Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam



Vergelijkbare documenten
Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden

Factsheet jeugdigen in Haaglanden

Factsheet jeugdigen in Midden-Holland

Factsheet jeugdigen in Holland Rijnland

Factsheet pedagogische hulp in de stadsregio Rotterdam : welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Ontwikkeling van het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen in 1,000,00 in de periode in Zuid-Holland en Nederland

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

10. Veel ouderen in de bijstand

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Bijdrage gemeenten in ROC problematiek. B&A Consulting Peter van der Loos 20 oktober 2009

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Langdurige werkloosheid in Nederland

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Informatie 10 januari 2015

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Diversiteit in de Provinciale Staten

5. Onderwijs en schoolkleur

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006

Jongeren op de arbeidsmarkt

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Pensioenaanspraken in beeld

8. Werken en werkloos zijn

Dordtse jeugd in cijfers

Gemiddeld kindertal per vrouw, 2014

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Factsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Beleidsinformatie Jeugdwet

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Gemiddeld kindertal per vrouw,

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

2. Groei allochtone bevolking fors minder

Factsheet pedagogische hulp in Holland Rijnland 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

11. Stijgende inkomens

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Werkloosheid 50-plussers

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Jeugdhulp in Zoetermeer

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Mannen en vrouwen in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

4. Kans op echtscheiding

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

De Tilburgse Integratiemonitor Analyse van beschikbare gegevens

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Woningbezit De Goede Woning per 1 juli 2016 naar demografische kenmerken

Jeugdstaat Voorne-Putten nulmeting 2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Huishoudens,

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Jaarrapport Integratie 2014

Opleidingsniveau stijgt

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

JONGE MOEDERS IN ROTTERDAM. Stand van zaken 2008

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Aanval op schooluitval

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2013: Sterke groei armoede in 2012, maar afzwakking verwacht ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Uit huis gaan van jongeren

Notitie > Verhuringen > via Woonnet Rijnmond

Aanval op schooluitval

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bijlage bij hoofdstuk 5 Allochtone leerlingen in het onderwijs

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Arbeidsdeelname van paren

Misdrijven en opsporing

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April Subtitel

Migrantenouderen in cijfers

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2014: Armoede in 2013 toegenomen, maar piek lijkt bereikt. Den Haag, 18 december 2014

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp

12. Vaak een uitkering

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

2. De niet-westerse derde generatie

Almeerse Monitor Voortijdig Schoolverlaten Schooljaar

Transcriptie:

Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam Inleiding Gemeenten en regio s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarnaast is in augustus 2014 de Wet passend onderwijs inwerking getreden. Deze wet legt de scholen een zorgplicht op die zij moeten realiseren binnen samenwerkingsverbanden van scholen in de regio s en de gemeenten. Belangrijk doel van de transities is het mogelijk maken van een geïntegreerde aanpak, waarbij gemeenten en regio s de regie voeren. Deze factsheet geeft gemeenten en regio s inzicht in de groep jeugdigen 1 waarvoor het beleid van toepassing is door middel van bevolkingsgegevens en -ontwikkelingen. Er is speciale aandacht voor gezinssituaties die zorgen dat jeugdigen een hoger risico lopen in te stromen in de jeugdzorg. Belangrijke factor daarbij is de sociaaleconomische positie van het gezin: de kans op armoede. Daarnaast zijn er ontwikkelingen rond jeugd en onderwijs beschreven, zoals aantal achterstandsleerlingen, voortijdig schoolverlaters en onderwijsvoorzieningen. De gepresenteerde gegevens in deze factsheet hebben peildatum 1 januari van het betreffende jaar, tenzij anders vermeld. Een toelichting op de gegevens staat in de links naar het Regionaal Informatiesysteem Samenleving (RIS) onder de tabellen. Goeree-Overflakkee wordt dit jaar ingedeeld bij de stadsregio Rotterdam 2. Een toelichting op de gegevens staat in de links naar het Regionaal Informatiesysteem Samenleving (RIS) onder de tabellen. Gegevens van de stadsregio Rotterdam en haar gemeenten worden met elkaar en met Zuid- Holland in zijn geheel vergeleken. Jeugdigen in de stadsregio Rotterdam Aantal jeugdigen blijft gelijk In 2014 wonen in de stadsregio Rotterdam 256.000 jeugdigen (0-17 jaar) en 372.000 jongvolwassenen (18-24 jaar). De opbouw in leeftijdscategorieën is vergelijkbaar met Zuid- Holland als geheel (figuur 1). 1 Onder jeugdigen verstaan we in deze factsheet 0-17-jarigen. Omdat veel organisaties in de zorg voor jeugd zich richten op een bredere leeftijdsgroep, worden ook gegevens van jongvolwassenen (18-24 jaar) getoond. 2 Kies bij de tabellen in het RIS bij regioindelingen voor GGD, de regio GGD Rotterdam-Rijnmond komt overeen met de RASregio stadsregio Rotterdam plus Goeree-Overflakkee. Postbus 93010 Anna van Saksenlaan 51 www.tympaan.nl 2509 AA Den Haag 2593 HW Den Haag info@tympaan.nl 070 3371000 @tymp_inst

