenwonend zonder kinderen 16,3 samenwonend, jongste kind jonger dan 10 13,4 samenwonend, jongste kind tussen 10 en 18 11,2 samenwonend, jongste kind ouder dan 18 26,4 (N) (276) Verstedelijking woonplaats grootstedelijk centrum 25,8 ander centrum 32,0 niet-centrum 42,2 10

(N) (306) Inkomen objectief geen eigen inkomen 10,9 [ 600; 999] 4,8 [ 1000; 1499] 12,9 [ 1500; 1999] 12,9 [ 2000; 2499] 13,6 [ 2500; 3749] 25,9 [ 3750; 4999] 12,9 > 5000 6,1 (N) (294) Rondkomen met inkomen (zeer) moeilijk om rond te komen 10,9 Tussen beide (3,4,5) 56,3 (zeer) gemakkelijk om rond te komen 32,8 (N) (311) 11

3.1 Hoe 3.1.1 Op 3.1.2 Via 3.1.3 Activiteitsgraad 3 Eigenschappen van beoefening komt men in contact met schrijven? Hieronder gaan we in op de vraag hoe de leden van Creatief Schrijven met hun activiteiten op vlak van schrijven in contact kwamen. We maken daarbij het onderscheid tussen de invloed van een aantal personen enerzijds en een aantal organisaties of andere kanalen anderzijds. Omdat deze analyse zich ook in het algemene eindrapport bevindt, zullen we de resultaten hier slechts kort bespreken en een uitvoerige vergelijking met andere sectoren achterwege laten. eigen houtje? Door welke personen kwamen de actieve leden van Creatief Schrijven in contact met hun hobby? Om deze vraag te kunnen beatwoorden geven we eerst een beeld van de respondenten die aangeven dat ze op eigen houtje in contact kwamen met schrijven. Tabel 4 biedt voor de actieve leden van Creatief Schrijven het aandeel respondenten dat op eigen houtje in contact kwam met schrijven. We merken dat dit het geval is voor exact de helft van de actieve leden van Creatief Schrijven. De helft van de actieve leden kwam via bepaalde personen of organisaties in contact met schrijven. We bespreken ze in de volgende paragrafen. Tabel 4 Percent actieve leden dat alleen in contact kwam met Creatief Schrijven (in%) Categorie % N Creatief Schrijven 50,0 320 welke personen komt men in contact met schrijven? Aan degenen die niet op eigen houtje in contact kwamen met hun hobby vroegen we via welke personen ze in contact kwamen met hun hobby. Tabel 5 geeft de procentuele verdeling van de personen waardoor de actieve leden van Creatief Schrijven in contact kwamen met hun activiteiten op vlak van schrijven. We merken in de eerste plaats het belang op van vrienden of kennissen als introducerende personen (41,3%). Op de tweede plaats komen collega s als personen waardoor men in contact kwam met schrijven (23,8%). Specifieke leerkrachten op school komen op de derde plaats (16,9%). Andere gezinsleden (8,8%) en leden van de ruimere familie (6,9%) worden bij schrijvers minder vaak genoemd als personen die hen in contact brachten met hun hobby. van de introducerende personen Nu deze eerste blik is geworpen gaan we in wat volgt na in welke mate deze contactpersonen zelf ook actief schrijven/schreven. Tabel 5 geeft een overzicht van de activiteitsgraad voor de verschillende personen die de beoefenaars in contact brachten met schrijven. 12

3.1.4 Organisaties Vrienden of kennissen, de belangrijkste contactpersonen voor het aanvatten van schrijfactiviteiten, blijken zelf ook zeer actief. In 62,1% van de gevallen beoefenen of beoefenden de introducerende vrienden zelf ook activiteiten op vlak van schrijven. Voor collega s die de tweede belangrijkste introductiepersonen zijn met betrekking tot schrijven, stellen we een wat lagere activiteitsgraad vast van 44,7%. De overige gezinsleden die de actieve leden in contact brachten met schrijven zijn dan weer iets actiever (63,6%). Tabel 5 Personen waardoor men in contact kwam met zijn/haar hobby (in %) Bracht in contact met creatief schrijven Waarvan zelf ook actief vrienden of kennissen 41,3 62,1 mijn ouders 8,1 38,5 iemand uit mijn gezin 8,8 42,9 een specifieke leerkracht uit mijn school 16,9 29,6 iemand uit mijn ruimere familie 6,9 63,6 collega's 23,8 44,7 (N) (160) of andere kanalen waardoor men in contact kwam met schrijven We gingen ook na in welke mate men in contact kwam met creatief schrijven via een aantal organisaties of andere kanalen. Grafiek 1 geeft antwoordverdelingen. Het belangrijkste introducerend medium voor schrijvers betreft internetsites of -fora (47%). Vervolgens stellen we vast dat opleidingen buiten het DKO, tijdschriftartikels en wedstrijden eveneens belangrijke introductiekanalen zijn (meer dan 20%). Opvallend lager in vergelijking met de introducerende rol van het opleidingsaanbod buiten het DKO, betreft de introducerende rol van het DKO (7,4%) (zie Grafiek 1). Grafiek 1: Introducerende instanties ter beoefening van creatief schrijven (N=351) 13

