Gemeente Delft VERZONDEN. Geachte leden van de raad,

Vergelijkbare documenten
Inhoud. 1. Achtergrond en aanleiding (MER en TICD) 2. Opgave en oplossingen water en groen. 3. Proces en methode. 4. Uitvoering

Groen loont met TEEB Stad Gemeenten redeneren, rekenen en verdienen met de baten van natuur en water

TEEB-stad. Wat is het en hoe draagt het bij aan nieuwe partnerschappen en investeringen? Lian Merkx Programmanager TEEB-stad Platform31

Onderwerpen. Structuurvisie + plan-m.e.r. Delft 2030 Nieuwe bestemmingsplannen + project-m.e.r. Delft zuidoost Afzonderlijke bouwprojecten

Gemeente Delft. mr.drs. G AA. Verkerk. drs. T.W. Andriessen l.s. Geacht college / bestuur,

GROEN BLAUW DELFT ZUID OOST. Voortgangsrapportage 2013

CAMPUS-park Delft TU Noord

Natuur en economie De waarde van de Nederlandse natuur 30 oktober 2012

Ecosysteemdiensten. Een baten gerichte aanpak. ILB congres, 14 februari Julian Starink, ministerie I&M Paul Oude Boerrigter, Grontmij

En nu de baathouders vinden

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld

Presentatie raadscommissie 14 november 2013 bouwplannen B. van der Polweg en Stieltjesweg

GEM EENTE LANGEDÍ NR. 7 1 ' ĶV"

Aan de Gemeenteraad van de Gemeente Gemeente Elburg Postbus AB ELBURG

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Verstedelijkingsopgave Delft: We geven de stad een kwaliteitsimpuls :36

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

Provincie Noord-Holland

Delft - TNO Algemeen AM Ontwikkelingscombinatie Watertuinen van Delft CV. Gemeenteraad Gemeente Delft Postbus ME DELFT

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

DE KLIMAATBESTENDIGE STAD: INRICHTING IN DE PRAKTIJK. Kosten en baten van inrichting. Wiebe Bakker november 2015

Onderzoek naar Zee- burgertafel als instrument voor gebiedsontwikkeling Beknopt verslag, juni 2014

GROEN BLAUW DELFT ZUID OOST

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

Kosten en baten van de ondergrond redeneer, reken en verdien! COP, Rotterdam

Kansenkaart Biodiversiteit

Triple-O aanpak: leren van het Bioscience Park. Julian Starink Directie Duurzaamheid Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Raadsstuk. Nummer 2018/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 4.3 Grondexploitaties Afdeling

Herontwikkeling Stenen Poort Versie: 1.2 Datum: Beoogd projectleider: Hans Mieras FCL-nummer: Aanleiding en probleemstelling

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Het klimaat past ook in uw straatje

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

» Woningbouwlocaties Centraal Capelle. Gebiedsvisie Centraal Capelle Consultatie makelaars 19 mei 2015

Conferentie gebiedsontwikkeling

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

De duurzame spoorzone

HET KLIMAAT PAST OOK IN UW STRAATJE

GROEN BLAUW DELFT ZUID OOST. Voortgangsrapportage 2014

GEMEENTE VA LKENSWAARD. Via deze weg willen wij u op de hoogte brengen van de ontwikkelingen met

J. Verstand. 6 oktober 2014 Stedenbouwkundig ontwerp + kaderstelling project WA Scholtenlaan

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

WELKOM Agenda van de avond

Bestemmingsplannen in de Binckhorst (zie plattegrond in bijlage 1)

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Raadsvoorstel van het college inzake Agenda groen voor de stad 2016

Presentatie evaluatie RAP

Klimaatbestendige stad

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

F. Buijserd Burgemeester

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Verdeling van Groen in de G4 en perspectieven

Gebiedsontwikkeling TU Noord

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Naar een economische waarde van groen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012

SO GEBIEDSPLAN DUWO DELFT. Reutsedijk PC Vught Nederland T +31 (0) info@burolubbers.nl

Gezamenlijk doel participatie:

Onderwerp: RKC adviesbrief over tweede afdoening aanbevelingen Openbaar Groen

Verslag Startbijeenkomst Tuinen van Genta 10 Oktober.

2.2 Provinciaal beleid

Groenblauwe netwerken voor duurzame en dynamische steden

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

REALISATIE MASTERPLAN CENTRUM ZEVENBERGEN. Presentatie raadscommissie Fysieke Infrastructuur 25 september 2012

weer thuis in de stad

Aanvullingsbesluit planvorming Plateelgebied [Vastgesteld door college op 16 januari 2018, registratienummer ]

Nummer raadsnota: Bl Onderwerp: Beschikbaarstelling van krediet voor planontwikkeling winkelcentrum Arkendonk

De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie)

Delft, 25 januari Geachte gemeenteraadsleden.

PROCESPLAN fase ontwerp postzegelbestemmingsplan en definitief ontwerp bouwplan. Herontwikkeling Scapino / De Nieuwe Brink

DE BUSINESS CASE VAN PLACEMAKING

Achtergrondinformatie

Startdocument participatieproces LAB071

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

onderwerp Aanvraag initiatievenbudget herontwikkeling winkelcentrum Lorentzplein Badhoevedorp

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Raadsstuk. Beschikbaarstellen krediet voor aanlegkosten openbare ruimteen proceskosten herontwikkeling Schalkwoud, Stad Tussen de Bomen

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

2.3 KOM NAAR HET ONTSLAKKINGSTEAM!

Clean Tech Delta. Privaat-publiek samenwerkingsverband voor economische structuurversterking. Welkom bij de Provada!

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Plan van Aanpak Horecavisie Emmen

DE CONSUMENT AAN HET STUUR. Stichting SIR-55 Tel

Weth. Schreurs, E. van den Elshout, B. Visser, E. van Andel, J. Zwaneveld

Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Transcriptie:

km Gemeente Delft Projecten en progmma's Martlnus NJMaan Z Delft Bankrekening BNG 28.50.01.787, t.n.v. oemeentti Delft Behandeld door Maertje Scholten Telefoon 06-22031366 mscholten@delít.nl Aan: Gemeenteraad VERZONDEN Datum 2241-201 3 Ons kenmerk 1276924 Uw brid van Onderwerp Voortgangsrapportage Groen-Blauw 2012. Uw kenmerk Bijlage: 5 Geachte leden van de raad, In de vergadering van de commissie Spoorzone, Verkeer en Ruimte van 10 mei 2012 heeft wethouder Guldemond beloofd om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van het project Groen-Blauw Delft-Zuidoost. Met deze brief en bijgevoegde bijlage (voortgangsrapportage Groen-Blauw Delft Zuidoost) wordt de gevraagde infotmatie over 2012 gegeven. Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

Projecten en programma s Martinus Nijhofflaan 2 Delft Bankrekening BNG 28.50.01.787, t.n.v. gemeente Delft Behandeld door Maartje Scholten Telefoon 06-22031366 mscholten@delft.nl Aan Gemeenteraad Van Maartje Scholten Afschrift aan Stakeholderoverleg Delft Zuidoost 1277153 Datum 22 januari 2013 Opsteller M. ScholtenFout! Onbekende naam voor documenteigens chap. Bijlagen 5 Memo Onderwerp Voortgangsrapportage Groen Blauw Delft Zuidoost Inleiding Begin 2011 zijn we gestart met het TICD-sleutelproject groen-blauw Delft Zuidoost. Inmiddels is een aantal kansen uit de rapportage groen-blauw verzilverd en is voor een aantal kansen uitvoering gepland of in voorbereiding. Daarnaast heeft het project een aantal algemene belangrijke inzichten en successen opgeleverd. Bij de behandeling van het rapport Groen-Blauw Delft-Zuidoost op 10 mei 2012 heeft de commissie SVR gevraagd om jaarlijks geïnformeerd te worden over de voortgang van het project groen-blauw. Dit is de gevraagde voortgangsrapportage over 2012. De stand van zaken aan het eind van 2012 is als volgt: Een afgerond groen-blauwrapport met 180 kansen voor meer en beter groen en water. Inzicht in de kosten en de baten van de kansen en maatregelen Een aantal kansen is reeds uitgevoerd en voor een deel van de kansen is uitvoering en of planvorming gestart. Structurele samenwerking tussen alle partijen met een belang in het gebied Een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kwaliteit in het gebied. In deze voortgangsrapportage komen de volgende punten aan de orde: 1. Opgave en ambitie hoe zat het ook alweer? Een korte samenvatting op basis van het groen-blauw rapport. 2. Samenwerking en proces: a. Rolopvatting partijen b. Hoe zien de verschillende partijen hun rol in het invullen van de gezamenlijke ambitie en de structurele samenwerking? 3. Resultaten: a. Welke kansen hebben we in het afgelopen jaar verzilverd? b. Welke kansen worden er volgend jaar uitgewerkt en uitgevoerd? c. Overige (programmabreed) resultaten

1. Opgave en ambitie Opgave vanuit groen- en waterbeleid: Prioriteit: oplossen wateroverlast in het noordelijk deel van het gebied Invullen van de waterbergingsopgave uit de waterstructuurvisie van 35.000 m3 Invullen van ecologische functie van groen, maar ook toevoegen van recreatieve, functionele en economische waarde. Ambitie en oplossingsrichting: Creëren van een robuuster water- en groenstructuur Toevoegen nieuw water en groen Uitbreiden bestaande structuren Beter benutten van bestaande systemen en structuren Zodanig, dat bij uitbreiding van bestaand water en groen en toevoegen van nieuw water en groen ook ruimtelijke kwaliteit wordt behaald. 2. Samenwerking en proces In 2009 en 2010 (ten tijde van het opstellen van het project-mer bestemmingsplannen Delft Zuidoost) is er regelmatig overleg geweest tussen de verschillende partijen die een belang of eigendom in Zuidoost hebben. In het project groen-blauw is deze samenwerking voortgezet en inmiddels hebben we besloten om dit overleg om te zetten in een structureel stakeholderoverleg, waarin ontwikkelingen en aandachtspunten worden besproken en kansen voor samenwerking en gezamenlijke oplossingen worden bedacht. Overzicht van deelnemers, hun rol en belang: Gemeente Delft, vanuit verantwoordelijkheid voor beleid, inrichting en beheer van openbare ruimte en riolering. Organiseert het overleg. Hoogheemraadschap van Delfland. Vanuit verantwoordelijkheid voor kerntaken voldoende water, schoon water, stevige dijken en gezuiverd afvalwater. TU Delft, als eigenaar van de Campus, verantwoordelijk voor inrichting, ontwikkeling en beheer van vastgoed en openbare ruimte. Geeft invulling aan groen-blauw ambitie door opstellen campusvisie, waarin duurzaamheid en kwaliteit openbare ruimte een belangrijke plek innemen. Belangenvereniging TU Noord, vanuit initiërende rol (bedenken en uitvoeren van projecten/plannen) en monitorende rol (bestemmingsplannen, bomenkap en -herplant). Vult ambitie in als partner in overleg bij de ontwikkeling en uitvoering van groen-blauw projecten met andere betrokkenen en stakeholders in de wijk ten behoeve van de verbetering van de groen-blauwe kwaliteit in Zuidoost. OCWD (Ontwikkelcombinatie Watertuinen van Delft). Initiatiefnemer en ontwikkelaar van de Professor Schoemakerplantage (voorheen Watertuinen genoemd) op het voormalig TNO Zuidpolder terrein (woningen, voorzieningen en bijbehorende openbaar gebied). Eigenaar van het gebied Nieuwe Haven. Heeft voor de Professor Schoemakerplantage de ambitie om groen en water niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief een wezenlijk onderdeel te maken van de planvorming 2/9

DUWO, primair verantwoordelijk voor opstalontwikkeling, grondeigenaar in TU Noord en daar ook verantwoordelijk voor planvorming en inrichting openbare ruimte. Geeft invulling aan ambitie door groene / blauwe maatregelen mee te nemen in opstalontwikkeling en door aandacht voor leefomgevingskwaliteit 3. Resultaten 3/9

3.1 Uitgevoerd in 2012 Hoogheemraadschap: - Gemaal Balthasar van der Polweg geautomatiseerd - Onderhoud van het primaire watersysteem en toezicht op het onderhoud van het secundaire watersysteem; - Voorbereidende werkzaamheden voor het vergroten van duikers en het aanbrengen van stuwen. Gemeente: - Biodiversiteitstuin Zuidplantsoen - 9 overige biodiversiteitsmaatregelen, waaronder inpassing en inzet op behoud van muurplanten, advisering over vleermuizen en gierzwaluwen en nieuwe waarnemingen van planten - Start herinrichting Rotterdamse weg, bij de Porceleyne Fles - Start aanleg natuurvriendelijke oevers: o Gehele lengte Schoemakerstraat o Charlotte de Bourbonstraat o Amalia van Solmslaan o Michiel de Ruyterweg o Prins Bernhardlaan TU: - Vervanging riolen Drebbelweg en Chr. Huygensweg - Tijdelijke natuur Drebbelweg - Invoeren ecologisch maaibeheer - Aanleg mos sedum dak op het dak van de F vleugel van Faculteit TNW - Groen dak faculteit 3mE (circa 300 m 2 ). - Faunapassage Heertjeslaan - Planten heesters Mekelpark 4/9

- Gevelbeplanting trafohuis IO - Aanleg duiker Balthasar van der Polweg - Vergroten duikers onder de Mekelweg ter plaatse van de Jaffalaan en Christiaan Huygensweg DUWO: - Kanaalhof publiek toegankelijk en aanleg tijdelijk groen (gras en weidebloemen) - Mijnbouwplein: aanleg plantvakken met zeldzame varens, aanleg tijdelijk parkeerterrein schelpverharding - Michiel de Ruyterweg: aanleg tuin, aanleg parkeerplaats met grasstenen en vleermuiskast - Gescheiden aanbieden rioleringen Michiel de Ruyterweg en Mijnbouwplein 3.2 Planvorming in 2012 Hoogheemraadschap: - Watersysteemanalyse voor dit gebied uitgevoerd TU: - Start opstellen campusvisie en strategie - Verbreding van de watergang rond Jaffa aan de zijde van de Michiel de Ruyterweg Gemeente: - Rotterdamseweg: groen-blauw en bovengrondse inrichting gekoppeld aan rioleringswerk DUWO: - Planvorming Kanaalhof: plein en park rond studentenwoningen OCWD: - Beeldkwaliteitplan openbare ruimte en architectuur Aanleg mos-sedum dak TU 5/9

3.3 Resultaten programmabreed / overkoepelend in 2012 Het Hoogheemraadschap heeft naar aanleiding van de constateringen in het groen-blauw rapport het afgelopen jaar een watersysteemanalyse uitgevoerd. Dit geeft een uitgebreid inzicht in de knelpunten en wateroverlast en in het watersysteem. Zo kan worden bepaald welke maatregelen er op korte termijn nodig zijn om de problemen met wateroverlast op te lossen. Nieuw groenbeleid gemeente Delft: Groen naast ecologische functie ook recreatief / sociaal, fysisch en economisch van belang. Daarom: groenbeleid ipv ecologiebeleid. Methode groen-blauw ook in andere stadsdelen toepassen Vaker toepassen systematiek van kosten-baten analyse (MKBA), naar analogie van de analyse van kosten en baten in het groenblauw rapport. Delft heeft een bijdrage geleverd aan de inhoud van het Deltaprogramma, door aan te geven dat water- en klimaatproblemen meer gebaat zijn bij een focus op verbeteren van leefomgevingskwaliteit ten behoeve van onder andere de kenniseconomie dan bij het agenderen van de klimaatproblemen zelf. Afronding deelname aan het TEEB-project 1 van het ministerie van EL&I. Delft heeft hiermee bijgedragen aan het ontwikkelen van een instrument waarmee kosten en baten van groen en water in de stad kunnen worden gekwantificeerd. Daarnaast waren we een van de eerste gemeentes die het instrument zelf toegepast hebben (zie ook de bijlagen met publicaties over de Delftse casus). Innovatie- / onderwijs- / onderzoeksprogramma s: Het KIC-CLimate project (een internationaal onderzoeksprogramma waarin o.a. TU en Deltares deelnemen) blue green dream gebruikt Delft Zuidoost als living lab en proeftuin voor innovaties in groen en water. Groen-blauw als onderwijs-casus op de opleiding watermanagement bij de Hogeschool Rotterdam Groen-blauw als casus voor eerstejaarsstudenten Bouwkunde Delft Start van het project water en groen rond het huis. Dit doen we samen met het ministerie van I&M. Het project richt zich speciaal op bewoners en op welke manier zij in hun eigen woonomgeving bij willen dragen aan het realiseren van meer groen en water. Een onderdeel van het project is om te onderzoeken of er nieuwe manieren bedacht kunnen worden om maatregelen te realiseren, omdat voor de financiering niet direct budget beschikbaar is. Hiervoor worden ook private partijen, zoals bijvoorbeeld groothandels of hoveniersbedrijven, en maatschappelijke organisaties bij het project betrokken. In het project wordt onderzocht of er een coalitie gevormd kan worden tussen bewoners, overheden, 1 TEEB staat voor the economics of ecosystems and biodiversity. Het is een internationaal project, waarin de (economische) baten van groen en biodiversiteit in kaart worden gebracht. 6/9

maatschappelijke organisaties en bedrijven. De eerste workshop heeft plaats gevonden op 29 november 2012. Verbinding met kennis en deelnemers van de overige netwerken in het TICD-programma. 3.4 Kansenkaart Bij het uitwerken van de kansen uit het rapport groen-blauw hebben we geconstateerd dat er kansen zijn die door de individuele partners moeten worden uitgevoerd en kansen die we gezamenlijk moeten uitvoeren. Daarnaast zien we dat er maatregelen zijn die onafhankelijk van andere maatregelen kunnen worden uitgevoerd, en maatregelen waarbij het efficiënter of nuttiger is om deze te koppelen aan andere ontwikkelingen. In de praktijk merken we dat in het afgelopen jaar alleen kansen zijn verzilverd waarvoor 1 stakeholder verantwoordelijk is, daarnaast is wel gewerkt aan gezamenlijke planvorming voor maatregelen in de komende tijd. Daarnaast blijkt dat het meenemen van groen-blauw maatregelen op en rond opstalontwikkelingen (nestkasten, tuinen, gescheiden waterafvoer etc) relatief makkelijk, snel en goedkoop te regelen is, maar dat het maken van een kwaliteitsslag door groene en blauwe kansen te koppelen aan grotere ingrepen in de openbare ruimte (bijvoorbeeld aanleg wegen, of riolering) lastiger is, omdat planningen, budgetten en projectomschrijvingen lang van te voren vaststaan. Dit treedt op binnen de organisaties van de verschillende partners, maar wordt nog complexer als we budgetten en planningen van de verschillende partners aan elkaar willen koppelen om zo (kosten)efficienter te werken. Het koppelen van maatregelen aan andere ingrepen en uitvoeringsprogramma s van andere partners is daarom iets dat pas op langere termijn efficiënt kan worden ingezet. 3.5 Uitvoering en planvorming in 2013 Uitwerken maatregelen - Een goed integraal plan voor herinrichting Julianalaan - Idem voor Kanaalweg en Hertog Govertkade. - Zoeken naar financiering voor uitvoering van deze plannen - HHD: Watersysteemanalyse Zuidpolder van Delfgauw als vervolg op de watersysteemanalyse van Delft Zuidoost. - OCWD: onderzoek of aanleg van het park bij de eerste ontwikkelingsfase kan plaatsvinden (v.a. 2014) - Planvorming voor tijdelijk groengebruik van ongebruikte gronden in Zuidoost (onder regie van de belangenvereniging) - TU: afronden campusvisie en bijbehorende strategie (inrichting openbare ruimte gefaseerd meekoppelen met aanpak gebouwen) - Voortzetten planvorming Kanaalhof onder regie van DUWO Schetsontwerp en concept-plankaart Kanaalhof. Aan de hand van dit ontwerp overlegt DUWO in december en januari met alle belanghebbenden in het gebied om zo input te verzamelen voor het vervolgontwerp. 7/9

Uitvoeren maatregelen: - Gezamenlijke quick wins verzilveren (bijvoorbeeld insectenhotels, bloembollenactie, boomplantdag) - Ontharden van de Muyskenlaan - Planvorming en uitvoering maatregelen wateroverlast Amalia van Solmslaan en Prins Bernhardlaan onder regie van het HHD. 8/9

