Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel



Vergelijkbare documenten
Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Netwerkhandleiding. Een printserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Inleiding Belangrijk Aanduidingen voor softwareversies in deze handleiding Handelsmerken

Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Handleiding voor netwerkprinten

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Netwerkhandleiding. Windows-configuratie Gebruik van een afdrukserver Printer bewaken en configureren Aanhangsel

Software-installatiehandleiding

PostScript 3 Supplement

PostScript 3 Supplement

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Installatiehandleiding software

Handleiding Wi-Fi Direct

Bedieningshandleiding

PostScript 3 Supplement

Handleiding Wi-Fi Direct

PostScript 3 Supplement

Firmware Upgrade Utility

Google cloud print handleiding

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

2 mei Remote Scan

Het lokale netwerk configureren

System Updates Gebruikersbijlage

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de Veiligheidsinformatie in deze gebruikshandleiding te lezen voordat u het

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Windows 98 en Windows ME

NETWERKHANDLEIDING. Afdruklogboek op netwerk opslaan. Versie 0 DUT

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

Er worden in deze handleidingen twee manieren gebruikt om afmetingen aan te geven. Kijk voor dit apparaat naar de metrische versie.

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER

Instellingen voor Scannen naar

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Handleiding Google Cloud Print

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Google cloud print handleiding

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Gids Instelling Verzenden

Installatiehandleiding. Aan de slag DeskTopBinder V2 Lite installeren Bijlage

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren

Handleiding voor aansluitingen

Digitale camera Softwarehandleiding

Het installeren van de software.

Scannerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

AirPrint handleiding

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

Google cloud print handleiding

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

AirPrint handleiding. Deze documentatie is voor inkjetmodellen. Versie B DUT

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

BIPAC-5100 / 5100W. (Draadloze) ADSL Router. Snelle Start Gids

Gebruikershandleiding. AirPrint

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

P-touch Editor starten

Gids Instelling Verzenden

AirPrint handleiding. Versie 0 DUT

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

Downloaded from PIXMA MG5500. series. Installatiehandleiding

Handleiding. Outlook Web App CLOUD. Versie: 22 oktober Toegang tot uw berichten via internet

Outlook Web App 2010 XS2office

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

Google cloud print handleiding

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN / MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Gebruikershandleiding voor AirPrint

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Transcriptie:

Netwerkhandleiding 1 3 4 Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit apparaat gebruikt en houd het onder handbereik voor toekomstige raadpleging. Lees eerst de Veiligheidsinformatie in Info over dit apparaat met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat.

Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde aanwijzingen en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit product. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een goed bereikbare plek voor naslag. N.B. De inhoud van deze handleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. In geen geval is de producent/leverancier aansprakelijk voor directe, indirecte, speciale, incidentele schade of bedrijfsschade als gevolg van het hanteren of bedienen van het apparaat. Aanduidingen voor softwareversies in deze handleiding NetWare 3.x betekent NetWare 3.1 en 3.. NetWare 4.x betekent NetWare 4.1, 4.11 4. en IntranetWare. Handelsmerken Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Apple, AppleTalk, EtherTalk, Macintosh, Mac OS en TrueType zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc, gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Bonjour TM is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. Netscape en Netscape Navigator zijn gedeponeerde handelsmerken van Netscape Communications Corporation. Novell, Netware, NDS en NDPS zijn geregistreerde handelsmerken van Novell, Inc. PostScript en Acrobat zijn geregistreerd handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. UNIX is een geregistreerd handelsmerk in de Verenigde Staten en andere landen, met een exclusief licentiegebruik door X/Open Company Limited. Citrix en MetaFrame zijn geregistreerde handelsmerken van Citrix Systems, Inc. UPnP is een handelsmerk van UPnP Implementers Corporation. Andere productnamen die in deze documentatie worden gebruikt, dienen uitsluitend ter identificatie en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. Wij doen geen enkel recht gelden op deze merken. De juiste namen van de Windows-besturingssystemen luiden als volgt: De productnaam van Windows 95 is Microsoft Windows 95. De productnaam van Windows 98 is Microsoft Windows 98. De productnaam van Windows Me is Microsoft Windows Millenium Edition (Windows Me). De productnamen van Windows 000 zijn als volgt: Microsoft Windows 000 Professional Microsoft Windows 000 Server Microsoft Windows 000 Advanced Server De productnamen van Windows XP zijn als volgt: Microsoft Windows XP Home Edition Microsoft Windows XP Professional De productnamen van Windows Server 003 zijn als volgt: Microsoft Windows Server 003 Standard Edition Microsoft Windows Server 003 Enterprise Edition Microsoft Windows Server 003 Web Edition De productnamen van Windows NT 4.0 zijn als volgt: Microsoft Windows NT Workstation 4.0 Microsoft Windows NT Server 4.0 RSA Data Security, Inc. MD5 Message-Digest Algorithm Copyright 1991-, RSA Data Security, Inc. Created 1991. Alle rechten voorbehouden. U heeft toestemming om deze software te kopiëren en te gebruiken, op voorwaarde dat deze in materialen waarin deze software of deze functie genoemd wordt of ernaar wordt verwezen geïdentificeerd wordt als RSA Data Security, Inc. MD5 Message-Digest Algorithm. U heeft ook toestemming om afgeleide producten te creëren en te gebruiken, op voorwaarde dat in alle materialen waarin de afgeleide producten worden genoemd of waarin ernaar wordt verwezen, deze afgeleide producten worden als geïdentificeerd derived from the RSA Data Security, Inc. MD5 Message-Digest Algorithm. RSA Data Security, Inc. geeft geen garanties met betrekking tot de verkoopbaarheid van deze software of de geschiktheid ervan voor enig bepaald doel. De software wordt geleverd as is, zonder uitdrukkelijke of gesuggereerde garantie van welke soort dan ook. Deze opmerkingen dienen voor te komen in alle kopieën van welke soort dan ook van deze documentatie en/of software.

Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die relevant zijn voor hetgeen u met het apparaat wilt doen. Belangrijk De handleidingen worden op verschillende media geleverd. De gedrukte en elektronische versies van een handleiding hebben dezelfde inhoud. Adobe Acrobat Reader/Adobe Reader moeten geïnstalleerd zijn om deze handleidingen als PDF-bestanden te kunnen bekijken. Afhankelijk van het land waarin u zich bevindt, zijn er mogelijk ook handleidingen in html beschikbaar. Dergelijke handleidingen kunt u alleen bekijken met een webbrowser. Voor details over de functies van de RW-3600 raadpleegt u de handleidingen voor deze optie. Info over dit apparaat Lees eerst de Veiligheidsinformatie in Info over dit apparaat voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Deze handleiding bevat een introductie over de functies van het apparaat. Hierin wordt tevens het bedieningspaneel uitgelegd, de voorbereidingsprocedures voor het gebruik van het apparaat, de wijze waarop tekst moet worden ingevoerd en de wijze waarop de meegeleverde cd-rom s moeten worden geïnstalleerd. Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Hierin worden Gebruikersinstellingen uitgelegd en de Adresboekprocedures, zoals het registreren van faxnummers, e-mailadressen en gebruikerscodes. Raadpleeg deze handleiding ook voor uitleg over de wijze waarop het apparaat moet worden aangesloten. Problemen oplossen Hierin wordt een oplossing gegeven voor problemen die vaak kunnen voorkomen. Ook wordt uitgelegd hoe u papier, toner en andere verbruiksartikelen vervangt. Veiligheidsinformatie Deze handleiding is bestemd voor beheerders van het apparaat. De handleiding verklaart de beveiligingsfuncties die de beheerders kunnen gebruiken om gegevens tegen misbruik te beschermen, of om te voorkomen dat het apparaat door onbevoegden wordt gebruikt. Raadpleeg deze handleiding tevens voor de procedures voor het registreren van beheerders, alsmede het instellen van gebruikers- en beheerdersverificatie. Kopieerhandleiding/ Document Server-handleiding Hierin worden de functies en handelingen van kopieerapparaat en Document Server uitgelegd. Raadpleeg deze handleiding ook voor uitleg over de wijze waarop originelen moeten worden geplaatst. i

