Oefensessies. Blok 2 Wk3

Transcriptie

1 Oefensessies Blok 2 Wk3 Oef 1 Een trekstaaf met een rechthoekige normaaldoorsnede wordt belast door een kracht van 80 knode toelaatbare trekspanning in het materiaal bedraagt ;'t = 100 ~. De mm lengte en de breedte van de normaaldoorsnede verhouden zich als I:b = 2:1. Bepaal. de lengte en de breedte van de normaaldoorsnede. Opl: b = 20 mm I = 40 mm Oef 2 Een staalkabel bestaat uit 104 stalen draadjes met een middellijn van 1,4 mmo De" kabel wordt belast met een kracht van 15 knobereken de optredende trekspanning in de kafbel? Opl: Ut= 93,8 ~ mm2 :J

2 Oefensessies blok 2 WK 3 Oef: Bepaal voor de volgende passingen de speelruimte en / of de klemming. Stel deze passingen voor op een figuur. PassinÇJ Nominale maat N Tolerantie as T Maximale maat as M Minimale maat as m Bovenste afw. As es Onderste afw. As ei Tolerantie naaf T Maximale maat naaf M Minimale maat naaf m Bovenste afw. Naaf ES Onderste afw. Naaf EI Maximale speelruimte SM Minimale speelruimte Sm Maximale klemminçjkm Minimale klemminçjkm Benaminq van de passing - Oplossingen: ~ Passin~ Maximale speelruimte SM Minimale speelruimte Sm Maximale klemming KM Minimale klemming Km Benaming van de passing / / 79IJm 47 IJm passing met klemmin

3 Oefensessies blok 2 WK 3 Oef: Bepaal voor de volgende passingen de speelruimte en / of de klemming. Stel deze passingen voor op een figuur. Passing Nominale maat N Tolerantie as T Maximale maat as M Minimale maat as m Bovenste afw. As es Onderste afw. As ei Tolerantie naaf T Maximale maat naaf M Minimale maat naaf m Bovenste afw. Naaf ES Onderste afw. Naaf EI Maximale speelruimte SM Minimale speelruimte Sm Maximale klemminq KM Minimale klemming Km Benaming van de passing Oplossingen: Passing Maximale speelruimte SM / Minimale speelruimte Sm /, Maximale klemming KM 79IJm Minimale klemminq Km 47 IJm Benaming van de passing passing met klemminq ;)

4 I Oefeningen Week 3 Geef de kleurcode (4 banden) voor een weerstand van: % 4k7Q 5% % :! % : %-. - Geef de kleurcode (5 banden) voor een weerstand % 8,2MO 2% 820mO 1%. 4702% 33kO 2% JI :x Geef de waarde van de weerstand met code: Bruin, rood, oranje, goud Bruin, rood, rood, goud, rood Grijs, rood, bruin, goud Bruin, bruin, bruin, bruin, bruin Blauw, grijs, oranje, goud ;,. Kunnen volgende waarden voorkomen? %: 11005%: 11002%: Geel, violet, blauw, zilver: Geel, violet, blauw, zilver, groen:

5 OEFENINGEN WEEK 3 Teken de grafische voorstelling van een weerstand van 47k Q: Bepaal grafisch het instelpunt van Rx: -+ Bepaal het instelpunt van de opgave als we de spanning halveren. 07 Bepaal het instelpunt van de opgave als we de voorschakelweerstand verdubbelen. I.. u= 12 Rv = 3600 Rx= 1800 b

6 OEFENSESSIE: ELEKTRISCHE MACHINES - DC motoren \AJ2/WJ 1. Bereken de totaliteit van ijzerverliezen en mechanische verliezen van een DG-motor met onafhankelijke bekrachtiging. Op het kenplaatje van de motor vind je volgende gegevens: Un = 460V - In = 84 A - Ra = 0,1 Ohm - n = 3440 tr/min - Tn = 95,8 Nm Pe = W Pm = W Pv = 3426 W 2. Een shuntvvikkelingheeft een weerstand van 312 Ohm. De netspanning bedraagt 230V. Bereken de stroom door de magneetvvikkeling.hoe groot is de stroom als je respectievelijk 10 Ohm, 100 Ohm en 500 Ohm plaatst. Hoeveel bedraagt het koppel nu in vergelijking met de originele situatie bij gelijke ankerstroom? (Veronderstellineare B~Hcurve) Ie = 0,74 A T = 100 % le (10) = 0,71 T (10) = 97 % le(100) = 0,56 T(100)= 76% le (500) = 0,28 T (500) = 38 % 3. Het nuttige vermogen van een onafhankelijk bekrachtigde motor wordt in het labo gemeten met een rem. Als de rem in evenwicht is, lees je op de dynamometer een kracht af van 1110 N. De momentsarm van de remkracht tot de motoras bedraagt 500 mmohet kenplaatje van de motor vertoont volgende gegevens: Ua = 520 V - la = 282 A - n = 2400 tr/min - If = 9.,44A - Uf = 180 V. Bereken het rendement van de motor bij nominaal toerental. Pe = W Pm = W n = 0,94 4. Een shuntmotor die aangesloten is op een spanning van 600 V neemt bij vollast een ankerstroom op van 45,5 A. Het rendement van de motor bedraagt 88%. Hoe groot is het ontwikkelde koppel als de nominale rotatiefrequentie 3010 tr/min bedraagt? Pe = W Pm = W Tn = 76 Nm 5. Door een seriewikkeling van 1 Ohm vloeit 10 A. We veronderstellen dat deze ankerstroom niet wijzigt. Hoe groot wordt nu de magnetisatiestroom doorheen deze wikkeling als je respectievelijk een veldweerstand plaatst van 1 Ohm, 9 Ohm en 49 Ohm bij deze seriemotor? la = 10 A ;; 1(1)= 5A I (9) = 9 A I (49) = 9,8 A 6. In een catalogus vind je de volgende gegevens van een motor met onafhankelijke bekrachtiging: Un = 400V - la = 16,5A. De weerstandsmeting van de ankerwikkeling geeft je een resultaat van 1,5 Ohm (bij 20 G). In bedrijf veronderstellen we een temperatuur van de wikkeling van 60oG.Bij nominale rotatiefrequentie bedragen de ijzerverliezen en mechanische verliezen 341 W. Hoe groot is het vermogen aan de as van de motor? Pe = 6600 W Ra = 1,74 Ohm Peu = 472 W Pfe+v = 341 Pm = 5787 W 7. Het nominaal vermogen van de veldwikkeling van een onafhankelijk bekrachtigde motor bedraagt 27W. Welke weerstand heeft deze veldwikkeling als de nominale bekrachtigingsspanning 230 V is? R = 1959 Ohm