- DUWO: Groen-blauwe maatregelen bij ontwikkeling Balthasar van der Polweg Noord (140 studentenwoningen) - TU: De middenberm Jaffalaan zal worden voorzien van een haag. - Verbreding watergang en natuurvriendelijke oevers begraafplaats Jaffa, aan de kant van de Michiel de Ruyterweg - Vervolg uitvoering herinrichting en riolering Rotterdamseweg Programmabreed / overkoepelend - Uitwerken problematiek koppelkansen. Hoe kunnen we de organisatorische, financiële, administratieve en regel-obstakels overwinnen die we tegenkomen bij integrale planvorming en uitvoering? - Deelname aan het vervolgproject van TEEB en de stad. Het ministerie van EZ gaat deze tool voor kosten-baten analyse op 3 gebieden verder uitwerken: o Gebruiksvriendelijker en standaard tool (in samenwerking met CROW) o o Koppelen aan andere MKBA s Toewerken naar verdienmodel / verdeelsleutel. Hierbij aandacht aan veranderende rollen voor alle partijen die betrokken zijn bij de inrichting van de stad (regiegemeente, burgerinitiatieven, andere vormen van kostenverhaal). - Verdere invulling geven aan Delft Zuidoost als proeftuinlocatie voor het onderzoeksprogramma Blue Green Dream - Vervolg van het burgerparticipatieproject water en groen rond het huis - Opstellen van een communicatiestrategie, gedragen door de partners in het project, om de samenhang te benadrukken en meer mensen en partijen aan het project te binden. 9/9

Gebiedsontwikkeling en milieueffectrapportage Delft Zuidoost RO Magazine woensdag 14 november 2012 http://www.romagazine.nl/uit-de-praktijk/5418-gebiedsontwikkeling-en-milieueffectrapportage-delftzuidoost Les geleerd, met participatie als sleutelwoord Voorlopig ontwerp openbare ruimte met wadi s. Beeld: Gemeente Delft Delft Zuidoost is het hart van de Delftse Innovatiecampus, met de Technische Universiteit (TU) en kennisinstellingen. Een groot deel van de studenten en kenniswerkers woont er of zal er in de toekomst wonen. Dit is het verhaal van Maartje Scholten en Willie Fikken over de gebiedsontwikkeling ten behoeve van de Innovatiecampus en de rol van milieueffectrapportage (m.e.r) en participatie daarbij. Het verhaal begint in 2007. In april van dat jaar stelde de gemeenteraad van Delft een bestemmingsplan vast voor het gebied TU-Noord. Nog in datzelfde jaar keurde Gedeputeerde Staten de vaststelling goed. Dat wilde echter niet zeggen dat iedereen blij was. Een aantal belanghebbenden waaronder de Belangenvereniging TU Noord - tekende beroep aan bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Twee van de bezwaren van de belangenvereniging troffen doel: studentenwoningen waren ten onrechte voor halve woningen meegeteld bij de toetsing aan de drempelwaarden uit het Besluit milieueffectrapportage en er was bij diezelfde toetsing geen rekening gehouden met reeds bekende plannen voor woningbouw rondom het plangebied TU-Noord. Wat overbleef: een gedeeltelijk vernietigd bestemmingsplan en ernstig verstoorde verhoudingen. Structureel Niet lang na de RvS-uitspraak startte de gemeente een nieuw project. Nadat een nieuwe structuurvisie voor Delft was gemaakt was, met plan-mer, kon het project Delft Zuidoost worden uitgewerkt. Feitelijk ging het om een project-mer op basis waarvan we bestemmingsplannen voor een aantal deelgebieden en voor verschillende ontwikkelingen kunnen vaststellen. Oftewel een m.e.r. voor gebiedsontwikkeling. We hebben met dat project de kans gegrepen om het echt anders aan te pakken door vanaf dat moment samen te werken met alle stakeholders in het gebied. Niet alleen bij het opstellen van het MER maar in het hele proces van gebiedsontwikkeling, waar m.e.r. en bestemmingsplannen immers slechts een onderdeel van zijn. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in structureel overleg tussen alle stakeholders (bewoners, projectontwikkelaars, Hoogheemraadschap, woningcorporaties en de universiteit, die het grootste deel van de grond bezit). Er is door deze stakeholders geen beroep ingesteld tegen het eerste bestemmingsplan dat gebruik heeft gemaakt van het MER. Er is een aantal redenen waarom deze manier van werken succesvol is. Allereerst is het belangrijk dat we de m.e.r. als onderdeel van een groter proces van gebiedsontwikkeling hebben beschouwd. Een MER is immers geen eindresultaat, maar beschrijft de randvoorwaarden voor ontwikkelingen en kan daarmee worden gebruikt als ontwerp-hulpmiddel. Randvoorwaarden die verder worden uitgewerkt in bestemmingsplannen en uiteindelijk bouwplannen. Het project-mer voor Delft Zuidoost borduurde voort op de structuurvisie voor Delft en het bijbehorende plan-mer. Daarin werden twee ontwikkelingsrichtingen voor Delft onderzocht met telkens drie varianten voor de omvang van het woningbouwprogramma tot 2030. De ene ontwikkelingsrichting bevatte een meer verspreid programma, de andere een meer geconcentreerd programma. De woningbouwaantallen, aanvullend op de woningen die al waren voorzien in geldende bestemmingsplannen, varieerden van 4.000 tot 9.800 woningen. De conclusie van de plan-mer was dat de alternatieven en varianten niet sterk onderscheidend waren. Er werden geen showstoppers gesignaleerd, wel een groot aantal aandachtspunten voor de verdere planvorming.

Verantwoordelijkheid Met deze plan-mer voor de structuurvisie werd recht gedaan aan de bedoeling van de Europese en Nederlandse wetgever: een strategische milieubeoordeling passend bij een visie met een hoog abstractieniveau als opmaat naar een meer gedetailleerde toets op bestemmingsplanniveau. Structuurvisie en plan-mer vormden tezamen een belangrijke basis voor het vervolg in Delft Zuidoost. We konden inhoudelijk en procesmatig voortbouwen op het plan-mer voor de structuurvisie. En uit de structuurvisie was duidelijk dat Delft Zuidoost in potentie een geschikte locatie is voor onder andere woningbouw. Een probleem was nog wel dat bij het vaststellen van de structuurvisie niet expliciet voor een van de ontwikkelingsrichtingen is gekozen. Deze keuze werd doorgeschoven naar de (m.e.r. voor de) bestemmingsplannen. Dat betekende dat er nog veel te kiezen viel: nog een reden waarom een structureel overleg tussen de verschillende stakeholders belangrijk was en is. Structurele samenwerking tussen de stakeholders leidt tot een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid en tot een platform waarin niet alleen argumenten maar ook belangen worden gedeeld, omdat iedereen elkaar goed kent. En waarin we discussies niet op één moment hoeven te voeren omdat er regelmatig overleg is. Overigens is gebiedsontwikkeling in onze optiek meer dan gebouwen neerzetten en proberen daaromheen zoveel mogelijk ruimtelijke kwaliteit uit te onderhandelen. Als je het goed doet, draagt een goede evenwichtige inrichting van een gebied bij aan leefomgevingskwaliteit en een klimaatbestendige stad. En dat zorgt dan weer voor een voedingsbodem voor groei van de kenniseconomie en technologische innovaties. De ontwikkeling van Pauwmolen is hiervan een goed voorbeeld. Op een locatie naast de A13 worden zo n 300 starters- en studentenwoningen ontwikkeld. De ruimte rond het gebouw wordt ingericht met water en groen, zodanig dat voldaan wordt aan de eisen vanuit het beleid (bijvoorbeeld voor waterberging) terwijl het gebied ook recreatiewaarde en ecologische waarde krijgt (door bepaalde plantsoorten te kiezen en voorzieningen voor vogels en andere dieren te maken). In het plan voor de inrichting van de openbare ruimte zijn de ideeën van bewoners in de wijk verwerkt. Intensieve samenwerking met alle stakeholders leidt daarnaast tot de mogelijkheid om aan te sluiten op specifieke expertise van partijen. In Delft zijn dat bijvoorbeeld de kennis van TU, het Science Centre en de Botanische tuin, en de vele hoogopgeleide kenniswerkers die in het plangebied wonen en werken. Wanneer je alle ontwikkelingen in het gebied in samenhang bekijkt, is het mogelijk om slimmer en efficiënter te werken en uit te voeren. Dit wordt zichtbaar in de ideeën die ontwikkeld zijn voor TU-Noord, waar studentenwoningen en waterbergingsopgave gecombineerd zijn met onderwijs- en onderzoeksmogelijkheden. Door in dit gebied een waterplas ruimtelijk zo efficiënt mogelijk in te passen wordt het water niet alleen openbaar toegankelijk, maar komt het ook beschikbaar voor het Science Centre en de Botanische tuin voor educatie, display en onderzoek. Schets terreinindeling Pauwmolen met water en groenpartijen, ingebracht door bewoners. Beeld: Belangenvereniging TU Noord Organiseren De uiteindelijke project-mer heeft vooral een rol gehad in de beoordeling van de geschiktheid van een groot aantal locaties voor met name woningen. De m.e.r. heeft geresulteerd in een Voorkeursalternatief (VKA) met keuzes voor de woningbouwlocaties voor in totaal 4800 woningen (waarvan 3000 studentenwoningen) en richtinggevende uitspraken over de infrastructuur en het groenblauwe netwerk in het plangebied. Het MER is procedureel gekoppeld aan het eerste plan dat in procedure ging. Dit betrof het bestemmingsplan voor het hiervoor genoemde plan Pauwmolen. Dit bestemmingsplan is eind 2011 vastgesteld en inmiddels onherroepelijk.

We hebben een aantal successen behaald. We hebben een gezamenlijk groenblauw plan met concrete maatregelen om de water- en groenstructuur te verbeteren. De eerste maatregelen zijn nu in uitvoering. Het bouwplan voor Pauwmolen is in samenwerking tot stand gekomen. Door het slim samenvoegen van subsidies, budgetten en planningen wordt de Rotterdamseweg niet alleen ondergronds (riolering) maar ook bovengronds (inrichting van de weg) verbeterd. Maar we zien ook nog wel een aantal uitdagingen. In een tijd van deregulering en stagnatie van ontwikkeling is het belangrijk om de toekomstbestendigheid van onze stad te borgen. Wij doen dat door ambities vast te leggen, mogelijkheden voor uitwerking te bieden maar flexibiliteit te laten in de uitwerking zelf. De gemeente kiest voor een andere rol in deze gebiedsontwikkeling. Zij is geen scheidsrechter of doorgeefluik maar organiseert het proces en de samenwerking. Ook de andere stakeholders zoeken naar een andere rol in het proces. Verder zien we en dat hebben we ook berekend dat investeren in leefomgevingskwaliteit meer oplevert dan het kost. Maar de baathouders zijn niet altijd de kostendragers. We hebben nog geen verdeelsleutels of verdienmodellen die hiervoor een goede oplossing bieden. De zoektocht naar een nieuwe verdeling van rollen, verantwoordelijkheden, kosten en baten is nog niet af en vergt overleg en kritisch (zelf)onderzoek. Maar we hebben een goede basis gelegd door het RO-instrumentarium en de samenwerking tussen partijen goed en structureel in te bedden in het gehele proces. Vergroening mede dankzij inbreng bewoners De Belangenvereniging TU Noord is al bijna tien jaar actief, en opgericht naar aanleiding van de eerste bouwplannen in het gebied van de TU. Het ging toen in 2003 om maarliefst 7.000 woningen. Later is dat getal naar beneden bijgesteld tot 5.000. Een enorm getal, afgezet tegen de aantallen nieuwe woningen waar het nu om gaat, maar dat was de tijdgeest, memoreert Pieter Delleman. Hij is als bewoner en bestuurslid al sinds die tijd bij de plannen betrokken. Dat laatste zegt hij nu met recht, want pas sinds 2009 voelen de verontruste burgers uit Delft Zuidoost zich serieus genomen. We hadden daarvoor wel eens overleg met de gemeente, maar van hun uit gezien alleen om contact te hebben. Inhoudelijk luisterden ze nauwelijks naar ons. De belangenvereniging was dolblij dat de Raad van State de gemeente terugfloot. Tachtig procent van het plan kon overnieuw. Delleman noemt de dubieuze rekensommen van de gemeente om studenten maar voor de helft mee te tellen in de modellen voor de milieubelasting illustratief voor de manier waarop de overheid toen dacht. Leefbaarheid, kwaliteit van de openbare ruimte met groen en speelruimte waren toen absoluut ondergeschikt aan het realiseren van het bouwprogramma en betere autobereikbaarheid. Een wereld van verschil met hoe het nu gaat. Pieter Delleman, zelf goed thuis in de RO en werkzaam als adviseur parkeerbeleid, noemt het planproces zelfs geweldig. We zijn niet altijd even blij. Zo hebben we nog discussie over de verkeersdoorstroming, maar dat mag. Wij snappen dat de overheid ook andere belangen moet borgen. We worden in ieder geval behandeld als volwaardige partner, krijgen de stukken tijdig opgestuurd en zitten aan tafel. Er wordt ons om inbreng en ideeën gevraagd, die daarna terug te vinden zijn in de plannen. Delleman noemt het voorstel voor de verkeersstructuur en de kansenkaart voor onder meer water en groen, waar de belangenvereniging hard aan heeft meegewerkt. Dat heeft geleid tot aanzienlijke vergroening, wadi s en meer oppervlaktewater in het plan. Het heeft de gemeente ook gestimuleerd een nieuwe Nota Groen te maken. Maartje Scholten en Willie Fikken Resp. projectmanager gebiedsontwikkeling Gemeente Delft en zelfstandig adviseur m.e.r.

Groen loont met TEEB Stad Gemeenten redeneren, rekenen en verdienen met de baten van natuur en water 2 1 TEEB: The Economics of Ecosystems and Biodiversity

Colofon Inhoudsopgave Uitgave In TEEB Stad zijn de volgende gemeenten, ministeries en organisaties betrokken: Almelo, Amsterdam, Apeldoorn, Delft, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Haarlem, Heerlen, Rotterdam en Zwolle, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het ministerie van Infrastructuur en Milieu, advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos en Groen Loont!. Groen Loont! is een initiatief van partijen die samenwerken onder de vlag van De Groene Stad (Plant Publicity Holland, branchevereniging VHG, HIC - promotie van Groen, ANWB, Groenforum Nederland, Entente Florale Nederland en Productschap Tuinbouw). Redactie en eindredactie Jacqueline van Wetten Sjaak de Ligt Henk Kuijpers Roel van Dijk Fotografie Sjon Heijenga, gemeente Almelo, Apeldoorn, Delft, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Haarlem, Rotterdam en Zwolle Projectleiding TEEB-Stad Namens gemeenten: Henk Kuijpers, gemeente Apeldoorn Namens Witteveen en Bos: Ursula Kirchholtes Productie Stichting Open Boek, Deventer ISBN 9789081343992 NUR 943 Omgevingswetenschappen Voorwoord 2 Ontdek de baten 4 Redeneren, rekenen en verdienen met de baten van natuur en water 5 Haarlem Gebiedsvisie Kleverlaanzone 8 Den Haag Erasmusveld, duurzaamste wijk van Nederland 10 Redeneer met baten 12 Aan het begin van het proces ontstaan de grootste welvaartsklappers 14 Almelo Baten van de ondergrond in de binnenstad 18 Delft Groenblauw Delft Zuidoost 20 Reken met baten 22 Rendabel investeren in groen vereist baatberekeningen 25 Apeldoorn Park Zuidbroek 28 Deventer Aanleg Zandweteringpark en wijk Steenbrugge 30 Verdien met baten 32 Verdienen: eerst weerstand overwinnen en betrokkenheid opbouwen 34 Zwolle Groenblauwe stadsrand 36 Eindhoven Vergroenen binnenstad 38 Vervolg van TEEB Stad 40 Nieuwe financieringsmodellen voor stedelijk groen 41 Nawoord 44

Bouwen en ontwikkelen doe je niet alleen met asfalt > en steen, maar ook met groen. Dus moet je het over groen al in een vroeg stadium van de planvorming hebben: het is geen sluitpost meer. Rob van Doorn, wethouder Duurzaamheid, gemeente Haarlem Groen loont met TEEB Stad Gemeenten redeneren, rekenen en verdienen met de baten van natuur en water 1

Voorwoord Vaak heb ik uit moeten leggen wat TEEB Stad betekent. Ik vertel dan dat TEEB staat voor The Economics of Ecosystems and Biodiversity en dat TEEB Stad gaat over de economische betekenis van natuur en water in en om de stad. Al snel volgt dan de vraag: Wat hebben natuur, water en economie met elkaar te maken? In deze publicatie zult u lezen dat dit alles met elkaar te maken heeft. Economie gaat over behoeften en schaarste. Iedereen die in een stad verblijft herkent de behoefte aan natuur en water in de nabijheid van de woon- en werkomgeving. Een ommetje om te ontspannen, de heilzame werking van fluitende vogels, de schoonheid van een vijver waarin overvloedig regenwater wordt opgevangen, de verkoelende werking van een straatboom, enzovoort. Natuur en water leveren een belangrijke bijdrage aan het stedelijk functioneren, en dus ook aan de economie. Het is onderzocht dat natuur en water vele baten opleveren, zoals gezondheid en woongenot. TEEB Stad is bedoeld om deze baten zichtbaar te maken. Liefst door een directe vertaling in geld. Als dat niet lukt worden ze in elk geval benoemd. Het blijkt dat het vaak de overheid is die het geld investeert, maar dat allerlei andere partijen de voordelen ervan genieten. De uitkomsten van het rekeninstrument kunnen als basis dienen voor een gesprek met die partijen om een bijdrage te leveren aan de investeringen. Dat kan helpen om in tijden van slinkende overheidsmiddelen toch tot maatregelen voor meer natuur te komen. Dat is goed voor de biodiversiteit, want natuur en water in en om de stad herbergen een schat aan bijzondere planten- en diersoorten. Maar vóóral is het goed voor iedereen die in de stad woont, werkt en verblijft! 2 3 Voorwoord Olaf Prinsen, aanvoerder project TEEB Stad en wethouder gemeente Apeldoorn

> Iedereen beseft nu dat ecologie en economie onafscheidelijk zijn. Loek Hermans, voorzitter Greenport Holland Ontdek de baten Redeneren, rekenen en verdienen met de baten van natuur en water 84 Ontdek In het project TEEB Stad leerden gemeenten aan de hand van een gebiedseigen project wanneer groen- en waterbaten ontstaan, hoe hoog die baten zijn en hoe baathouders betrokken kunnen worden als investeerder. Zo is het besef ontstaan dat projecten in de openbare ruimte soms verrassende winstpakkers opleveren. Die ervaring moet ertoe leiden dat baten voortaan als vanzelfsprekend worden meegenomen in de besluitvorming over inrichtingsplannen. Bij ruimtelijke ontwerpen worden de maatschappelijke baten van groenblauwe maatregelen nu nog vaak alleen achteraf nagegaan, is de ervaring van Ursula Kirchholtes van Witteveen+Bos, het ingenieursbureau dat gemeenten in dit project begeleidt. Een gemiste kans, stelt ze. Beter is om van tevoren te beredeneren tegen welke kosten en baten een maatschappelijk rendabel plan kan worden gerealiseerd. Met dat inzicht wordt gekeken wie er profiteren van de baten van het plan. Door deze baathouders vanaf dat moment bij het proces te betrekken kan het plan worden geoptimaliseerd en wordt het enthousiasme groter om als mede-investeerder deel te nemen. Het gaat erom plannen eerst te beredeneren, dan te berekenen en ten slotte te kijken waar de verdienmogelijkheden liggen. Baten Kirchholtes legt de TEEB-methode uit aan de hand van een fictieve case; in dit geval een wijk waar wateroverlast één van de problemen is. De aanleg van een nieuwe, betere groenblauwe structuur zorgt voor meer waterberging en een groter en kwalitatief beter recreatieareaal. Dit levert diverse baten op. Eén daarvan is het vermeden risico op wateroverlast: in plaats van 1 keer in de 10 jaar, zullen de kelders van bedrijven en woningen in de wijk nog maar 1 keer in de 100 jaar onderlopen. Dat betekent een vermeden schade per jaar van ruim een ton, tonen berekeningen op basis van kengetallen (zie kader: Van MKBA naar TEEB). Wat is TEEB Stad? TEEB (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) is een internationale studie naar de economische betekenis van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Ook Nederland doet hieraan mee met het landelijke programma TEEB NL, waarvan TEEB Stad weer een onderdeel is. In TEEB Stad werken sinds 2011 een aantal gemeenten, twee ministeries (het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het ministerie van Infrastructuur en Milieu) en ingenieursbureau Witteveen+Bos aan een methode om de maatschappelijke baten van groenblauwe maatregelen als vanzelfsprekend mee te nemen in bestemmingsplannen, grond- en vastgoedexploitaties en ontwerpsessies met als resultaat snellere planprocessen en duurzamere keuzes en financiering van groenprojecten. Groen Loont! TEEB Stad is het logische vervolg op Groen Loont!, de campagne die uitdraagt dat groen grote maatschappelijke en economische waarde vertegenwoordigt. Lag in 2011 de nadruk van deze campagne nog op bewustwording, in 2012 wordt in de praktijk gekeken hoe met de TEEB-methode de waarde van groen te berekenen is. Groen Loont! is een initiatief van partijen die samenwerken onder de vlag van De Groene Stad (Plant Publicity Holland, branchevereniging VHG, HIC - promotie van Groen, ANWB, Groenforum Nederland, Entente Florale Nederland en Productschap Tuinbouw). Kijk op www.degroenestad.nl of www.omgevingseconomie.nl voor informatie over TEEB Stad. 5