Printerhandleiding Hierin worden de functies en handelingen van de printer uitgelegd. Scannerhandleiding Hierin worden de functies en handelingen van de scanner uitgelegd. Netwerkhandleiding Hierin wordt uitgelegd hoe het apparaat moet worden geconfigureerd en bediend in een netwerkomgeving en hoe de meegeleverde software moet worden gebruikt. Overige handleidingen Handleidingen voor dit apparaat Veiligheidsinformatie Verkorte Kopieerhandleiding Verkorte Printerhandleiding Verkorte Scanhandleiding PostScript3 Supplement UNIX Supplement Handleidingen voor DeskTopBinder Lite DeskTopBinder Lite Installatiehandleiding DeskTopBinder Introductiehandleiding Handleiding Auto Document Link Opmerking De geleverde handleidingen zijn specifiek voor apparaattypen. Zie voor UNIX Supplement onze website of raadpleeg een officiële vertegenwoordiger. PostScript3 Supplement en UNIX Supplement bevatten beschrijvingen van functies en instellingen die mogelijk niet beschikbaar zijn op dit apparaat. ii

INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat...i Verklaring van symbolen in deze handleiding...1 Symbolen...1 Installatie van het apparaat in een netwerk... Overzicht van de basisinstellingen... Oorspronkelijke instellingen...4 1. Een Printerserver gebruiken De Printerserver gereedmaken...15 Afdrukbericht via SmartDeviceMonitor for Client...16 NetWare gebruiken...18 Als printserver opgeven (NetWare 3.x)...19 Installatie als printserver (NetWare 4.x, 5 / 5.1, 6 / 6.5)...1 Pure IP gebruiken in de NetWare 5/5.1 of 6/6.5 omgeving... Als remote printserver installeren (NetWare 3.x)...5 Als printer op afstand opgeven (NetWare 4.x, 5 / 5.1, 6 / 6.5)...8. De printer volgen en configureren Gebruik van Web Image Monitor...31 De Toppagina weergeven...33 Wanneer de gebruikersverificatie is ingesteld...34 Over menu en modus...35 Toegang in de Beheerdermodus...37 Lijst met instellingsitems...37 Weergeven van Web Image Monitor Help...4 Gebruik van SmartDeviceMonitor for Admin...43 Installeren van SmartDeviceMonitor for Admin...45 De configuratie van de netwerkinterfacekaart wijzigen...46 Menu s vastzetten op het bedieningspaneel van het apparaat...47 Het papiertype wijzigen...48 Beheer van gebruikersinformatie...49 De Energiespaarstand configureren...5 Een wachtwoord instellen...53 De apparaatstatus controleren...54 Namen en opmerkingen wijzigen...55 Weergeven en verwijderen van spoolafdruktaken...56 Beheren van adresinformatie...57 Gebruik van SmartDeviceMonitor for Client...58 Printers controleren...58 De apparaatstatus controleren...58 Wanneer u IPP gebruikt met SmartDeviceMonitor for Client...59 Printerstatusbericht via e-mail...60 Autom. E-mailmelding...6 E-mailmelding op verzoek...6 Mailverificatie...63 E-mailmelding op verzoek gebruiken...64 iii

