^ ^ ^ 1))^ provincie ^ ^ groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegronlngen.nl info@provinciegroningen.nl ^ ^ ^ ^ ^ K Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail ^H z Onderwerp 1 9 ' Cf} onn 2013-06256/7/A.26, JGD 444643 Jong F.M. de (050)316 4388 f.m.de. onq(5)provincieqroninqen.nl Resultaten stappen 1 en 2 Routekaart Transitieplan zorg voor jeugd en vervolgstappen provinciale samenwerking in 2013-2014 Geachte dames en heren, 1/) oe Met dit schrijven informeren wij u over de stand van zaken ten aanzien van de transitie Jeugdzorg voor het regionale traject. Zoals u weet, zal er per 2015 een stelselwijziging zorg voor jeugd plaatsvinden, waarbij alle jeugdzorgtaken van de provincie overgeheveld zullen worden naar gemeenten. Per brief van 17 april 2012 hebben wij u geïnformeerd over het landelijke en regionale transitietraject en u ter informatie de 'Routekaart Transitieplan zorg voor de jeugd voor alle gemeenten in de provincie Groningen' doen toekomen waarin de processtappen, de activiteiten en de planning voor de transitie tot 2016 zijn opgenomen. Na vaststelling van deze routekaart in alle colleges van B en W en GS zijn in 2012 de stappen 1 en 2 uitgevoerd door de begeleidingsorganisatie onder leiding van een externe procesbegeleider. Zoals ook in de Routekaart afgesproken, is het resultaat van deze 2 stappen voorgelegd aan alle colleges van B en W en GS. Wij hebben aangegeven u op de hoogte te houden van ons regionale traject; dat doen wij bij deze. 06-HB-SG-001 UI In 2012 is door alle gemeenten en de provincie gewerkt aan de stappen 1 en 2 van de Routekaart. Dit heeft geresulteerd in negen thema's voor de samenwerkingsagenda voor de Groninger gemeenten in 2013 en 2014. Om deze thema's in de komende 2 jaar gezamenlijk met elkaar uit te werken wordt een gedegen programmaorganisatie voorgesteld. In deze brief zullen wij kort het idee achter de voorgenomen transitie schetsen en de noodzaak tot gemeentelijke samenwerking. Vervolgens worden de resultaten van stappen 1 en 2 Routekaart Transitieplan uiteengezet. Ten slotte worden de vervolgstappen voor de samenwerking geschetst en de provinciale rol hierin. Kanteling van het jeugdstelsel Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugd en opvoedhulp. Gemeenten hebben als taak om hulp en zorg aan gezinnen zoveel mogelijk in de natuurlijke omgeving van jeugdigen en hun gezinnen bijeen te brengen, met ondersteuning vanuit diezelfde natuurlijke sociale omgeving. Het is niet eenvoudig om deze verandering te realiseren. Er moet veel werk in zeer korte -mn die iijn vastgelegd 'm eon handvest v rst u opvragen bij de afdeimg Communicai:.