De vraag naar groene bouwprojecten > neemt toe o.a. doordat lokale overheden op beperkte ruimte recht moeten doen aan verschillende belangen. Nico de Vries, bestuursvoorzitter BAM 6 Ontdek De baat op de lange termijn zal zelfs groter zijn dan anderhalf miljoen euro. Omdat deze baten de kosten ruim overstijgen is de aanleg van een nieuwe, betere groenblauwe structuur een duurzaam rendabel project. Bijdragen De volgende vraag is dan: aan wie komen die baten ten goede en kunnen die baathouders op een of andere manier bijdragen in de kosten die voor de aanleg van de nieuwe groenblauwe structuur worden gemaakt? In het voorbeeld krijgen de gemeente en het waterschap de suggestie extra geld aan te trekken door bedrijven en bewoners in de wijk een rioolheffing en/of waterschapsheffing op te leggen. Zij hebben immers geen schade meer van ondergelopen kelders. Ook zou een gemeente geld uit kunnen sparen door te besluiten geen dure technische waterbergingsvoorziening aan te leggen, maar voor minder geld een kleinere waterberging te realiseren. Door tegelijkertijd te zorgen voor overloopruimte, bijvoorbeeld door sportvelden als waterberging te gebruiken als dat nodig is, kan tegen geringere kosten toch voldoende opvangcapaciteit worden gerealiseerd. Voor de tijdelijke opvang van water op hun veld krijgen de sportverenigingen een vergoeding van de gemeente in de clubkas gestort. Onderhandelingssituatie Dergelijke financieringsconstructies zullen gemeenten in de toekomst steeds vaker opstellen. Door het inzicht in de kosten en de baten van een maatregel, zijn gemeenten zich ervan bewuster geworden dat zij een partij zijn in een onderhandelingssituatie. Kirchholtes: In het verleden investeerde de gemeente in groen en blauw en waren de baten voor de vastgoedeigenaren en de huurders. Dat kan niet langer. In de nabije toekomst zullen kosten eerlijker worden verdeeld. Van ontwikkelaars, bedrijven, burgers en gezondheidsorganisaties wordt een grotere bijdrage verwacht als het gaat om zaken als leefbaarheid, wonen, groen, natuur en water. Daarbij helpt een duidelijk, economisch plaatje dat laat zien welke voordelen er zijn, en dat transparant maakt welke partijen van die voordelen profijt hebben. Aan de slag In het project TEEB Stad pasten deelnemende gemeenten deze methode toe op een gebiedseigen project. De omvang en aard van deze projecten liep uiteen van grootschalige gebiedsontwikkeling zoals in Delft, tot de aanleg van een park zoals in Apeldoorn, of de vergroening van de binnenstad zoals in Almelo. Uit de projecten komen een aantal opvallende winstpakkers naar voren waarmee gemeenten direct aan de slag kunnen. Zo blijken de kosten van maatregelen die de biodiversiteit verbeteren soms heel beperkt te zijn. Ideeën voor stoeptegeltuinen of het vergroenen van een wijk door het organiseren van een zaaidag zijn door burgers zelf makkelijk uit te voeren. Dergelijke maatregelen kunnen gemeenten direct stimuleren. En bedenk daarbij dat de baten van groenmaatregelen groot zijn in wijken met weinig of kwalitatief slecht groen en veel mensen. Daarnaast blijken op de lange termijn de kosten van groene oplossingen lager te zijn dan die van grijze meer technische oplossingen. Dat heeft er vooral mee te maken dat groen vaak goedkoper is in de totaalsom van investering en onderhoud. En dat levert dan ook nog eens extra recreatieve en natuur- Van MKBA naar TEEB: duurzaamheid als leidraad De maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) is gebaseerd op het begrip duurzaamheid zoals dat in het Brundtland-rapport (1987) wordt gedefinieerd als een economische ontwikkeling waarbij de huidige generatie aan haar behoeften kan voldoen zonder de volgende generaties te beperken om in haar behoeften te voorzien. In 2000 heeft het kabinet besloten dat het verplicht is om voor alle grote infrastructuurprojecten de MKBA uit te voeren. Dat gebeurde aan de hand van een standaard methodiek: het Overzicht Effecten Infrastructuur, oftewel de OEI-leidraad. In 2004 werd deze leidraad aangevuld met waarderingen voor natuur, water en bodem. In 2006 volgde de publicatie van het kengetallenboek voor ecosysteembaten. Met dit naslagwerk is het mogelijk de baten van verschillende ecosysteemtypen, dus ook van stadsgroen, in euro s uit te drukken en af te wegen tegen de kosten. Inmiddels zijn in 2012 met behulp van de leidraad en het kengetallenboek vele groene en niet-groene projecten geëvalueerd. Om groenbaten niet achteraf maar juist ook al tijdens het maken van bestemmingsplannen, grond- en vastgoedexploitaties en ruimtelijke ontwerpen mee te nemen, is nu voor gemeenten de TEEB-methode ontwikkeld. kwaliteiten op. Waar grijs niet per se noodzakelijk is, kunnen gemeenten goedkopere, groene oplossingen overwegen in plaats van dure, technische grijze aanpassingen. Verder bleek dat er veel meer groenbaten te berekenen zijn dan gemeenten aanvankelijk dachten. Ook bleek het vroegtijdig samen nadenken met diegenen die profijt hebben van de baten, bij te dragen aan een maatschappelijk rendabeler project, meer draagvlak en een sneller proces. 7

Factsheet Haarlem Haarlem Gebiedsvisie Kleverlaanzone Doel: Cijfermatige ondersteuning van de participatieve ontwikkeling van de gebiedsvisie. 8 Ontdek Project De gebiedsvisie biedt de rode draad voor de herontwikkeling van het perceel van de voormalige stadskweektuin in samenhang met behoud en versterking van de aanwezige monumentale, groene, recreatieve en educatieve kwaliteiten van de gehele Kleverlaanzone. Gestreefd wordt naar een zo duurzaam mogelijke ontwikkeling van de Kleverlaanzone die in hoge mate zelfvoorzienend is. Het gaat hierbij om duurzaam bouwen, duurzaam energieverbruik en kringlopen. Kernvraag bij nieuwe ontwikkelingen is: Wat voeg je toe aan de Kleverlaanzone? TEEB-aanpak De gebiedsvisie Kleverlaanzone is het pilotproject digitale participatie van de gemeente Haarlem. Hiervoor is een aparte website gebouwd. Doel van de site was om meningsvorming van betrokken te stimuleren en om ideeën voor het gebied en de benoemde deelgebieden te inventariseren. De participatie heeft geleid tot vier ingrepen voor het totale gebied en een groeiscenario voor de stadskweektuin. Voor dit groeiscenario, van groenpark naar waterpark (eco), is een uitvoeringsstrategie opgesteld voor de komende 20 jaar. Deze is doorgerekend met de TEEB-methodiek. Resultaten Berekende baten: 1,3 miljoen Geschatte kosten: 1 miljoen Winstpakkers recreatieve belevingswaarde vermeden kosten leegstand meer woongenot Baathebbers eigenaren onroerend goed omwonenden Leerresultaten De digitale participatie heeft geleid tot een grote betrokkenheid van vele belanghebbenden: zowel kosten- als baathouders. Dit heeft de gemeente gedwongen het participatieproces tot het einde toe zorgvuldig en open te houden. Met een breed gedragen gebiedsvisie als resultaat. Ondanks een aantal dilemma s en tegenstrijdige belangen zijn partijen niet alleen via de gemeente maar ook direct met elkaar gaan praten. Dit levert een groter draagvlak op. Vervolg Pas in de loop van de ontwikkeling van het groeiscenario en van de uitwerking van de ingrepen wordt het resultaat van de MKBA steeds gedetailleerder. Bijsturen is daardoor mogelijk. 9

Factsheet Den Haag Den Haag Erasmusveld, duurzaamste wijk van Nederland Doel: Het realiseren van de plannen door het betrekken van baathouders en het inzichtelijk maken van baten die het gevolg zijn van de investeringen in het verbeteren van de bestaande ecologische verbindingszone. 10 Ontdek Project Voor het gebied tussen vinexwijk Wateringse Veld en krachtwijk Den Haag Zuidwest is een masterplan opgesteld met als ambitie de duurzaamste wijk van Nederland te ontwikkelen. Erasmusveld (52 ha) omvat onder meer 750 woningen en een sportcluster met hockey- en voetbalvelden. Verder versterking en uitbreiding van de ecologische verbindingszone en inpassing van circa de helft van de aanwezige volkstuinen. In de oorspronkelijke uitvoeringsstrategie speelde de gemeente een actieve rol en dekte zij het financiële tekort grotendeels af. Als gevolg van de economische crisis is deze strategie verschoven naar het faciliteren van particuliere en marktinitiatieven. TEEB-aanpak In de oorspronkelijke benadering werden de investeringen in groen vooral uitgedrukt als kosten en slechts beperkt (via de VON-prijs van de nieuw te bouwen woningen) als baten. Hetzelfde geldt voor de thema s energie en water. Voor de hoge duurzaamheidsambitie voor de wijk werd voor de thema s energie, water en materiaal een nieuw financieelorganisatorisch model ontwikkeld ( stromenexploitatie ). Door een langere looptijd te hanteren en andere dan de traditionele partijen (baathouders) bij de plannen te betrekken, kunnen investeringen in energie, water en materiaal wel rendabel worden gemaakt. Dat is berekend middels de TEEBanalyse. Resultaten De kwalitatieve analyse is uitgevoerd. De kwantitatieve is nog niet gereed. Bewoners: Direct meer comfort in de woning, op termijn aanzienlijke besparing woonlasten. Watersysteem: Minder wateroverlast, minder zuiveringskosten, lagere kosten voor beheer en onderhoud. Leerresultaten Bij ruimtelijke ontwikkeling is het nodig integraal naar de hele keten te kijken. Ontwikkeling en beheer moeten meer met elkaar in verband worden gebracht en vooraf moet een uitgebreide stakeholderanalyse worden uitgevoerd. Op basis van de TEEB-analyse worden stakeholders benaderd voor het gezamenlijk opzetten van een businesscase rond het thema groen. Vervolg De beoogde ontwikkellocaties zijn grotendeels in bezit van vastgoed ontwikkelende partijen en particulieren. Doordat deze vooralsnog blijven uitgaan van de conventionele wijze van gebiedsontwikkeling, is het zoeken naar andere vormen van waardecreatie dan vastgoedontwikkeling een zeer geleidelijk proces. 11

Met TEEB krijg je zowel de maatschappelijke effecten en dus de daadwerkelijke wenselijkheid scherp, alsook de financieringsmogelijkheden. Mary-Ann Schreurs, wethouder Innovatie, Cultuur en Openbare Ruimte, Eindhoven > Redeneer met baten Baten ontstaan door in te grijpen op de omgeving zodat een fysieke of sociale kwaliteitsverandering optreedt. Zo levert het planten van bomen (maatregel) door de afvang van fijnstof schone lucht op (omgevingskwaliteit) en zijn mensen die schone lucht inademen gezonder (baat). Aansluiting bij behoefte: Hoe meer vraag er is (behoefte) naar verbetering van een kwaliteit, hoe meer baat. Als een omgevingskwaliteit verbetert terwijl er geen vraag/behoefte is dan is er ook geen baat. 12 Redeneer Het redeneren met baten begint al in de probleemanalyse bij het onderscheiden van goede en slechte gebiedskwaliteiten. Wanneer maatregelen leiden tot verbetering van slechte omgevingskwaliteiten ontstaan baten. Door in te schatten wie voordeel heeft van een kwaliteitsverbetering en hoe groot het voordeel is, kan een rangschikking gemaakt worden waaruit blijkt welke maatregelen de hoogste baten leveren. Bij het inschatten van de omvang van een baat gelden de volgende regels: Kwaliteitsverbetering: Hoe slechter de uitgangssituatie, hoe groter de baat. Mate van effectiviteit: Hoe groter de effectiviteit van de maatregel hoe groter de baat. Vaak is de invloed van de maatregel op de kwaliteit groter wanneer de maatregel de oorzaak achter het probleem aanpakt in plaats van symptomen bestrijdt. Ook geldt dat de baat groter is wanneer één maatregel meer verschillende effecten heeft. Tijdstip voordeel: Baten worden groter naarmate ze vroeger, vaker en langer optreden. Zorg dat de kosten voor een maatregel niet te ver vooruit lopen op de baat. Start met de oplossing voor het meest urgente probleem en pak later de minder urgente problemen aan. Kostenbesparing: Als twee maatregelen hetzelfde opleveren, kies dan de goedkoopste. De omvang van een baat hangt samen met de mate waarin de omgevingskwaliteit verbetert en het voordeel dat de samenleving daarvan heeft. Bijvoorbeeld: bomen leveren schonere lucht (gram fijnstof per m 3 lucht). Dat levert een gezondheidsbaat op bestaande uit: het aantal vermeden zieke personen met astma of klachten aan luchtwegen vermenigvuldigt met de kosten voor medische behandeling die hierdoor worden uitgespaard. Door deze baat te verminderen met de kosten voor het aanplanten van bomen, wordt duidelijk of de maatregel lonend is of niet. 13 Aantal baathouders: Hoe meer mensen voordeel hebben, hoe groter de baten. Omvang voordeel: Hoe groter het voordeel is voor elke baathouder, hoe groter de baat. Bron: TEEB in de Stad, handleiding bij het rekeninstrument voor de baten van natuur en watermaatregelen. Witteveen+Bos, april 2012.

14 Redeneer Aan het begin van het proces ontstaan de grootste welvaartsklappers Door al aan het begin van het planproces maatregelen te koppelen aan baten en baathouders kan een optimaler plan worden gerealiseerd met hogere maatschappelijke meerwaarde, een grotere betrokkenheid van partijen, vernieuwende oplossingen en uitkomsten die aan de verwachtingen voldoen. Ondanks dat in de gemeentelijke coalitieakkoorden (2010) het thema duurzaamheid veelvuldig wordt genoemd, worden de baten van natuur niet vanzelfsprekend meegenomen in belangrijke gemeentelijke planinstrumenten zoals de structuurvisie, het bestemmingsplan en de vergunningverlening en ook niet in rekeninstrumenten zoals de grondexploitatie. Ook wordt doorgaans pas laat in het planproces naar groenbaten gekeken, terwijl grote welvaartsklappers juist gemaakt worden in het begin van het proces, bij het bedenken van oplossingen die baten opleveren. Bomen zorgen voor meer winkelomzet Een voorbeeld kan worden gevonden in Almelo. In die gemeente is de binnenstad aan een opknapbeurt toe: de bebouwing en het winkelaanbod houden niet over en er is verder weinig wat het aantrekkelijk maakt om lang in het centrum te verblijven. Als oplossing wordt onder andere het aanplanten van bomen voorgesteld. Dat blijkt echter een dure maatregel omdat de ondergrond vol ligt met kabels en leidingen. Verleggen is een hoge kostenpost en de gemeente bekijkt het plan om bomen te planten met aarzeling omdat het als te duur wordt beschouwd. Met alleen het inzicht in de kosten bestaat de kans dat het plan om bomen te planten snel van tafel gaat. Door echter de baten van deze maatregel te benoemen en de betrokken baathouders aan te wijzen, ontstaat een ander beeld. Met bomen ziet de binnenstad er niet alleen aantrekkelijker uit, maar neemt ook de betalingsbereidheid van consumenten toe, toont onderzoek aan. Bovendien maken bomen de lucht schoon door afvang van fijnstof en zorgt schaduw voor een aangenamer microklimaat. Winkeliers, bewoners, recreanten en dagjesmensen hebben profijt van die verbeteringen. Juist omdat in de binnenstad zoveel partijen baat hebben bij de aanplant van bomen is deze dure maatregel toch lonend. (Zie ook blz. 19 Almelo; Baten van de ondergrond in de binnenstad.) Optimalere uitkomst In Delft speelt een andere kwestie. In Delft-Zuidoost bestaan al lange tijd plannen voor de bouw van circa vijfduizend woningen. Een in 2010 uitgevoerde milieueffectrapportage (MER) liet echter zien dat door de extra bebouwing problemen zullen ontstaan met wateroverlast. Ook zal het oppervlakte groen en natuur per inwoner verminderen met als gevolg aantasting van de leefbaarheid. Om die negatieve gevolgen te voorkomen riep de gemeenteraad betrokkenen op om integrale plannen te maken waarin bouwen, groen en water met elkaar samenhangen. Ontwikkelaars horen zo n oproep met wantrouwen aan, vertelt Maartje Scholten, projectleider Groenblauw bij de gemeente Delft. Want wat gaat dat dan kosten? Om een optimalere uitkomst te realiseren is het zaak om betrokkenen toch in beweging te krijgen. Maar hoe? Door in plaats van de kosten, de nadruk te leggen op de baten: wat leveren nieuwe, betere plannen op?, weet Scholten. Op die manier wordt het toch weer interessant voor betrokken partijen om mee te blijven denken, is haar ervaring, en ontstaat nieuwe energie. (Zie ook blz. 21 Delft; Groenblauw Delft Zuidoost.) Voldoen aan verwachtingen Gebiedsontwikkeling gaat vaak gepaard met hooggespannen verwachtingen. Maar worden die ook waargemaakt? Haarlem wil de Kleverlaanzone groener en toegankelijker maken. Vooral voor de bewoners van de nabijgelegen, stenige Indische buurt zal dat een vooruitgang zijn, is de verwachting. Maar klopt die aanname wel, vroeg de gemeente zich af. We willen aan kunnen tonen wat de baten van ons plan zijn, vertelt beleidsmedewerker Diana Bakboord van Haarlem. Alleen al door de maatregelen en de baten eens op een rij te zetten, kan Haarlem het plan voor de Kleverlaanzone optimaliseren. Het feit dat uit een enquête blijkt dat burgers het gebied groen en open willen houden, kan de gemeente gebruiken om haar plannen voor het gebied te verbeteren: hoe meer die plannen immers aansluiten op de behoefte, hoe hoger immers de baten. (Zie ook blz. 9 Haarlem; Gebiedsvisie Kleverlaanzone). Vernieuwende oplossingen Beter aansluiten op de behoeften was ook de motivatie van Rotterdam om de inrichtingsplannen van het gebied Merwe/ Vierhavens aan de TEEB-methode te onderwerpen. De tot nu toe ontwikkelde Stadshavengebieden zoals Wilhelminapier en Lloydkwartier zijn nogal stenig en cultuurlijk ingericht. Bewoners en gebruikers geven aan dat ze natuur- en recreatieareaal missen. Ook heeft Rotterdam behoefte aan grondgebonden stadswoningen in een omgeving met natuur en water. Die geluiden geven aan dat meer van hetzelfde maken niet verstandig is. Zeker nu in crisistijd investeringen maar moeizaam loskomen, lijkt groene place making meer dan ooit noodzakelijk. Als oplossing worden voor de inrichting van Merwe/Vierhavens onder andere de aanleg van drijvende woningen met groen en de aanleg van twee getijdeparken voorgesteld. Volgens landschapsontwerper Ronald Bakker van de gemeente Rotterdam zijn beide oplossingen vernieuwend. Het oorspronkelijke plan voorzag al wel in drijvende woningen maar dan zonder een groen areaal. En ook de getijdeparken zijn echt verschillend van wat er al aan parken in de buurt ligt. Het denken vanuit baten bij het opstellen van een groen inrichtingsplan heeft echt tot andere dan de standaardoplossingen geleid. Met deze maatregelen benut de gemeente de potentie van dit unieke stukje Rotterdam optimaal, concludeert hij. Of deze vernieuwende groeninvesteringen ook daadwerkelijk rendabel zijn, moet nog blijken. De grootste winst zit hem namelijk in de meerwaarde van de woningen. Nu op dit moment de woningmarkt volledig stil ligt en prijzen dalen, is het maar de vraag hoe je die winst echt kunt behalen. We hebben hier al wel op geanticipeerd door te kiezen voor goedkope grondgebonden woningen; een type dat nog het beste loopt. 15

