BIS BenW adviezen - 5611

Vergelijkbare documenten
Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Bijlage bij visiedocument. Overzicht re-integratieactiviteiten en projecten. Gemeente Barneveld

Werken naar vermogen. Maart 2012

Gezamenlijke visie op de arbeidsmarktregio Drenthe Januari Emmen Coevorden Hoogeveen Midden-Drenthe De Wolden Borger-Odoorn UWV

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

Wajong en Participatiewet

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Visie Participatiewet

Beschut werk in Aanleiding

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september Edith van Ruijven

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. Presentatie gemeenteraden regio 12 april en 17 mei

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Tussentijds advies Arbeidsmarkt Noord-Nederland

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland

Jaarplan 2014 Werkgeversservicepunt 033

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Startnotitie Werken naar Vermogen

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. Presentatie gemeenteraden regio 12 april en 17 mei

Transitieplan. 12 september 2013

Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt)

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

Sociale werkbedrijven de toekomst

Commissienotitie. Onderwerp De Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) Status Informerend

Een nieuwe taak voor gemeenten

Toelichting kadernota werk & inkomensondersteuning

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

Gemeente Raalte Beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie

Arbeidsparticipatie naar vermogen

Werkzoekenden in Westfriesland. Ik ben WerkSaam in Westfriesland.

Nieuwsbrief Werken is meedoen

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Werk, inkomen. sociale zekerheid

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie

Memo woensdag 15 februari aanstaande Wat is de relatie tussen het beëindigen van de tijdelijke contracten bij WML en de aanstaande fusie?

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat betekent deze wet voor u als werkgever?

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Beschut Werk in de praktijk. presentatie 30 maart 2016 Jan-Jaap de Haan (Cedris)

Inbesteding en Social Return Gemeente s-hertogenbosch. NVRD themadag 5 april 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

Robert Capel Tom de Haas Martin Heekelaar Implementatiedag 12 december, Utrecht

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

LCR- congres 2013 Samenhang en Samenspel

Wet Werken naar Vermogen

De werkschijf van 5. Hoe werkt IBN? 190 mm. 240 mm. IBN Postbus AR Uden T F E info@ibn.nl I

Geschiedenis Participatiewet

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Online applicatie voor participatie en re-integratie

Toelichting kadernota werk & inkomensondersteuning

Vaststellen Visie Beschut Werk en wijziging Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Leudal

Arbeidsmarkt Groningen Een van de 35 van Nederland

JMi. Aanvraagformulier. (Ri o na al) Naam

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015

Nieuwe kansen voor intermediairs

NovaWork. Aan de slag op de arbeidsmarkt in zes stappen Werkgevers en opdrachtgevers. Iedereen doet mee!

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Cylin Participatie. Nieuwe toekomst voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt

STUUR HOUDEN. Voldoende snelheid in het schip houden, zodat het naar het roer luistert. STUUR HOUDEN 1

Raadsinformatieavond. dinsdag 22 april Transitieplan UW

project geïnitieerd door Arbeidsgehandicapten in de UMC s

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Transcriptie:

BIS BenW adviezen - 5611.

BIS BenW adviezen - 5611.

BIS BenW adviezen - 5611.

Plan van aanpak Integrale aanpak van gecoördineerde werkgeversdienstverlening, detachering en reintegratie Gemeente Nederweert, gemeente Weert en Risse Groep Versie 23-1-2013

Inhoudsopgave Managementsamenvatting... 3 1. Inleiding... 6 2. Visie op het project... 8 3. Doelstellingen... 9 4. Beoogde resultaten... 9 5. Doelgroep... 9 6. Werkproces... 11 7. Organisatie... 15 8. Management en bestuurlijke aansturing... 16 9. Samenwerkingsvorm... 16 10. Verantwoordelijkheden doorverwijzer... 17 11. Beleid t.a.v. instrumenten... 17 12. Arbeidsmarktperspectieven... 18 13. De werkgeversbenadering... 20 14. Systemen... 22 15. Risico s... 23 16. Locatie... 24 17. Tijdspad en planning... 25 18. Begroting... 26 19. Personeelsreductie... 32 Bijlage 1. Taakbeschrijvingen... 33 Bijlage 2: Diagnostische setting... 41 Bijlage 3. Uitkeringen doelgroepen... 42 2