3.2 Opleidingen 3.2.1 Frequenties In welke mate leiden de actieve leden van Creatief Schrijven zich op in hun discipline? Trekken ze daarvoor naar het DKO of naar andere instanties? En op welke manier evalueren de beoefenaars deze opleidingen? Grafiek 2 biedt de resultaten. Zo n 12% van de actieve leden van Creatief Schrijven volgde de laatste 6 maanden voorafgaand aan de bevraging een opleiding aan het DKO, bijna 40% heeft dat vroeger gedaan, terwijl bijna de helft nooit een DKO opleiding volgde. Wat het opleidingsaanbod buiten het DKO betreft, constateren we dat ongeveer een vijfde van de actieve beoefenaars momenteel (de laatste 6 maanden voorafgaand aan de bevraging) een alternatieve opleiding volgde, ca. 37% van de actieve leden volgde vroeger al een alternatieve opleiding, terwijl minder dan de helft van de actieve leden (41,55%) dat nooit volgde. Grafiek 2: Gevolgde opleidingen door de actieve leden van Creatief Schrijven (in %) (N=361) 14

3.2.2 Evaluatie van de opleidingen We gingen na in welke mate de huidige of vroegere studenten die momenteel actief lid zijn van Creatief Schrijven tevreden zijn over hun opleiding aan het DKO/buiten het DKO 6. Grafiek 3 geeft de resultaten. Daaruit blijkt dat men over de meeste aspecten van de gevolgde opleiding (zowel DKO als buiten DKO) zeer tevreden is. Slechts bij twee criteria valt een duidelijk lagere tevredenheid op: de hulp en de motivatie die de opleiding aanreikt om naar een professioneel kunstenaarschap over te stappen enerzijds en de opvolging buiten de lessen anderzijds. Wat de hulp en de motivatie om over te schakelen tot een professioneel kunstenaarschap betreft, stellen we vast dat ongeveer 31% (heel) ontevreden is over dit aspect wat het DKO betreft. Een ander beeld verschijnt bij de opleidingen buiten het DKO. Daar is de groep die het in het midden houdt veel kleiner (38,9% vs. 9,1%) en zowel de groep die er (heel) tevreden over is, als de groep die er (heel) ontevreden over is blijken dan weer duidelijk groter. We merken nog op dat de lagere evaluatie van dit item mogelijk te maken heeft met het feit dat niet alle beoefenaars een professioneel kunstenaarschap aspireren. Een tweede punt waar men in het algemeen minder tevreden over is, betreft de opvolging buiten de lessen. Hoewel 45,2% van de (ex-) DKO studenten daar (heel) tevreden over is, is de groep die er effectief (heel) ontevreden over is niet zo groot (19,1%). Een grote groep van de (ex-)dko studenten houdt het in het midden en is er noch tevreden noch ontevreden over (35,7%). Ook hier verschijnt een ander beeld bij de alternatieve opleidingen. Daar is de groep die het in het midden houdt veel kleiner (11,1%) en blijkt de groep die er (heel) tevreden over is groter (45,2% vs. 61,6%). Deze polarisering heeft er waarschijnlijk mee te maken dat deze geëvalueerde opleidingen in tegenstelling tot het DKO- een amalgaam vormen van verschillende opleidingsmogelijkheden en cursussen die niet allemaal dezelfde doelstellingen hebben. 6 Werd bevraagd als een kunstopleiding buiten het deeltijds kunstonderwijs (workshops, lessenreeksen, vormingen buiten de academie) 15

Grafiek 3 Bovenaan: DKO evaluatie door actieve leden van Creatief Schrijven. Onderaan: Evaluatie van opleidingen buiten DKO door actieve leden van Creatief Schrijven. 16