16 Redeneer Iedere investering in groen levert bijna automatisch een positief effect op voor het klimaat. Als we daarvoor een bijdrage konden ontvangen dan zou er meer worden geïnvesteerd in groen. Robbert Linnekamp, voorzitter Klimaatverbond en wethouder te Zaandam > Bron tabel blz. 17: TEEB in de Stad, handleiding bij het rekeninstrument voor de baten van natuur en watermaatregelen. Witteveen+Bos, april 2012. Aan de slag met TEEB Met de handleiding van TEEB bij de hand analyseer je stap voor stap de situatie en mogelijkheden. Stel de volgende vragen en analyseer: 1. Wat zijn de grootste knelpunten of kansen? Vergelijk de kwaliteiten van het plangebied met de gemiddelde kwaliteiten in de Maatregelen: aanleg groen en blauwstructuur (meer en beter) Kwaliteitsveranderingen Baten meer luchtkwaliteit door afvang van fijnstof door bomen, riet, sedumdak (PM10, NO x, SO 2 ); meer luchtkwaliteit door vastlegging van CO 2 in bomen, riet, sedum. beter microklimaat (wind) buiten door beschutting door bomen; meer isolatiecapaciteit door sedumdak; beter microklimaat (temperatuur) buiten door beschutting door bomen, sedumdak. Luchtkwaliteit Energie stad of wijk en stel een lijst van goede en slechte kwaliteiten op. 2. Welke kwaliteiten moeten verbeterd worden? Kijk welke verbeteringen het meest lonend zijn voor welke groep. TEEB heeft handige tabellen om de kwaliteiten aan een baat te koppelen. Vul deze in. Dit levert prioriteiten op in de lijst met beoogde baten. Economie aantrekkelijker uitzicht vanuit woningen en kantoren 7. meer vastgoedwaarde woningen. door groen en blauw. Recreatie meer recreatiecapaciteit door vergroening en verblauwing. Samenleving meer sociale cohesie tussen bewoners door meer groen (plantsoen) en blauw (plas) via meer ontmoetingen: meer sociale cohesie tussen campuswerknemers door ontmoetingen in het groen. Natuur meer biodiversiteit. minder kans op wateroverlast door meer bergingscapaciteit. 1. meer gezondheid door betere luchtkwaliteit; 2. meer klimaatveiligheid door minder CO 2. 3. vermeden energiekosten door meer beschutting; 4. vermeden energiekosten door meer isolatie; 5. meer klimaatveiligheid door energiebesparing door meer beschutting en isolatie; 6. meer gezondheid door minder hittestress. 8. meer recreatieve belevingswaarde bewoners door meer recreatiecapaciteit. 9. vermeden kosten van verhuizen door meer sociale cohesie; 10. meer arbeidsproductiviteit door meer innovaties door meer cohesie (ontmoeting). 11. meer verervingwaarde door biodiversiteit. 12. vermeden schade wateroverlast door meer oppervlaktewaterberging; 13. vermeden kosten riooluitbreiding door minder piek regenwaterlozing op het riool 14. vermeden waterzuiveringskosten door opname van nutriënten (P, N) door riet. 17

Factsheet Almelo Almelo Baten van de ondergrond in de binnenstad Doel: Inzicht krijgen in de meerwaarde van een aantrekkelijker binnenstad. 18 Redeneer Onderzoek Met haar binnenstadsplan wil Almelo de basis leggen voor een nieuwe duurzame stedelijke structuur. Het maakt de Almelose binnenstad veelzijdiger, compacter en goed bereikbaar. Met het herstellen van de lange lijn, komt de haven terug in de binnenstad. Een logisch en compact winkelcircuit biedt kansen voor vestiging van nieuwe winkels. Met nieuwe woonmilieus wordt de stad aantrekkelijk voor veel doelgroepen om te wonen. TEEB-aanpak De TEEB-tool maakt inzichtelijk wat de belangrijkste handelingsperspectieven zijn voor de ondergrond en hoe deze te verankeren zijn in het planproces. Resultaten (40 jaar) Berekende baten: 3,8 miljoen Geschatte kosten: 0,8 miljoen Winstpakkers Verleggen van kabels en leidingen voor het aanplanten van bomen Aanleg van bodemenergiesystemen Baathebbers Winkeliers (+ 2,7 miljoen) Bewoners aan het plein (energiebesparing + 0,7 miljoen, toename woongenot + 0,3 miljoen) Leerresultaten Redeneren vanuit baten heeft grote meerwaarde voor het denkproces en voor het betrekken van collega s. Vervolg Almelo wil het thema ondergrond als vanzelfsprekend vroegtijdig aandacht geven in ruimtelijke planprocessen. Het project biedt handvatten om dit op een praktische en concrete manier te doen. Betrokkenen gaan dezelfde taal spreken en de resultaten van het project vergroten de bewustwording van kosten en baten van de ondergrond bij zowel interne als externe partijen. De positieve uitkomst geeft inspiratie voor het vervolg. 19

Factsheet Delft Delft Groenblauw Delft Zuidoost Doel: In kaart brengen van de baten van groene en blauwe maatregelen parallel aan nieuwbouw van woningen. 20 Redeneer Project In Delft Zuidoost wordt de bouw van 5.000 woningen gecombineerd met waterberging en de aanleg van groen. TEEB-aanpak Van 180 maatregelen, variërend van waterberging middels kratten onder de weg tot de aanleg van groene daken en het vergroenen van gevels, zijn de baten berekend via TEEB. Leerresultaten Het redeneren in baten voegt een nieuwe dimensie toe aan het ontwerpproces. Het centraal stellen van baten en opbrengsten in plaats van kosten en beperkingen genereert nieuwe ruimtelijke oplossingen die door de baateigenaren gedragen worden. Het besef is ontstaan dat de stakeholders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een goede inrichting van het gebied. Resultaten Berekende baten: 27 miljoen Geschatte kosten: 17 miljoen Winstpakkers Toename woongenot Afname wateroverlast Verbetering van de gezondheid (luchtkwaliteit) Toename van recreatie Vermeden verhuiskosten (door toename sociale veiligheid) Energiebesparing Baathebbers Bewoners Bedrijven in het gebied TU-Delft Hoogheemraadschap Delfland Gemeente Projectontwikkelaars Woningcorporaties Vervolg De baathebbers zijn begonnen met het uitvoeren van een aantal quick wins. Zo worden bij verschillende riolerings- en wegwerkzaamheden ook werkzaamheden aan duikers en watergangen meteen meegenomen. En is samen met de bewoners van een tweetal appartementencomplexen een biodiversiteitstuin aangelegd. De baathebbers onderhandelen over wie de investeringskosten van welke maatregelen voor zijn rekening neemt. Uitgangspunt is het koppelen van maatregelen aan al geplande werkzaamheden of ontwikkelingsprojecten en het zo veel mogelijk aansluiten bij de kernactiviteiten van de betreffende stakeholder. 21

Batenberekening en het aanwijzen van baathouders wil niet zeggen dat een gemeente investeringen kan terughalen. Het gaat erom samen te werken. Zoek die partijen op die lang baat hebben van een investering. Bert Gijsberts, voorzitter brancheorganisatie VHG > Reken met baten 22 Reken Door een maatregel ontstaat een kwaliteitsverbetering die een bepaalde baat oplevert. Zo leidt het planten van bomen (maatregel) tot een mooier uitzicht (kwaliteitsverbetering) en stijgen daardoor de huizen die op het groen uitkijken in waarde (baat). Voor het berekenen van een baat zijn drie soorten gegevens nodig: maatregelgegevens, bijvoorbeeld het aantal bomen dat wordt aangeplant gebiedsgegevens, bijvoorbeeld het aantal woningen in een gebied en generiek toepasbare kengetallen, bijvoorbeeld de waardestijging van de woningen met uitzicht op de bomenrij Om de omvang van de baat te berekenen moet bekend zijn hoeveel mensen baat hebben bij de maatregel. De beïnvloedingszone van de kwaliteitsverandering bepaalt het aantal baathouders. Als in een straat de aantrekkelijkheid van het uitzicht toeneemt door het planten van een bomenrij hebben de huishoudens met direct uitzicht op de bomen meer woongenot. Als er een park wordt aangelegd hebben de huishoudens in een straal van 400 m rondom het park meer woongenot. Kengetallen voor baten zijn ervaringscijfers die het voordeel en de prijs van het voordeel voorspellen. Deze kengetallen zijn generiek toepasbaar. Maar natuurlijk geldt: hoe specifieker een kengetal past bij de situatie, hoe nauwkeuriger de voorspelling van de baat. Zo is voor de baat recreatieve belevingswaarde daarom onderscheid gemaakt in natuurtypen; een bos kan meer recreanten faciliteren dan een grasveld of een waterplas. Om aan de baat een bepaalde waarde toe te kennen worden verschillende beprijzingstechnieken toegepast. Een daarvan is de gevolgschademethode waarin de kosten die mensen maken nadat er schade is opgetreden tot uitdrukking komen. Wanneer bijvoorbeeld bij hevige neerslag de capaciteit van het riool onvoldoende is en huizen en bedrijven onderlopen ontstaat overstromingsschade; bedrijven leiden omzetverlies door tijdelijke sluiting en bewoners en ondernemers moeten wederopbouwkosten maken. Ook wordt de vermijdingskostenmethode als beprijzingstechniek gebruikt. In deze methode komen de kosten die mensen maken om een situatie te mijden tot uitdrukking. Een voorbeeld hiervan zijn de verhuiskosten die mensen bereid zijn te maken als ze daarmee de verloederde wijk waarin ze wonen kunnen ontvluchten. En nog een andere beprijzingstechniek is de reiskostenmethode waarin de reiskosten die mensen bereid zijn te maken om een situatie op te zoeken tot uitdrukking komen. Ook daarvan is een voorbeeld te geven: als de aantrekkelijkheid van een park toeneemt zijn mensen bereid om verder te reizen voor een bezoek en om hogere reiskosten te betalen. Om kengetallen te verbeteren en om nieuwe kengetallen af te leiden worden omvangrijke metingen gedaan. Inmiddels zijn kengetallen om groenbaten te voorspellen verzameld in een aantal naslagwerken (Ruijgrok e.a., 2011, 2006; Bruyn e.a., 2010). Deze naslagwerken worden in de TEEB-methode gehanteerd. In de meeste groenprojecten vormt grond een belangrijke factor aan de kostenkant. Maar welke grondwaarde neem je als uitgangspunt bij het maken van een maatschappelijke kosten/baten-analyse (MKBA)? De waarde van grond is immers een grillig fenomeen. De grondmarkt is er één van speculatie, sentiment en strategische positionering. In een MKBA waarin de welvaartseffecten van een bestaande en een veranderde situatie met elkaar worden vergeleken, wordt uitgegaan van de meest objectief mogelijke grondwaarde. Dat is de maatschappelijke gebruikswaarde van de grond vóórdat er een ruimtelijke verandering plaatsvindt. Als het gebruik voorheen bijvoorbeeld landbouwgrond was dan wordt uitgegaan van de 23

Rendabel investeren in groen vereist baatberekeningen Het rekenen met baten maakt duidelijk of een project maatschappelijk rendabel is. En dat is interessante kennis, vinden gemeenten. Je wilt niet te boek staan als een gemeente die het geld over de balk smijt. De hoogste groenbaten ontstaan als groen een integraal onderdeel is van een plan. vaardigd: nu profiteren alleen de bewoners van de bestaande wijk Zevenhuizen van de aanleg van het nieuwe park, maar wanneer de bouw van Zuidbroek doorgang heeft, zullen de baten van het park veel hoger zijn. (Zie ook blz. 29 Apeldoorn; Park Zuidbroek.) 24 Reken marktwaarde voor landbouwgrond. Wordt deze grond in de veranderde situatie voor groenrealisatie ingezet dan gaat dat ten koste van de toekomstige landbouwproductie op dat perceel. Dit verlies aan landbouwproductie wordt als kostenpost in rekening gebracht. Let wel, dit is de waarde van de landbouwgrond zonder speculatie (op bijvoorbeeld functieverandering naar bedrijvigheid of woningbouw) en wordt ook wel de koude grondwaarde genoemd. Binnen een MKBA worden de kosten voor de aanschaf van de grond niet meegenomen. Om een groenproject te realiseren moet natuurlijk wel grond worden aangekocht. Voor de initiatiefnemer (bijvoorbeeld de gemeente) zijn dit lasten. Voor de grondeigenaar (bijvoorbeeld de boer of ontwikkelaar) zijn dit baten. Doordat beide partijen deel uitmaken van de maatschappij zijn de grondverwervingskosten in breder maatschappelijk perspectief een verschuiving van de welvaart. In het maatschappelijk kosten baten saldo spelen de grondverwervingskosten daarom geen rol. Hoe later kosten en baten in de tijd optreden, hoe lager deze kosten en baten worden gewaardeerd. De gebruiker van de TEEBmethode moet daarom aangeven in welke periode de kost en de baat optreden. Ook moet worden ingevuld of de baat jaarlijks of eenmalig optreedt. Met de discontofactor (gebaseerd op de officiële discontovoet 5,5% voor MKBA s) kan daarna de waarde van een toekomstige kost of baat worden omgerekend naar de huidige waarde, ook wel contante waarde genoemd. Op die manier is een saldo-berekening te maken die inzicht geeft in de kosten en baten over een x-aantal jaar. Bron: TEEB in de Stad, handleiding bij het rekeninstrument voor de baten van natuur en watermaatregelen. Witteveen+Bos, april 2012. Hand op de knip houden of toch blijven investeren? Gemeenten worstelen met die vraag nu het economisch slechter gaat. Ook de gemeente Apeldoorn verkeert in een moeilijke positie. Er zijn grote financiële tekorten. Toch wordt op dit moment, weliswaar in vertraagd tempo, het park Zuidbroek aangelegd. Is dat verstandig? Ja, denkt Apeldoorn. Wellicht kan het park als een motor fungeren die de woningverkoop vlottrekt, vertelt Jolanda van Sikkelerus, programmamanager van de gemeente. Ze haalt de uitkomsten erbij van de berekeningen die ingenieursbureau Witteveen+Bos maakte voor het park Zuidbroek in het TEEBproject, om haar verwachting te onderbouwen. Interessante resultaten Het is een hele klus om het allemaal uit te zoeken, maar de berekeningen leveren interessante resultaten op, vindt Van Sikkelerus. Het blijkt dat de hoogste baat van het park wordt gevormd door de toename van het woongenot. Daarnaast verhoogt de aanwezigheid van groen de woz-waarde van de bestaande huizen én de verkoopwaarde van nieuwbouwhuizen. Met dat inzicht in de baten van het park wil de gemeente kijken of ze belanghebbenden alsnog kan verleiden om mee te investeren. Er is immers een wederzijds belang, stelt Van Sikkelerus. Zowel de gemeente als de ontwikkelaars willen dat de geplande nieuwbouwwijk Zuidbroek, die nu door de crisis is stil komen te liggen, er toch komt. De aanleg van het park is daarvoor een positieve impuls en wordt door de baatberekeningen gerecht- Riskante vraag Eenzelfde beeld tonen ook de berekeningen van Deventer. Als onderdeel van de herinrichting van de noordelijke stadsrandzone Zandwetering legt de gemeente een park aan en is grenzend aan het nieuwe park de bouw van de nieuwe woonwijk Steenbrugge gepland. Door de crisis zijn de nieuwbouwplannen echter op de lange baan geschoven. We wilden weten of de aanleg van alleen het park wel een goede investering is, vertelt landschapsarchitect Marlies Spreen van de gemeente Deventer. Een goede, maar ook riskante vraag als begin dit jaar de eerste schop voor de aanleg van het park al de grond in is gegaan. Spreen: We zaten op een rijdende trein. Stoppen kon niet meer. En natuurlijk wil je niet te boek komen staan als een gemeente die het geld over de balk smijt. Die gedachte maakte ons huiverig om dit project te onderwerpen aan de TEEB-methode. Desondanks besloot Deventer de herinrichting van Zandwetering toch door te laten rekenen in twee alternatieven: het Zandweteringpark met, en zonder de aangrenzende nieuwbouwwijk Steenbrugge. De uitkomsten van de berekeningen lieten zien dat de aanleg van het park geen weggegooid geld is. Beide alternatieven bleken een batig saldo op te leveren. Wel scoort per saldo het alternatief waarbij niet alleen het Zandweteringpark maar ook Steenbrugge wordt gerealiseerd beter doordat in dat geval het aantal baathouders toeneemt: nog meer mensen kunnen genieten van het park. (Zie ook blz. 31 Deventer; Aanleg Zandweteringpark en wijk Steenbrugge.) 25

> TEEB maakt duidelijk dat groen van belang is. Het biedt naast een verdienmodel ook de inhoudelijke argumenten om de dialoog met de markt aan te gaan. Margriet de Jager, wethouder Groen, gemeente Deventer Aan de slag met TEEB Met de handleiding van TEEB bij de hand analyseer je stap voor stap de situatie en mogelijkheden. Stel de volgende vragen en reken: 26 Reken Aansluiten Spreen beoordeelt de rekenmodellen als best ingewikkeld en leunde voor de uitvoering ervan sterk op Witteveen+Bos. Toch is ze over de rekenmethode positief. Er waren meer groenbaten te berekenen dan ik aanvankelijk dacht. Bij de toepassing van een aantal kengetallen vraagt ze zich wel af of deze in voldoende mate aansluiten op specifieke situaties in de praktijk. Als voorbeeld noemt ze de baat recreatieve belevingswaarde. In het bijbehorende kengetal is de aanname verwerkt dat de hoogste baten van een nieuwe groene recreatievoorziening te verwachten zijn in gebieden met een groot tekort aan recreatiegroen. Voor het oosten van het land waar al veel groen aanwezig is, levert de aanleg van een park dus minder baten op. Maar daar ben ik het niet mee eens. Ook in Deventer heb je grote, stenige wijken waar de aanleg van een park juist veel bijdraagt aan verbetering van de recreatieve belevingswaarde van de stadsbewoners en de baten dus hoog zijn. Tevens is het jammer dat een aantal baten nog niet geraamd kunnen worden wegens het ontbreken van geschikte kengetallen. Spreen: Juist op baten als de toename van de gezondheid en de verbetering van het vestigingsklimaat zou je als gemeente graag willen scoren, maar die baten bleven in onze berekening nu nog buiten beschouwing. Potentie Ook landschapsontwerper Ronald Bakker van de gemeente Rotterdam zou van enkele baten graag nog cijfers willen zien. Het besluit om in het gebied Merwe/Vierhavens buitendijks minder woningen te bouwen en te kiezen voor drijvende woningen levert namelijk een baat vermeden overstromingsschade op die in potentie groot is. Wij hebben ons in de berekeningen geconcentreerd op het groen en daarom ontbreken deze in de eindconclusie. Daar staat tegenover dat de baat vermeden baggerkosten wel duidelijk in de berekeningen naar voren komt. Doordat voor de realisatie van een getijdepark de Merwe- en Keilehaven minder diep hoeven te zijn, kan de gemeente een aardig bedrag besparen op de baggerkosten. En bovendien kan er in de havens nog extra baggerslib uit de singels bij worden gestort en hoeft het niet naar het verderop gelegen slibdepot bij Heenvliet worden gebracht. Ook dat betekent een besparing op transport- en verwerkingskosten. Bakker: Het inzicht dat groen in deze specifieke vorm als getijdepark baten oplevert die bij andere soorten groen niet zouden ontstaan, vind ik heel inspirerend. Het maakt duidelijk dat het niet een kwestie is van zomaar wat groen toevoegen aan een ontwerp. Maar dat juist het type groen van belang is en dat groen bovendien een integraal onderdeel moet zijn van een plan. Alleen dan ontstaan de hoogste baten. Bakker benadrukt nog eens dat de keuze voor de aanleg van een getijdepark in de Rotterdamse situatie bijzonder is. Een dergelijk park heeft speciale kwaliteiten. Nergens anders in Rotterdam is zo n park te vinden. Daarom heeft het extra meerwaarde voor dieren en voor bewoners. In de baatberekeningen komt de verbetering van de biodiversiteit door het zoetwatergetijdemilieu wel aan de orde, maar daar zou ik nog wat concreter en steviger onderbouwd de baten van willen weten. Jammer dat juist die extra meerwaarde nog moeilijk te kwantificeren is. 1. Welke maatregelen leiden tot de beoogde kwaliteitsverbeteringen? Zet de kwaliteiten om naar maatregelen. Ook hiervoor geeft TEEB weer instrumenten, zodat er een lijst met maatregelen volgt. 2. Zijn de maatregelen maatschappelijk lonend? Hoe groter de verbetering en hoe meer mensen er baat bij hebben, des te lager zijn de kosten en des te hoger het maatschappelijk rendement. In TEEB zijn ook hiervoor rekeninstrumenten ontwikkeld. Na toepassing is er een overzicht van saldo, kosten- en batenposten, batenhouders en verbetermogelijkheden. Meer klimaatveiligheid door energiebesparing door beschutting en isolatie Klimaatveiligheid ( per jaar) = Y kuub daling gasverbruik p/j * (X kg CO 2 ) * (X euro emissiehandelprijs per kg) kuub p/j 17.600 Kg CO2 per kuub gas 1,79 / kg CO2 0,015 baat in p/j 473 baat in (lange termijn) 7.608 Bron: TEEB in de Stad, handleiding bij het rekeninstrument voor de baten van natuur en watermaatregelen. Witteveen+Bos, april 2012. 27