Managementsamenvatting In dit document is beschreven hoe de gemeenten Weert, Nederweert en Risse Groep vanaf 1 april 2013 gezamenlijk gaan optrekken om de WWB en WSW adequaat en toekomstbestendig uit te voeren binnen de beschikbare budgetten in een bovenlokale samenwerking. De samenwerking krijgt vorm onder de naam Werk.Kom. Uitgangspunt voor de samenwerking is het Position Paper waarin de belangrijkste keuzes ten aanzien van de uitvoering van de aankomende Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) zijn onderbouwd. Inmiddels is de WWNV vervangen door de Participatiewet. Deze nieuwe wet vormt geen belemmering voor de reeds voorgenomen gezamenlijke werkwijze. Door nu dit initiatief te nemen laten de partijen zien actief vorm en inhoud te geven aan toekomstig participatie en bemiddeling. In de uitvoering van de activiteiten zal rekening gehouden worden met de specifieke uitwerkingen van de nieuwe wet zodra deze bekend zijn. Naast de ontstane samenwerking tussen Weert, Nederweert en Risse Groep zijn er op Midden- Limburgse schaal ook diverse ontwikkelingen gaande inzake het regionale arbeidsmarktbeleid die raakvlakken hebben met dit plan van aanpak. Werk.Kom zal zoveel mogelijk op het Midden- Limburgse beleid en de verschillende uitgangspunten anticiperen. Andersom kan Werk.Kom een voorbeeldwerking hebben voor het Midden-Limburgse uitvoeringsplan als haar ervaringen worden ingebracht en gedeeld. Voordeel is dat gewerkt kan worden vanuit een groeimodel waarbij reeds ervaring kan worden opgedaan met de samenwerking en de gezamenlijke aanpak werkgeversbenadering en re-integratie. De doelstelling van de samenwerking is als volgt: Het tot stand brengen van bovenlokale samenwerking tussen de sociale diensten van de gemeente Weert en Nederweert en SW-organisatie Risse Groep om te zorgen voor een adequate en toekomstbestendige uitvoering van de Wsw en de WwB (straks Participatiewet) binnen de beschikbare budgetten gericht op bemiddeling, aansluitend bij het regionaal arbeidsmarktbeleid Midden-Limburg. Deze doelstelling bestaat uit drie subdoelstellingen: 1. Het vormgeven van een gezamenlijke aanpak van de gecoördineerde werkgeversdienstverlening, detachering, re-integratie en acquisitie van werkplekken welke per 1 april 2013 operationeel is (op één locatie). 2. Het terugdringen van de totale uitkeringslasten van de samenwerkingspartners. 3. De noodzakelijke personeelsreductie die hieruit voortkomt, is gerealiseerd/in gang gezet. De te behalen resultaten over de periode april 2013 december 2014, conform het Position Paper, zijn als volgt: 200 aantal externe werkplekken (met loondispensatie, SW-detachering of regulier), waarvan 100 opgevuld middels het detacheren van de huidige SW-populatie met daarbij een toename van de gerealiseerde loonwaarde. Deze werkplekken zullen o.a. vervuld worden middels: o Personele invulling inbesteding van gemeentelijke opdrachten voor 500.000 o Personele invulling Social Return voor 1.000.000. De doelgroepen zijn: 1. Personen met een economische verdiencapaciteit 100% van het Wettelijk Minimum Loon. 2. Personen met een economische verdiencapaciteit van 20 tot 100 % van het Wettelijk Minimum Loon (tijdelijk of permanent). 3

3. Specifieke doelgroepen: jongeren tot 27 jaar en oudere werkzoekenden vanaf 56 jaar. Er wordt prioriteit gegeven aan mensen met een hoge economische verdiencapaciteit, dit met het oog op het zo laag mogelijk houden van de gemeentelijke lasten. Het werkproces heeft als belangrijkste uitgangspunt dat de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de werkgeverscontacten zoveel mogelijk worden ontlast van overige taken. Op deze manier kunnen ze optimaal de focus leggen op de contacten met werkgevers en het zoeken naar plaatsingsmogelijkheden. De werkgever staat centraal: de oude caseload-gedachte en de methodiek Individuele Trajectbegeleiding worden losgelaten. De instroom van klanten vindt plaats vanuit de gemeenten, Risse Groep en Pluspunt. Om de werkzaamheden volgens dit werkproces uit te voeren zal gewerkt worden met de volgende soorten medewerkers: adviseurs werkgeversdiensten, consulenten activering & diagnose, werkcoaches, een manager en een financieel administratief medewerkster. Om een goed inzicht te krijgen en te houden over alle klanten en de contacten met werkgevers zal er gewerkt worden met zowel een goed cliëntvolgsysteem als een CRM-systeem. De samenwerking tussen de partijen geschiedt op basis van een bestuursovereenkomst. Dit is een lichte vorm van samenwerking tussen partijen waarbij er geen sprake is van een eigen rechtspersoonlijkheid. Alle bevoegdheden blijven bij de organen en partijen die op grond van de Wet bevoegd zijn. Er wordt wel gewerkt met één begroting en manager. De bestuursovereenkomst is apart van dit plan van aanpak opgesteld en wordt vastgesteld middels een collegebesluit. Om de werkzaamheden zo optimaal mogelijk te kunnen uitvoeren is het nodig dat gedurende het hele proces een aantal randvoorwaarden georganiseerd zijn. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat er voldoende instroom komt vanuit de gemeenten en Risse Groep, moet Werk.Kom zich kunnen richten op het plaatsen van mensen en geen hinder ondervinden van bijvoorbeeld inkomenszaken en dient er goed contact te zijn met de doorverwijzers van de gemeenten en Risse Groep in het kader van overdracht, nazorg, inkomen etc. 4