3.3 De presentatie van creatief schrijven Hoe actief zijn de leden van Creatief Schrijven in het laten zien of horen van hun werk aan anderen? We gingen na of en in welke mate de actieve leden hun activiteiten op vlak van creatief schrijven het afgelopen jaar aan de volgende personen lieten zien/horen: 1. Gezinsleden 2. Leden uit de ruimere familie 3. Vrienden of kennissen 4. Collega s 5. Andere beoefenaars (amateurs) 6. Andere beoefenaars (professionals) 7. Mensen die men nog niet kende (via optredens, tentoonstellingen, publicaties of online) Eerst en vooral blijkt dat 88,7% van de actieve leden al ooit iets wat ze gemaakt hebben op vlak van creatief schrijven heeft laten horen of zien aan anderen. Slechts 11,3% van de actieve leden van Creatief Schrijven heeft met andere woorden nog nooit iets laten zien aan anderen wat hun activiteiten op vlak van creatief schrijven betreft. Tabel 6: Presentatie van activiteiten op vlak van creatief schrijven (in %). Categorie % N Creatief Schrijven 88,7 381 Daarnaast gingen we na aan welke personen men deze activiteiten heeft laten zien of horen het afgelopen jaar. Aan de hand van onderstaande schaal werd de intensiteit daarvan gemeten. Om de resultaten overzichtelijk te presenteren brachten we de intensiteit terug tot 4 categorieën: nooit, uitzonderlijk ( een uitzonderlijke keer of meermaals per jaar ), occasioneel ( maandelijks of meermaals per maand ) en frequent ( wekelijks, meermaals per week of dagelijks ). Grafiek 4 biedt de resultaten. 1. Nooit 2. Een uitzonderlijke keer 3. Meermaals per jaar Uitzonderlijk 4. Maandelijks 5. Meermaals per maand Occasioneel 6. Wekelijks 7. Meermaals per week Frequent 8. Dagelijks Uit Grafiek 4 maken we op dat de schrijfactiviteiten het vaakst worden getoond aan gezinsleden en aan vrienden of kennissen. Meer dan 80% doet dat namelijk minstens uitzonderlijk. Opvallend is de grote groep beoefenaars die op frequente basis (dus minimum wekelijks) zijn activiteiten laat horen of zien aan andere gezinsleden (7,5%). 17

3.4 Wanneer 3.4.1 Dagen 3.4.2 Momenten Grafiek 4: Presentatie van activiteiten op vlak van creatief schrijven (in %) (N=332) beoefent men? waarop men beoefent Op welke dagen beoefenen de actieve leden van Creatief Schrijven hun schrijfactiviteiten? Tabel 7 geeft een overzicht. Daaruit blijkt dat de meeste actieve leden tijdens weekdagen hun hobby beoefenen (ca. 90%). Op zaterdagen en zondagen zijn er wat minder beoefenaars (ongeveer drie vierde). Tijdens de schoolvakanties ligt de activiteit nog wat lager: iets meer dan twee derde van de actieve leden van Creatief Schrijven beoefent tijdens de schoolvakanties. Tabel 7: Dagen waarop de actieve leden van Creatief Schrijven beoefenen (in %) Weekdag (niet vakantie) Zaterdag (niet vakantie) Zondag (niet vakantie) Tijdens de schoolvakanties Schrijven 90,1 76,5 73,9 67,2 waarop men beoefent Hieronder geven we een beeld van de tijdstippen waarop men doorgaans beoefent (zie Tabel 8). Meer dan de helft van de leden die op weekdagen schrijven, hebben daar geen vast tijdstip voor. Ongeveer een vierde doet het echter wel s avonds tussen 18 en 22 uur. Na 22 uur beoefent een vijfde van de actieve leden nog. Zoals eerder vastgesteld behoort 64,8% van de actieve leden dan ook tot de werkende bevolking die overdag waarschijnlijk geen tijd hebben voor andere zaken. Tijdens het weekend valt op dat veel meer beoefenaars geen vast tijdstip van beoefening hebben. (Voor zaterdag gaat het om 65,9% en voor zondag om 67,9%). 18

3.5 Internetgebruik 3.5.1 Internetgebruik: De beoefenaars die tijdens de schoolvakanties actief zijn, kunnen in het gros van de gevallen (71,4%) geen vast tijdstip aanduiden waarop ze actief zijn. Ongeveer 14% van de beoefenaars beoefent tijdens de schoolvakanties tussen 18 en 22 uur. Zo n 13% doet dat na 22 uur. Tabel 8: Tijdstip van beoefening (in % van degenen die actief zijn op de aangegeven dagen) (Multiple respons). Geen vast 8u-12u 12u-14u 14u-18u 18u-22u Na22u tijdstip Weekdag 52,7 12,1 6,5 8,3 24,3 20,7 Zaterdag 65,9 8,7 3,8 7,3 15,7 13,6 Zondag 67,9 8 2,9 9,4 15,5 10,8 Schoolvakanties 71,4 8 3,6 8,3 13,9 13,1 Hieronder gaan we in op het internetgebruik in het kader van de beoefening van schrijven. We schetsen allereerst een beeld van het aandeel e-amateurs. Met e-amateurs bedoelen we beoefenaars die gebruik maken van het internet in het kader van de beoefening van hun amateurkunst. Vervolgens geven we een beeld van de functionaliteiten van dit internetgebruik: waarvoor gebruikt men het internet in het kader van schrijven? Omdat deze analyse zich ook bevindt in het algemeen rapport, bespreken we enkel de cijfers van de actieve leden van Creatief Schrijven. algemeen Ca. 81% van de actieve leden van Creatief Schrijven kan geklasseerd worden als e-amateur. Ongeveer een vijfde van de actieve leden van Creatief Schrijven maakt met andere woorden geen gebruik van het internet in het kader van zijn of haar activiteiten op vlak van schrijven. In de volgende paragraaf gaan we na waarvoor men het internet gebruikt. Tabel 9 Aandeel e-amateurs (in %) Categorie % N Creatief Schrijven 80,8 339 19