Figuur 1 Bevolkingsopbouw jeugdigen en jongvolwassenen in de stadsregio Rotterdam (centrumring) en Zuid Holland in 2014 31% 31% 16% 15% 19% 19% 34% 35% 0-3 jaar 4-12 jaar 13-17 jaar 18-24 jaar bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen naar leeftijd in Zuid-Holland in 2014 Het aantal jeugdigen in de stadsregio Rotterdam is in de periode 2011-2014 bijna gelijk gebleven net als in Zuid Holland als geheel. Er zijn wel verschillen tussen de gemeenten (kaart 1). In Lansingerland, Albrandswaard en Rotterdam neemt het aantal jeugdigen toe, terwijl in de rest van de gemeenten dat aantal juist afnam. Kaart 1 Demografische ontwikkeling jeugdigen (0-17 jaar) in de stadsregio Rotterdam 2011-2014, in percentages De percentages in de kaart betreffen afgeronde cijfers. De gemeenten zijn geklasseerd op basis van onafgeronde percentages, waarbij klassen van gelijke grootte zijn gekozen voor heel Zuid-Holland. Niet in elke regio zijn daarom alle klassen aanwezig. Legenda gemeenten: 1 Lansingerland, 2 Maassluis, 3 Vlaardingen, 4 Schiedam, 5 Rotterdam, 6 Capelle aan den IJssel, 7 Krimpen aan den IJssel, 8 Westvoorne, 9 Brielle, 10 Hellevoetsluis, 11 Bernisse, 12 Spijkenisse, 13 Albrandswaard, 14 Barendrecht, 15 Ridderkerk, 16 Goeree-Overflakkee bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Ontwikkeling van het aantal jeugdigen per leeftijdsgroep in Zuid-Holland 2