Het doel van de samenwerking is het plaatsen van klanten uit de diverse doelgroepen bij werkgevers. Voordat een klant bij een werkgever aan de slag gaat kan het nodig zijn één of meerdere instrumenten in te zetten die de klant beter toerusten. Deze instrumenten vallen onder drie categorieën: testen en onderzoek, scholing en workfirst. Bij het benaderen van werkgevers zal Werk.Kom inspelen op kansen geboden door de actuele arbeidsmarktperspectieven voor de doelgroep. Sectoren die op dit moment kansrijk zijn voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn de detailhandel, financiële en zakelijke diensten, zorg/welzijn, transport en de industrie. Werk.Kom zal deze sectoren als speerpuntsectoren beschouwen. Bij het uitvoeren van de werkgeversbenadering is gekozen voor een branchegerichte benadering. Dit houdt in dat de branches verdeeld worden over de adviseurs werkgeversdiensten. Ten behoeve van de begroting worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Het eerste jaar is een voorinvestering nodig om de klanten goed in beeld te brengen zodat ze goed gematcht kunnen worden op de vacatures en de voorgenomen resultaten worden bereikt. Het eerste jaar is tevens het meeste participatiebudget beschikbaar. Vanaf 2014 zal dit minder worden, hoeveel is nog niet bekend. Dat betekent dat de gevraagde investeringen in 3 jaar tijd af dienen te nemen. Mede om deze redenen is uitgegaan van een kostenraming over 3 jaar, waarbij in het eerste jaar de meeste klanten instromen t.b.v. de diagnosefase. Voor 2013 is hierbij een concrete begroting opgenomen waarop projectgroep en stuurgroep kunnen sturen. Werk.Kom zal worden gevestigd bij de Risse Groep in Weert. Werk.Kom moet operationeel zijn per 1 april 2013. Tot die tijd zullen de volgende fasen worden doorlopen: Fase 1. Goedkeuring van het plan van aanpak door projectgroep en stuurgroep (afgerond). Fase 2. Doorlopen besluitvormingsproces in gemeenten Weert en Nederweert. Fase 3. Organiseren randvoorwaarden; huisvesting, systemen, samenstellen team etc. Fase 4. Start Werk.Kom, tevens start werkproces en realisatie doelstellingen. 5

1. Inleiding In dit document is beschreven hoe de gemeenten Weert, Nederweert en Risse Groep vanaf 1 april 2013 gezamenlijk gaan optrekken om de WWB en WSW adequaat en toekomstbestendig uit te voeren binnen de beschikbare budgetten in een bovenlokale samenwerking. Dit plan is tot stand gekomen met intensieve medewerking en betrokkenheid van alle partijen. Alvorens verder te gaan met de concrete uitwerking van de beoogde samenwerking eerst een korte weergave van de achtergronden en ontwikkelingen die hebben geleid tot dit plan van aanpak. Position Paper De wethouders van de gemeenten Cranendonck, Nederweert en Weert die tevens lid zijn van het bestuur van Risse Groep en de Raad van Commissarissen en de directie van Risse Groep hebben besloten om in januari 2012 een Position Paper te laten uitwerken. In het Position Paper zijn de belangrijkste keuzes ten aanzien van de uitvoering van de (op dat moment) aankomende Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) onderbouwd. De doelstelling van het Position Paper werken naar vermogen was om de belangrijkste keuzes voor de uitvoering van de wet op een rij te zetten, aan te geven uit welke alternatieven bij deze keuzes gekozen kon worden en de consequenties van deze alternatieven. Cruciale onderwerpen in dit verband waren: komen tot een uitvoering binnen het beschikbare budget, vormgeven van de bovenlokale uitvoering van werken naar vermogen en de rolverdeling en samenwerking tussen sociale diensten en de huidige uitvoeringsorganisatie voor de sociale werkvoorziening. Het eindrapport bevatte aanbevelingen over het best passende scenario en de te nemen maatregelen om de WWNV financieel gezond uit te voeren. In het eerste kwartaal van 2012 is het Position Paper aan de raden en colleges van gemeenten Weert, Nederweert en Cranendonck voorgelegd en vastgesteld. Daarin is de voorkeur uitgesproken om verder te gaan met het uitwerken van scenario 4 1 uit het Position Paper om de WWNV zo goed mogelijk uit te voeren. Maar op 23 april viel het 1 e kabinet Rutte en als gevolg hiervan werd de WWNV controversieel verklaard. In de daarop volgende periode hebben de gemeenten Weert, Nederweert en Risse Groep 2 besloten toch verder te gaan op de ingeslagen weg en is de opdracht van het succesvol uitvoeren van de WWNV omgevormd naar het streven naar een integrale aanpak rondom de gecoördineerde werkgeversdienstverlening, detachering en re-integratie tussen de drie partijen. Het besluit om door te gaan heeft geleid tot een actief samenwerkingsverband tussen alle partijen met als resultaat dit plan van aanpak dat uitgaat van een start van de bovenlokale gezamenlijke activiteiten per 1 april 2013 onder de naam Werk.Kom. Participatiewet Inmiddels is het nieuwe regeerakkoord bekend. In dit akkoord is een Participatiewet aangekondigd die per 1 januari 2014 ingevoerd moet worden en die de WWB, de WSW en een deel van de Wajong samenvoegt. Hierin wordt een systeem van loondispensatie geïntroduceerd zoals dat nu al in de Wajong bestaat. Instroom in de WSW in de huidige vorm en onder de huidige voorwaarden stopt. Daarnaast geldt per 1 januari 2015 een verplicht quotum voor middelgrote en grote werkgevers in bepaalde sectoren voor het in dienst hebben van arbeidsgehandicapten. Deze nieuwe wet vormt geen belemmering voor de reeds voorgenomen werkwijze in Werk.Kom. Door nu dit initiatief te 1 Scenario 4: intergemeentelijke samenwerking sociale diensten Nederweert en Weert en De Risse Groep met behoud van zelfstandigheid; projectopdracht 2 De gemeente Cranendonck kiest ervoor in de regionale aanpak aan te sluiten bij de regio Zuidoost Brabant en Brainport en zal daarom geen verdere directe betrokkenheid meer hebben bij de het initiatief van Weert, Nederweert en De Risse Groep. 6