3.5.2 Functionaliteiten: waarvoor gebruikt men het internet? Schrijvers gebruiken het internet in eerste instantie om over het werk van anderen te vernemen (56,9%). Ook gebruikt net iets meer dan de helft van de e-amateurs van deze sector het internet om activiteitenkalenders te raadplegen (53,3%) en om informatie op te zoeken over schrijven (50,7%). Verder blijkt dat ongeveer 1 op 4 van de schrijvers zijn werk of het werk van de groep- toont op een eigen website, terwijl slechts 15% dat doet op open websites. Wel is ca. 20% van deze sector aanwezig op online sociale netwerken zoals Netlog en Facebook met als doel andere schrijvers te leren kennen. Ook is zo n 15% aanwezig op online discussiefora en communities om over creatief schrijven te discussiëren of er informatie over te vernemen. De e-amateurs van deze sector gebruiken het internet het minst vaak om promo te voeren via e-mail (13,9%), als verkoopskanaal voor eigen werk (8,8%) en om op zoekertjessites spullen of materialen te vinden of aan te bieden (6,2%). Tabel 10 Functionaliteiten van het internetgebruik in het kader van amateurkunstbeoefening (in %). Creatief schrijven activiteiten vinden op activiteitenkalender 53,3 werk van anderen bekijken of beluisteren, erover lezen, etc. 56,9 informatie over technieken en instrumenten, etc opzoeken 50,7 promo via email 13,9 wat ikzelf en/of mijn groep doe(t) tonen op een eigen website 24,8 spullen of materialen vinden en/of aanbieden op zoekertjessites 6,2 andere beoefenaars leren kennen via online sociale netwerken 20,1 wat ikzelf en/of mijn groep doe(t) tonen op open websites 15,0 op online discussiefora en communities informatie vernemen en/of discussiëren 14,6 verkoopskanaal voor eigen werk 8,8 (N) (274) 20

3.6 Professionaliteit In welke mate zien de actieve leden van Creatief Schrijven zichzelf als amateur dan wel als professional (wat betreft hun activiteiten op vlak van schrijven)? Aan de respondenten werd gevraagd op een zevenpuntenschaal aan te geven in welke mate ze zichzelf als amateur dan wel als professional beschouwen. Grafiek 5 geeft de resultaten voor de actieve leden van Creatief Schrijven. We constateren dat iets meer dan de helft van de actieve leden van Creatief Schrijven zichzelf als amateur beschouwt ( 1 of 2 op de schaal). Ca. 39% plaatst zich in het midden van de schaal (bij 3, 4 of 5 ). Een groep van 6,7% van de actieve leden beschouwt zich wat hun activiteiten op vlak van schrijven betreft als professional ( 6 of 7 op de schaal). De gemiddelde zelfevaluering van de actieve leden van Creatief Schrijven bedraagt 2,71 (Tabel 11). Grafiek 5: Subjectieve zelfevaluering van professionaliteit bij actieve leden van Creatief Schrijven (in%) (N=388). Tabel 11: Gemiddelde subjectieve zelfevaluering van professionaliteit bij actieve leden van Creatief Schrijven (N=388). Categorie Gemiddelde Std. Dev. Creatief Schrijven 2,71 1,504 21