iv Onderhoud op afstand via telnet...66 Telnet gebruiken...66 access...67 authfree...68 autonet...69 bonjour (rendezvous)...70 devicename...71 dhcp...7 diprint...73 dns...74 domainname...76 help...76 hostname...77 ifconfig...77 info...78 ipp...79 ipv6...80 lpr...80 netware...81 passwd...8 pathmtu...83 prnlog...83 route...84 set...85 show...87 slp...88 smb...88 snmp...89 sntp...9 spoolsw...93 ssdp...94 ssh...94 status...95 syslog...95 upnp...95 web...96 wiconfig...97 wins...100 SNMP...101 Printerinformatie verkrijgen via het netwerk...10 De huidige printerstatus...10 Printerconfiguratie...106 Lezen van de weergegeven informatie...107 Afdruktaakinformatie...107 Afdrukloginformatie...108 De instellingen voor de netwerkinterfacekaart configureren...109 Berichtenlijst...115 Systeemlogboekinformatie...115

3. Speciale bewerkingen onder Windows Bestanden rechtstreeks uit Windows afdrukken...13 Installatie...13 Een hostnaam gebruiken in plaats van een IPv4-adres...14 Afdrukopdrachten...16 4. Aanhangsel Bij gebruik van Windows Terminal Service/MetaFrame...19 Besturingsomgeving...19 Ondersteunde printerstuurprogramma s...19 Beperkingen...130 DHCP gebruiken...13 AutoNet gebruiken...13 De WINS-server configureren...133 Gebruik van Web Image Monitor...133 Telnet gebruiken...133 De dynamische DNS-functie gebruiken...134 Bijwerken...134 Geschikte DNS-servers...135 Geschikte DHCP-servers...135 De dynamische DNS-functie instellen...135 Voorzorgsmaatregelen...136 Een inbelrouter op een netwerk aansluiten...136 Afdrukken met NetWare...138 Wanneer de optionele IEEE 80.11b interface-eenheid is geïnstalleerd...139 Informatie over geïnstalleerde toepassingen...140 RSA BSAFE...140 Specificaties...141 Functies...14 INDEX... 143 v

vi

Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Duidt op belangrijke opmerkingen over de veiligheid. Het negeren van deze opmerkingen kan resulteren in ernstig of fataal letsel. Zorg ervoor dat u deze opmerkingen leest. U vindt deze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie in Info over dit apparaat. Duidt op belangrijke opmerkingen over de veiligheid. Het negeren van deze opmerkingen kan resulteren in middelzwaar tot licht letsel, of schade aan het apparaat of eigendommen. Zorg ervoor dat u deze opmerkingen leest. U vindt deze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie in Info over dit apparaat. Duidt op punten waaraan u aandacht dient te schenken tijdens het gebruik van het apparaat en op uitleg over mogelijke oorzaken van papierstoringen, schade aan originelen of gegevensverlies. Zorg ervoor dat u deze opmerkingen leest. Duidt op aanvullende uitleg over de functies van het apparaat en instructies over het oplossen van gebruikersfouten. Dit symbool treft u aan het einde van de hoofdstukken aan. Dit geeft aan waar u nog meer relevante informatie kunt vinden. [ ] Duidt op de namen van de toetsen die op het scherm van het apparaat verschijnen. { } Duidt op de namen van de toetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. 1