Het aantal geboorten ligt in 2013 landelijk op 171.000. Dat is het laagste aantal sinds 1983. Zowel voor het huidige lage geboortecijfer als dat van 30 jaar geleden is een economische crisis de belangrijkste verklaring. Verwacht mag worden dat als de economische crisis voorbij is, het aantal geboorten ook weer gaat toenemen, mogelijk met een inhaalslag. Voor wat betreft de stadsregio Rotterdam geldt dat zij over de laatste 10 jaar gemiddeld 35,9% van het provinciale aantal geboorten voor haar rekening neemt. Gemiddeld gaat het om 14.600 geboorten in de stadsregio Rotterdam, in 2013 werden er 14.400 kinderen geboren. Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen blijft gelijk In 2013 is het aantal niet-westerse allochtonen in de stadsregio Rotterdam gelijk gebleven. Per gemeente verschilt de ontwikkeling (tabel 1). Onder andere in Rotterdam is het aantal niet-westerse allochtone jeugdigen in de periode 2010-2013 gedaald, in aantal en gerelateerd aan het aantal jeugdigen. In Lansingerland, Brielle en Westvoorne neemt het aantal juist sterk toe (met circa een vijfde) tussen 2010 en 2013. Van de jeugdigen in de stadsregio is 34% niet-westers allochtoon. In Rotterdam is de helft van de jeugdigen niet-westers allochtoon. Andere gemeenten waar relatief veel nietwesterse jeugdigen wonen zijn Schiedam (bijna 40%), Capelle aan den IJssel, Maassluis en Vlaardingen (bijna 30%). Tabel 1 Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen (0-17 jaar) in de stadsregio Rotterdam gemeenten aantal 2013 verschil% 2010-2013 verschil per 100 0-17-jarigen in 2010-2013 albrandswaard 832 13,8 1,3 barendrecht 2.233 11,0 1,7 bernisse 105 7,1 0,5 brielle 217 19,9 1,2 capelle a/d ijssel 3.934 2,5 1,2 goeree-overflakkee 318 8,2 0,3 hellevoetsluis 965-4,5 0,2 krimpen a/d ijssel 510 17,8 1,4 lansingerland 1.705 21,4 1,4 maassluis 1.818-0,5-0,2 ridderkerk 1.134 13,4 1,5 rotterdam 60.376-3,1-2,1 schiedam 5.838 0,7 0,5 spijkenisse 3.028-0,6 0,6 vlaardingen 3.941 1,8 0,6 westvoorne 177 19,6 1,4 bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen (0-17 jaar) in Zuid-Holland Van niet-westerse allochtone jeugdigen is bekend dat ze meer problemen ervaren en vaak pas in een later stadium bij de hulpverlening terechtkomen dan autochtone leeftijdsgenoten (NJi). Dit heeft met name te maken met sociaaleconomische kenmerken van allochtone jeugdigen en minder met het feit dat ze allochtoon zijn. 3

De migratiegeschiedenis van de niet-westerse allochtone jeugdige kan ook een rol spelen. Hoe recenter deze geschiedenis is, hoe meer invloed die heeft op de ontwikkeling van de jeugdigen. Zij moeten wennen aan de Nederlandse samenleving en kampen mogelijk met gevoelens van ontworteling en vervreemding. Mogelijk hebben ze traumatische ervaringen ondervonden (bijvoorbeeld asielzoekers, vluchtelingen uit oorlogsgebieden, bootvluchtelingen) (NJi). De eerste generatie allochtone jongeren, die zelf in het land van herkomst zijn geboren en ten minste 1 ouder hebben die in het buitenland is geboren, hebben de meest recente migratiegeschiedenis. In de stadsregio Rotterdam gaat het dan om 8.755 jongeren tot de leeftijd van 20 jaar. Ruim een kwart van deze eerste generatie allochtonen hebben een Marokkaanse, Turkse of Surinaamse achtergrond. Eveneens ruim een kwart is afkomstig uit de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba. Bijna de helft zijn niet-westerse allochtone jongeren uit andere landen van Afrika, Azië en (Zuid-)Amerika (figuur 2). Figuur 2 Eerste generatie niet-westerse allochtonen 0-20 jaar in de stadsregio Rotterdam in 2014 46% 27% 9% 8% 10% (voormalige) ned. antillen en aruba suriname marokko turkije overige niet-westerse allochtonen bron: CBS: Bevolking; leeftijd, herkomstgroepering en regio Jeugd en gezin Aantal jeugdigen betrokken bij echtscheiding licht gestegen In de stadsregio Rotterdam hebben 2.510 jeugdigen met een echtscheiding te maken gekregen in 2012. Ten opzichte van 2011 is dat een stijging met 2%. Het aantal jeugdigen dat de afgelopen jaren met een echtscheiding te maken kreeg, ligt in de stadsregio Rotterdam in 2012 op 1%. Dat is vergelijkbaar met het percentage dat geldt voor de hele provincie. Het aantal minderjarige kinderen dat feitelijk met een scheiding van hun ouders te maken krijgt, ligt veel hoger dan het aantal in figuur 3. Het CBS registreert alleen het aantal echtscheidingen na een huwelijk en niet het aantal samenwonenden dat uit elkaar gaat. Ook partnerschapregistraties worden niet in de cijfers meegenomen. Het totaal aantal minderjarige kinderen dat met een scheiding te maken krijgt is naar schatting 3 1,7 maal groter dan 3 Afgeleid van de schatting dat jaarlijks 70.000 thuiswonenden tot 22 jaar met een scheiding te maken krijgen. 4