3.7 Economische 3.7.1 Uitgaven aspecten Hoeveel geld besteden de leden van Creatief Schrijven aan (verschillende aspecten van) de beoefening van hun activiteiten op vlak van schrijven? Zijn er ook inkomsten aan verbonden, en zo ja, op welk gebied? In dit hoofdstuk zoeken we een antwoord op deze vragen. In overleg met het Forum voor Amateurkunsten en de 9 landelijke amateurkunstorganisaties werden over deze economische aspecten drie vragenbatterijen opgesteld en opgenomen in het online ledenonderzoek. We starten dit deel met een analyse van de uitgaven verbonden aan amateurkunstbeoefening. In een volgend luik richten we ons op de inkomsten. Voor een meer uitvoerige analyse van de economische aspecten verbonden aan amateurkunstbeoefening verwijzen we naar het algemeen eindrapport. Hier zullen we de analyses beperken tot de actieve leden van Creatief Schrijven. aan amateurkunst De uitgaven werden gemeten voor negen mogelijke uitgavenposten. Telkens werd de beoefenaars gevraagd aan te geven hoeveel ze er het voorbije jaar persoonlijk aan spendeerden: 1. Lidgeld 2. Instrumenten of materiaal (vb. kleding, onderhoud, software, enz.) 3. Infrastructuur (vb. repetitielokaal, ateliers, enz.) 4. Promotie van zichzelf (strooibriefjes, Internetsites, enz.) 5. Vervoer 6. Tentoonstelling- of voorstellingsruimtes, concertzalen of andere podia huren 7. Cursussen of vorming 8. Informatie en documenten (vb. scripts, partituren, boeken, cd-rom, dvd, enz.) 9. Andere Voor elk van deze uitgavenposten werd aan de respondenten gevraagd de kosten ervan aan te geven in zeven categorieën: 1. Niets 2. Minder dan 50 3. Tussen 50 en 249 4. Tussen 250 en 999 5. Tussen 1.000 en 4.999 6. Tussen 5.000 en 10.000 7. Meer dan 10.000 Hieronder geven we in eerste instantie een overzicht van de totale uitgaven per sector. Vervolgens vergelijken we de verschillende sectoren met elkaar voor de opgenomen uitgavenposten. 22

3.7.1.1 Totale uitgaven 7 Grafiek 6 geeft een overzicht van de totale uitgaven van de actieve leden van Creatief Schrijven op jaarbasis. Op vraag van de sector worden de totalen in 7 categorieën voorgesteld. In het algemeen blijkt dat de beoefening van activiteiten op vlak van schrijven voor de meerderheid van de actieve leden van Creatief Schrijven niet kosteloos is. 30,16% van de actieve leden geeft niets of minder dan 50 uit aan de beoefening van hun hobby op jaarbasis. Ongeveer een vierde besteedt tussen de 50 en 250 aan hun hobby per jaar, ongeveer een derde tussen 250 en 999. Ca. 7% geeft tussen 1.000 en 4999 uit aan hun activiteiten op vlak van schrijven op jaarbasis. Er zijn amper beoefenaars die meer dan 5.000 per jaar uitgeven in het kader van hun schrijfactiviteiten. Doorheen de volgende paragrafen zal duidelijk worden waaraan deze uitgaven zoal besteed worden. Grafiek 6 Totale uitgaven aan schrijven op jaarbasis door actieve leden van Creatief Schrijven (in %). 7 (1) Voor de berekening van de totalen gingen we na hoeveel keer de verschillende bedragen werden genoemd per respondent. Daarbij werden de volgende drempels gehanteerd. (Uitgaande van een normaalverdeling nemen we het midden van iedere categorie als richtbedrag ter bepaling van de drempels) a. Wie twee tot acht maal minder dan 50 aanduidde, komt terecht in de categorie 50-249 b. Wie twee tot acht maal tussen 50 en 249 aanduidde, komt terecht in de categorie 250-999 c. Wie twee tot acht maal tussen 250 en 999 aanduidde, komt terecht in de categorie 1000-4999 d. Wie twee tot acht maal tussen 1000 en 4999 aanduidde, komt terecht in de categorie 5000-10.000 e. Wie twee tot acht maal tussen 5000 en 10000 aanduidde, komt terecht in de categorie van meer dan 10.000 (2) De open antwoorden van de categorie andere werden zoveel mogelijk teruggebracht tot de voorgelegde antwoordcategorieën. Er bleven te weinig open antwoorden over, om zinvol te analyseren. 23

