[ Oefeningen Week 7 Teken grafisch de stroom door de belasting en de stroom geleverd door de secundaire wikkeling. D3 (wo H~ D4 *-l Dl -r- ~OD 11 u,
Oefensessies Blok 2 Wk 7 Oefeninq Bereken voor de volgende belastingssituatie het vereiste PB- profiel als - N (5b = 140~ mm Teken het dwarskrachtendiagram en het momentendiagram 4kN 5kN ~._._._._._._._._._._._._._.-.-.-.-.-. ~, :~ 5m tskn ~ 35m ~ ' ~ Opl: PB 140
Oefensessies Blok 2 WK7 Oef Geg: Een staaldraad met een lengte van 2 m heeft e,encirkelvormige normaaldoorsnede met een middellijn van 10 mmo De draad wordt op trek belast met een kracht F= 2000N. Bereken de verlenging die in de draad optreedt en de specifieke verlenging? Opl: E:= 0,00012 :J ',; Jt =- \- 't' t.- - 2:.ÓeQO N 1< i-dcx0 {1'\xY1 \,ö )( E - ( "T. $) x?~ 000 V Lf J = 0 tl{~5 ~ ~ At._:::: L CD,2Lf25 -::: 0, oéjo A2 loccj
[ Oefeningen Week 8 Verklaar volgende schakeling. Bouw de waarheidstabel op en geef zijn functie. 12V R Dl Ua---f D2 Ub---r Ue DJ Uu 1 Ge~f het uitgangsignaal van volgende schakeling. D R,-L, ;; " 4jv; 2J, Uu
Oefensessies Blok 2 Wk 8 Oefenin~ q = 5 kn/m ~ 1=5m ~ a) Teken het dwarskrachten en momentendiagram van de belaste staaf. Controleer of een stalen PB-320 profiel St70-2 voldoet aan de toelaatbare buigspanningindien crb= 0,8at. b) Geef ook de maximale doorbuiging voor dit profiel.
Oefen sessies blok 2 Wk8 Oef: Geg: Hoe groot moet de trekkracht zijn om een stalen staaf met een middellijn van 10 mm en een lengte van 2 m, 1 mm te rekken? Opl: Ft = 8246,7 N
OEFENSESSE: ELEKTRSCHE MACHNES - WSSELSTROOMMACHNES lvrg~<j 1. Een Dahlander motor heeft in zijn hoogste snelheid 4 polen. Bereken de synchrone toerentallen voor de hoogste en laagste snelheid. De motor is aangesloten op het Belgische driefasennet. 2. Welke schijnbaar vermogen moet een driefasige generator van een noodaggregaat hebben als volgende belasting dient gevoed te worden? U = 3x400 V - P= 15 kw - cos phi = 0,75 Een tweede generator moét een zelfde belasting voeden, maar U = 3x692 V 3. Een 4-polige asynchrone motor (11 kw) is aangesloten in driehoek op een driefasig 400 V net. Bij nominale belasting bedraagt het toerental 1460 tr/min. Bereken de procentuele slip van deze motor. Hoeveel is de nominale lijnstroom indien ] = 0,86 en cos cp= 0,89? kortsluitstroom bij de nominale spanning. 4. Een kooiankermotor heeft in nominale snelheid een toerental van 960 tr/min. Hoeveel polen heeft deze motor? 5. Een 2-polige sleepringankermotor heeft een rotorwikkelingsweerstand van 40mO. De zelfinductiecoëfficiënt van een rotorwikkeling bedraagt 0,32 mh. Bereken de rotoraanfoopweerstand zodat het aanloopkoppel maximaal is. Maximaal aanloopkoppel treedt op als totale rotorweerstand = totale rotorinductantie (bij stilstand). 6. Dezelfde motor uit opgave 5 heeft een transformatieverhouding van 6. Hij is in ster geschakeld en aangesloten op een driefasennet (400V - 50Hz). Bereken de rotorstroom bij stilstand (met ingeschakelde rotorweerstand) en bij nominaal toerental, wetende dat de slip 3% bedraagt. 7. Een driefasige kooimotor met 3 polen is in driehoek aangesloten op 400V - 50 Hz. Bij nominale belasting bedraagt de slip 4% en zijn geleverd vermogen 11kW. De totale statorverliezen bedragen bij vol/ast 5%. Via een gelijkstroommeting is vastgesteld dat elke statorwikkeling een weerstand heeft van 0,40. De motor heeft een rendement van 0,91 en een arbeidsfactor van 0,85 (bij vollast). Bereken: a. De opgenomen lijnstroom bij vollast. b. De ijzerverliezen en koperverliezen van de stator. c. Het luchtspleetvermogen. d. De ijzervetliezen en koperverliezen in de rotor.