nemen laten de partijen zien actief vorm en inhoud te geven aan toekomstig participatie en bemiddeling. In de uitvoering van de activiteiten zal rekening gehouden worden met de specifieke uitwerkingen van de nieuwe wet zodra deze bekend zijn. Situatieschets ontwikkelingen in de regio Naast de ontstane samenwerking tussen Weert, Nederweert en Risse Groep zijn er op Midden- Limburgse schaal de afgelopen maanden ook diverse ontwikkelingen gaande die raakvlakken hebben met dit plan van aanpak. Hieronder een kort situatieschets van deze ontwikkelingen: Arbeidsmarktregio Midden-Limburg Eind juni 2012 zijn de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert aangewezen als arbeidsmarktregio Midden-Limburg. Dit betekent dat vanuit deze regio door gemeenten en UWV Werkbedrijf de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden wordt vormgegeven. Gemeenten en UWV kunnen zelf afspraken maken over de wijze van samenwerking en dienstverlening in hun regio, binnen de budgettaire kaders. Binnen de arbeidsmarktregio moeten onderwerpen als regionale werkgeversdienstverlening, registratie van vacatures en werkzoekenden tussen UWV en gemeenten worden opgepakt en verder uitgewerkt. Regionaal arbeidsmarktbeleid Midden-Limburg Vooruitlopend op het besluit om de regio Midden-Limburg aan te wijzen als arbeidsmarktregio is in het voorjaar van 2012 door de colleges van de Midden-Limburgse gemeenten het regionale arbeidsmarktbeleid Midden-Limburg vastgesteld. Dit document maakt onderdeel uit van de intensieve lobby om als Midden Limburg een aparte arbeidsmarktregio te vormen. In het beleidsplan regionaal arbeidsmarktbeleid zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: De zeven Midden-Limburgse gemeenten voeren samen arbeidsmarktbeleid; Economische profielen bepalen de ontwikkeling van het arbeidspotentieel; Gecoördineerde werkgeversbenadering; Passend opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Met deze doelstellingen beogen de samenwerkende gemeenten bij te dragen aan het stimuleren van de economische groei en het verhogen van de participatiegraad in Midden-Limburg. Regionaal visiedocument Werken naar vermogen In het najaar van 2012 hebben de raden van de zeven Midden-Limburgse gemeenten het regionale visiedocument Werken naar Vermogen vastgesteld. In eerste instantie was deze visienota gericht op de implementatie van het wetsvoorstel Werken naar Vermogen. Nadat het wetsvoorstel controversieel werd verklaard is de nota omgevormd. Het accent vanuit de Wet Sociale Werkvoorziening is verschoven naar een herbezinning van re-integratie van de Wet Werk en Bijstand. Een herijking van het re-integratiebeleid is noodzakelijk om de bezuinigingen en de nieuwe ontwikkelingen binnen de sociale zekerheid op te vangen. Het regionale visiedocument geeft richting en bepaalt de koers om nieuwe ontwikkelingen binnen de sociale zekerheid doeltreffend in te richten. In het regionale stuk worden een tweetal doelstellingen uiteengezet, namelijk: Iedereen levert een bijdrage aan de economische- en maatschappelijke groei, naar vermogen; De gemiddelde en totale uitkeringslast- lokaal en regionaal- wordt in de beleidsperiode jaarlijks teruggebracht. Naast deze doelstellingen hanteren de zeven gemeenten de volgende uitgangspunten bij de uitwerking van het beleid gericht op re-integratie en werk: 7