Factsheet Apeldoorn Apeldoorn Park Zuidbroek Doel: Wat levert de aanleg op van een park dat grenst aan de in aanbouw zijnde woonwijk Zuidbroek. 28 Reken Project In de nieuwe wijk in ontwikkeling wordt ongeveer 28 ha park aangelegd. Dit park maakt onderdeel uit van de Groene Mal, de hoofdgroenstructuur in en om de stad. Het park is er straks niet alleen voor de wijk, maar verbindt ook stad en land. Water, natuur, cultuurhistorie en recreatie gaan hand in hand. TEEB-aanpak De baten voor de nieuwe wijk en voor de bestaande aangrenzende wijken zijn berekend op vijf punten, te weten: toename van het woongenot, toename recreatie, afname van wateroverlast en verbetering van de waterkwaliteit, verbetering van de gezondheid door luchtkwaliteit en klimaat, en vermindering van het energieverbruik. Resultaten Berekende baten: 19,4 miljoen Geschatte kosten: 10,2 miljoen Winstpakkers Toename Woongenot (+ 84 %) Stijging WOZ waarde (+14 %) Verbeterde waterberging Verhoging recreatiewaarde Baathebbers Projectontwikkelaars Omwonenden Leerresultaten Investeren in Park Zuidbroek loont. Dit kan nu ook actief worden gecommuniceerd (ambtelijk en bestuurlijk). Denken in baten levert ook een tool om anders tegen ontwerpen aan te kijken en ook daadwerkelijk anders te gaan ontwerpen. Bijzonderheden Park Zuidbroek is onderdeel van de wijk- (2300 nieuwe woningen) en werkontwikkeling (35 ha nieuw bedrijventerrein). De ontwikkelingen gaan in deze tijd minder snel dan wenselijk en ook de aanleg van het park staat onder druk. TEEB kan een andere blik werpen op de gewenste aanleg van het Park. In een stagnerende markt, is het gewenst om juist aandacht te besteden aan het groen. Toekomstige bewoners vinden een groene wijk aantrekkelijker en zullen daarom vaker voor deze wijk kiezen. 29

Factsheet Deventer Deventer Aanleg Zandweteringpark en wijk Steenbrugge Doel: Door de realisatie van het Zandweteringpark wordt de herstructureringswijk Keizerslanden verbonden met het buitengebied. 30 Reken Project In de noordelijke stadsrandzone is woningbouw (1100 huizen) gepland en wordt een 45 ha groot park gerealiseerd als onderdeel van de herinrichting van de Zandwetering. In het ontwerp van het park zijn de doelstelling van water, natuur en recreatie samengebracht. Het park is in 2012 gereed. Vanwege de economische ontwikkelingen worden de bouwplannen van de woonwijk herijkt en is de start van de bouw onduidelijk. De aanleg van fiets-, voet- en struinpaden nodigen uit om te bewegen. In het amfitheater, een centrale plek in het park, kan men elkaar ontmoeten. De Zandwetering is verlegd en voorzien van een vistrap en overstromingsvlakten. De poelen en de bloemrijke graslanden bieden ruimte aan planten en dieren. Het in het park gelegen kindcentrum KEI 13 kan direct gebruikmaken van de mogelijkheden voor natuureducatie in het park. TEEB-aanpak De kosten en baten van twee alternatieven zijn vergeleken met het referentiescenario. De alternatieven zijn (1) ontwikkeling van het Zandweteringpark plus de wijk Steenbrugge en (2) de ontwikkeling van alleen het park. Resultaten Ontwikkeling Zandweteringpark plus wijk Steenbrugge: Berekende baten: 37 miljoen Geschatte kosten: 7,5 miljoen Ontwikkeling alleen Zandweteringpark: Berekende baten: 21 miljoen Geschatte kosten: 1,4 miljoen Winstpakkers Woongenot Recreatieve belevingswaarde Baathebbers Bewoners wijk Steenbrugge Bewoners aangrenzende wijken, waaronder Keizerslanden Leerresultaten De realisatie van het Zandweteringpark draagt positief bij aan het woongenot en de vastgoedwaarde van de bestaande woningen. Bij de ontwikkeling van Steenbrugge is de ratio (baten/ kosten) zelfs nog hoger. Ook draagt de ontwikkeling van het park bij aan de milieukwaliteit van Deventer in zijn geheel. De waarde van verschillende type woningen in het bouwplan wordt bepaald door een scala aan factoren, waaronder de afstand tot het park, sportpark, buitengebied en andere recreatieve elementen. Vervolg De aanleg van het park is nagenoeg afgerond. De gemeente is voornemens om eind 2012 een beslissing te nemen over het startmoment van de daadwerkelijke ontwikkeling van Steenbrugge, rekening houdend met de huidige situatie op de woningmarkt. 31

De openbare ruimte is een belangrijk collectief werk- en verblijfskapitaal. Het economisch functioneren is gebaat bij een goede inrichting en beheer. CROW ontwikkelt daarom steeds nieuwe ondersteunende instrumenten. Ton Hesselmans, Hoofd Leefomgeving & Milieu bij CROW > Verdien met baten 32 Veel groenprojecten zijn maatschappelijk rendabel, maar financieel onrendabel. Dit komt omdat de partijen die het project bekostigen de baten niet kunnen innen. Een verdienmodel is een constructie om het project alsnog financieel haalbaar te maken. Dit kan via twee wegen: enerzijds door constructies die extra geld aantrekken en anderzijds door constructies die extra geld besparen. Extra geld aantrekken Extra geld aantrekken kan door het innen van geld bij de directe baathouders (bijv. een woningeigenaar die door de aanleg van groen in zijn nabije woonomgeving de waarde van zijn woning ziet stijgen) via pacht en verkoop, belasting en PPS-constructies (Publiek Private Samenwerking). Extra geld aantrekken kan ook door geld te innen bij indirecte baathouders (maatschappelijke partijen die niet direct baat hebben maar geld beschikbaar stellen als dit past bij hun doel) via subsidies, donaties, etc. Extra geld besparen Extra geld besparen kan door besparende constructies bij de uitvoering doordat een andere partij de diensten goedkoper of gratis uitvoert en door het meekoppelen met andere maatregelen door aan te haken bij de belangen van anderen. Extra geld besparen kan ook door de financiering goedkoper te maken via revolving funds (bijv. nationaal groenfonds) of crowdfunding (eenmalige goedkopere lening). In al deze gevallen kan het gaan om publiek en privaat geld of een mengvorm daarvan. Aan de slag met TEEB Stel de volgende vraag en verdien: Is het project rendabel? Hoe groter het belang is van een partij, hoe makkelijker het is om financiering te vinden. TEEB geeft een overzicht van verdienmodellen en criteria voor kansrijke modellen. 33 Verdien Geld aantrekken via de directe en indirecte batenhouders verdienmodel binnen wetgeving, fondsdoel omvang bedrag toereikend pacht en verkoop belastingen publiek private samenwerking subsidies, (PPS) gfiten erfpacht ja case specifiek verkoop bouwen woonrijpe grond ja case specifiek leges vergunningverlening ja case specifiek waterschap-, rioolheffing ja case specifiek incrementele belasting ja case specifiek benefit sharing case specifiek case specifiek ontwikkelaars bijdrage case specifiek case specifiek publiek en privaat case specifiek case specifiek locatie eenmalig/terugkerend geldbedrag alle terugkerend alle eenmalig alle eenmalig/ terugkerend alle terugkerend winkels, bedrijven terugkerend alle eenmalig/ terugkerend alle eenmalig alle eenmalig gelabeld aan groenmaatregel nee ja ja ja deels ja ja ja transactiekosten beperkt wisselend beperkt beperkt beperkt wisselend wisselend wisselend voorwaarde gemeente is grondeigenaar gemeente is grondeigenaar, nieuwbouw nieuwbouw project draagt bij aan beheerdoel draagvlak, project draagt bij aan beheerdoel belang private financierder, voldoende winst belang private financierder fonds dekt financieel tekort Bron: TEEB in de Stad, handleiding bij het rekeninstrument voor de baten van natuur en watermaatregelen. Witteveen+Bos, april 2012.

34 Verdien Verdienen: eerst weerstand overwinnen en betrokkenheid opbouwen Als het gaat om zaken als leefbaarheid, wonen, groen, natuur en water wordt van ontwikkelaars, bedrijven, burgers en gezondheidsorganisaties een grotere bijdrage verwacht. Om dat voor elkaar te krijgen is veel creativiteit en betrokkenheid vereist. Met eenvoudigweg de rekening presenteren kom je er als gemeente niet. Als de baten berekend zijn kunnen ook de baathouders worden aangewezen en wordt het tijd om kosten eerlijk te verdelen. Dat klinkt helder, maar blijkt in de praktijk een lastige opgave. Het is soms moeilijk aan te wijzen wie er baat heeft bij een bepaalde ingreep, en in welke mate er profijt is. Het leverde in Delft in ieder geval veel gespreksstof op, vertelt projectleider Maartje Scholten. Want als je een park aanlegt, hebben dan alleen de bewoners van de huizen met uitzicht op het park daar profijt van of profiteren de huizen in een wijdere kring om het park ook mee en hoe verreken je dat dan? En wie heeft er baat bij groen ter verbetering van de luchtkwaliteit? Schone lucht houdt niet op bij een grens, daar heeft iedereen voordeel van. Scholten: De eerste reactie is dan: groene gevels voor schone lucht, ja leuk maar ik ga niet betalen voor de rest van de stad. En als het niet over lucht gaat maar over waterberging, dan denkt een ander weer: waarom moet dat juist op mijn terrein worden gerealiseerd? Iedereen heeft het gevoel dat hij zelf het meest benadeeld wordt. Overwinnen Toch is die aanvankelijke weerstand wel te overwinnen, is de ervaring van Scholten. Daarbij helpt het dat door de berekeningen iedereen zicht heeft op de maatschappelijke baten. Maar met het eenvoudigweg presenteren van de rekening kom je er niet. Het gaat er om samen oplossingen te zoeken en betrokkenheid op te bouwen. En dan is het belangrijk als partijen al langer met elkaar samenwerken en elkaar goed kennen, benadrukt Scholten. In Delft is er na heel veel heen en weer praten nu toch een gevoel van medeverantwoordelijkheid ontstaan bij de betrokkenen. Men kijkt verder dan alleen het eigen belang, en dan blijken partijen toch bereid te zijn om investeringen uit te ruilen. Er is een onderhandelingssituatie. Nu wil een ontwikkelaar best zijn daken vergroenen om daarmee gedeeltelijk in de behoefte aan waterberging te voldoen, als de gemeente en hoogheemraadschap Delfland daar maar iets tegenover kunnen stellen, geeft Scholten als voorbeeld. Of dan ziet een partij als de TU Delft die eigenaar is van de Botanische Tuin en van het Science Center, de naast haar terrein ingetekende waterberging niet langer als een beperking maar als een kans. Een als waterpark ingerichte waterberging biedt immers ook mogelijkheden voor educatie en onderzoek. Delft is echter nog niet zover dat de daadwerkelijke onderhandelingen ook al zijn gevoerd. Scholten: We zijn aan het pionieren. Omdat, voor zover ik weet, nog niet zoveel gemeenten ervaring hebben met het uitruilen van investeringen tussen partijen in een integraal gebiedsontwikkelingsproject, moeten we overal zelf een antwoord op vinden. En dat is soms best lastig. Uitruilen In sommige situaties is al van tevoren duidelijk dat uitruilen van investeringen moeilijk ligt. Zo stelt de Delftse studentenhuisvester DUWO in het gebied TU Midden-West verbetering van het woongenot door vergroening van de omgeving best op prijs, maar kan DUWO deze baten niet incasseren doordat de leefomgevingskwaliteit niet is meegenomen in het landelijke puntensysteem voor de verhuur van studentenkamers. Ook partijen die vooral oog hebben voor baten op de korte termijn zullen niet openstaan om bij te dragen aan investeringen in groene maatregelen. Zo is het moeilijk om winkeliers en ondernemers te overtuigen van hun baat bij vergroening van de straat als die baat pas over veertig jaar optreedt. Bovendien zijn partijen soms nog moeilijk te overtuigen van hun baat bij groen, merkt bijvoorbeeld de gemeente Eindhoven. Eindhoven heeft verschillende keren overleg gehad met warenhuis Vroom & Dreesmann over vergroening van hun winkelgevel. En hoewel berekeningen aantonen dat een investering in een groene gevel binnen vier maanden wordt terugverdiend door toename van de winst, ziet de V&D het toch niet zitten. Tijdens een recessie hebben winkeliers andere prioriteiten als het gaat om investeringen waarmee ze de omzet denken te vergroten, zegt Roel den Dikken, programmaleider Groen van de gemeente. Een groene gevel heeft voor de winkelketen op dit moment een lage prioriteit. Natuurlijk begrijpt hij dat, maar het is jammer voor Eindhoven. De belangrijkste winkelstraat in Eindhoven waar de V&D gevestigd is, is uitgesproken groenarm. En omdat juist de binnenstad het meest representatieve deel is van de stad, zou de gemeente dat graag veranderen. Hoewel de bijeenkomsten met de V&D tot nu toe geen resultaat hebben, vindt Den Dikken de TEEB-methode wel nuttig om met ondernemers in gesprek te raken. Hij merkt dat de vaak theoretische kengetallen een drempel vormen voor partijen om ook daadwerkelijk te erkennen dat ze baathouder zijn. De methode heeft nog een wat experimenteel karakter. De TEEB-methode zal beter worden geaccepteerd als in de nabije toekomst de aanvullende praktische ervaringscijfers beschikbaar komen die duidelijk tonen dat vergroening leidt tot omzetstijgingen, denkt hij. Ook helpt het als de TEEB-methode algemener gebruikt gaat worden door niet alleen de overheid maar ook door andere instellingen die het publieke belang dienen. (Zie ook blz. 39 Eindhoven; Vergroenen binnenstad.) Besparen Om te kunnen verdienen met groenbaten is het overigens niet altijd nodig om externe baathouders aan te spreken op een bijdrage. Ook door maatregelen te koppelen aan de activiteiten van andere (overheids)partijen of gemeentelijke afdelingen is het mogelijk om kosten te besparen. In de situatie van Almelo komen duidelijk besparingskansen naar voren. Bomen planten in de binnenstad is dan wel een dure aangelegenheid doordat kabels en leidingen verlegd moeten worden. Maar wanneer het planten van bomen gebeurd op een moment dat de kabels en leidingen toch aan vervanging toe zijn, komen de kosten al een stuk lager uit. Lydia Plant, beleidsmedewerker Milieu van Almelo beaamt dat plannen beter op elkaar moeten worden afgestemd. Op dit moment worden voor het opknappen van de binnenstad vijf planprocessen naast elkaar uitgevoerd. Gedurende de uitvoering van die plannen zoeken ambtenaren hier en daar al wel contact met elkaar, maar het komt ook voor dat belangrijke beslissingen al genomen zijn. Dat zou integraler kunnen. En ook in Zwolle zijn door gebruik van de TEEB-methode onverwachte besparingsmogelijkheden aan het licht gekomen. Baatberekeningen tonen daar aan dat de ontwikkeling van een 14 ha groot uitloopgebied gecombineerd met waterberging en beekherstel, van grote betekenis is voor de recreatieve belevingswaarde van de circa 10.000 mensen die werken in de kantoren, zorgcentra en onderwijsinstellingen in de aangrenzende locatie Oosterenk. Het uitloopgebied ligt er al, dus discussies daarover hoeven niet meer gevoerd te worden. Maar het zou logischer geweest zijn als het uitloopgebied integraal was ontwikkeld binnen de Grondexploitatie Oosterenk en niet op eigen kracht door de gemeente, concludeert Zwolle achteraf. Door als gemeente eerder aan te haken bij de doelen van het waterschap en de provincie had Zwolle kosten kunnen besparen (Zie ook blz. 37 Zwolle; Groenblauwe stadsrand.) 35

Factsheet Zwolle Zwolle Groenblauwe stadsrand Doel: Onderbouwing van de realisatie van een uitloopgebied dat niet is opgenomen binnen de grondexploitatie. 36 Verdien Project Oosterenk is een transformatiegebied: van kantoren naar mix met zorgeconomie (ca 65 ha). Zowel commerciële kantoren als semioverheids-, en zorg- en onderwijsinstellingen. Aansluitend is een ruim 14 ha groot multifunctioneel uitloopgebied gecreëerd, gecombineerd met beekherstel van de Westerveldse Aa en waterberging. Het project is gerealiseerd. TEEB-aanpak TEEB is ingezet als evaluatie. Baten zijn op verschillende punten tegen het licht gehouden: minder wateroverlast, minder zuiveringskosten, niet-gebruikswaarde natuur, meer klimaatveiligheid, meer gezondheid, meer recreatieve belevingswaarde, meer reistijdwinst langzaam verkeer, verbetering vestigingsklimaat. Resultaten Berekende baten: 2,86 miljoen Geschatte kosten: 1,86 miljoen Winstpakkers Recreatieve bereikbaarheid (bruggetjes) Toegankelijkheid (padenstelsel) Natuurontwikkeling in combinatie met waterberging Baathebbers Personeel op het bedrijventerrein Omwonenden Scholieren Leerresultaten Sommige baten waren ware eyeopeners. Gelet op de grote betekenis van het uitloopgebied voor de recreatieve belevingswaarde van de werknemers van Oosterenk (een baat van 2 miljoen), zou het logischer geweest zijn als het gebied integraal ontwikkeld was binnen de Grondexploitatie Oosterenk. Aangevuld met bijdragen vanuit het waterschap en de provincie om provinciale- en waterschapsdoelen te halen. Nu is het andersom gerealiseerd; op eigen kracht met een bijdrage vanuit de grondexploitatie. Vervolg De betrokken baathouders werken al gedurende het hele traject met elkaar samen en kennen elkaar goed. Partijen zijn ook bereid in een dergelijke nieuwe methodiek te stappen. Het gebied is ingericht. De participerende partijen zijn over het algemeen erg enthousiast. Ambassadeurs zijn nodig voor een verdere implementatie van de TEEB-methode in de organisatie. 37

