Den Haag, 1 november 2016, uur.

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 24 augustus Rapportnummer: 2012/131

Een onderzoek naar het verstrekken van informatie en de wijze van klachtbehandeling door de politie Oost-Nederland.

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Wetenschappers in dienst van de overheid. (samenvatting)

De minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman mevrouw XXX Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok,

HANDELINGSPROTOCOL VOOR EEN CLUB - API

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

Advies bijeenkomst product introductie Wenen

Visie op toezicht Raad van commissarissen WBO Wonen

1. Procedure. 2. Feiten

Hoe kunnen we de financieringsbepalingen verduidelijken, ook voor de ondersteuning, en deze beter en explicieter vastleggen?

gelet op het bepaalde in artikel 15:1e van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling- Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO),

Regeling Misstanden (klokkenluidersregeling) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Datum 23 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de Haagse politie een rapport over discriminatie zou hebben gemanipuleerd

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand Klokkenluidersregeling ROC Nijmegen. Datum: 1 maart 2017

[roc s. aoc s en vakinstellingen] Datum 18 juni 2012 Betreft Studentenraad binnen de instelling. Geachte heer, mevrouw,

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016

Actualiteiten Medezeggenschap

Samen sterk voor kwaliteit

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Op 10 maart 2016 heeft de Onderzoekscommissie Demmers haar rapport met bevindingen overhandigd aan het DB van de VRZ.

Rekenkamercommissie Overbetuwe Onderzoeksopzet Decentralisaties jeugdzorg en Wmo/AWBZ (2 D s)

R E K E N K A M E R C O M M I S S I E. Jaarverslag 2012

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

Aanvraagformulier subsidievaststelling Behorend bij hoofdstuk 3, paragraaf 3 van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering.

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Gedragswijzer Integriteit

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

Klokkenluidersregeling Woonpartners Midden-Holland

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2016

Reglement voor de Raad van Bestuur Stichting RIBW Groep Overijssel

Profielschets voorzitter Raad van Toezicht

Speciale nieuwsbrief over personentoetsingen

Geachte leden van de Raad,

af over het gevoerde beleid en de door de Raad van Bestuur in dat kader verrichte werkzaamheden.

Datum 19 december 2017 Onderwerp Brief ter aanbieding van het onderzoek naar de beschikbaarheid van het tapsysteem van politie

Allianz Benelux N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Verzekeraar.

Hoe kunnen we de financieringsbepalingen verduidelijken, ook voor de ondersteuning, en deze beter en explicieter vastleggen?

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Made 24 juni Geachte gemeenteraad van de gemeente Drimmelen,

Samenvatting. 1. Procesverloop

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Open staan voor het verhaal van een burgemeester. Voor een eerlijke overheid. De Rijksrecherche.

Zevende voortgangsrapportage van de voortgangscommissie Curaçao aan het ministerieel overleg. Over de periode 1 januari 2013 tot 1 april 2013

09-22 Verzorging Opvangvorm Kinderdagverblijf. Betreft Verzorging. Inleiding. De klacht

Voetbalvereniging Leveroy

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

Klachtenregeling Kelderwerk

Stichting Alliade T.a.v. xxxxx Voorzitter Raad van Bestuur Postbus AH HEERENVEEN AANGETEKEND

JAARVERSLAG Commissie integriteit overheid (CIO)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO

MONITORING COMMISSIE CODE BANKEN. Aanbevelingen toekomst Code Banken

Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen.

Samenvatting. 1. Procedure

Aan dtkv. 2017/ Uw brief van: 28 juni 2017 Ons nummer: Willemstad, 18 juli 2017

Toelichting Regeling melding vermoeden misstand Krimpen aan den IJssel 2012

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement Raad van Bestuur. 1. Doel, reikwijdte en vaststelling reglement. 2. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden

Onderzoek integriteit inhuur personeel bij woningcorporaties

Rapport. Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Presentatie Begrotingsscan Gemeente Vlissingen

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling)

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.