3.7.1.2 Uitgavenposten voor de actieve leden van Creatief Schrijven Uit Tabel 12 blijkt ten eerste een aantal uitgavenposten waaraan relatief weinig wordt uitgegeven: infrastructuur, het huren van ruimte (Tentoonstelling- of voorstellingsruimtes, concertzalen of andere podia huren) en promotie. Zo heeft ca. 91% van de actieve leden van Creatief Schrijven geen kosten aan infrastructuur of het huren van ruimten om hun activiteiten te tonen aan anderen. Ook voor promotie van zichzelf geldt dat een overgrote meerheid (84,7%) van de actieve leden er geen kosten aan heeft. Naast deze uitgavenposten waaraan relatief minder wordt uitgegeven stellen we een aantal uitgavenposten vast waaraan duidelijk meer wordt uitgegeven (vervoer, cursussen of vorming en informatie en documentatie). Vergeleken met de overige uitgavenposten vinden we hier zeer grote groepen leden terug (meer dan een vierde) die er meer dan 50 per jaar aan uitgeven. Echt hoge uitgaven van meer dan 1.000 blijven echter beperkt. Naast drie lagere uitgavenposten (infrastructuur, ruimte huren en promotie) en twee hogere uitgavenposten (vervoer, cursussen of vorming en informatie of documenten) constateren we twee uitgavenposten die een tussenpositie innemen: lidgeld enerzijds en instrumenten of materiaal anderzijds. Opvallend groot in vergelijking met de andere uitgavenposten is de groep actieve leden die meer dan 1.000 per jaar uitgeeft aan instrumenten of materiaal in het kader van hun schrijfactiviteiten (3,7%). Tabel 12: Uitgavenposten door de actieve leden van Creatief Schrijven (N=295) (in %) niets < 50 50-249 250-999 >= 1000 lidgeld 72,2 14,9 11,2 1,7 0,0 instrument 71,2 10,8 10,2 4,1 3,7 infrastructuur 90,8 4,4 3,1 1,4 0,3 promotie 84,7 7,8 5,4 1,4 0,7 vervoer 56,9 19,7 19,3 3,4 0,7 ruimte huren 90,8 3,4 4,1 1,7 0,0 cursus of vorming 57,6 11,5 21,0 8,1 1,7 informatie/documenten 58,0 11,9 23,4 6,1 0,7 3.7.1.3 Hoe worden deze kosten opgevangen? In wat volgt gaan we na op welke manieren deze uitgaven worden opgevangen. Tabel 13 geeft een overzicht. We maken daarbij het onderscheid tussen degenen die deze uitgaven zelf opvangen, (deels) terugbetaald krijgen door ouders of een vereniging en degenen die eventueel op overheidssteun kunnen rekenen om de kosten (deels) te compenseren. We gingen ook na in welke mate er sprake is van compensatie van de kosten door de opbrengsten aan amateurkunst. 24

3.7.2 Inkomsten Tabel 13 Manieren waarop uitgaven worden opgevangen (in %, Multiple Respons). Eigen rekening (deels) betaald door ouders (deels) betaald door vereniging (deels) compensatie door de overheid (deels) compensatie door opbrengsten Schrijven 74,9 6,1 5,2 19,9 15,6 (231) (N) We constateren dat ongeveer drie vierde van de actieve leden van Creatief Schrijven de kosten verbonden aan de uitoefening van hun hobby voor eigen rekening nemen. Voor ca. 6% van de actieve leden helpen de ouders in het terugbetalen van de kosten. In slechts 5% van de gevallen wordt er (deels) bijgesprongen door de vereniging waarvan men lid is. Bij ca. 20% van de actieve leden van Creatief Schrijven is er sprake van (partiële) compensatie van de kosten door overheidssteun. Tot slot merken we op dat ca. 16% van de actieve leden van Creatief Schrijven zijn uitgaven (deels) kan compenseren door inkomsten op vlak van schrijven. In de volgende paragraaf gaan we dieper in op deze inkomsten. Naast de uitgaven verbonden aan amateurkunst werd met het ledenonderzoek ook nagegaan in welke mate er inkomsten verbonden zijn aan de beoefening van amateurkunst. In dit deel schetsen we eerst een algemeen beeld van de totale inkomsten. Vervolgens zoomen we in op de verschillende inkomstenbronnen. De berekening van de totalen is gebaseerd op de inkomsten uit de volgende categorieën: Figuur 3.1: Inkomsten uit amateurkunst: bevraagde inkomstenbronnen 1. Lesgeven 2. Verkoop van kunstwerken 3. Optredens of voorstellingen 4. Verkoop van cd s, dvd s, boeken, enz 5. Promotie en merchandising 6. Andere We merken op dat de totale inkomsten op dezelfde wijze werden berekend als de totale uitgaven. Zoals Grafiek 7 laat zien, haalt meer dan drie vierde (77%) van de actieve leden van Creatief Schrijven helemaal geen inkomsten of minder dan 50 per jaar uit hun activiteiten op vlak van schrijven. Ongeveer 10% van de actieve leden haalt er tussen 50 en 249 uit per jaar. Voor 6,7% van de actieve leden liggen de inkomsten tussen 250 en 999 per jaar. De hogere inkomsten blijven eerder beperkt. Voor een uitvoerige vergelijking met de andere sectoren verwijzen we naar het algemeen rapport. In de volgende paragraaf gaan we na hoe deze inkomsten worden verworven. 25