De werkgever als start van de keten; Wij spreken mensen aan op de eigen verantwoordelijkheid; Iedereen heeft (naar vermogen) een participatieverplichting, bij voorkeur op de reguliere arbeidsmarkt; Het principe van omgedraaide bewijslast; Van zorgen voor, naar zorgen dat. Samenwerking Weert, Nederweert en Risse Groep Bovengenoemde ontwikkelingen lopen parallel aan de ontwikkelingen in Weert en Nederweert. Er liggen een aantal overeenkomsten in visie, beleid en doelstellingen die congruent zijn met elkaar. De verschillen tussen Werk.Kom en de voorgestelde aanpak in het visiedocument voor Midden- Limburg zitten met name in de samenwerkingspartners die meedoen; een samenwerkings-verband waaraan men lokaal in Werk.Kom werkt terwijl in het Midden-Limburgse dit proces zich nog verder moet uitkristalliseren. Werk.Kom zal zoveel mogelijk op het Midden-Limburgse beleid en de verschillende uitgangspunten anticiperen. Andersom kan Werk.Kom een voorbeeldwerking hebben voor het Midden-Limburgse uitvoeringsplan als haar ervaringen worden ingebracht en gedeeld. Voordeel is dat gewerkt kan worden vanuit een groeimodel waarbij reeds ervaring kan worden opgedaan met de samenwerking en de gezamenlijke aanpak werkgeversbenadering en re-integratie. De SW-doelgroep wordt al meteen meegenomen in de aanpak van Werk.Kom, vooruitlopend op de Participatiewet. Risse Groep doet al veel re-integratieactiviteiten voor de gemeenten en heeft een breed werkgeversnetwerk. Door samen te werken conform het Position Paper en ook de toename van detacheringen vanuit de SW-doelgroep mee te nemen in een gezamenlijke aanpak, kan deze aanpak al snel goedkoper en efficiënter worden dan nu het geval is. Het UWV Werkbedrijf (UWV) wordt de komende tijd benaderd om aan te sluiten. Daarbij is dit plan van aanpak het uitgangspunt en zal de regie op hoe de aansluiting eruit komt te zien liggen bij de gemeenten Weert en Nederweert en de Risse Groep. Dit plan van aanpak vormt voor 2013 de basis voor samenwerking in Werk.Kom. De gevolgen van de invoering van de nieuwe Participatiewet en de andere decentralisaties (jeugdzorg, AWBZ) zijn nu nog niet bekend. Deze ontwikkelingen zullen mogelijk vanaf 2014 aanpassingen vergen op dit plan. Weert, Nederweert en Risse Groep zullen zich hierop voorbereiden. 2. Visie op het project De gezamenlijke visie van de gemeente Weert, Nederweert en Risse Groep op het terrein van de werkgeversbenadering, detachering en re-integratie is gebaseerd op: 1. Het beleidsplan regionaal arbeidsmarktbeleid 2. Het regionale visiedocument Werken naar vermogen 3. Lokale uitgangspunten (bv. coalitieprogramma, beleidsplan Wmo, re-integratiebeleid) Rekening houdend met deze kaders is de visie: 8

Visie Elke burger van Weert en Nederweert participeert naar vermogen op de arbeidsmarkt. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat we de verantwoordelijkheid hiervoor neerleggen bij de burgers zelf. Het hebben van een afstand tot de arbeidsmarkt maakt ondersteuning nodig om aan de slag te gaan bij een reguliere werkgever. Aan inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt bieden de gemeenten Nederweert, Weert en De Risse een gezamenlijke en integrale aanpak op het gebied van de werkgeversbenadering, de acquisitie van werkplekken, detachering en re-integratie. Bij de dienstverlening vormt de vraag van de werkgever het uitgangspunt en staat het zoveel mogelijk terugdringen van de uitkeringslasten centraal. 3. Doelstellingen Werk.Kom heeft de volgende doelstelling: Het tot stand brengen van bovenlokale samenwerking tussen de sociale diensten van de gemeente Weert en Nederweert en SW-organisatie Risse Groep om te zorgen voor een adequate en toekomstbestendige uitvoering van de Wsw en de Wwb 3 binnen de beschikbare budgetten gericht op bemiddeling, aansluitend bij het regionaal arbeidsmarktbeleid Midden-Limburg. Deze doelstelling bestaat uit drie subdoelstellingen: 1. Het vormgeven van een gezamenlijke aanpak 4 van de gecoördineerde werkgeversdienstverlening, detachering, re-integratie en acquisitie van werkplekken welke per 1 april 2013 operationeel is (op één locatie). 2. Het terugdringen van de totale uitkeringslasten van de samenwerkingspartners. 3. De noodzakelijke personeelsreductie die hieruit voortkomt, is gerealiseerd/in gang gezet. 4. Beoogde resultaten Het realiseren van bovengenoemde doelstellingen draagt bij aan de te behalen resultaten voor Werk.Kom over de periode april 2013 december 2014. Het resultaat dat in deze periode conform het Position Paper bereikt dient te worden, is als volgt: 200 aantal externe werkplekken (met loondispensatie, SW-detachering of regulier), waarvan 100 opgevuld middels het detacheren van de huidige SW-populatie met daarbij een toename van de gerealiseerde loonwaarde. Deze werkplekken zullen o.a. vervuld worden middels: o Personele invulling inbesteding van gemeentelijke opdrachten voor 500.000 o Personele invulling Social Return voor 1.000.000 5. 5. Doelgroep Het regionaal visiedocument Werken naar vermogen onderscheid de volgende doelgroepen: 1. Personen met een economische verdiencapaciteit 100% van het Wettelijk Minimum Loon. 2. Personen met een economische verdiencapaciteit van 20 tot 100 % van het Wettelijk Minimum Loon (tijdelijk of permanent). 3 De WSW en de WWB worden straks vervangen door de Participatiewet. 4 Hieronder wordt tevens verstaan de inrichting van het samenwerkingsverband (bv. vorm entiteit, aansturing, personeels(reductie)) 5 Betreft een percentage van de loonkosten als onderdeel van de aanbestedingssom (SROI). 9