Digitale Transformatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Datum 19 april 2017 Brief aan de Kamer met beantwoording Kamervragen van het lid Van Dijk (SP) over promotiefraude aan Tilburg University.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

INTEGRITEITSCODE EERLIJKHEID VANUIT JEZELF WOONWENZ

Profiel. De Haagse Scholen. Voorzitter raad van toezicht

1.1. De raad van bestuur bestuurt de stichting onder toezicht van de raad van toezicht.

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

2017D35109 LIJST VAN VRAGEN

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar de Jaarrekening 2013 zijn:

Verordening organisatie griffie en ondersteuning raad gemeente Maastricht

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR INSTITUUT VERBEETEN

Datum 13 april 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Merkies (SP) over de kwaliteit hersteladvies bij beleggingsverzekeringen

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Datum 17 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Beveiligingsteam Oranjes bende

Transcriptie:

Verklaring van Korpschef Erik Akerboom met betrekking tot de uitkomsten van het oriënterend onderzoek naar de doelmatigheid en verantwoording van de bestedingen van de Centrale Ondernemingsraad van de Nationale Politie. Den Haag, 1 november 2016, 13.00 uur. Aanleiding Op 15 juni jongstleden heb ik de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten van het Politiedienstencentrum opdracht gegeven een oriënterend onderzoek te starten naar de doelmatigheid en verantwoording van de bestedingen van de Centrale Ondernemingsraad, de COR. Ik wilde weten of de aanhoudende signalen over verspilling en onregelmatigheden omtrent de bestedingen van de COR op waarheid berustten en of er aanleiding was voor disciplinair of strafrechtelijk onderzoek. Oriënterend Onderzoek Het gaat hier dus om een oriënterend onderzoek: een eerste scan, als basis voor mogelijk vervolgonderzoek. Dat onderzoek is nu afgerond. Ik zou het onderzoeksrapport graag op dit moment openbaar maken, maar dat gaat helaas niet. Informatie uit het oriënterend onderzoek vormde voor mij in juli al aanleiding tot het instellen van een disciplinair onderzoek, in augustus tot een tweede disciplinair onderzoek en in oktober tot het doen van aangifte van mogelijke strafbare feiten. Het belang van deze lopende onderzoeken verhindert dat ik de tekst van het oriënterend onderzoek nu met u deel. Zodra dat wel mogelijk is, zal ik het rapport zo volledig mogelijk openbaar maken. Het publieke belang van deze kwestie en het aanzien van de centrale medezeggenschap en van het korps zijn zo belangrijk, dat ik op dit moment al wel een aantal bevindingen uit het onderzoek met u wil delen, evenals de door mij getrokken conclusies. Voordat ik inga op de inhoud van het rapport, wil ik benadrukken dat medezeggenschap een belangrijke rol vervult in ons korps.