Installatie van het apparaat in een netwerk In dit gedeelte worden de netwerkinstellingen beschreven die u met de Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen) kunt wijzigen. Stem de instellingen af op de functies die u wilt gebruiken en op de interface die u daarbij wilt aansluiten. Belangrijk Deze instellingen dienen door de systeembeheerder of na overleg met de beheerder gemaakt te worden. Overzicht van de basisinstellingen Interface instellingen Menu Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres Apparaat IPv6-adres IPv6 Gateway adres IPv6 Staatloos adres autom. Configuratie DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol NW-frametype Type LAN Ethernet snelheid Ping opdracht SMB Computer naam SMB Werkgroep SNMP V3 communicatie toestaan Beschrijving Specificeert het IPv4-adres en het subnetmasker van het apparaat in de netwerkomgeving. Configureer een gateway-adres voor de router of hostcomputer die wordt gebruikt als een gateway. Specificeert het IPv6-adres en het subnetmasker van het apparaat in de netwerkomgeving. Configureer een gateway-adres voor de router of hostcomputer die wordt gebruikt als een gateway. Specificeert de automatische configuratie van het staatloos adres IPv6. Instellingen aanmaken voor de DNS-server. Specificeert de DDNS-instellingen. Specificeert de domeinnaam. Specificeert de WINS-serverinstellingen. Selecteer het protocol dat in het netwerk moet worden gebruikt. Selecteer het protocol voor de NCP-aflevering: Selecteer het frametype als u NetWare gebruikt. Selecteer de interface, IEEE 80.11b (draadloze LAN) of Ethernet wanneer u de optionele IEEE 80.11b interface-eenheid heeft geïnstalleerd. Stel de toegangssnelheid in voor netwerken. Controleer de netwerkverbinding met het ping-commando en het gegeven IP-adres. Specificeert de SMB-computernaam. Specificeert de SMB-werkgroep. Stel de gecodeerde communicatie SNMP v3 in.

SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Apparaatnaam Bestand doorzenden Instellingen Stel de gecodeerde communicatie SSL/TLS in. Geef een hostnaam op. Geef de apparaatnaam op. Communicatiemodus Geeft de communicatiemodus aan van het draadloze LAN. SSID-instelling Specificeert SSID om in infrastructuur-modus of 80.11 ad hoc-modus het toegangspunt te specificeren. Kanaal Menu WEP-(codering) sleutel Verzendsnelheid Fabrieksinstellingen herstellen Beschrijving Geeft een kanaal aan wanneer u de 80.11b ad hoc-modus of ad hoc-modus selecteert. Specificeert de codering van de IEEE 80.11b (draadloze LAN). Specificeert de communicatiesnelheid van de IEEE 80.11b (draadloze LAN). Hiermee zet u de IEEE 80.11b-instellingen (draadloze LAN) terug op de standaardwaarden. SMTP Server SMTP verificatie POP voor SMTP Menu E-mailadres beheerder Progr/Wijz/Verw. e-mailbericht Standaard gebruikersnaam/ wachtwoord (Verzenden) Programmeer/Wijzig/Verwijder onderwerp Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Beschrijving Specificeert de SMTP-servernaam. Configureert de SMPT Verificatie (PLAIN, LOGIN, CRAM-MD5, DIGEST-MD5) Configureert de POP-verificatie (POP voor SMTP). Dit wordt weergegeven als het adres van de afzender op gescande documenten die per e-mail zijn verstuurd, als de afzender niet is opgegeven. Specificeert de gebruikersnaam en het wachtwoord die nodig zijn om gescande bestanden rechtstreeks naar een gedeelde map op een Windows-computer of naar een FTP-server te verzenden. Specificeert de gebruikersnaam en het wachtwoord die nodig zijn om gescande bestanden rechtstreeks naar een gedeelde map op een Windows-computer of naar een FTP-server te verzenden. Programmeert, wijzigt of verwijdert het gebruikte onderwerp wanneer een scanbestand als bijlage wordt verstuurd. Geeft de interval op die het apparaat wacht voordat een scanbestand opnieuw wordt verzonden als deze niet naar de bezorgingsserver of mailserver kan worden verzonden. Stelt een maximum anatal keren in dat een scanbestand opnieuw wordt verzonden naar de bezorgingsserver of de mailserver 3

Oorspronkelijke instellingen Printer Ethernet Interface Interface instellingen/ Netwerk Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4-adres IPv4 Gateway adres Apparaat IPv6-adres IPv6 Gateway adres IPv6 Staatloos adres autom. Configuratie DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol NW-frametype Type LAN Ethernet snelheid SMB Computer naam SMB Werkgroep SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Apparaatnaam 4