Grafiek 7 Inkomsten uit de beoefening van schrijven door de actieve leden van Creatief Schrijven. 3.7.2.1 Inkomstenbronnen Zoals Tabel 14 duidelijk maakt, worden de meeste inkomsten gegenereerd door de verkoop van boeken (of andere creatieve output) en het geven van voorstellingen. Hoewel meer dan 85% van de leden van Creatief Schrijven er niets aan verdient per jaar, constateren we dat telkens ongeveer 4% minder dan 50 of tussen 50 en 249 per jaar verdient met het geven van voorstellingen of de verkoop van boeken (of andere creatieve output). Opvallend is ook dat we een kleine groep vinden (3,7%) die meer dan 1.000 per jaar verdient door de verkoop van boeken (of andere creatieve output). Voor de overige inkomstenbronnen (lesgeven, verkoop van kunstwerken en promotie/merchandising) stellen we vast dat er amper inkomsten aan verbonden zijn, respectievelijk 94,4%; 93,6% en 98,5% verdient daar namelijk niets aan. Tabel 14 Inkomsten uit de beoefening van schrijven bij de actieve leden van Creatief Schrijven (in %) (N=267). niets < 50 50-249 250-999 >= 1000 lesgeven 94,4 1,5 1,1 2,2 0,7 verkoop van kunstwerken 93,6 1,9 3,4 0,4 0,7 optredens of voorstellingen 87,3 4,1 4,9 1,9 1,9 verkoop van cds, dvds, boeken, enz 85,8 4,9 3,7 1,9 3,7 promotie en merchandising 98,5 0,4 0,4 0,7 0,0 26

3.8 De verwachtingen ten aanzien van Creatief Schrijven Wat verwachten de leden van Creatief Schrijven eigenlijk van Creatief Schrijven? Om dit na te gaan werd in overleg met het Forum voor Amateurkunsten en ieder van de negen landelijke amateurkunstorganisaties een aantal verwachtingen opgelijst. Aan de leden werd gevraagd om 5 diensten aan te duiden die men het meest belangrijk acht. Grafiek 8 geeft de resultaten voor de actieve leden van Creatief Schrijven. We bespreken de belangrijkste 5 verwachtingen. De belangrijkste verwachting die de leden van Creatief Schrijven hebben ten aanzien van hun steunpunt betreft het organiseren van artistieke cursussen en vorming. Ca. 60% van de leden gaf dit op als belangrijke verwachting. Daarnaast blijkt dat ongeveer 53% van de leden verwacht dat Creatief Schrijven informatie en documentatie aanreikt. Vervolgens constateren we dat ongeveer 40% van de actieve beoefenaars van Creatief Schrijven verwacht dat ze begeleiding/coaching geven op artistiek vlak, ideeën aanreiken en vernieuwende impulsen geven en wedstrijden organiseren. Ongeveer een derde van actieve leden van Creatief Schrijven verwacht vervolgens dat men de discipline van het creatief schrijven promoot. We stellen vast dat slechts 3,1% van de actieve leden van Creatief Schrijven de diensten van Creatief Schrijven overbodig vindt. 27

28

Grafiek 8: Verwachtingen ten aanzien van Creatief Schrijven (in %) (N=322) 29

4.1 Inspiratie 4 Specifieke vragen We gingen na welk aandeel van de leden van Creatief Schrijven zelf ooit bezig was (of momenteel bezig is) met creatief schrijven. Uit de resultaten blijkt dat 89,9% van de leden van Creatief Schrijven ooit bezig was met creatief schrijven. Figuur 4.1: Aandeel leden van Creatief Schrijven dat ooit bezig was met creatief schrijven. % N Ben of was je ooit zelf bezig met creatief schrijven? 89,9 492 voor het schrijven Aan de leden van Creatief Schrijven die vroeger of momenteel bezig zijn geweest met Creatief Schrijven vroegen we waar ze de inspiratie halen voor het schrijven. Figuur 4.2 geeft de resultaten 8. We stellen vast dat schrijvers het vaakst inspiratie halen uit hun eigen emoties of fantasie. Meer dan een derde van de leden van creatief schrijven die ooit bezig waren met schrijven haalt zijn of haar inspiratie meestal uit eigen emoties, bijna een derde haalt zijn inspiratie meestal uit zijn fantasie. Vervolgens stellen we vast dat ongeveer een vierde van de leden inspiratie haalt uit hun dagelijks leven. Zo n 16% haalt inspiratie voor het schrijven uit opmerkelijke gebeurtenissen. Uit teksten van anderen, voorbeeldschrijvers of andere kunst wordt relatief minder inspiratie geput. Figuur 4.2 Inspiratie voor het schrijven (in %) (N=339). 8 De open antwoorden werden zo veel mogelijk gehercodeerd tot de bestaande categorieën. 16 open antwoorden bleven over. Het betreft een te kleine en intern heterogene groep om analyses op te baseren. 30