het aantal in figuur 3. Voor de stadsregio Rotterdam gaat het dan in totaal om circa 4.300 minderjarigen. Figuur 3 Aantal jeugdigen (0-17 jaar) betrokken bij een echtscheiding in de stadsregio Rotterdam 1.200 1.090 1.000 800 600 400 200 0 55 106 31 51 131 97 113 44 145 62 57 147 200 157 24 2009 2010 2011 2012 bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) betrokken bij een scheiding in Zuid-Holland Lichte stijging jeugdigen die opgroeien in eenouderhuishoudens In de stadsregio Rotterdam is het aantal jeugdigen in eenouderhuishoudens in 2013 gestegen met 1,2% in vergelijking met het jaar daarvoor (figuur 4). Totaal gaat het om ruim 55.400 minderjarigen, meer dan een vijfde van het aantal 0-17-jarigen. In de stadsregio groeien relatief veel jeugdigen in eenhouderhuishoudens op (22%), meer dan gemiddeld in Zuid-Holland (17%). Relatief en absoluut wonen de meeste jeugdigen in eenouderhuishoudens in Rotterdam (28%). Ook in Capelle aan den IJssel, Schiedam, Spijkenisse en Vlaardingen wonen relatief veel jeugdigen in eenouderhuishoudens (figuur 4). 30 25 20 15 10 5 0 Figuur 4 12,8 11,7 11 14,5 Aantal jeugdigen (0-17 jaar) in eenouderhuishoudens in de stadsregio Rotterdam per 100 jeugdigen 23,8 7,1 15,5 12,3 9,8 15,9 13,8 27,7 22,5 21,8 21,5 11,4 2010 2011 2012 2013 bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) in eenouderhuishoudens in Zuid-Holland 5

Kinderen in eenouderhuishoudens hebben meer kans op problemen bij het opgroeien dan kinderen uit tweeouderhuishoudens. Die problemen kunnen te maken hebben met de gevolgen van een scheiding of het overlijden van een ouder en minder aandacht van de opvoedende ouder, meestal de moeder. Veel problemen komen voort uit de (slechte) financiele situatie. Het combineren van werken en zorgen is veel moeilijker met een laag inkomen. De ouder moet vaak langer werken om het benodigde inkomen te genereren en de kosten van kinderopvang drukken zwaarder op het huishoudbudget. Problemen van jeugdigen in eenouderhuishoudens uiten zich in problematisch gedrag, angst, verdriet, schuldgevoel en slechtere schoolprestaties (NJi). Landelijk is een derde van de eenouderhuishoudens van niet-westerse afkomst. Antilliaanse en Surinaamse kinderen groeien relatief vaak op in eenouderhuishoudens. In de stadsregio Rotterdam heeft 61% van de eenouderhuishoudens 1 kind, 30% heeft 2 kinderen en 9% heeft 3 of meer kinderen (in 2013). Dit is vergelijkbaar met de verdeling van eenouderhuishoudens in de provincie als geheel. Tussen de gemeenten onderling zijn de verschillen niet groot. Aantal tienermoeders daalt In een tijdsbestek van 10 jaar is het aantal tienermoeders in de stadsregio Rotterdam gehalveerd. In 2013 is het aantal tienermoeders met circa 16% gedaald ten opzichte van 2012 (RIS). In 2013 gaat het in de stadsregio Rotterdam om 337 tienermoeders. Dat is 1% van de vrouwen/meisjes in de leeftijd van 15-19 jaar. Aantal jeugdigen met kans op armoede het grootst in Rotterdam In de stadsregio Rotterdam heeft 17,9% van de jeugdigen in 2011 kans op armoede. Dat zijn er ongeveer evenveel als het jaar daarvoor. De kans op armoede is het grootst in Rotterdam. Een kwart van de jeugdigen groeit daar op in een huishouden met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (tabel 2). Voor huishoudens met een laag inkomen geldt dat de woonlasten vaker als zware last worden ervaren dan door huishoudens met een inkomen boven deze grens. Het doen van onverwachte uitgaven is vaker een probleem, evenals het kopen van kleding, het vervangen van meubels, het bereiden van gezonde maaltijden, op vakantie gaan, het huis voldoende verwarmen of iemand eens een keer te eten vragen (CBS/SCP 2013). De laatste cijfers zijn van 2011. We kunnen verwachten dat het aantal kinderen dat opgroeit met kans op armoede als gevolg van de economische crisis zal stijgen. 6