3. Personen met een maatschappelijke verdiencapaciteit en een economische verdiencapaciteit < 20 % van het Wettelijk Minimum Loon (tijdelijk of permanent). 4. Specifieke doelgroepen: jongeren tot 27 jaar en oudere werkzoekenden vanaf 56 jaar. Voorstel is om hier in Werk.Kom bij aan te sluiten en te kiezen voor doelgroep 1, 2 en 4 waarbij we prioriteit geven aan mensen met een hoge economische verdiencapaciteit, dit met het oog op het zo laag mogelijk houden van de gemeentelijke lasten. Conform de afspraken uit de geldende reintegratie-verordeningen bij de gemeenten Weert en Nederweert wordt doelgroep 3 in Werk.Kom niet meegenomen. De doelgroepen kunnen beschreven worden volgens een aantal algemene kenmerken. Dit gebeurt volgens de categorieën die de gemeenten op dit moment nog hanteren omdat de verdeling in 4 doelgroepen zoals hierboven beschreven en gehanteerd in het regionale visiedocument in de praktijk nog niet doorgevoerd zijn 6. De categorieën zien er als volgt uit: Categorie 1: personen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt < 1 jaar werkloos, recente werkervaring EN/OF Werknemersvaardigheden EN/OF Arbeidsmarktrelevante opleiding EN/OF Geen, beperkte of hanteerbare sociale, medische of psychische beperking(en) EN/OF Leefgebieden op orde EN/OF Intrinsieke motivatie EN/OF Zelfredzaam EN/OF Representatief voorkomen Categorie 2: personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt Beperkte of verouderde werkervaring EN/OF Beperkte werknemersvaardigheden EN/OF Beperkte, niet relevantie of verouderde opleiding EN/OF Overbrugbare of hanteerbare sociale, medische en/of psychische beperking(en) EN/OF Eén of enkele leefgebieden niet op orde Mogelijke belemmeringen voor beide categorieën zijn: Beperkingen (lichamelijk, sociaal, psychisch, verstandelijk Schuldenproblematiek Taalbeheersing Opleidingsniveau sluit niet aan op capaciteit Zorg voor kinderen Vervoer Zelfoverschatting Aan nieuwe instroom worden eisen gesteld. Nieuwe kandidaten moeten voldoen aan de volgende kenmerken: Moeten binnen 1 jaar bemiddelbaar zijn Geen ontheffing van de arbeids- en/of re-integratieplicht. In bijlage 3 is een overzicht te vinden van de soorten uitkeringen die deze doelgroep ontvangt. 6 Deze verdeling wordt momenteel nog niet bij gemeenten gehanteerd, men werkt momenteel met een re-integratieverordening met 3 categorieën. De verdeling in dit document is wel de stip op de horizon. 10

De inschatting is dat er een potentieel is van circa 720 werkzoekenden die vanuit de gemeenten gebruik zouden kunnen gaan maken van Werk.Kom, aangevuld met 300 SW-medewerkers vanuit de Risse Groep (200 reeds gedetacheerden en 100 nieuw te detacheren medewerkers). 6. Werkproces De werkwijze is gebaseerd op een aantal uitgangspunten: 1. De medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de werkgeverscontacten worden zoveel mogelijk ontlast van overige taken om zo optimaal mogelijk de focus te kunnen leggen op de contacten met werkgevers en het zoeken naar plaatsingsmogelijkheden. 2. De werkgever staat centraal: de oude caseload-gedachte en de methodiek Individuele Trajectbegeleiding worden losgelaten. 3. Er wordt bij de instroom een goede diagnose van de klant gesteld zodat duidelijk is wie bij een werkgever wordt voorgesteld. 4. Er wordt gewerkt in 3 sporen; spoor 1 voor klanten uit categorie 1, spoor 2 voor klanten uit categorie 2 en spoor 3 voor jongeren tot 27 jaar. 5. Jongeren tot 27 jaar vormen een bijzondere doelgroep waarvoor een apart spoor wordt ingericht. De specifieke wet- en regelgeving en voorgeschreven aanpak binnen de WWB maakt dit noodzakelijk. 6. Er worden moderne digitale middelen ingezet om zo efficiënt mogelijk te werken en het klantenbestand en de werkgeverscontacten goed te beheren. 7. De mogelijkheid wordt geboden voor partners om aan te sluiten (UWV, uitzendbureaus, etc.). 8. Werk.Kom zal rekening houden met de toekomstige ontwikkelingen betreffende de 3 decentralisaties en de voorgenomen werkwijze daarin: één gezin, één plan, één contactpersoon. Vanuit deze uitgangspunten is het volgende werkproces voor Werk.Kom ontstaan: 11

