ZANDHOVE ROUTE 2,0 km Landschapspark in Engelse stijl; afwisselende open velden, waterpartijen, oud en nieuw bos. Verrassend veel verschillende bomen, vogels en planten. Fotocamera mee! Na afloop kan bij het verzorgingscentrum Zandhove een kopje koffie gedronken worden. Route niet getest door Groen & Handicap. De route is gevuld door Nico Broek in de periode maart-juni. Dit is dan ook de beste tijd dat de wandeling het best tot zijn recht komt. 20 17
Zandhove 2 3 1 4 5 8 6 7
Zandhove Hoe kom ik bij het startpunt? Het park bevindt zich aan de zuidzijde van Zwolle. Neem vanaf de N337 (Zwolle-Wijhe) de afslag Hollewandse weg. Volg deze en ga bij de rotonde rechtdoor. De eerst volgende afslag rechts het landgoed op en parkeren. Fietsen kunnen bij het verzorgingscentrum (verpleeghuis) gestald worden. De start is bij het routebord en volgt gedeeltelijk de oranje route. Let dus goed op of je bij de splitsingen nog nog goed loopt. Afstand tot volgende punt: 80 m Sla aan het eind van de meidoornhaag rechtsaf het bos in. Afstand tot volgende punt: 300 m 8 Veldje 1 Reigerkolonie Afstand tot volgende punt: 80 m De route niet meer volgen maar rechts af slaan. Einde van de route Afstand tot volgende punt: 70 m 2 Nestkasten Afstand tot volgende punt: 200 m 3 Vleermuizen Afstand tot volgende punt: 200 m Sla links af en ga het bospad in. Afstand tot volgende punt: 50 m 4 Naaldbomen Afstand tot volgende punt: 200 m 5 Mammoetbomen Afstand tot volgende punt: 150 m 6 Koekoekslaantje Afstand tot volgende punt: 250 m Sla rechts af en volg het pad langs de meidoornhaag Afstand tot volgende punt: 180 m 7 Open plek Afstand tot volgende punt: 80 m
Zandhove 2,0 km 1 Reigerkolonie Reigerkolonie Reigers komen alleen in het bos om te broeden, hoog in de (nog kale) bomen maken ze hun nesten die jaarlijks gebruikt worden zodat ze steeds groter (hoger) worden. De blauwe reiger legt medio februari al eieren die diepblauw van kleur zijn en net zo groot als een kippen- of eendenei. De blauwe reiger wordt steeds meer een stadsvogel, vooral in het westen van het land zie je ze tussen de vuilnis scharrelen of naast een visser wachtend op een visje. Deze reiger is gespot in Delft wachtend op een hapje van een bewoner. 2 Nestkasten Nestkasten voor vogels In het oude bos hangen verschillende nestkasten. De meesten worden gebruikt door kool- en pimpelmees. Ook de bonte vliegenvanger, glanskop (een soort mees), spreeuw maken in dit bos gebruik van nestkasten.
Nestkast met 2 gaten Deze nestkast is bewerkt door een grote bonte specht. Niet om er zelf in te broeden want ze hakken hun eigen nestholte uit. Normaal eten ze veel insecten en zaden maar ze lusten ook wel jonge vogeltjes of eitjes. Het originele vlieggat is normaal te klein voor de specht en is al met een stalen plaat versterkt. Daarom heeft de specht ernaast een extra gat gehakt om bij de eieren of jongen te kunnen komen. Bij deze locatie hoort een audiofragment. Luister dit af via de website of de mobiele app. 3 Vleermuizen Vleermuizenkast Vleermuizen overwinteren en slapen overdag in holtes, om ze te helpen zijn aan de bomen speciale vleermuiskasten opgehangen waar ze overdag kunnen rusten. De kast kan tevens als kraamkast dienen. De watervleermuis en de rosse vleermuis brengen hun jongen groot in het bos van Zandhove. De rosse vleermuis overwintert van oktober tot april in gemengde groepen. De dieren hangen niet los, maar zitten vaak naast elkaar. De paartijd kan in de winter doorgaan. Tijdens de winterslaap paren de mannetjes met slapende vrouwtjes. In juli worden de jongen geboren. Meestal wordt één jong geboren, maar tweelingen komen regelmatig voor. Een enkele keer wordt een drieling geboren. Meerlingen zijn vaak het gevolg van meerdere paringen, en de jongen hebben verschillende vaders.