Tabel 2 Aantal jeugdigen (0-17 jaar) met kans op armoede in de stadsregio Rotterdam per 100 inwoners 0-17 jaar gemeenten 2008 2009 2010 2011 albrandswaard 5,8 5,6 7,2 7,1 barendrecht 6,1 5,2 5,9 6,8 bernisse 7,7 3,9 8,0 4,1 brielle 6,0 6,2 6,3 6,3 capelle a/d ijssel 11,6 13,1 15,4 16,0 goeree-overflakkee 4,6 4,7 4,7 4,7 hellevoetsluis 7,0 6,0 8,5 8,7 krimpen a/d ijssel 4,6 6,2 7,8 7,9 lansingerland 5,3 6,6 6,4 6,3 maassluis 10,8 12,5 14,2 15,7 ridderkerk 7,2 7,3 8,6 9,8 rotterdam 22,7 23,9 25,4 25,3 schiedam 15,6 15,7 18,3 19,0 spijkenisse 10,5 10,8 13,0 13,2 vlaardingen 14,4 15,4 17,0 17,7 westvoorne 7,1 7,1 7,3 7,5 bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) met kans op armoede in Zuid-Holland Huishoudens met de meeste financiële problemen zijn: eenouderhuishoudens (vooral met kinderen tot 18 jaar); huishoudens met laagopgeleide kostwinner; huishoudens met een laag inkomen, onder of rond het sociaal minimum (bijstandsuitkering); grote gezinnen. Kinderen hebben ten opzichte van volwassenen meer kans om langdurig in armoedesituaties te leven. Kinderen in eenouderhuishoudens verkeren vaker (langdurig) in armoede dan kinderen uit tweeouderhuishoudens. Dit geldt vooral voor kinderen onder de 12 jaar. Als de kinderen 12 jaar of ouder zijn, kunnen hun ouders vaak weer (meer) werken. Als kinderen meerderjarige thuiswonende broers of zussen hebben, neemt de kans op armoede eveneens af (CBS/SCP 2013). De kans om in armoede op te groeien is veel groter voor niet-westerse allochtone minderjarigen (25%) dan voor autochtone minderjarigen (7%) (Huijnk et al 2014). Meeste grote gezinnen op Goeree-Overflakkee Grote gezinnen behoren tot de huishoudens met de meeste financiële problemen. In de stadsregio Rotterdam wonen in 2013 1.879 gezinnen met 5 of meer kinderen. Dat is 1% van het aantal gezinnen met kinderen, iets minder vergeleken de hele provincie (RIS). Goeree- Overflakkee heeft de meeste grote gezinnen (2,6%), het gaat daar om minimaal 850 kinderen. 7