Toelichting Hier volgt per onderdeel uit het werkproces een korte beschrijving. Aanmelding vanuit gemeente: de gemeente bepaalt welke klanten in Werk.Kom terecht komen, daarbij is het uitgangspunt doelgroep 1, 2 & 4 uit hoofdstuk 5 die binnen 1 jaar bemiddelbaar zijn naar werk (regulier of detachering). Het gaat hierbij om zowel bestaande als nieuwe klanten. Het is belangrijk dat dit op een eenduidige manier gebeurt door beide gemeenten, op basis van vooraf bepaalde criteria (voorlopige diagnose). Het realiseren van de juiste en genoeg instroom is een belangrijke kritische succesfactor. Diagnose en mogelijke diensten: Na aanmelding bij Werk.Kom wordt er eerst een diagnose gesteld, afhankelijk van wat er al bekend is over de klant kan dit kort of uitgebreider zijn. Uitgangspunt is dat niemand richting een werkgever gaat zonder een diagnose in Werk.Kom. De diagnose kan uitgevoerd worden in 3 sporen, de gemeente bepaalt dit bij de aanmelding: Spoor 1: De gemeente heeft aangegeven dat de klant behoort tot categorie 1 (hiertoe behoort ook de doelgroep vanaf 56 jaar). Deze groep gaat Werk.Kom faciliteren en stimuleren. Indien nodig volgt een korte diagnose. Doel is om deze groep binnen 4 weken aan het werk te hebben, zeker daar waar het nieuwe WWB-klanten betreft. Faciliteren: - In staat stellen om op locatie te zoeken naar werk (computer, haag van vacatures en sollicitatiebegeleiding). - Speeddates met werkgevers, onderwijsinstellingen en uitzendbureaus - Sollicitatietraining. Diagnostiseren: - Indien nodig inzetten diagnostische setting (zie bijlage 2) gedurende maximaal 4 weken. Stimuleren & controleren: 12

- aanspreken op gewenst gedrag, houding, motivatie en werknemersvaardigheden middels intensief contact met de klant gedurende deze periode. - Controle op naleving gemaakte afspraken en terugkoppeling inkomensconsulent. Specifieke instrumenten: - Sollicitatietraining, speeddates etc. Doorlooptijd: - 4 weken + verlenging met maximaal 6 maanden. Indien geen resultaat door naar spoor 2. Mogelijk partners: - UWW (speeddates, vacatures, advies werkgevers), uitzendbureaus (bemiddeling), payrollorganisaties, werkgevers, gemeentelijk aanbestedende dienst. Spoor 2: De gemeente heeft aangegeven dat de klant behoort tot categorie 2 (hiertoe behoort ook de doelgroep vanaf 56 jaar) of de huidige WSW-populatie. Deze groep gaat Werk.Kom gedurende 4 weken faciliteren, diagnostiseren, stimuleren en doorverwijzen. Faciliteren: - In staat stellen om op locatie te zoeken naar werk (computer, haag van vacatures en sollicitatie begeleiding) - speeddates met werkgevers, onderwijsinstellingen en uitzendbureaus - Sollicitatietraining. Diagnostiseren: - Binnen een diagnostische setting gedurende maximaal 4 weken Stimuleren & controleren: - aanspreken op gewenst gedrag, houding, motivatie en werknemersvaardigheden middels intensief contact met de klant gedurende deze periode. - Controle op naleving gemaakte afspraken en terugkoppeling inkomensconsulent. Doorverwijzen: - Doorverwijzen naar de sociale kaart. Loonwaardebepaling: - Zodra bekend is hoe de economische verdiencapaciteit precies moet worden bepaald, zal die voor de groep binnen dit spoor met < 100% WML worden ingezet bij uitplaatsing. Specifieke instrumenten: - Arbeidsactivering, medische keuring, scholing, coaching etc. Doorlooptijd: - De looptijd wordt bepaald in relatie tot de beoordeling of iemand in staat is tot arbeid. Periodieke evaluaties zullen monitoren of dit spoor nog passend is voor de klant. Mogelijke partners: - UWV, uitzendbureaus, payroll-organisaties, sociale kaart, organisaties voor vrijwilligerswerk, werkgevers, gemeentelijk aanbestedende dienst. Spoor 3: De gemeente heeft aangegeven dat de klant behoort tot de doelgroep jongeren. Jongeren tot 27 jaar die zich melden voor bijstand, moeten eerst vier weken zelf zoeken naar werk of scholing. Alleen als de jongere zich voldoende heeft ingespannen om werk te vinden (en dit niet is gelukt) en het regulier onderwijs geen mogelijkheden meer biedt, bestaat recht op algemene bijstand. Van jongeren wordt verwacht dat ze de mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs zoveel mogelijk benutten. Studiefinanciering is een passende en toereikende voorliggende voorziening. Faciliteren: - In staat stellen om op locatie te zoeken naar werk of scholing (computer, haag van vacatures en sollicitatie begeleiding) 13