Een goed functionerende medezeggenschap bevordert het nemen van kwalitatief goede en gedragen besluiten door de leiding van het korps. Om deze rol te kunnen vervullen, maakt de centrale medezeggenschap kosten voor vergaderingen, ondersteuning, advies en ook voor maaltijden en bindingsactiviteiten. Medezeggenschap doet daarnaast vaak een extra beroep op de inzet en betrokkenheid van medewerkers, en daar horen passende faciliteiten bij. Inhoud van het onderzoeksrapport Uit het oriënterend onderzoek trek ik echter de conclusie dat de bestedingen van de COR in de onderzochte periode (van 2013 tot medio juni 2016) in aanzienlijke mate ondoelmatig waren. Het keuzeproces voor bestedingen was niet transparant, de uitgaven waren in toenemende mate disproportioneel, en de verantwoording over de uitgaven was onzorgvuldig en onvolledig. Ik geef een paar voorbeelden. De voormalige voorzitter, het dagelijks bestuur en de COR hebben vaak en tegen hoge kosten vergaderingen en bijeenkomsten gehad in een aantal horecagelegenheden, vooral in Almere. Hier geldt: de leden van de COR komen uit heel Nederland en leggen vaak lange afstanden af. Het is begrijpelijk dat zij dan een lunch of maaltijd aangeboden krijgen. Maar bij het zien van de rekeningen ontstaat het beeld dat de maatvoering in de loop der tijd is zoekgeraakt: er zijn hoge kosten gemaakt. Er is niet of nauwelijks gebruik gemaakt van politielocaties. Als dat wel zou zijn gebeurd zou dat de kosten aanzienlijk hebben verlaagd. De COR heeft ook veel geld uitgegeven aan speciale bijeenkomsten zoals heisessies, teambuildings en feesten. Wederom: een kerstborrel of een vergadering op een inspirerende locatie kan beslist nuttig zijn. Maar hier liepen de kosten in toenemende mate uit de hand. Dieptepunt was de maand december 2015, toen drie feestelijke bijeenkomsten werden georganiseerd op locaties die niet passen bij de functie en uitstraling van de COR.

Een evenement met een beperkt aantal deelnemers en hun partners in één van de duurste hotels van Amsterdam, met daarbij een diner, optredens van diverse artiesten en een overnachting met champagneontbijt, is buiten proporties. Deze evenementen waren doelmatig noch doeltreffend: ze hebben geleid tot schaamte en conflict in plaats van teamgeest en inhoudelijke verdieping. Dan de externe inhuur. Het is normaal dat de COR zich, indien noodzakelijk, laat ondersteunen door externe adviseurs en dienstverleners. De materie waarover de COR moet adviseren is immers complex. Maar ik constateer dat van een te groot deel van de inhuur nut en noodzaak onduidelijk is en een brede afweging ontbreekt. Een sprekend voorbeeld is de herhaaldelijke inhuur van een imagocoach en de daaraan gekoppelde aanschaf van kostuums en andere kleding. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat een opvallend deel van de ingehuurde dienstverleners afkomstig is uit Almere en onderdeel uitmaakt van het persoonlijk netwerk van de voormalige voorzitter. Tot slot de verantwoording van de uitgaven en de creditcardbetalingen. Tot op heden blijkt een deel van de onderzochte bestedingen niet goed onderbouwd en ontbreken er regelmatig specificaties en offertes. Bovendien heeft de voorzitter geen sluitende verantwoording kunnen overleggen voor de met zijn creditkaart gedane uitgaven en opnames in 2016. Dit bemoeilijkt de beoordeling van de doelmatigheid van de bestedingen en maakt nader onderzoek noodzakelijk. Conclusie en consequenties Ik herhaal de conclusie die ik uit het onderzoek trek: er was sprake van ondoelmatige en in toenemende mate disproportionele uitgaven. Het keuzeproces was niet transparant, de onderbouwing en verantwoording van de uitgaven zijn onzorgvuldig en onvolledig. Er is geld verspild en dat heeft de reputatie van de COR en het korps beschadigd. Deze conclusie stemt mij treurig en beschaamd. De vraag is hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ik zie daarin twee rode draden:

1. een solistisch optreden en onvoldoende verantwoordelijkheidsbesef van de voormalig voorzitter, in combinatie met onvoldoende tegenspraak binnen de COR; 2. een gebrekkig toezicht door verantwoordelijken binnen het korps. Ik ga op beide in. Solistisch optreden, onvoldoende tegenspraak Ten aanzien van de rol van de voormalig voorzitter van de COR merk ik op dat een aanzienlijk deel van de betwistbare uitgaven door hem alleen, en dus zonder redelijk overleg met anderen, is gedaan of geïnitieerd. Uit het onderzoek is gebleken dat hij betrokkenheid en bemoeienis van anderen juist bij herhaling van de hand wees. De voormalig voorzitter beschouwde de besteding van het budget als zijn exclusieve bevoegdheid en wilde slechts verantwoording afleggen aan de (voormalig) korpschef. Hij leek daarmee de andere leden van COR uit te sluiten. Deze handelswijze is er in belangrijke mate de oorzaak van dat de uitgaven zo uit de hand konden lopen. Nader onderzoek moet uitwijzen in hoeverre hier sprake is van plichtsverzuim of strafbare feiten. Het handelen van de voormalig voorzitter vond plaats in een context van onvoldoende tegenspraak binnen de COR. Want hoewel de leden als collectief verantwoordelijkheid dragen voor hun financiën, is daar in de praktijk weinig invulling aan gegeven. Er ontstond weliswaar in de loop van de tijd steeds meer ongemak over de aard en omvang van de uitgaven, maar slechts weinigen hebben geprotesteerd of op een andere manier actie ondernomen. Daardoor kon het solistische optreden van de voormalige voorzitter te lang voortduren. Ik merk daarbij op dat een aantal leden van de COR zich in de loop van de tijd steeds kritischer is gaan opstellen, en dat hun indringende vragen mede aanleiding zijn geweest voor mijn beslissing om een onderzoek te gelasten. Het is aan de individuele leden zelf om kritisch te reflecteren op de rol die zij hebben gespeeld. Ook het herstel van het vertrouwen in de COR als instituut is aan de COR zelf. Vanwege het belang van een hoogwaardige medezeggenschap voor het korps, zal ik als korpschef

doen wat in mijn mogelijkheden ligt om dit proces te ondersteunen. De dialoog daarover is al gestart. De tweede rode draad betreft het gebrekkig toezicht door verantwoordelijken binnen het korps. Gebrekkig toezicht De financiën van de COR zijn gedurende de gehele onderzochte periode problematisch geweest. Van een ordelijk proces van begroten, besteden en verantwoorden is eigenlijk nooit sprake geweest. Bovendien waren er jaar na jaar overschrijdingen van de toch al forse toegekende budgetten. Dit valt deels te verklaren door het feit dat de COR en het korps als geheel in een fase van opbouw zaten. Systemen en procedures moesten nog volledig worden ingericht. Nieuwe taken en rollen moesten worden ingevuld en ingeregeld. Maar ook met inachtneming van deze omstandigheden heeft het toezicht door de verantwoordelijken binnen het korps op de uitgaven van de COR aantoonbaar niet goed gefunctioneerd. Er werd wel gewaarschuwd, maar niet doorgepakt. Mede daardoor konden de problemen ontstaan en hebben ze zich te lang kunnen voortzetten. Het korps heeft daarmee onvoldoende de professionaliteit betracht die verwacht mag worden. De medezeggenschap moet de ruimte hebben om, soms juist onafhankelijk van de bestuurder, uitgaven te doen. Dat zit besloten in het wezen van de medezeggenschap. Maar dat moet wel gepaard gaan met een volwassen systeem en een kritische blik, gericht op verantwoording en toezicht. Ik heb de procedures, taken en rollen rondom het proces van begroten, besteden en verantwoorden van de COR op een aantal belangrijke punten aangepast of aangescherpt. Maar om herhaling te voorkomen is het ook nodig dat veel meer dan nu wordt gereflecteerd op het eigen functioneren en elkaar de maat nemen. En dat begint wat mij betreft met een kritisch reflectie op de wijze waarop, rond de bestedingen van de COR, procedures zijn uitgevoerd, en taken en rollen zijn ingevuld. Dat onderzoek zal ik ter hand nemen.

Ik heb de minister inmiddels op de hoogte gesteld van de bevindingen uit het oriënterend onderzoek. Het is aan hem om een oordeel te vormen over mijn voorganger. Hij zal de Tweede Kamer daarover zo spoedig mogelijk informeren. Ik dank u voor uw aandacht.