Jeugd en onderwijs Stadregio Rotterdam heeft relatief de meeste achterstandsleerlingen In het basisonderwijs zijn in 2013 in de stadsregio Rotterdam bijna 20.000 achterstandsleerlingen. Dat is 18% van het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs. Dat is voor heel Zuid Holland 14%. Het Ministerie van OCW heeft op basis van het opleidingsniveau van de ouders, de leerlingen ingedeeld in 2 categorieën achterstandsleerlingen. De basisscholen krijgen meer middelen toegewezen als ze achterstandsleerlingen hebben. Het begrip achterstandsleerling zegt niets over de capaciteiten van de betreffende kinderen. In Rotterdam is een kwart van de kinderen achterstandsleerling. Andere gemeenten met een groot aandeel achterstandsleerlingen zijn Schiedam en Vlaardingen. Relatief het minste aantal achterstandsleerlingen woont in Albrandswaard (tabel 3). Tabel 3 Aantal achterstandsleerlingen (4-12 jaar) in de stadsregio Rotterdam in 2013 1 gemeente aantal achterstandsleerlingen aandeel van totaal basisschoolleerlingen toegekend gewicht als aandeel totaal basisschoolleerlingen 0.3 leerling 1 1.2 leerling 2 albrandswaard 75 2,9 2,0 0,9 barendrecht 328 6,1 3,7 2,4 bernisse 71 7,7 6,0 1,7 brielle 89 6,7 5,1 1,6 capelle a/d ijssel 665 11,8 6,5 5,3 goeree-overflakkee 418 9,3 7,4 1,9 hellevoetsluis 325 9,8 7,3 2,5 krimpen a/d ijssel 252 8,9 7,6 1,3 lansingerland 275 4,0 2,4 1,6 maassluis 447 17,3 9,1 8,1 ridderkerk 454 13,0 8,7 4,4 rotterdam 12.743 25,2 8,9 16,3 schiedam 1.610 23,6 9,7 14,0 spijkenisse 841 14,4 10,3 4,1 vlaardingen 1.112 20,2 9,6 10,7 westvoorne 82 7,6 4,9 2,7 0,30 voor leerlingen waarvan beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. 2 1,20 voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf het lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. Leerlingen in deze categorie leveren het meeste extra budget op voor de basisschool. bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) cijfers zijn voorlopig, ris-zh.nl: Achterstandsleerlingen (4-12 jaar), naar gewicht, in 2013 in Zuid-Holland Aantal voortijdig schoolverlaters daalt In de regio is een aantal jaren sprake van een daling van het aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs en het mbo. In 2009/2010 was het aantal voortijdig schoolverlaters in totaal 4,7%, terwijl dat in 2012/2013 gedaald is naar 2,9% (figuur 5). 8

In het schooljaar 2012/2013 is het aantal voortijdig schoolverlaters in bijna alle gemeenten gedaald vergeleken met het jaar daarvoor. Rotterdam heeft met 3,8% van het aantal leerlingen relatief de meest voortijdig schoolverlaters (RIS). De afgelopen jaren is flink ingezet op het tegengaan van voortijdig schooluitval. Maar voortijdig schoolverlaten kan ook te maken hebben met de economische ontwikkelingen (De Witte et al 2014). Door de economische crisis is de werkgelegenheid voor jongeren slecht, zeker voor schoolverlaters zonder startkwalificatie. Dat is misschien de reden dat jongeren langer op school blijven, omdat werkloosheid en slechte carrièremogelijkheden het alternatief zijn. Een deel van de schoolverlaters gaat dan ook na enige tijd terug naar de schoolbanken (NOG). De daling in het schooljaar 2011/2012 bij de jongvolwassenen heeft mogelijk te maken met de economische crisis (figuur 5). Het is de vraag of na de economische crisis, bij daling van de jeugdwerkloosheid, het aantal voortijdig schoolverlaters weer zal gaan stijgen. Figuur 5 Voortijdig schoolverlaters (vsv) als percentage van het aantal leerlingen naar leeftijd in de stadsregio Rotterdam 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/1013 13-17 jaar 18-22 jaar totaal bron: Ministerie van OCW, ris-zh.nl: Voortijdig schoolverlaters (vsv) als percentage van het aantal leerlingen naar leeftijd per woongemeente in Zuid-Holland Capelle aan den IJssel heeft meeste leerlingen in het speciaal basisonderwijs In de stadsregio Rotterdam gaan in 2013 2,3% (2.512) van de leerlingen naar het speciaal basisonderwijs. In Capelle aan den IJssel gaan relatief de meeste kinderen naar het speciaal basisonderwijs (3,6%). In Spijkenisse en op Goeree-Overflakkee ligt dat aandeel ook boven de 3% (RIS). Het aantal leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs in de stadsregio Rotterdam is 13.003 in 2013. Dat is 1,7% van het aantal 12- tot 19-jarigen. De aantallen leerlingen in het speciaal onderwijs in de stadsregio Rotterdam (basis en voortgezet) zijn vergelijkbaar met die van heel Zuid-Holland (RIS). Leerlingen met bepaalde beperkingen en/of leerproblemen konden met een extra budget in het reguliere basisonderwijs terecht. Zo n leerlinggebonden budget wordt ook wel rugzakje genoemd. In 2013 had 0,7% (773) van de basisschoolleerlingen in de stadsregio Rotterdam een rugzakje (RIS). 9