4.2 Redenen om te schrijven We vroegen aan de leden die aangaven vroeger of nu geschreven te hebben waarom ze dat deden/doen. Aan de hand van een vijfpuntenschaal werd nagegaan hoe belangrijk men de bevraagde redenen vindt. Om de resultaten overzichtelijk te presenteren, brachten we de schaal terug tot 3 categorieën: 1 heel belangrijk of belangrijk, 2 tussen beide en 3 onbelangrijk of heel onbelangrijk. Figuur 4.3 geeft de resultaten 9. Het eigen plezier is duidelijk de belangrijkste reden om te schrijven. Ca. 93% van de leden vindt dit namelijk een (heel) belangrijke reden waarom men schrijft. Vervolgens stellen we vast dat ongeveer drie vierde van de leden schrijft omdat men het belangrijk vindt om creatief bezig te zijn. Ook ontspanning en ontwikkeling blijken belangrijke redenen voor meer dan de helft van de leden. Duidelijk minder belangrijk voor de meeste leden als reden om te schrijven is in opdracht van een vereniging waarvan men lid is en om zijn geschiedenis vast te leggen voor het nageslacht (zie Figuur 4.3). Figuur 4.3 Redenen waarom men schrijft. (in %) 9 De open antwoorden werden zo veel mogelijk gehercodeerd tot de bestaande categorieën. 21 open antwoorden bleven over. Het betreft een te kleine en intern heterogene groep om analyses op te baseren. 31

4.3 Gebruik 4.3.1 Gebruik 4.3.2 Publicaties of publicatie van teksten van teksten door anderen We gingen ook na of er al teksten van de leden door anderen zijn gebruikt en op welke manier de tekst dan gebruikt werd. We stellen vast dat van 69,5% van de leden die vroeger of nu schrijven, ooit al eens een tekst door anderen werd gebruikt. Aan deze leden vroegen we op welke manier de tekst dan werd gebruikt. Figuur 4.5 geeft de resultaten. We stellen vast dat voor 70% van de respondenten geldt dat hun tekst reeds gedrukt werd. Voor 43,3% van de respondenten geldt dat hun gedicht reeds is voorgedragen. Ongeveer een derde van de respondenten heeft zijn tekst op een website of blog van iemand anders staan. Voor ongeveer 17% van de respondenten geldt dat hun toneeltekst gespeeld is, hun gedicht creatief werd gebruikt of hun songtekst gezongen werd. Figuur 4.4 Is er ooit al een tekst van jou door anderen gebruikt? % ja N Is er ooit al een tekst van jou door andere gebruikt? 69,5 338 Figuur 4.5 Manier waarop tekst is gebruikt (in %) (N=222) Daarnaast gingen we na of teksten al werden uitgebracht of gepubliceerd. We stellen vast dat meer dan de helft van de respondenten (54,9%) ooit al gepubliceerd heeft. Aan degenen die aangaven reeds gepubliceerd te hebben, vroegen we op welke manier dat was. We stellen in 32

4.4 Ondersteuning 4.5 Eigenschappen Figuur 4.7 vast dat bijna twee derde van de respondenten reeds publiceerde in een tijdschrift of krant. Ongeveer 46% publiceerde bij een uitgeverij, 40% op een internetsite. Opvallend is dat ca. 31% van de respondenten zijn tekst(en) in eigen beheer uitbracht. Figuur 4.6 Heb je ooit al gepubliceerd of werd je tekst al uitgebracht? % ja N Heb je ooit al gepubliceerd of werd je tekst ooit al uitgebracht? 54,9 337 Figuur 4.7 Plaats van publicatie/manier van verschijnen van de tekst (in %, N=173). door Creatief Schrijven Creatief Schrijven biedt hulp aan om schrijvers te ondersteunen. We gingen na in welke mate een aantal ondersteuningen voor de leden interessant zouden zijn. Aan de hand van een vijfpuntenschaal werd nagegaan hoe interessant men de vormen van ondersteuning vindt. Om de resultaten overzichtelijk te presenteren, brachten we de schaal terug tot drie categorieën: 1 heel interessant of interessant, 2 tussen beide en 3 niet interessant of helemaal niet interessant. Figuur 4.8 geeft de resultaten. We stellen vast dat de leden het zeer interessant vinden om persoonlijke reacties/feedback op hun teksten te krijgen (72,6% vindt dit (heel) interessant). Vervolgens constateren we dat ca. 60% van de leden het (heel) interessant vindt dat Creatief Schrijven informeert over publicatiemogelijkheden, cursussen/workshops organiseert, informeert over wedstrijden en schrijfsites. Duidelijk minder interessant voor de leden is het informeren over de mogelijkheden om een tekst op een podium te brengen. van een goed schrijver We legden de leden van Creatief Schrijven een aantal uitspraken voor over welke eigenschappen bepalend kunnen zijn voor een goede schrijver. Aan de hand van een vijfpuntenschaal gingen we na in welke mate men het eens of oneens is met deze stellingen. Om de resultaten overzichtelijk te presenteren, brachten we de schaal terug tot drie categorieën: 1 volledig oneens of oneens, 2 tussen 33