tijd verricht worden. Het goed beleggen van de bestuurlijke verantwoordelijkheid is hier een onderdeel van. Een ander aspect is het vorm geven aan een nieuw inhoudelijk fundament, namelijk het recht op jeugdzorg dat verandert in een recht op veilige leefomgeving en passende ondersteuning. Uitdaging voor gemeenten is om bij hulp en ondersteuning zoveel mogelijk uit te gaan van het benutten van mogelijkheden en de kracht van jeugdigen, opvoeders en de sociale omgeving. Er bestaat bij alle gemeenten veel enthousiasme voor de filosofie die ten grondslag ligt aan de transitie en transformatie van de jeugdzorg omdat de transformatie de kans biedt om de hulp dichter bij kinderen en gezinnen en integraal te organiseren, zonder te lange wachttijden, bureaucratie en verkokering en uitgaande van de eigen mogelijkheden van kinderen en gezinnen. Tegelijkertijd kunnen ook de ontwikkelingen van het Passend Onderwijs, de decentralisatie AWBZ-begeleiding en de Participatiewet in samenhang met de vernieuwing in het jeugdstelsel worden opgepakt of afgestemd. Juist deze integrale werkwijze rond gezinnen biedt veel kansen. Een risico vormt de aanzienlijke bezuiniging waarmee de invoering van de nieuwe wet op de Jeugdzorg gepaard gaat. Dat betekent dat gemeenten oplossingen moeten vinden om de groei in de gespecialiseerde jeugdzorg te verminderen, de efficiency te verhogen en de zorg te vernieuwen. Die veranderingen zullen gevolgen hebben voor het huidige aanbod. Routekaart Transitie: samenwerking levert winst op De Groninger gemeenten en de provincie Groningen hebben in 2012 besloten om deze uitdaging gezamenlijk aan te gaan vanuit het besef dat we elkaar nodig hebben bij het voorbereiden van deze transitie. Voor het veranderproces is de "Routekaart transitieplan zorg voor de jeugd in de Provincie Groningen" vastgesteld. De samenwerking van de Groninger gemeenten en provincie in het Routekaart proces transitie heeft belangrijke mijlpalen opgeleverd. De Groninger gemeenten hebben de verwachting dat samenwerking bij deze voorbereidingsoperatie noodzakelijk is en hen helpt om deze omvangrijke en complexe klus tijdig te klaren, maar ook omdat die gezamenlijke samenwerking ons een betere positie geeft ten opzichte van grote spelers. Samenwerking is daarnaast ook noodzakelijk voor uitvoering van sommige onderdelen van de nieuwe zorg voor de jeugd. Het Rijk verwacht van gemeenten dat er in september 2013 helderheid is op welke wijze gemeenten bovenlokaal gaan samenwerken bij de uitvoering van enkele specialistische taken: zoals jeugdbescherming, jeugdreclassering en gesloten jeugdzorg. Eerste resultaten Routekaart Transitieplan Zorg voor de jeugd: samenwerkingsagenda 2013-12014 In 2012 is door alle gemeenten en provincie gewerkt aan de eerste twee stappen zoals we hebben afgesproken in de Routekaart Transitieplan zorg voor de jeugd Groningen. Het resultaat van deze stappen levert een inhoudelijk voorstel op van negen thema's voor de samenwerkingsagenda voor de Groninger gemeenten in 2013 en 2014. We onderscheiden twee soorten samenwerking: thema's waarin we gezamenlijk beleid formuleren en instrumenten ontwikkelen ten behoeve van lokale of regionale uitvoering en thema's waarin we ons ook voorbereiden op de gezamenlijke uitvoering of gezamenlijk opdrachtgeverschap. Het bestuurlijk kader voor deze samenwerkingsagenda is het Bestuursakkoord Jeugd 2013-2016 dat onlangs is vastgesteld tussen de provincie Groningen en de 23 Groninger gemeenten. Hierin is onder meer afgesproken dat de gezamenlijke gemeenten verder samenwerken aan de transitie en transformatie van de jeugdzorg volgens de 'Routekaart transitieplan zorg voor de jeugd Groningen'.