Factsheet Eindhoven Eindhoven Vergroenen binnenstad Doel: Inzicht krijgen in de kosten/baten van de vergroening van de binnenstad. 38 Verdien Project Eindhoven, een van de groenste steden van Nederland (100 m 2 groen per woning), wordt niet als groen ervaren, mede omdat de binnenstad relatief groenarm is. Eindhoven wil haar binnenstad verder vergroenen. Binnen het masterplan zijn drie deelprojecten gedefinieerd. Het Catharinaplein (vergroening door aanplant bomen), het terrein Fens (herontwikkeling parkeerterrein tot park) en de Groene gevel (initiatieffase). Het Catharinaplein is inmiddels gerealiseerd. Terrein Fens is het meest gedetailleerd doorgerekend met de TEEB-tool. Het terrein vormt een schakel tussen het centrale winkelgebied en het aantrekkelijke winkelgebied de Bergen. Die schakel moet interessanter worden door inrichting als park. Het terrein is in de huidige situatie voornamelijk ingericht als parkeerterrein. TEEB-aanpak Voor besluitvorming zijn zowel de kosten- als de opbrengstenkant van de herinrichting doorgerekend. Er ontstaat een aantrekkelijke omgeving voor horeca-ondernemers ondermeer door de mogelijkheid om terrassen te vergroten. De verbeterde verbinding tussen centrum en De Bergen kan een toename van het aantal potentiële klanten opleveren. Voor omwonenden en de kantoren ontstaat een aantrekkelijke woon- en werkomgeving met recreatiemogelijkheden. Leerresultaten Eindhoven had al een business case gemaakt voor het vergroenen van dit terrein. De TEEBmethode maakte inzichtelijk dat de baten hoger zijn dan uit de eerdere business case is gebleken. De meer volledige benadering van TEEB en het meenemen van Resultaten Berekende baten: 2,5 miljoen Geschatte kosten: 1,5 miljoen Winstpakkers Omzetstijging horeca (terras) Waardestijging vastgoed Baathebbers Ondernemers Omwonenden en kantoren kleinere baten die samen toch relevant blijken te zijn, spelen daarbij een rol. De keuze voor contante waarde berekening accentueert het verschil tussen kosten en baten en versterkt het beeld dat vergroenen voordeel oplevert. Vervolg De resultaten van de methode vormen een prima basis om met de om het terrein gesitueerde ondernemers in gesprek te gaan over vormen van medefinanciering. De TEEB-methode blijkt waardevol te zijn. Eindhoven heeft het voornemen om bij toekomstige groenprojecten de methode vroegtijdig in te zetten, juist om baathouders betrokken te krijgen en te stimuleren medeverantwoordelijkheid te nemen. De feitelijke baten voor de stad zullen naar verwachting gunstiger zijn dan nu is berekend. De bijdrage van het herinrichtingsproject aan het groene imago van de stad als geheel is niet berekend, maar deze wordt in dit project wel als significant beschouwd. 39

ANWB blijft de overheid aanspreken op haar verantwoordelijkheid. Maar de tijd is voorbij van achterover leunen. Overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moeten samen de schouders er onder zetten. Guido van Woerkom, hoofddirecteur ANWB > Vervolg van TEEB Stad: Nieuwe financieringsmodellen voor stedelijk groen 40 Vervolg Nu de geldvoorraden van de overheid structureel krimpen, staan ook de budgetten voor groen onder druk. Bezuinigingen op groen kunnen echter leiden tot hogere kosten elders in de begroting, en tot waardevermindering van investeringen in bijvoorbeeld onroerend goed. Het is daarom zaak om alternatieve financieringsmodellen voor groen te zoeken. Johan van Zoest en André Everts zetten een aantal strategieën op een rij. Stedelijk groen is een kind van de Industriële Revolutie. In de snel groeiende, overbevolkte, door epidemieën en opstanden geteisterde industriesteden werd het belang van een wandeling in de frisse lucht al snel onderkend. De 19e eeuwse parken werden voornamelijk door private financiers - de upper class - aangelegd en onderhouden. Pas met de komst van de moderne staat in de 20 e eeuw nam de overheid de zorg voor het groen over. Vanaf de jaren 70 hanteerden gemeenten in telkens nieuwe ronden de kaasschaaf en begon het groenbeheer de pijn van bezuinigingen te voelen. Johan van Zoest gaat er niet van uit dat er opnieuw een situatie ontstaat zoals in de 19 e eeuw waarbij groen grotendeels een private aangelegenheid is. Al merkt hij wel dat de sociale democratie plaatsmaakt voor een meer liberale democatie. De staat zorgt qua voorzieningen voor een basisaanbod met basiskwaliteit het bouwbehangetje maar de extra s moeten komen uit de inbreng van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Er ontstaat een meer Angelsaksisch model. En dan is de grote vraag: hoe krijg je die burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties zover dat ze tijd en geld willen investeren in hun groen? Financiële alchemisten hebben een bijna oneindig aantal mechanismen bedacht om ondernemingen te financieren, allemaal met indrukwekkende benamingen, weet André Everts. Hij destilleert er vier strategieën voor gemeenten om extra geld en handjes voor het groen te genereren uit: uitbaten, PPS (Publiek Private Samenwerking), co-creatie en terugploegen van maatschappelijke baten. Strategie 1 Uitbaten en in rekening brengen Gemeenten kunnen, mits er betalende klanten zijn, op verschillende manieren inkomsten uit groen halen, bijvoorbeeld door het aanbieden van kleinschalige horeca-, vergader- en partymogelijkheden, verkoop van biomassa of voedsel, en het in rekening brengen van kosten (bijvoorbeeld de extra beheerkosten bij evenementen). Van Zoest: Een gemeente kan deze moneymakers zelf exploiteren, maar ook verpachten en de pacht innen. In dat laatste geval is het aan de huurder om het groen creatief te benutten bij het opwekken van een cash flow. Voorbeelden waarin deze strategie wordt toegepast zijn het Bryant Park in New York, de geitenboerderij in het Amsterdamse Bos en de Philips Fruittuin in Eindhoven. Strategie 2 PPS (Publiek Private Samenwerking) Een andere, veel toegepaste strategie is stedelijk groen aanleggen als onderdeel van een woningbouwproject waarbij overheid en private partijen een PPS (Publiek Private Samenwerking) aangaan. Everts: De overheid investeert in het bouwrijp maken van de grond, de private partijen in de vastgoedontwikkeling. De bouwwereld beseft heel goed het belang van openbaar groen in de woonomgeving en lijkt steeds vaker bereid dit zelf aan te leggen en in beheer te nemen. Uiteindelijk worden de kosten betaald door de kopers of de huurders van de woningen, bijvoorbeeld in de vorm van een verplichte bijdrage aan een vereniging van eigenaren (VVE). Op deze manier zijn bijvoorbeeld het groen in de wijk Bo0 in Malmö en in Canary Wharf in Londen gefinancierd. Everts wijst erop dat bovenstaande strategie ook nog op een andere manier kan worden toegepast. Via Value Capturing Finance investeert de overheid in nieuwe infrastructuur (bijvoorbeeld een tramlijn) of verbetering van de openbare ruimte, in de verwachting 41

Van Zoest wijst op de mogelijkheid om het bouwen te belasten vanwege het wegnemen van ecosysteemdiensten. Dat gebeurt in feite al bij heffingen op vastgoedontwikkeling zoals de Rotterdamse omslagregeling. Maar het is ook denkbaar zo n openruimteheffing te verankeren in de OZB. Een recente studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) suggereert om in de onroerende zaakbelasting niet alleen gebouwen, maar vooral het gebruikte land te belasten. Hoe verder Het zoeken naar nieuwe financieringsmogelijkheden voor stedelijk groen is een uitdaging, stellen Everts en Van Zoest. De mogelijkheden zijn talrijk (denk aan het (weer) mogen uitgeven van obligaties door gemeenten, aan rechtstreekse kleinschalige financiering door personen, aan het opkomende crowdfunding via internet). Voor alle financieringsoplossingen geldt dat het een kwestie is van maatwerk, combineren en onderhandelen. We staan pas aan het begin van deze ontwikkeling en dat betekent: behoedzaam experimenteren. Het gaat er in deze fase om ontwerpexperimenten uit te voeren met weinig risico. Een praktisch begin is om het bateninstrument TEEB Stad toe te passen voor een bepaalde proefperiode. Van Zoest: Het geeft gemeenten snel zicht op de verschillen met de conventionele rekenmodellen. En dat leidt gegarandeerd weer tot vervolgacties. Johan van Zoest werkt bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam en is daarnaast stadsecoloog in Den Haag en docent stedenbouw aan de TU Eindhoven. André Everts is planoloog en projectmanager Dienst Stedelijke Ontwikkeling bij de gemeente Den Haag. 42 Vervolg dat dit het aangrenzende vastgoed in waarde doet stijgen. De investering wordt dan terugverdiend via de extra OZB-inkomsten die dit oplevert. Strategie 3 Co-creatie: slimme duwtjes in de rug geven Verrassende collectieve acties zijn te verwachten wanneer het maatschappelijke middenveld wat meer ruimte krijgt, is de ervaring van Van Zoest. Traditioneel worden organisaties als musea, woningcorporaties, non-gouvernementele organisaties (ngo s, draaiend op subsidies, leden en donaties) en vrijwilligersorganisaties tot het maatschappelijk middenveld gerekend. Hier voegt zich nu een groeiend aantal social enterprises, ventures en MVO-bedrijven bij. Dit zijn ondernemingen die zich richten op maatschappelijke doelen, maar bedrijfsmatig opereren en de kracht van de markt gebruiken om hun sociale en groene agenda uit te voeren. Nu de overheid zich terugtrekt lijken de organisaties van het maatschappelijke middenveld zich om te vormen tot een soort maatschappelijke economie, die zich ook kan richten op het groen. Denk aan vrijwilligersorganisaties die op basis van meetbare resultaten worden gefinancierd door filantropen, sponsors of ideële investeerders. En er zijn ook bedrijven en buurten die groen in (zelf)beheer nemen of geld bijeen leggen voor het verbeteren van groen. Van Zoest weet dat in het Verenigd Koninkrijk nu de eerste stappen worden gezet naar een Community Right to Challenge: een organisatie die aantoonbaar bepaalde sociale doelen effectiever weet te bereiken dan de overheid, mag dat werk betaald overnemen. Iets dergelijks gebeurt ook al in Dordrecht: daar hebben de ondernemers op het bedrijvenpark Kill III het groenonderhoud van het terrein overgenomen van de gemeente. Strategie 4 Terugploegen maatschappelijke baten (TEEB) De meest vergaande vernieuwing is het terugploegen van de externe baten van het groen. Met het TEEB-Stad tool zijn zowel de baten als de baathouders van verbeteringen van groen te identificeren. Dat geeft de mogelijkheid om eventuele free riders en vervuilers te benaderen en compensatie te vragen. Een gemeente kan in groen investeren vanuit de verwachting dat die investering zich terugverdient in besparingen elders in de begroting, bijvoorbeeld in zorgkosten of waterbeheerkosten, zegt Everts. Hij beaamt dat daar risico s aan zitten: de verwachte besparingen die met het TEEB-bateninstrument zijn berekend, zullen in de praktijk nog moeten blijken. Garanties kunnen nooit worden gegeven. Maar aan de andere kant: het is een illusie te denken dat een politieke afweging kan worden gereduceerd tot een rekensom. Gemeentebesturen moeten kunnen beslissen over maatregelen op basis van aannemelijkheid. 43

Nawoord Aantekeningen 44 Nawoord De bijdrage van groen en natuur aan de stedelijke economie is inzichtelijk te maken. Dat maken de ervaringen met TEEB Stad duidelijk. De methodiek is in de basis redelijk eenvoudig, want feitelijk gaat het om een verbijzondering van de generiek toepasbare Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA). De grote winst is te halen door reeds in de ontwerpfase op zoek te gaan naar mogelijke baten van een groenontwikkeling. De uitkomsten laten zien dat een groene leefomgeving een groot netto maatschappelijk rendement oplevert, waar ook de biodiversiteit in meelift. Een uitnodiging dus om er veel gebruik van te maken. Toch zal de implementatie niet vanzelf gaan. Het vraagt een andere werkwijze dan doorgaans in ruimtelijke leefomgevingsplannen wordt gehanteerd. Het is daarom belangrijk om het instrument niet alleen te promoten, maar ook gemakkelijk toegankelijk te maken en mensen uit de praktijk te leren hoe ze het kunnen hanteren. Het TEEB-project is gestart als gezamenlijk initiatief van het Rijk en gemeenten. Inmiddels hebben verschillende organisaties aangegeven een rol te willen spelen in het vervolg. In enkele gevallen al heel concreet: De Groene Stad zet zich in voor de promotie als vervolg op de succesvolle campagne Groen Loont, CROW als kennisplatform openbare ruimte voor het toegankelijk en toepasbaar maken en Hogeschool CAH Almere voor de kennisoverdracht in de vakgroep Natuur Economie en Leefomgeving. Verder geeft Entente Florale Nederland in 2012 TEEB Stad een belangrijke plaats in de nationale groencompetitie. Een aantal gemeenten die deel hebben genomen aan TEEB Stad willen aan het project een vervolg geven in de zoektocht naar hoe het maatschappelijk rendement omgezet kan worden in (financiële) maatschappelijke participatie. Ook heeft zich nog een aantal gemeenten en partijen gemeld die graag in leergroepverband met een TEEB-excercitie aan de slag zouden willen gaan. Daarbij gaat het om beleggers, woningcorporaties, vastgoedontwikkelaars, gezondheidszorg, bedrijfsleven, sociale instellingen, waterschappen, grondbedrijven enzovoort. De TEEB-aanpak helpt om tot een constructieve dialoog te komen, waarin de som groter blijkt dan de delen. Daarnaast zijn er initiatieven waarbij samenwerking rond TEEB meerwaarde kan hebben. Zoals initiatieven die zich richten op de klimaatopgave, de kwaliteit van de bodem en stedelijke inrichting. Indien het project een vervolg krijgt verdient het aanbeveling om hier aansluiting bij te vinden. > De grote winst is te halen door reeds in de ontwerpfase op zoek te gaan naar mogelijke baten van een groenontwikkeling. 45 Groen in en om de stad is niet alleen een opgave voor gemeenten. De ervaringen hebben geleerd dat juist een brede en vroegtijdige betrokkenheid van partijen het beste resultaat oplevert.

Aantekeningen 46 47

Groen loont met TEEB Stad 48 Aantekeningen Elf gemeenten, twee ministeries (Economische Zaken, Landbouw & Innovatie en Infrastructuur & Milieu) en advies- en ingenieursbureau Witteveen + Bos werken sinds 2011 aan TEEB Stad. Zij ontwikkelden een instrument dat de economische en maatschappelijke waarde van groen, water en natuur in en om de stad zichtbaar maakt. En niet onbelangrijk, hoe er zorg voor te dragen dat de partijen die baat hebben bij de aanleg, omvorming naar groen en water, hieraan ook financieel bijdragen. De vertaling naar de praktijk vindt u in de cases van de deelnemende gemeenten. De ervaringen en uitkomsten van deze gemeenten kunnen als voorbeeld dienen bij inrichtingskeuzes en besluitvormingstrajecten in andere gemeenten. ISBN 9789081343992 - NUR 943 Eleven municipalities, two ministries (the Ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovation and the Ministry of Infrastructure and the Environment) and the engineering firm of Witteveen + Bos have been working on TEEB City since 2011. Together, they developed an instrument to reveal the social and economic value of ecosystems in and around the city. And, important as well, how to ensure that those who benefit from creating these natural habitats will also contribute to them financially. This publication provides answers to a number of questions. When do the benefits from the development of ecosystems become apparent? How can we recognise and ascertain these benefits? Who benefits from them, and how can they be involved as investors? As part of TEEB City, each participating city worked on its own case. The findings provided in this publication can be applied in the urban planning decision-making process in other municipalities. The English version of this publication is not available in hard copy but can be downloaded from www.degroenestad.nl / www.thegreencity.com Meer en actuele informatie over TEEB Stad kunt u vinden op www.degroenestad.nl

I1 Economie voor natuurwaardering uit 2004. "Of een groenplan meerwaarde heeft, wordt nu vaak alleen achteraf nagegaan'', is de ervaring van Ursula Kirchholtes van ingenieursbureau Witteveen+Bos. Als voorbeeld noemt ze de aanleg van een natuurgebied bij een stad. Op zich een prima initiatief, maar als er een drukke rondweg ligt, die de stad van het groen scheidt, zullen niet veel stedelingen de oversteek naar het natuurgebied maken. "En wat heb je er dan nog aan?': vraagt Kirchholtes zich af. 'Xls je in dit geval naderhand gaat rekenen met de baten, zullen die gering zijn: maar weinig mensen gebruiken het groen. Daarentegen zijn er wel hoge kosten gemaakt voor de aanleg van het natuurgebied. Tel je de hoge kosten en de geringe baten bij elkaar op, dan kom je uit op een negatief saldo. En dat is jammer en onnodig", vindt de ingenieur. Beter is om van tevoren te beredeneren tegen welke kosten en baten een maatschappelijk rendabel plan kan worden gerealiseerd. Met de daadwerkelijke berekening " van de kosten en baten kan het plan dan worden geoptimaliseerd. Waarna afsluitend wordt gekeken wie er profiteren van de baten van het plan en hoe deze baathouders betrokken kunnen worden als W investeerder. "Het gaat erom plannen s E eerst te beredeneren, dan te bereke- F nen en ten slotte te bekijken waar de I ' Ingenieursbedrijf Witteveen+Bos ontwikkelt in het project TEEB Stad een instrument waarmee zichtbaar wordt wanneer groen- en waterbaten ontstaan, hoe hoog die baten zijn en hoe baathouders betrokken kunnen worden als investeerder. "Redeneren, rekenen en verdienen, daar gaat het om", stelt Ur-. sula Kirchholtes. TEKST: JACQUELINE VAN WElTEN I FOTOGRAFIE: LU2 ARCHITECTEN, ANWB, GEMEENTE ROnERDAM EN GEMEENTE APELDOORN TU-campus Delft Groen bergt water, bevordert de gezondheid van mensen en maakt wijken leefbaar. Dat maakt dat groen niet alleen een kostenpost is, maar ook baten oplevert. In het project TEEB Stad (zie kader, pag. 12) werken twaalf gemeenten, twee ministeries en Witteveen+Bos aan een methode om de maatschappelijke baten van groenblauwe maatregelen als vanzelfsprekend mee te nemen in de gemeentelijke besluitvorming over inrichtingsplannen. Uitgangspunt voor het rekeninstrument, dat onderdeel is van de methode, is de leidraad voor de maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt gebruikt in het project TEEB Stad. Instrument Kirchholtes legt de werking van het TEEB-instrument uit aan de hand van een fictieve case; in dit geval een wijk waar wateroverlast écn van de problemen is. De aanleg van een nieuwe, betere groenblauwe structuur zorgt voor meer waterberging en een groter