Interface IEEE 80.11b (wireless LAN) Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ IEEE 80.11b Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4-adres IPv4 Gateway adres Apparaat IPv6-adres IPv6 Gateway adres IPv6 Staatloos adres autom. Configuratie DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie NW-frametype Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SMB Computer naam SMB Werkgroep SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Apparaatnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal WEP-(codering) sleutel Beveiligingsmethode Signaal wireless LAN Verzendsnelheid 5

E-mail (IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie.) Ethernet Interface Interface instellingen/ Netwerk Bestand doorzenden Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam SMTP Server SMTP verificatie POP voor SMTP A E-mailadres beheerder Progr/Wijz/Verw. e-mailbericht Programmeer/Wijzig/Verwijder onderwerp Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner 6

Interface IEEE 80.11b (wireless LAN) Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ IEEE 80.11b Bestand doorzenden Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal WEP-(codering) sleutel Verzendsnelheid SMTP Server SMTP verificatie POP voor SMTP E-mailadres beheerder Progr/Wijz/Verw. e-mailbericht Programmeer/Wijzig/Verwijder onderwerp Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner 7

Naar een map scannen (IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie.) Ethernet Interface Interface instellingen/ Netwerk Bestand doorzenden Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol Hostnaam SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Standaard gebruikersnaam/ wachtwoord (Verzenden) Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner 8

Interface IEEE 80.11b (wireless LAN) Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ IEEE 80.11b Bestand doorzenden Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal WEP-(codering) sleutel Verzendsnelheid Standaard gebruikersnaam/ wachtwoord (Verzenden) Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner 9

Netwerk-bezorgingsscanner (IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie.) Ethernet Interface Interface instellingen/ Netwerk Bestand doorzenden Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Bezorgingsoptie Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner 10

Interface IEEE 80.11b (wireless LAN) Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ IEEE 80.11b Bestand doorzenden Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal WEP-(codering) sleutel Verzendsnelheid Bezorgingsoptie Opnieuw verzenden intervaltijd Scanner Aantal keren opnieuw verzenden Scanner 11

Network TWAIN Scanner (IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie.) Ethernet Interface IEEE 80.11b (wireless LAN) Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ IEEE 80.11b Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal WEP-(codering) sleutel Verzendsnelheid 1

Document Server (IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie.) Ethernet Interface IEEE 80.11b (wireless LAN) Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ Netwerk Interface instellingen/ IEEE 80.11b Instellingen Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Apparaat IPv4-adres IPv4 Gateway adres DNS Configuratie DDNS Configuratie Domeinnaam WINS configuratie Type LAN Ethernet snelheid Effectief protocol NCP Bezorgingsprotocol SNMP V3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal WEP-(codering) sleutel Verzendsnelheid 13

Opmerking Afhankelijk van de optionele eenheden of de geselecteerde printertaal worden sommige opties niet weergegeven. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen kunt u bepaalde opties misschien niet instellen. Verwijzing Voor details, Zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. Voor meer informatie over de kopieerfuncties en systeeminstellingen verwijzen wij u naar de Kopieerhandleiding en de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. 14

1. Een Printerserver gebruiken De Printerserver gereedmaken Dit gedeelte bevat instructies voor de configuratie van het apparaat als Windows netwerkprinter. Het apparaat wordt zo geconfigureerd dat netwerkclients het kunnen gebruiken. Als de netwerkprinter is aangesloten via SmartDevice- Monitor for Client, kunt u de afdrukberichtfunctie zo instellen dat clients bericht krijgen van de resultaten van hun afdruktaken. Belangrijk Onder Windows 000, Windows XP Professional, of Windows Server 003, heeft u, om de printereigenschappen in de map [Printer] te wijzigen, Printer Management-toegangsverificatie nodig; onder Windows NT 4.0, Full Control toegangsverificatie. Log op de fileserver in als Beheerder of lid van de PowerUsers groep. A Open het venster [Printers] vanuit het menu [Start]. Het dialoogvenster [Printers] verschijnt. In Windows XP of Windows Server 003 verschijnt het venster [Printers en faxapparaten]. B Klik op het pictogram van het apparaat dat u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen]. De printereigenschappen verschijnen. C Klik op het tabblad [Delen] op [Delen als:]. D Om het apparaat te delen met gebruikers van een andere versie van Windows, moet u klikken op [Aanvullende stuurprogramma s...]. Als u een ander stuurprogramma heeft geïnstalleerd door [Delen als:] te selecteren bij het installeren van het printerstuurprogramma, kan deze stap worden overgeslagen. E Klik op [OK] en sluit de printereigenschappen. 15