- Speeddates met werkgevers, onderwijsinstellingen (voor jongeren) en uitzendbureaus - Sollicitatietraining. Specifieke instrumenten: - Schooladvies Doorverwijzen: - Doorverwijzen naar RMC of Pluspunt Doorlooptijd: - 4 weken. Indien geen resultaat, door richting spoor 1 of 2. Mogelijke partners: - UWV, uitzendbureaus, payroll-organisaties, sociale kaart, organisaties voor vrijwilligerswerk, onderwijsinstellingen, RMC, Pluspunt, werkgevers, gemeentelijk aanbestedende dienst. Digitaal platform: op basis van de diagnose wordt van iedere klant een aantal zaken vastgelegd die relevant zijn voor het vinden van een goede werkplek. Dit is een digitale omgeving waar alle klanten in staan en die beheerd wordt door Werk.Kom. Dit is tevens het clientvolgsysteem voor alle ondernomen activiteiten en resultaten 7. Wanneer klanten in diagnose zitten komen ze automatisch in het digitale platform terecht. Hier kunnen direct een aantal instrumenten worden ingezet, zoals activering, training en verplichte sollicitatieworkshops. Het doel hierbij is om mensen actief te houden en te voorkomen dat ze thuis gaan zitten wachten. Work First projecten kunnen daarbij van toegevoegde waarde zijn. Klanten kunnen zelf ook aan de slag op het platform met zelftests en het opzoeken van vacatures. Indien klanten hulp nodig hebben bij andere problemen (schulden, medische klachten) wordt er doorverwezen, belangrijk daarbij is een goede kennis en beschikbaarheid van de sociale kaart. Hulp op andere terreinen kan nodig zijn maar het uitgangspunt blijft dat iemand binnen 1 jaar bemiddelbaar is naar werk. In het onderhavige werkproces is, gedurende de periode dat klanten in het platform verblijven, de consulent activering & diagnose verantwoordelijk voor de klant 8. Plaatsingsmogelijkheden: dit onderdeel betreft de werkgeversbenadering. Een aantal adviseurs werkgeversdiensten heeft dit als hoofdtaak. Het doel is dat zij 80% van hun tijd besteden aan het onderhouden van contacten met werkgevers en het zoeken naar plaatsingsmogelijkheden met loonwaarde. Dit kunnen vacatures zijn, maar belangrijker nog is dat de adviseurs plaatsen creëren want de ervaring leert dat vacatures ophalen te weinig resultaat oplevert omdat de doelgroep hier niet bij past. Samenvattend zoeken de adviseurs naar plaatsingsmogelijkheden met loonwaarde in de breedste zin van het woord. Het plaatsen van mensen in het kader van Social Return en inbesteding behoort hierbij ook tot de taken. Het goed leren kennen van de werkgever, het opbouwen van een relatie en weten wat hij nodig heeft is het belangrijkste doel van de adviseur werkgeversdiensten. Omdat meerdere adviseurs deze taak hebben is een relatiebeheersysteem noodzakelijk om werkgeverscontacten goed bij te houden. Zodra er plaatsingsmogelijkheden ontstaan gaat de adviseur werkgeversdiensten richting het platform en zoekt in overleg met de verantwoordelijke consulenten activering & diagnose naar geschikte kandidaten. De consulenten activering & diagnose kunnen hierbij advies geven over de geschiktheid. Voordat de geselecteerde kandidaten worden voorgesteld aan de werkgever spreekt de adviseur werkgeversdiensten de kandidaten zelf. Hiermee wordt vastgehouden aan het principe dat de adviseur werkgeversdiensten moet weten wie hij/zij naar een werkgever stuurt en of deze kandidaten zeker geschikt zijn. Voor specifieke klanten blijft wellicht de behoefte bestaan om te 'jobfinden'. In zo'n situatie is het denkbaar dat deze persoon toch gekoppeld wordt aan een adviseur werkgeversdiensten (max. 5 per 7 Zie ook hoofdstuk 14 Systemen voor de keuze van ICT-ondersteuning. 8 Zie hoofdstuk 7 Organisatie voor meer uitleg over de taken. 14