Met de Wet passend onderwijs is het rugzakje met ingang van schooljaar 2013/2014 afgeschaft. Samenwerkende scholen hebben een zorgplicht: alle leerlingen die dat nodig hebben moeten extra ondersteuning krijgen en een passend onderwijsprogramma. Het samenwerkingsverband van de scholen krijgt de beschikking over het budget van de rugzakjes (passendonderwijs.nl). Conclusie Het aantal jeugdigen blijft vrijwel gelijk in de stadsregio Rotterdam. Dit geldt ook voor de niet-westerse allochtone jeugdigen in de periode 2011-2014. Het aandeel niet-westerse allochtone jeugdigen blijft daarmee ook gelijk (34%). De eerste generatie niet-westerse allochtone jeugdigen heeft voor driekwart een andere achtergrond dan de Antilliaanse, Surinaamse, Turkse of Marokkaanse. Mogelijk kan hun recente migratiegeschiedenis invloed hebben op de behoefte aan hulp en ondersteuning. Het aantal jeugdigen dat met echtscheiding te maken krijgt is van 2011 naar 2012 licht gestegen evenals het aantal jeugdigen dat in eenouderhuishoudens opgroeit. Het aantal jeugdigen met kans op armoede bleef gelijk. Door de aanhoudende crisis kan de vraag naar ondersteuning voor deze kinderen toenemen. Ook kan hun aantal dan weer toenemen. De daling van het aantal voortijdig schoolverlaters wordt mogelijk mede veroorzaakt door de economische crisis. In de stadsregio Rotterdam zien we dat in het schooljaar 2012/2013 met name het aantal jongvolwassen voortijdig schoolverlaters is gedaald. Het is de vraag of het aantal voortijdig schoolverlaters na de crisis met mogelijk dalende (jeugd)werkloosheid bij deze groep weer zal toenemen. Literatuur Centraal Bureau voor de Statistiek/Sociaal en Cultureel Planbureau (CBS/SCP). Armoedesignalement 2013. Den Haag: CBS/SCP, 2013. Huijnk W, Gijsberts M, Dagevos J. Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2014. Witte K de, Cabus S, Groot W, Brink M van den. Voortijdig schoolverlaten Rapportage van TIER/Platform 31. Maastricht: TIER-Universiteit, 2014. Websites cbs.nl nationaleonderwijsgids.nl nji.nl passendonderwijs.nl ris-zh.nl statline.cbs.nl Centraal Bureau voor de Statistiek NOG, Online kennisplatform voor onderwijs gerelateerde onderwerpen Nederlands Jeugdinstituut Informatiepunt passend onderwijs Regionaal Informatiesysteem Samenleving Statline, Centraal Bureau voor de Statistiek Colofon november 2014 - K.P. Nagel, T. Nienhuis, A.M. van Essen, M.E. Jacobs. Tympaan Instituut Dit is een gratis uitgave van het Tympaan Instituut en is onder vermelding van 0656 te bestellen bij het Tympaan Instituut. 10