OEFENSESSE: ELEKTRSCHE MACHNES - WSSELSTROOMMACHNES 1. Een Dahlander motor heeft in zijn hoogste snelheid 4 polen. Bereken de synchrone toerentallen voor de hoogste en laagste snelheid. De motor is aangesloten op het Belgische driefasennet. ns= f/p ". met f = 50 Hz en p = 2 Hoogste snelheid = Laagste snelheid = 1500 tr/min 750 tr/min 2. Welke schijnbaar vermogen moet een driefasige generator van een noodaggregaat hebben als volgende belasting dient gevoed te worden? U = 3x400 V - P= 15 kw - cos phi = 0,75 Een tweede generator moet een zelfde belasting voeden, maar U = 3x692 V s = P / cosep Maw. S is onafhankelijk (in dit geval) van de spanning) S is dus in beide gevallen identiek en = 20 kva 3. Een 4-polige asynchrone motor (11kW) is aangesloten in driehoek op een driefasig 400 V net. Bij nominale belasting bedraagt het toerental 1460 tr/min. Bereken de procentuele slip van deze motor. Hoeveel is de nominale lijnstroom indien ')= 0,86 en cos ep= 0,89? kortsluitstroom bij de nominale spanning. s% = (ns - nr)/ns n = Pn/(')*coscp*U*"3) s% = n= - 2,67 20,74 A 4. Een kooiankermotor heeft in nominale snelheid een toerental van 960 tr/min. Hoeveel polen heeft deze motor? Aantal polen = 6 5. Een 2-polige sleepringankermotor heeft een rotorwikkelingsweerstand van 40mO. De zelfinductiecoëfficiënt van een rotorwikkeling bedraagt 0,32 mh. Bereken de rotoraanloopweerstand zodat het aanloopkoppel maximaal is. Maximaal aanloopkoppel treedt op als totale rotorweerstand = totale rotorinductantie (bij stilstand):' Xre = 2 * P * f/p * L Raan= Xre - Rr Xre = Raan= 100,5 mo 60,5 mo ~ 6. Dezelfde motor uit opgave 5 heeft een transformatieverhouding van 6. Hij is in ster geschakeld en aangesloten op een driefasennet (400V - 50Hz). Bereken de rotorstroom bij stilstand (met ingeschakelde rotorweerstand) en bij nominaal toerental, wetende dat de slip 3% bedraagt. Ere = Ep/k Er = s * Ere Er= Z * r Xr=s*Xre Zr2= X/ + Rr2 Ere = Em = Zre = Zm = 38 V 1 V 117 mo 40 mo re= m= 328 A 29 A 7. Een driefasige kooimotor met 3 polen is in driehoek aangesloten op 400V - 50 Hz. Bij nominale belasting bedraagt de slip 4% en zijn geleverd vermogen 11kW. De totale statorverliezen bedragen bij vollast 5%. Via een gelijkstroommeting is vastgesteld dat elke statorwikkeling een weerstand heeft van 0,40. De motor heeft een rendement van 0,91 en een arbeidsfactor van 0,85 (bij vollast). Bereken: a. De opgenomen lijnstroom bij vollast. b. De ijzerverliezen en koperverliezen van de stator. c. Het luchtspleetvermogen. d. De ijzerverhezenen koperverhezenin de rotor. 11= Peu = P,= Pr= 21 A 292 W 11484 W 484 W Pfe = Peu= Pfe= 604 W 459 W 24W