4 Naaldbomen Verschillende type naaldbomen Rondom deze plek staan veel verschillende soorten naaldbomen. Zowel soorten die hun naalden verliezen als behouden. Watercipres De watercipres is een bladverliezende soort en is pas rond 1940 als soort ontdekt in China. De naalden zijn frisgroen en voelen zacht aan als normale bladeren van loofbomen. De boom vormt pas na 50 jaar voor het eerst zaden. Ze wordt gezien als levend fossiel. De soort kwam voor de laatste ijstijd vrij algemeen voor in Oost-Azië. In het Tertiair kwam het geslacht Metasequoia algemeen voor op het noordelijk halfrond zoals fossielen aantonen.
Nu is de boom alleen nog te vinden in Centraal-China in een gesloten vallei in het Shui-Hsa-Pal-dal en in de provincie Hubei. Vanaf 1960 is de watercipres door kwekers massaal vermeerderd door stekken en zaaien. 5 Mammoetbomen Mammoetbomen De mammoetbomen, of reuzensequoia's, zijn met recht de reuzen onder de bomen. De soort komt oorspronkelijk uit Californie en daar staan exemplaren van 80 m hoog, 28 m omtrek en kunnen ca 3000 jaar oud worden! De schors van de boom is zeer bijzonder, een dikke sponsachtige laag die in haar natuurlijke omgeving bescherming biedt tegen bosbranden. Je kunt makkelijk tegen de schors stompen zonder je te bezeren. Kegelvruchten De kegelvruchten zijn bruin en eivormig, 5-8 cm lang en hangen aan lange steeltjes aan de hoofdtwijgen. Voor de voortplanting is het noodzakelijk dat de zaden deels verbrand worden.
6 Koekoekslaantje Kleurige bermen In voorjaar en zomer bloeien hier veel bloemen in de berm. Van april t/m augustus staat hier o.a. de Dagkoekoeksbloem te bloeien met mooie roze bloemen. De naam is ontstaan doordat de planten bloeien wanneer de koekkoek weer in Nederland is en roept. Bij deze locatie hoort een audiofragment. Luister dit af via de website of de mobiele app. Wanneer je goed naar 1 bloem kijkt lijkt het net alsof deze uit 10 kroonbladeren bestaat. In feite zijn het er maar 5 maar doordat ieder kroonblad diep is ingesneden lijkt het alsof het er 2 zijn. Op sommige planten zit een schuimachtige substantie, ook wel koekoeksspuug genoemd. Het is het werk van een schuimcicade, een insectensoort, die zelf het schuim produceert om zo zichzelf te beschermen tegen predatoren.
7 Open plek Open plek Op zonnige plaatsen mogen vlinders graag zonnen om op te warmen. Vooral in het voorjaar zoeken vlinders zulk soort plekken op.
Zowel de dagpauwoog als de gehakkelde aurelia zijn standvlinders, ze overwinteren in Nederland als volwassen dier. Ze leggen vaak hun eitjes op een brandnetel (ook op hop) waarvan de rupsen eten. Een gehakkelde aurelia legt eitjes meestal per stuk of per 2, in totaal worden zo'n 250 eitjes gelegd 8 Veldje Merel Merels zijn echte stadsvogels geworden. Ze eten veel wormen die ze op grasveldjes zoeken. Wanneer je goed kijkt zie je hoe de merel luistert waar de wormen bewegen zodat hij ze uit de grond kan pikken. Merelnest Merels maken vaak een nest in doornige stuiken zoals een meidoorn. Het nest bestaat uit takjes en twijgen en een groot gedeelte uit modder wat hard wordt. Hierdoor ontstaat een stevig nest. Er worden 3-6 eieren gelegd, ze zijn blauwig van kleur met lichtbruine spikkels. Gemaakt met routemaker.nl