Een Printerserver gebruiken Afdrukbericht via SmartDeviceMonitor for Client 1 Volg de onderstaande procedure om het apparaat zo te configureren dat gebruik wordt gemaakt van de afdrukberichtfunctie van SmartDeviceMonitor for Client. De printserver instellen Belangrijk Onder Windows 000, Windows XP Professional, of Windows Server 003, heeft u, om de printereigenschappen in de map [Printer] te wijzigen, Printer Management-toegangsverificatie nodig; onder Windows NT 4.0, Full Control toegangsverificatie. Log op de fileserver in als Beheerder of lid van de PowerUsers groep. A In het menu [Start] gaat u naar [Programma s], [DeskTopBinder], [SmartDeviceMonitor for Client] of en klikt u vervolgens op [Instelling afdrukserver]. Het dialoogvenster met de printserverinstelling verschijnt. B Schakel het selectievakje [Afdrukken/gegevensverzending melden aan client-pc's ] in en klik vervolgens op [OK]. Nadat de printserver is opgegeven, verschijnt er een dialoogvenster. Bevestig de inhoud van het dialoogvenster en klik op [OK]. Klik op [Annuleren] om de procedure te onderbreken. Er verschijnt een dialoogvenster voor het opgeven van de client. C Klik op [OK]. Hiermee zijn de instellingen voor de printserver voltooid. Elke client moet zo worden ingesteld dat het afdrukbericht wordt ontvangen. Opmerking Lopende afdruktaken beginnen weer bij het begin als de spooler kort heeft gepauzeerd. Als de expansiefunctie niet gebruikt wordt, wordt de functie automatisch ingesteld als beschikbaar. Meldt u zich aan onder een account zonder de rechten van een beheerder, dan wordt de klant mogelijk niet op de hoogte gebracht. 16

De Printerserver gereedmaken Een client instellen A In het menu [Start] gaat u naar [Programma s], [DeskTopBinder], [SmartDeviceMonitor for Client] en klikt u vervolgens op [Instellingen van uitgebreide functies]. Er verschijnt een dialoogvenster voor het instellen van de expansiefunctie. B Schakel het selectievakje [Afdrukken/gegevensverzending melden bij gebruik afdrukserver] in. C Klik op [OK]. De client instelling is voltooid. 1 Opmerking Stel de afdrukberichtfunctie in op het printerstuurprogramma en op SmartDeviceMonitor for Client. 17