- - Economie en kwalitatief beter recreatieareaal. Dit levert diverse baten op. Eén daarvan is het vermeden risico op wateroverlast: in plaats van één keer in de tien jaar, zulien de kelders van bedrijven en woningen in de wijk nog maar 6én keer in de honderd jaar onderlopen. Dat betekent een vermeden schade per jaar van 101.115, berekende Witteveen+Bos op basis van kengetalien. De baat op de lange termijn zal zelfs ruim anderhalf miljoen zijn. Omdat deze baten de kosten.ruim overstijgen, is de aanleg van een nieuwe, betere groenblauwe structuur een duurzaam project. Prof i j t De volgende vraag is dan: aan wie komen die baten ten goede en kunnen die baathouders op een of andere manier bijdragen in de kosten die voor de aanleg van de nieuwe groenblauwe structuur moeten worden gemaakt? In het geval van het fictieve voorbeeld doet Witteveen-tBos de gemeente en het waterschap de suggestie extra geld aan te trekken door bedrijven en bewoners in de wijk een rioolheffing en/of waterschapsheffing op te leggen. Zij hebben immers geen schade meer van ondergelopen kelders. Ook zou een gemeente geld uit kunnen sparen EEB staat voor The ~conomics of Ecosystems and Biodiversity en IS een internationaal samenwerkingsverand. Ook Nederland doel hieraan mee met het landelijke programma TEEB NL, waarvan TEEB Stad weer en onderdeel is. In TEEB Stad werken sinds 201 1 twaalf gemeenten (Almelo, Amsterdam, Apeldoorn, Amersen Zwolle), twee ministeries (het ethode geeft antwoorden op een aantal opeenvolgende vragen: wanneer ontstaan groen- en waterbaten?, hoe hoog zijn die baten?, wie zijn de baathouders en hoe kunnen zii betrokken worden als investeerder? Binnen TEEB Stad werkt elke deelnemende rremeente aan een eiaen case LOONT door te besluiten geen dure technische waterbergingsvoorziening aan te leggen, maar voor minder geld een kleinere waterberging te realiseren. Door tegelijkertijd te zorgen voor overloopruimte, bijvoorbeeld door sportvelden als waterberging te gebruiken als dat nodig is, kan tegen geringere kosten toch voldoende opvangcapaciteit worden gerealiseerd. Voor de tijdelijke opvqng van water op hun veld krijgen de sportverenigingen een vergoeding van de gemeente in de clubkas gestort. Dergelijke financieringsconstructies zullen gemeenten in de toekomst steeds vaker opstellen, denkt Henk Kuijpers, strategisch adviseur openbare ruimte in Apeldoorn, de gemeente die het project TEEB Stad aanvoert. "Overheden trekken zich terug, ze blijven wel faciliterend en regulerend aanwezig, maar meer verantwoordelijkheden worden neergelegd bij de samenleving. Van ontwikkelaars, bedrijven, burgers en gezondheidsorganisaties wordt een grotere bijdrage verwacht als het gaat om zaken als leefbaarheid, wonen, groen, natuur en water. Daarbij helpt een duidelijk economisch plaatje dat laat zien welke voordelen er zijn en dat transparant maakt welke partijen van die voordelen profijt hebben." F en baten in een vroeg stadium kan ai duidelijk maken dat bepaalde baten alleen mogelijk zijn als het planontwerp daarop wordt aangepast. Wil je bijvoorbeeld dat horeca-ondernemers, die graag een terras zouden willen inrichten bij hun zaak, baat hebben bij de nieuwe inrichting van een binnenstad, dan moet die terrasruimte wel in het ontwerp zitten en moet ook de omgeving rond de terrassen aantrekkelijk zijn ingericht. Pas je het ontwerp niet aan en hou je geen rekening met de behoeften van horeca-ondernemers, dan zullen zij ook niet bereid zijn mee te betalen aan de kosten. Door het inzicht in de kosten en de baten van een maatregel, zijn gemeenten zich er bewuster van geworden dat zij een partij zijn in een onderhandelingssituatie, meent Kirchholtes. "In het verleden investeerde de gemeente in groen en blauw en waren de baten voor de vastgoedeigenaren en de huurders. Gemeenten haalden er in het verleden niet alles uit:' Nu is dat aan het veranderen, constateert ze. "Het is niet meer vanzelfsprekend dat een ontwik- "Het is niet meer vanzelfsprekend dat een ontwikkelaar alles volbouwt en dat de kwaliteit daaronder lijdt" kelaar alles volbouwt en de kwaliteit van de leefomgeving erbij inschiet. Gemeenten zijn strenger geworden, ze merken dat een slechte woonomgeving de gemeente op kosten jaagt. En dat kan niet langer." O Sigarendoosberekening Zo'n plaatje hoeft ook niet per se meteen heel ingewikkeld en diepgaand te zijn, meent Kirchholtes. Soms is het verstandig eerst een sigarendoosberekenifig van een plan of een maatregel te maken. Op die manier kun je snel structuur brengen in de grote hoeveelheid aan informatie en gegevens die bij het maken van integrale plannen I ontstaat. "We gaan dan alleen uit van de g 2 belangrijkste problemen en zoeken naar g de maatregelen met de hoogste baten. I In de berekening doen we wat meer aannames. De uitkomsten zijn niet u g precies, maar geven wel een orde van grootte aan." g Een eerste, grove raming van de kosten Bij overtollige neerslag fungeert het Rotteri damse Zuiderpark als waterbuffer I

Delft doet mee aan TEEB Stad met het project Groenblauw, een plan voor Zuidoost dat woningbouw, waterberging en de aanleg van groen combineert. "Doordat iedereen zicht krijgt op de maatschappelijke baten ontstaat een onderhandelingssituatie. Met de uitruil van investeringen realiseren we nieuwe verdienmodellen", legt projectleider Maartje Scholten uit. "En dat is winst." Al lange tijd bestonden in Delft-Zuidoost piannen om circa vijfduizend woningen te bouwen. Een in 2010 uitgevoerde milieueffectrapportage (MER) bracht echter een aital knelpunten aan het licht. Door de bouw van extra woningen zou de waterbergingscapaciteit in het gebied nog verder tekortschieten. Ook zou de oppervlakte groen en natuur per inwoner verminderen met als gevolg aantasting vrui de leefbaarheid. Om die problemen te voorkomen riep de gemeenteraad betrokkenen op om integrale plannen te maken, waarin bouwen, groen en water met elkaar samenhangen. "Ontwikkelaars horen zo'n oproep met wantrouwen aan': vertelt Scholten, projectleider Groenblauw bij de gemeente Delft. "Want wat gaat dat dan kosten? Dat is de eerste vraag die wordt gesteld. Door met het project Groenblauw deel te nemen aan TEEB Stad (zie kader, pag. 15), hebben we een ommezwaai kunnen maken. In plaats van op de kosten, leggen we in dit project de nadruk op de baten: wat levert een plan op? En dan wordt het interessant." GROEN i LOONT Baten van maatregelen Voor heel Zuidoost berekende ingenieursbureau Witteveen+Bos de baten van zo'n 180 maatregelen, variërend van waterberging, middels kratten onder de weg, tot de aanleg van groene daken, en van het vergroenen van gevels tot het planten van zogenoemde vlinderlinten. Van elke maatregel is nagegaan wat het effect is op zes punten: toename van het woongenot, afname van wateroverlast, verbetering van de gezondheid door luchtkwaliteit, toename van recreatie, vermeden.verhuiskosten door toename van de sociale veiligheid en vermindering van het energieverbruik. "Over de hoogte van de baten ontstond weinig discussie tussen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het gebied': weet Scholten. "Misschien heeft dat te maken met Witteveen+Bos, dat als externe partij zonder belang te werk gaat." Uiteindelijk bleken de berekende baten ( 27 miljoen) de geschatte kosten ( 17 miljoen) ruimschoots te overschrijden. Het is een teken dat de maatregelen lonen, maar daarmee is nog niets gezegd over wie de kosten voor de uitvoering van die maatregelen gaat dragen. "En daar ligt een lastige opgave': heeft de proiectleider -. enraren. "Het is soms moeilijk aan te wijzen wie er baat heeft bij een bepaalde ingreep en in welke mate er profijt is. Het leverde in Delft in ieder geval veel gespreksstof op-- Want als je een park aanlegt, hebben dan alleen de bewoners van de huizen met uitzicht op het park daar profijt van? En kun je dat dan doorberekenen in een hogere WOZ-waarde? Of profiteren de huizen in een wijdere kring om het park ook mee en hoe verreken je dat dan? En wie heeft er baat bij groen ter verbetering van de luchtkwaliteit? Schone hcht houdt niet op bij een grens, daar profiteert iedereen van. Weerstand Scholten: "De eerste reactie is dan: groene gevels voor schone lucht, ja leuk, maar ik ga niet betalen voor de rest van de stad. En als het niet over lucht gaat, maar over waterberging, dan denkt een ander weer: waarom moet dat juist op mijn terrein worden gerealiseerd? Iedereen heeft het gevoel dat hij zelf het meest benadeeld wordt." Toch is die aanvankelijke weerstand wel te overwinnen, meent Scholten. "Het hielp dat iedereen zicht heeft op de maatschappelijke baten. Ondanks de discussie ontstond bij betrokken partijen toch een gevoel van rnedeverantwoordelijkheid. En wat zeker ook een grote rol speelde, is het feit dat partijen in het hele gebiedsontwikkelingstraject al lmger met elkaar samenwerkten en elkaar al goed kenden." Betrokkenen blijken na overleg en veel heen-en-weerpraten in een later stadium toch bereid te zijn om investeringen uit te ruilen. Op een gegeven moment kijken partijen verder dan alleen naar hun eigen belang en ontstaat een onderhandelingssituatie. "Dan wil een ontwikkelaar best zijn daken vergroenen om gedeeltelijk in de behoefte aan waterberging te voldoen, als de gemeente en hoogheemraadschap Delfland daar maar iets tegenover kunnen stellen': geeft Scholten als voorbeeld. Of dan ziet een partij als de TU Delft, eigenaar van de Botanische Tuin en van het Science Center, de naast haar terrein ingetekende waterberging niet langer als een beperking, maar als een kans. Een als waterpark ingerichte waterber- l5 Economie ging biedt immers ook mogelijkheden voor educatie en onderzoek. Pionieren Delft is echter nog niet zover dat de daadwerkelijke onderhandelingen ook al zijn gevoerd. Scholten: "We zijn aan het pionieren. Omdat, voor zover ik weet, nog niet zoveel gemeenten ervaring hebben met het uitruilen van investeringen tussen partijen in een integraal gebiedsontwikkeiingsproject, moeten we overal zelf een antwoord op vinden. En dat is soms best lastig." Van sommige situaties is al van tevoren duidelijk dat uitruilen van investeringen moeilijk ligt. Zo stelt studentenhuisvestigingsbednjf DUWO, in het gebied TU Midden- West, verbetering van het woongenot door vergroening v& de omgeving best op prijs, maar kan DUWO deze baten niet incasseren doordat de leefomgevingskwaliteit niet is meegenomen in het landelijke puntensysteem voor de verhuur van studentenkamers. Scholten: "De snelste, en misschien ook we1 de goedkoopste, oplossing zou zijn als je de kosten voor het hele plan van 17 djoen gewoon over alle betrokkenen gelijkelijk zou kunnen verdelen. Maar die gedachte is naïef. Zo werkt het niet. We moeten nog heel vee1 onderhandelen. Uiteindelijk zal dat nieuwe verdienmodellen opleveren voor een gedragen plan? O idmfnweflliiing TEEB STAD Ebi GiiOEhi LOONT! "TEEB Stad is met de ontwikkeling van een praktisch toepasbaar rekeninstrument een vervolg op de bewustwording van de waarde van groen, waarvoor de campagne Groen Loont! de basis heeft gelegd in 201 1." Dat vindt Henk Kuijpers, strategisch adviseur openbare ruimte van Apeldoorn, de gemeente die TEEB Stad aanvoert. De resultaten van TEER Stad zullen via de kanalen van de campagne Groen Loont! verder worden verspreid. Doel van beide projecten is dat de maatschappelijke en economische belangen van groen en natuur serieus worden meegenomen in de discussies over stedelijke ontwikkeling. In 201 1 namen een aantal partijen (Plant Publicity Holland, Branchevereniging VHG, Hoveniers Informatie Centrum, ANWB, Groenforum Nederland, Entente Florale Nederland, Productschap Tuinbouw, Bouwen met Groen en Glas en de Bomenstichting) het initiatief voor de campagne Groen Loont! Middels een boek, (digitale) nieuwsbrieven en congressen draagt de campagne uit dat groen een maatschappelijke -n economische investering is die zichzelf terugverdient.

y! $1, i!i Economie 19 Economie Gemeenten u- - - -. In TEEB Stad (zie kader) leren gemeenten aan de hand van een gebiedseigen project welke groenblauwe maatregelen baten opleveren, hoe hoog die baten zijn en wie daarvan profijt hebben. In totaal sloten elf gemeenten zich bij TEE6 Stad aan, waaronder Almelo, Apeldoorn en Haarlem. WAT IQ TEB@ difi uitd-l.&t grom p& rn~a&app~lasr;a an 7l33,fïîi~ EmarnLtwaf Exqwtms anrf $háiwmi. wa&f!v,-mrjqts'.bg. h. sflq 1 ty) 1o.mri I- sam~nwr&ing&v@rhmd.. waar- &.n&a. 3~~..t33~@. :cêim-pqp@ nfq 'q b ; w m - :a.mk hwmkmd rnmi I~EEB NY, 'EEB BW ding,.)n BB12 WW) In.%a.pmhttjH@3k&Bn. Rw'mw't b hi8-n &j om&&j. [n T m,w.mwn. & % i ( # bh~ulp. ym. &: EEMgfifle @R w&@@: a;am.g@#@i~,._..,.... 201 l ew ~ W fegilm&b. l ~rn~tg:&,:&xwqarni tg..&y&$&$ l.$ Dm H.mg; b&i@tilm, e/,dk#h,, &&@h, H&n~m$~l* &I&IZR* &&ml :MRta Heala?, Retiardam sn~wpi,f-e), twas rnin&s@ (M äflt@ln.m&~m,~h'm'$&& 1A::&.iwwd& ~riliiqtde van :.hprtï;.~&k.akenl Lwd'Ljww m in- &&t3 wbn @m#in& -.... :&w: l~@':~-dt~b@p+~.,d t.. rnud~.iiy M$ mlm&rk.;tb$in tr"ofra$h@u~ & MNi:mJ hap.rui p&h.a@: *h1 si )ia$ d&,ge~,mm* wfi #iq m tn~,nieuwbuw, Wlltev~!a~i@w.ar;l, m r;l,~b- hw.m di m e e tw~'ivrrpmjwt@%@tl;t3hwtv de 01m d@ rn&s-ih Wen ifm,~~~apuwe m I!$~#h3ur'$fim~~. naatmgexhm ais vrnz*&&, wm B. m h.& ~,:ap.~,~m,iid vmw.w@ muwdmmm. ~. ~ i W r n ffthhtlmg~!~m. I ~ ~ arllmm. mbl~r'&t.m&mwarp ist 9p rnw-m- L~PI~!,,& m e n M i : H TEE% m thiw TEEB W T h. ka fl,.- De projecten, waarop de elf deelnemende gemeenten de TEEB-methode toepassen, zijn divers: van groot tot klein en van reeds gerealiseerd tot plannen op -- papier - die nog tot uitvoering moeten worden gebracht. En terwijl sommige gemeenten nog aan het begin staan van het redeneren in baten, staan andere al op het punt om te onderhandelen met baathouders over de uitruil van investeringen. Een gemeente die zich nog in een vroege fase bevindt, is Almelo. Deze gemeente past de baatberekeningen vooral toe om te laten zien dat maatregelen onder de grond (het verleggen van kabels en leidingen om ruimte te geven aan boomwortels) grote gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit boven de grond. Met dat inzicht wil Almelo ervoor zorgen dat ondergrondthema's ook in andere plannen, zoals het bestemmingsplan, het integrale waterplan en de duumaamheidsvisie, aan de orde komen en de aandacht krijgen die ze verdienen. Profijt Hoewel in Almelo de TEEB-methode in eerste instantie wordt aangewend om gemeentelijke afdelingen en beleidsterreinen meer en integraler'te laten samenwerken, is er ook aandacht voor externe partijen die profijt hebben van maatregelen, maar de kosten daarvan niet of maar zeer beperkt dragen. Gedwongen door bezuinigingen kan de gemeente niet meer de voornaamste investeerder zijn en zullen kosten in de nabije toekomst eerlijker moeten worden verdeeld. Dit geldt ook voor de gemeenten Apeldoorn en Haarlem. Apeldoorn lilt de baten berekenen van het bijna gerealiseerde park Zuidbroek. Met deze ervaring wil ze bij gebiedsontwikkelingen in de toekomst voor wat betreft het groen steviger in haar schoenen staan. Het feit dat van groen vaak alleen de kosten in ogenschouw worden genomen, levert het groen een zwakke onderhandelingspositie op. Door meer nadruk te leggen op de baten van groen kan de gemeente het ontwikkelingsspel in de toekomst anders spelen. En dat is ook precies de bedoeling van Rob van Doorn, wethouder Duurzaamheid van de gemeente Haarlem. Pas als je de baten van groen in harde euro's kunt aantonen, word je een serieuze gesprekspartner, merkt hij. Hierna komt de stap om investeringen uit te ruilen en nieuwe verdienmodeilen te realiseren. Dat dit nog niet zo eenvoudig is, ondervindt de gemeente Delft op dit moment in het project Groenblauw in Delft-Zuidoost. "Het is pionieren': zegt projectleider Maartje Scholten. Hoewel er succesvolle voorbeelden zijn te noemen waarin externe partijen meefinancieren, blijft het bij elk gebiedsontwikkelingsproject een zoektocht naar de mogelijkheden en heeft de gemeente niet altijd de rniddelen om meefinancieren af te dwingen. I

Economie bomen leveren de 43 winkeliers over een periode van veertig jaar een baat op van maar liefst 2,7 miljoen euro. Als je dit verhaal duidelijk kunt uitleggen aan ondernemers, kun je winkeliers wellicht zover krijgen dat ze samen met de gemeente investeren in de aanplant van bomen." Bovendien ligt er een mogelijkheid om de kosten te verhalen op het kabels- en leidingenbedrijf dat door de slordige aanleg de kosten veroorzaakt. Zover is het nog niet. Lydia Plant, beleidsmedewerker Milieu van de gemeente Almelo, en Jaya Sicco Smit, beleidsmedewerker Bodem en On- dergrond van de provincie Overijssel, willen er nu vooral voor zorgen dat het thema ondergrond als vanzelfsprekend vroegtijdig aandacht krijgt in ruimtelijke planprocessen. Want dat kan beter. Op dit moment worden voor het opknappen van de binnenstad vijf planprocessen naast elkaar uitgevoerd, variërend van een stedelijke visie op de binnenstad tot een plan met de titel Waterboulevard en Verbindende pleinen. Plant: "Gedurende de uitvoering van die plannen zoeken ambtenaren hier en daar wel contact met elkaar, omdat de plannen op elkaar moeten aansluiten, maar het komt ook voor dat belangrijke beslissingen al zijn genomen:' Dat zou integraler kunnen, vindt ze. "Ondergrondbeleid is nog iets nieuws en levert veel voordeel op als het meer verankerd wordt in bestaand beleid. Doordat we nu die baten in geld kunnen uitdrukken, hoop ik dat gemeentelijke afdelingen beseffen dat de ondergrond onderdeel is van de fysieke leefomgeving. En dat je, juist door maatregelen te nemen in de ondergrond, sneller die ruimtelijke kwaliteit kunt behalen die we als gemeente voor ogen hebben." O Apeldoorn: Almelo: De gemeente Almelo en de provincie Overijssel willen de kwaliteit van de binnenstad verbeteren en betrekken daarbij nadrukkelijk de ondergrond. Het idee is dat ondergrondse maatregelen de ruimtelijke kwaliteit boven de grond verbeteren en dus baten opleveren. Inzicht in die baten moet ertoe leiden dat het thema ondergrond meer aandacht krijgt in bestaand beleid. + -t De gemeente Apeldoorn kampt op dit moment met grote financiële tekorten. De aanleg van het geplande park Zuidbroek vindt daarom in vertraagd tempo plaats. Door nu de baten te benoemen en te kijken welke partijen profiteren, ziet de gemeente kansen om het ontwikkelingsspel anders te spelen. Er is te weinig groen en water, bahes of andere mogelijkheden die het aantrekkelijk maken om even in de binnenstad te verblijven. Ook de kwaliteit van de bebouwing en het winkelaanbod houdt niet over. Kortom, de binnenstad van Almelo kan wel een opknapbeurt gebruiken. Met het idee dat ondergrondse maatregelen de ruimtelijke kwaliteit boven de grond verbeteren, berekende Witteveen+Bos, in opdracht van de provincie Overijssel, de baten van drie verschillende maatregelen door. Een van de maatregelen is om bomen aan te planten in de binnenstad. Met bomen ziet de binnenstad er een stuk aantrekkelijker uit en neemt bovendien de betalingsbereidheid van consumenten toe, toont onderzoek aan. In een winkel met groen in de nabijheid blijken consumenten bereid hogere prijzen te betalen voor producten. En dat levert winkeliers meer omzet en winst op. Aanplanten dus die bomen. Toen echter gekeken werd op welke plekken in de binnenstad die bomen moesten komen, bleek de ondergrond vol te liggen met kabels en leidingen. Verleggen zou een hoge kostenpost betekenen en het pian om bomen te planten, werd steeds aarzelender bekeken, omdat het als te duur werd beschouwd. Forse kosten "Een kostenpost van zes ton voor het aanplanten van dertig bomen is inder: daad behoorlijk forsn, zegt Ursula Kirchholtes van Witteveen+Bos. "Maar zet je daar de baten tegenover, dan levert dat een heel ander plaatje op. Die dertig. t * I...