Foto bestaande situatie Er is in 2012 een inventarisatie gemaakt van de bestaande situatie van de zorg voor de jeugd in de provincie Groningen. Deze inventarisatie is een belangrijke eerste stap om tot een kwantitatief beeld te komen van de jeugdzorg; het geeft zicht op het aantal en type instellingen in de jeugdzorg, het zorggebruik, zorgaanbod en inkoopprocessen. De inventarisatie is nog niet volledig en zal aangevuld worden met (landelijke) cijfers over unieke aantallen jeugdigen per zorgvorm per gemeente. Contouren toekomstige inrichting zorg voor de jeugd Op basis van inhoudelijke werkbladen en een werkboek die lokaal en regionaal behandeld is, is tijdens de bestuurlijke bijeenkomsten afgesproken welke thema's op de samenwerkingsagenda voor 2013 en 2014 moeten staan. Het betreft onderstaande thema's en verder te ontwikkelen opdrachten. 1. Pedagogische civil society: Dit zijn de gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen en het versterken van de eigen kracht van ouders en kinderen. Afgesproken is om de basisprincipes met betrekking tot de pedagogische civil society nog verder met elkaar uit te werken en hier lokaal invulling aan te geven. 2. Basis voorzieningen: doorslaggevend voor het succes van de transitie wordt een sterke 'nulde' en eerste lijn waarin ouders en gezinnen zich gesteund bij de opvoeding weten en kinderen zich positief kunnen ontwikkelen. Afgesproken is om in 2013 een gezamenlijk analyse-instrument te ontwikkelen op grond waarvan objectief getoetst kan worden of de basisvoorzieningen in de gemeenten toereikend (zowel kwantitatief als kwalitatief) zijn. 3. Signaleringsproces: vanuit het oogpunt van uniformiteit, rechtsgelijkheid, transparantie efficiency en effectiviteit is het wenselijk dat er één signaleringsproces wordt ingericht. In 2013 zal er een onderzoek worden uitgevoerd naar de haalbaarheid van de inzet van één signaleringsysteem. 4. Basismodel toegang voorzieningen en uitgangspunten: een groep van bestuurders van Groningse zorgaanbieders heeft hierbij op ons verzoek gezamenlijk een model ontwikkeld voor de toegang tot voorzieningen. Burgers Nabije voorzieningen Ondersteuning, hulp en zorg Specialistische hulpen zorg, met diverse disciplines: - Jeugdhulp - J-CCZ - J-LVB JB/JR etc. (inclusief drang & dwang) RvdK Veiligheidshuis Sociale dienst fc> OM/ZM \j j/'' Pedagogische civil society T Opvoeden versterken 2 Versterking or>dersteurten 3 Opvoeden overnemen
Dit model is gebruikt voor de discussie in drie bestuurlijke werkconferenties. Er bestaat bij de 23 gemeenten consensus over het basismodel inrichting van de toegang tot ondersteuning en hulp. Afgesproken is om dit model gezamenlijk verder uit te werken met inachtneming van het uitgangspunt dat de feitelijke organisatie en inrichting van de toegang naar zorg en hulpverlening uiteindelijk een lokale verantwoordelijkheid is. De uitwerking heeft betrekking op de volgende kernpunten van het basismodel: Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en competenties van generalisten in de eerste lijn. De inzet van specialisten in de tweede lijn ter ondersteuning van generalisten in de eerste lijn. Het ontwikkelen van een uniforme werkwijze waarmee een brede intake kan worden uitgevoerd waarin ook de veiligheidsaspecten meegenomen worden van een jeugdige en zijn omgeving. Het ontwikkelen van een uniforme werkwijze voor het uitvoeren van casusregie en doorzettingsmacht. Specialistische zorg, gedwongen kader, gesloten jeugdzorg en 24uurs bereikbaarheid/crisisdienst: dit betreft zorg bedoeld voor jeugdigen met specifieke en ernstige problemen. Afgesproken is dat kennis over deze zorgvormen nodig is om te kunnen bepalen op welk samenwerkingsniveau afspraken worden gemaakt. Er zal in de loop van 2013 nog aanvullende informatie vanuit het landelijke overheid komen over de eisen die er gesteld gaan worden aan deze inrichting. We hebben vier concrete opdrachten geformuleerd die we in 2013 en 2014 verder uitwerken: Het ontwikkelen van Groningse zorgprofielen die gebruikt kunnen worden voor het ontwikkelen van innovatieve zorgarrangementen en inkoop. Het in kaart brengen van de verschillende zorgvormen van de huidige specialistische zorg. Het inventariseren van bestaande zorgroutes. Onderzoeken hoe prikkels kunnen worden ingebouwd die een stimulerend effect hebben voor het realiseren van de gewenste beweging van de tweede lijn naar de eerste en nulde lijn. Op grond hiervan beoordelen in hoeverre het noodzakelijk is om provinciale/regionale uitvoeringsafspraken te maken. Het uitwerken van varianten waarin specifieke specialistische zorgvormen, gedwongen zorgvormen (JB/JR) en 24-uursbereikbaarheid het best op provinciaal niveau (of zelf bovenprovinciaal niveau) kunnen worden georganiseerd binnen de gestelde wettelijke kaders. Contracteren van zorgvormen: in 2013 zullen we de gemeenten onderzoeken op welke terreinen ze samen willen werken met betrekking tot het contracteren van zorg en hoe deze samenwerking het beste kan worden georganiseerd. Overigens ligt hier een relatie met de decentraliseringstaak AWBZ begeleiding voor de hand. Solidariteit: gemeenten zijn het eens dat onevenwichtige financiële gevolgen voor gemeenten onderling gecompenseerd zouden moeten worden op basis van solidaire verrekening. Het gaat hierbij om financiële gevolgen die ontstaan op basis van bovengemiddelde deelname van jeugdigen aan dure gespecialiseerde jeugdvoorzieningen. In 2013 wordt er een voorstel uitgewerkt met betrekking tot het toepassen van het solidariteitsprincipe. Dit zal plaatsvinden nadat duidelijkheid bestaat over het financieel verdeelmodel dat landelijk medio 2013 klaar is. Kwaliteit, toezicht en prestatie-indicatoren: i^ooralsnog gaan we op provinciaal niveau samen werken op het gebied van kwaliteit, toezicht en prestatieindicatoren. De wetgeving geeft veel kaders en voorschriften op deze punten.