Een Printerserver gebruiken NetWare gebruiken 1 Dit gedeelte beschrijft de instelprocedure voor netwerkprinters in de NetWare omgeving. In de NetWare-omgeving kunt u het apparaat aansluiten als een printserver of printer op afstand. Belangrijk IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie. Instelprocedure Bij gebruik van het apparaat als printserver A Installeren van SmartDeviceMonitor for Admin B De netwerkinterfacekaart instellen. C Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Bij gebruik van het apparaat als remote printer A Bezig met installeren van SmartDeviceMonitor for Admin. B De netwerkinterfacekaart instellen. C NetWare instellen. D De printserver starten. Opmerking Bij deze procedure wordt aangenomen dat de omgeving al ervoor is gereed gemaakt dat de afdrukservice-instelling wordt gebruikt onder het normale NetWare. De procedure wordt uiteengezet met behulp van de volgende voorbeeldinstellingen: Bestandsservernaam CAREE Printservernaam PSERV Printernaam R-PRN Naam wachtrij R-QUEUE Gebruik van SmartDeviceMonitor for Admin Om het apparaat in een NetWare omgeving te gebruiken, moet u SmartDeviceMonitor for Admin gebruiken om de NetWare-printomgeving in te stellen. Printerlijst in SmartDeviceMonitor for Admin SmartDeviceMonitor for Admin vermeldt de op het netwerk aangesloten printers. Als u het te configureren apparaat niet kunt vinden, druk dan de configuratiepagina af en controleer de apparaatnaam. Opmerking De door Novell geboden NetWare Client moet de afdrukomgeving instellen met behulp van SmartDeviceMonitor for Admin in de volgende omgevingen: NDS modus in Windows 95/98/Me NDS of Bindery modus in Windows 000/XP, Windows NT 4.0 Verwijzing Pag.45 Installeren van SmartDeviceMonitor for Admin 18

NetWare gebruiken Als printserver opgeven (NetWare 3.x) Volg de onderstaande procedure om het apparaat bij gebruik van NetWare 3.x als printserver aan te sluiten. A Open een webbrowser en voer vervolgens http://(adres van het apparaat)/ in op de adresbalk. De bovenste pagina van Web Image Monitor verschijnt. B Klik op [Inloggen]. Het dialoogvenster voor het invoeren van het wachtwoord en de gebruikersnaam verschijnt. C Voer uw log-in gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op [Inloggen]. Voor meer informatie over de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de aanmelding verwijzen wij u naar uw netwerkbeheerder. D Klik op [Configuratie] in het linker gedeelte en klik vervolgens op [NetWare]. Print Server-naam: Voer de naam van de NetWare-printserver in. Om de interfacekaart als een printserver te gebruiken moet u de naam van een printserver invoeren die niet actief is op de bestandserver. Gebruik maximaal 47 tekens. Aanmeldingsmodus: geef aan of een bestandserver of een NDS-structuur moet worden aangewezen als er wordt aangemeld op NetWare. File Server-naam: wordt er hier een bestandservernaam ingevoerd, dan wordt alleen naar de opgegeven bestandserver gezocht. Dit item is verplicht. Gebruik maximaal 47 tekens. NDS-structuur: voer de naam in van de NDS-structuur waarbij u zich wilt aanmelden, om de NDS-modus in te schakelen. Gebruik maximaal 3 alfanumerieke tekens. NDS-contextnaam: voer de context in van de printserver om NDS-modus in te schakelen. Gebruik maximaal 17 tekens. Bedieningsmodus: geef aan of de interfacekaart als printserver of als printer op afstand wordt gebruikt. Nummer externe printer: dit item treedt in werking als de interfacekaart is aangegeven als een printer op afstand. Voer hetzelfde nummer in als het nummer van de printer die wordt aangemaakt op de printserver (0 tot 54 tekens). Taak Time-out: wordt de interfacekaart gebruikt als een printer op afstand onder NetWare, dan kan de printer niet vaststellen wanneer een afdruktaak is afgelopen. De printer stopt daarom met afdrukken wanneer er een bepaalde tijd is verstreken na het laatste moment waarop de printer afdrukgegevens heeft ontvangen (d.w.z. wanneer de printer gedurende bepaalde tijd geen afdrukgegevens heeft ontvangen). Geef hier deze tijdsperiode op (3 tot 55 seconden). De standaardwaarde is 15 (seconden). Frametype: kies het frametype van het keuzemenu. Protocol Printerserver: kies het protocol voor NetWare van het keuzemenu. NCP Bezorgingsprotocol: Kies het protocol voor de NCP-aflevering. 1 19