23 Economie Groen is goed voor de gezondheid van mensen, het verbetert de luchtkwaliteit en het zorgt ervoor dat huizen in waarde stijgen. Ja, dat is aannemelijk, maar dergelijke beweringen zijn te algemeen, vindt JoIanda van Sikkelerus, Programmamanager van de gemeente Apeldoorn. "Er zijn wel globale berekeningen gemaakt over de baten van natuurgebied de Veluwe. Daarnaast wordt ook in de campagne Groen Loont! uitgelegd welke economische waarde groen heeft, maar die gegevens zijn niet specifiek toepasbaar op Apeldoornse situaties. En daar zocht ik naar." Apeldoorn liet daarom de baten van het park Zuidbroek doorrekenen in het TEEB Stadproject. Het circa dertig ha grote park, dat onderdeel is van 'De Groene Mal', aan de noordoostkant van ApeIdoorn, grenst aan de bestaande wijk Zevenhuizen en de nieuwbouwwijk Zuidbroek. Uit de door Ruben Abma van Witteveen+Bos gemaakte berekeningen blijkt dat het woongenot door de aanleg van het park toeneemt. Maar liefst 84 procent van de totale baten zijn het gevolg.van het feit dat mensen het prettiger vinden in de nabijheid van groen. De woz-waarde van de bestaande huizen en de verkoopwaarde van de nieuwbouwhuizen is voor acht procent toe te schrijven aan de aanwezigheid van groen. Voor woningen binnen een straal van vierhonderd meter vanaf de parkrand is dit aandeel zes procent. "Dat zijn aardige cijfers': zegt Van Sikkelerus. Bovendien verbetert het park de recreatieve belevingswaarde, levert het pad door het park fietsers tijdwinst op om de stad vanaf het buitengebied te bereiken en wordt waterschade aan omringende landbouwgronden en een nabijliggend bedrijventerrein vermeden, omdat in het park een waterberging wordt gerealiseerd. 'X1 deze baten zijn in harde euro's zichtbaar gemaakt en onderbouwd." Scherper "Het is een hele klus om het allemaal uit te zoeken, maar een dergelijke berekening levert interessante resultaten op': vindt Van Sikkelerus. "En die kennis is macht. Het biedt gemeenten kansen om het ontwikkelingsspel anders te spelen? Bij de aanleg van het park Zuidbroek wordt de hoogste baat gevormd door de toename van het woongenot. "Als je dat weet, kan een gemeente scherper onderhandelen met ontwikkelaars. Omdat je beter kunt aantonen wat de waarde van het park is voor huizen die aan de rand daarvan komen te liggen, word je onderhandelingspositie steviger." Op dit moment wordt het park Zuidbroek aangelegd, maar is de aangrenzende woningbouw door de crisis stilgevallen. Nu de gemeente beter zicht heeft op de baten, wil ze kijken of belanghebbenden alsnog verleid kunnen worden om mee te investeren in het park "Er is immers een wederzijds belang': stelt Van Sikkelerus. "Weliicht kan het park als een motor fungeren die de woningverkoop vlottrekt." Ook wil Apeldoorn de resultaten meenemen in de strategische agenda die de gemeente gaat opstelien. "Vanwege de herprogrammering wordt de bouw van achthonderd woningen geschrapt, maar waar is nog onduidelijk Nu we weten wat een groene woonomgeving waard is, willen we dat groen als ahegingsfactor meenemen." Dus juist wel huizen blijven bouwen rond groen, want die woningen verkopen beter en hebben bovendien een hogere waarde. Het wordt ook tijd dat gemeenten op een andere manier gaan communiceren over de ontwikkeling van groene gebieden, vindt Van Sikkelerus. Ze wil het niet meer alleen over de kosten hebben, maar wil juist ook naar de baten wijzen. Als je dat doet, komen er ook meer partijen (ontwikkelaars, de horeca, winkeliers, zorginstellingen en verzekeraars) in aanmerking om te betrekken bij de ontwikkeling van een gebied, denkt ze. Ze beseft dat het in deze tijd van economische neergang wellicht lastig ligt om partijen te laten bijdragen aan gebiedsontwikkeling. "Maar het is ook gewoon noodzaak. De gemeentebegroting loopt leeg. We moeten kijken wie geëigende partijen zijn om mee samen te werken bij gebiedsontwikkeling." I Wethouder Van Doorn (Haarlem): l Haarlem wil de Kleverlaanzone groener en toegankelijker maken. Vooral voor de inwoners van de nabijgelegen, stenige Indische buurt zal dat een vooruitgang zijn, is de verwachting. Door de baten van de groene ingrepen te berekenen, kijkt Haarlem of die aanname klopt. De wethouder is positief over deze manier van gebiedsontwikkeling: "Groen is geen sluitpost meer." Doordat Spaarnelanden, het beheer- en onderhoudsbedrijf van de openbare ruimte in ~aarlem, de stadckweekhim in Haarlem-Noord gaat verlaten, kan dit terrein een nieuwe invulling krijgen. Voor de gemeente is het tevens een mooie gelegenheid om de stadskweektuin (4,2 ha) met drie andere groene deelgebieden in de buurt (een begraafplaats, 9,6 ha), de Schoterveenpolder (8,6 ha) en een sportcomplex (vier ha) te verbinden tot de Kleverlaanzone en de gebruikswaarde ervan te verhogen. Uit een enquête blijkt dat burgers het gebied groen en open willen houden. De gemeente sluit zich daarbij aan en stelt een plan op. In de stadskweektuin is ruimte om meer groen aan te planten en wordt onderzocht of vestiging van horeca, een duurzaamheidscentrum en een beperkt aantal zelfvoorzienende woningen mogelijk is. Door het begraafpark beter te intduiten met een aantal nieuwe entrees kan het in de toekomst als wandelgebied gaan fungeren. En de Schoterveenpolder bestaat deels uit poldergebied en is deels in gebruik voor woningbouw. De verwachting is dat de herontwikkeling van het gebied vooral ten goede zal komen aan de omwonenden, met name aan de inwoners uit de nabijgelegen, stenige Indische buurt. Op dit moment rekent ingenieursbureau Witteveen+Bos uit wat de baten van bovenstaande veranderingen zijn. Bestuurlijke voordelen "Zodra het over geld gaat, gaan de oren open en heb je de aandacht: is de ervaring van Diana Bakboord, beleidsmedewerker Groen en Openbare Ruimte. Hoewel ze de uitkomsten van die berekeningen nog niet in handen heeft, verwacht ze dat de kennis over de baten een positieve impuls voor het groen betekent. "Als je kunt aantonen wat de baten van groen zijn, word je een serieuze gesprekspartner voor andere partijen: merkt ze. Ze heeft Rob van Doorn, wethouder Duurzaamheid van Haarlem, daarom al vroeg over het TEEB-project aangesproken en hem er vanaf het begin bij betrokken. Door de baten van groen paraat te hebben, kan hij voor het groen mee'blijven praten en dat versterkt zijn positie, vindt Bakboord. Van Doorn is het daarmee eens. "Bouwen en ontwikkelen doe je niet aileen met asfalt en steen, maar ook met groen. Juist die bomen en struiken leveren meerwaarde op. Dus moet je het over groen al in een vroeg stadium van de planvorming hebben: het is geen sluitpost meet? Dat Haarlem de baten van groene maatregelen ook wil inpassen in de structuurvisie sluit daarop aan. Om zover te komen, moet het denken in baten wel breed worden gedragen in de gemeentelijke organisatie, stelt Bakboord. Wil je weten wat de heronhikkeling van de Kleverlaanzone tot een groen recreatief verbiijfsgebied oplevert, dan moeten vergelijkingen worden gemaakt met wat bijvoorbeeld woningbouw oplevert. 'Voorheen was die vergelijking van groen met rood een vergelijking van appels met peren, maar de TEEB-methode is te gebruiken als een instrument dat vergelijken wél mogelijk maakt. In Haarlem willen we dat met de planeconoom nu eens ga& doorrekenen." O

Dit levert de openbare ruimte nu écht op Van onderbuikgevoel -.. PUBLICATIE 2: 'Groen loont met TEEB Stad' TEE& Stad - 'Wc rnoelen 20 procent bezuinigen op het beheer valt dc opcnbare ruimte.' 'Waarom? Het levert meer op dan het kost.' - 'Oh? Hoeveel dan?' 3 'Nou...' Bovenstaande fictieve conversatie is natuurlijk enorm zwart-wlt, kort door de bocht en generaliserend. Maar het is in grote lijnen wel de werkelijkheid voor de beheerder anno 2012. Twee publlcatles, onlangs ultgebracht, richten zich expliciet op de baten van de openbare ruimte.. 8 8,, Rudi Engel Gemeente Eindhoven TEEB Stad (The Economics OF Ecosystems and Biodiversity) is een samenwerkingsverband tussen verschillende overheden en marktpartijen over het 'redeneren. rekenen en verdienen met de baten van natuur en water'. Henk Kuijpers, strategisch adviseur openbare ruimte bij de gemeente Apeldoorn: 'We zoeken hiermee nadrukkeliik de samenwerking met de publicatie van CROW. Zii agenderen het thema ruimtebreed; TEEB-stad geef: e;concreet handen en voeten aan. De is bedoeld als rekeninstrument waarmee de maatschappelii k-economische voordelen van natuur en water inzichteliik gemaakt worden. Uit de praktiikcases in de bliiken de rnaotschappeliike baten 1,5 tot 2 keer hoger te zijn dan de kosten.' 'Er wordt al jaren met rnaatschappeliike kosten-batenanalyses gewerkt in sectoren als verkeer en vervoer. Zo heeft het Riik eens laten berekenen welke waarde er aan het oo tiid rilden van treinen hangt. gor he openbare ruimte waren dat soort kengetallen er echter nooit.' Aan het woord is Harro Verhoeven, projectmanager bij CROW. De nieuwste CROW-publicatie, 'Baten van de openbare ruimte', bevat die kengetallen wél, zodat de kosten en opbrengsten van een ooen bare-ruimte~roiect tegenaver elkaar &et kunnen worden. Verhoeven: 'Tot op heden wordt er vooral gewerkt met budgetten die in de iaren zo gegroeid zijn: "We hebben zoveel bomen, groen en asfalt, PUBLICATIE 1: 'Baten voor de openbare ruimte' CIIOW wat kost het om dat te onderhouden en kan het goedkoper dan vorig jaar?" Zo werd er kort door de bocht geredeneerd - en dan ging de kaasschaaf erover. Maar de beheerders zelf zaten ondertussen met onderbuikge voelens: "De openbare ruimte is wél de entree van de stad en heeft een regionale(winkel] functie." Alleen konden ze het niet hardmaken, dus verloren ze de discussie.' GA MET ELKAAR OM DE TAFEL Dat moet me! Publicatie 3 12 verleden tild worden. Althans, het moet een andere denkrichting in gang zetten.'maar hebben gemeenten daar wel behoefte aan? Er moet immers domweg - liefst op de korte termijn - bezuinigd worden. 'Precies. En juist dáárom past deze publicatie zo goed bij deze tiid', zegt Verhoe ven. 'Het robl leem is hiermee immers niet meer 100 procent eigendom van de gemeente, want de gemeente is ook aantoonbaar niet de enige batenhouder. Een wijkbewoner zit wellicht liever voor de tv dan dat hij participeert in het aanleggen van luxere beplanting, maar door die opwaardering van de wiik wordt ziin huis wel meer waard en neemt de sociale cohesie toe. Met deze kennis - dit soort voorbeelden ziin vmrgerekend in de publicatie - kan de gemeente het gesprek aangaan met in dit geval de bewoners, en kunnen de taken beter verdeeld worden. En daardoor nemen de kosten af. Ga dus met elkaar om tafel en richt het proiect zo in dat zo veel rnogeliik partiien er baat bil hebben. Dat past ook goed bii de manier van werken die de overheid nastreeft.' STARTSCHOT Verhoeven benadrukt dat deze publicatie niet een afgerond Droces. maar een startschot is. Het veizamelen van data en dat omzetten naar (exactere] kengetallen is immers een ontwikkeling die zeker de komende jaren nog voortaezet " zal worden. Voor het opstellen van die kengetallen werkt CROW samen met advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos. Verhoeven: 'Zij waren de opdrachtnemer en hebben voor heel veel gemeenten de kwaliteit van de openbare ruimte gemeten aan de hand van beeldkwaliteiten van zichzelf en CROW, maar bijvoorbeeld ook van het CBS en criminaliteitsciifers uit de Politiemonitor. Daar kwamen relaties uit naar voren: deze wiik heeft én een hogere kwaliteit én lagere criminaliteitscijfers. Is dat nu een toevallige relatie, of keren ze zo vaak terug dat je mag concluderen dat het één op'éen met elkaar samenhangt? Dat is een heel karwei en we zijn er nog lang niet. Zo hebben we het vermoeden dat zwerfafval een teken is dat een wiik aan het verloederen is, het begin van een negatieve tendens. Dat hebben we alleen nog niet in ciifers weten te vat- ten. Daar hebben we meer data voor nodig.' 'Dit is een begin om op meer onderbouwde manier te gaan discussiëren over welk budget ie moet besteden aan de inrichting en het beheer van de openbare ruimte', vervolgt de proiectmanager. 'Bedenk ie bovendien ook altijd dat dit een denkrichting is en dat de situatie van jouw wiik of gemeente kan verschillen van het gemiddelde. Denk zelf logisch na. De komende iaren zal CROW zich focussen op hoe ie de kwaliteit van de buitenruimte nog beter kunt meten, en met het verzamelen van data. Dan kunnen we over een aantal jaren de publicatie nog crm overdoen voor een nóa " betrouwbaarder beeld.' Een belangrijk leerpunt voor Kuil pers is dat de rollen veranderen. Zoals die van de land~cha~sarchitect. Kuijpers: 'Hij wordt meer oniwerper-begeleider, alsmede regisseur Van het ontwerpproces. Hii laat zien hoe het óók kan. Het spel wordt minder elitair, het wordt meer een open proces waarbii de Iands~ha~sarchitect een ondersteunende rol heeft. En om misverstanden te voorkomen: dat is nog steeds een erg belangrijke rol. Ziin kwaliteit moet liggen in het maken van verbindingen en daarmee moet hii aantonen dat er win-wins ontstaan. Analyseren en integreren. Meer vanuit de baten en waardetoevoeging denken.' 'Op dezelfde manier wordt de planeconoom omgevingseconoom', vervolgt Kuiipers. 'Hii kijkt over de grenzen heen in plaats van náár de grenzen. Kortom: er ontstaan andere rollen, het spel wordt anders. Dat levert nieuwe energie en nieuwe inzichten op. De organisatie van het ruimiegebruik is niet meer alleen een zaak van de overheid. Het is een samenspel van partners en belangen waarbij de overheid wisselende rollen heeft. TEEB Stad kan helpen bii het zichtbaar maken van de meerwaarde van slim samenwerken, en uitnodigen tot participeren in investeringen waar dat eerder niet zo gebruikeliik was. Daar worden de afzonderlijke partijen én de samenleving beter van.' In de van TEEB Stad staan naast rekenvoorbeelden en allerhande achtergrondinformatie ook acht praktiikvoorbeelden waar de baten al zijn meegenomen in de berekeningen. Twee van die f. L voorbeelden volgen hiernaast...i?....-........ -.....-...v 28 stedeliik interieur > iaargong 9 oa, 2012 - v. -

PRAKTIJKCASE 1: 'Vergroenen binnenstad Eindhoven' In Eindhoven waren ze al met de baten van de o~enbare ruimte bezig voordat TEEB bestond. Zo werd onderzoek gedaan naar de zogenaamde green spots. Een van die plekken is het Cath~rina~lein, waar onlangs bomen geplaatst zijn om het plein een mediterrane uitstraling te geven. Roel den Dikken, programmaleider Groen bii de gemeente Eindhoven: 'De omgevingskwaliteit voor winkels en wonin-.. gen alsmede de omzet van horeca nemen daardoor toe. In totaal heb ie het dan over 48.000 euro aan jaarlijkse baten, waarvan iaarliiks 43.000 euro in die laatste categorie valt. Verder neemt de omgevingskwaliteit - dit uit zich in omzetstijging - voor winkels toe met iaarliiks 4.000 euro en die van woningen met jaarlijks 1.000 euro. Daarnaast zijn er de eenmalige baten von 64.000 euro: 47.000 euro voor de stijging van de WOZ-waarde en 17.000 euro voor het verwerken van het hemelwater, de riolering wordt daardoor immers ontzien. TEEB berekende hier een break-evensituatie voor, maar als ie zaken als de moeiliik te meten toename van ie imago meerekent, kom ie zelfs op een positief saldo uit.' Jaren geleden werd het Catharinaplein ook al eens aangepakt, zii het zonder batenberekening. 'En toen is het groen uit de plannen gestreept. Dat had nooit mogen gebeuren. Met TEEB hebben we tegenwoordig een extra argument achter de hand om een vergroening overeind te houden gedurende het hele proces van initiatief tot realisatie. Het weglaten van groen - dat vaak genoemd wordt als een mogelijke bezuinigingsoptie in het proces - kost immers geld, bliikt uit TEEB.' Een ander Eindhovens voorbeeld is het terrein Fens, een parkeerterrein dat wordt omgetoverd tot een park. TEEB rekende voor dat tegenover 2 milioen euro aan investeringen 2,6 miljoen euro aan baten slaat. In onderstaand overzicht heeft Den Dikken alle iaarliikse inkomsten omgezet in een contante waarde, waardoor ze bii elkaar opgeteld kunnen worden: Opvangen hemelwater: Toename woongenot: Toename luchtkwaliteit: Waardestiiging woningen: Waarde~tii~ing kantoren: Inkornstenstiiging horeca: 85.000 euro 716.000 euro 10.400 euro 220.000 euro 158.000 euro 1,4 milioen euro [contante waárde door terrasuitbreidingen en de daaraan gekoppelde omzetstijging) Hoewel gemeenten nu dus kunnen berekenen wat de (globale) baten zijn, is het een tweede om de batenhouders ook daadwerkeliik bii te laten dragen aan de investering. Een goed voorbeeld daarvan is de V&D in het centrum. Den Dikken: 'Het warenhuis staat in een groenarme straat en het profiel van die straat is zo smal dat er geen plek is voor bomen of ander groen. De VAD heeft een kale gevel die we graag zouden vergroenen. We rekenden uit dat ze daardoor een ornzetstiiging van 3 procent zouden realiseren en een stiiging op het resultaat van 5 1 procent, waardoor de investering van zo'n 300.000 euro in een maand of 3, 4 terugverdiend zou ziin: We hebben die berekening vervolgens bij de V&D neergelegd, maar de raad van bestuur zegt andere prioriteiten te hebben. Het is niet hun core business.' Toch denkt Den Dikken dat het nog wel om zal slaan. 'De methode moet meer gemeengoed worden, dan gaan dit soort partijen wel overstag. Een ondernemer vervangt immers ook ziin snijmachine als die kapot is, want die is nodig om geld te verdienen. Hetzelfde geldt voor particulieren en corporaties: het is aantoonbaar dat een woning met een kwalitatief groene omgeving beter verkoopt. Dat hoor ie 1 overal. Het is een kwestie van tiid voordat men doorkriigt dat eigen investeringen doen in de buitenruimte loont.' PRAKTIJKCASE 2: 'Groenblauw Delft Zuidoost' In Delft Zuidoost wordt de bouw van 5.000 woningen gecombineerd met waterberging en de aanleg van groen. De baten die TEEB daarbij voorrekent, komen neer op 27 miljoen euro; 10 miljoen euro meer dan de kosten: De baten staan, in volgorde van - grootte,. in de onderstaande gratiek. Ondanks deze sprekende getallen moet je je daar volgens Maartie Scholten, senior projectleider gebiedsontwikkeling bil de gemeente Delft, niet op blindstaren. 'Voor de rapportage zelf waren de exacte cijfers niet zo relevant. Men fixeert zich bil zo'n tool al snel op de ciiferties, maar daar richtte de discussie zich in ons geval niet op. Wii overzicht baten project Groenblauw toename woongenoi afname wateroverlast verbetering luchtkwaliteit toename recreatie toename sociale veiligheid minder energieverbruik l - hebben het overzicht van baten vooral gebruikt om met alle stakeholders de discussie te voeren over verantwoordelii kheden en financiering.' Toch is de tool wel degeliik nuitig, geeft Scholten aan. 'Als onderbouwing is het heel waardevol om uit te drukken wat iets op zal brengen. Bovendien hebben wii de tool bii dit ~roiect 8 8, niet vooraf 'als beslisinstrument ingezet, maar achteraf om onze ideeën te toetsen. Ik denk dat TEEB vooral waardevol zal ziin wanneer je het tiidens de planfase inzet. We gaan het dan ook zeker vaker " aebruiken in de toekomst. Een tweede stap daarbij is dan uiteraard de batenhouders ook daodwerkeliik mee te laten financieren.' 431 I m: 7 ' '1 m a i.<... -.-. -... -. ---. -.-- ---.-......- 30 sledeliik interieur > porgang Q 3 oa a 2012 -