9. Afstemming ontwikkelingen passend onderwijs: in het Bestuurlijk Provinciale Afstemmingsoverleg Passend Onderwijs is er afgesproken om in 2013 de volgende opdrachten uit te werken: Bepalen welke gezamenlijke thema's op de samenwerkingsagenda worden geplaatst die de verbinding tussen zorg voor de jeugd en passend onderwijs aangaan. Bepalen op welke schaal en in welke structuur de uitwerking van de gezamenlijke thema's moet plaatsvinden. Programmaorganisatie voor vervolgstappen Al deze thema's en opdrachten willen gemeenten en provincie in de komende 2 jaar gezamenlijk met elkaar uitwerken. Om dit te realiseren én de gezamenlijke uitvoering van de zorg voor de jeugd voor te bereiden is een gedegen programmaorganisatie nodig met voldoende bestuudijk draagvlak en commitment van alle 23 gemeenten. De programmaorganisatie valt onder de verantwoordelijkheid van een stuurgroep die bestaat uit acht regiovertegenwoordigende wethouders (die namens de acht regio's opereren) en de gedeputeerde van de provincie Groningen. De programma-uitvoering gebeurt door een programmamanager, met ambtelijke inzet vanuit de Groninger gemeenten, de provincie en het zorgkantoor. De provincie heeft vanuit haar voortrekkersrol het opstellen van de routekaart transitieplan, volledig gefinancierd. Om gemeenten maximaal in staat te stellen om de regie over de transformatie van de zorg voor de jeugd op te pakken heeft de provincie ook een flinke bijdrage (de helft van de uiteindelijk gerealiseerde kosten) geleverd aan de stappen 1 en 2. Passend bij de overdragende rol van de provincie in de transitie gaan nu de gemeenten de vervolgstappen financieren. De provincie zal voor de programmaorganisatie wel ambtelijke inzet en een secretariaat leveren. Ook zal zij haar rol als penvoerder voor externe opdrachten nog blijven uitvoeren tot zij deze kan overdragen aan de samenwerkende gemeenten, maar uitedijk tot 1 oktober 2013. Hoe verder? De inhoudelijke resultaten zijn goede stappen richting een succesvolle transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. Ook de voorgestelde programmaorganisatie is een goede stap om de complexe en grote opgave voor de komende jaren te kunnen uitvoeren. De provincie heeft bij veel inhoudelijke onderdelen vanuit haar kennis en expertise een bijdrage geleverd en zal dat ook in de komende 2 jaar blijven doen om een warme overdracht van haar taken mogelijk te maken. Ons doel is nu om op de bijrijderstoel mee te doen en in 2014 op de achterbank te gaan zitten, waarna we in 2015 uitstappen. Gemeenten gaan bepalen hoe zij haar nieuwe taken en verantwoordelijkheden in gaan vullen, waarbij wij het van belang vinden dat zij blijven samenwerken zowel in het formuleren en ontwikkelen van gezamenlijk beleid en instrumenten ten behoeve van lokale of regionale uitvoering als in het voorbereiden op de gezamenlijke uitvoering of gezamenlijk opdrachtgeverschap.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter. secretaris