Stappenplan. voor het kiezen en plaatsen van de juiste faunakast

Transcriptie

1 Stappenplan voor het kiezen en plaatsen van de juiste faunakast

2 Over het stappenplan Dit stappenplan is opgesteld met als doel om initiatiefnemers van projecten te helpen bij het invullen van verlichte mitigerende maatregelen in het kader van de Wet natuurbescherming. Soms is het voor u als initiatiefnemer lastig om met het adviesrapport van een adviesbureau te bepalen welke (aantallen) kasten u moet aanschaffen en waar u de kasten moet ophangen. Met dit stappenplan proberen wij u hiermee een handje te helpen. Het stappenplan is opgesteld aan de hand van de Kennisdocumenten van BIJ12 en bekend onderzoek naar vleermuiskasten in Nederland en daarbuiten. Wij staan open voor suggesties en ideeën van derden om dit stappenplan te verbeteren. *Let op! Dit stappenplan kan nimmer het professionele advies van een ervaren adviseur vervangen. *Let op! De vleermuiskasten, gierzwaluwkasten en huismuskasten zijn enkel bedoeld als tijdelijke vervanging van verblijfplaatsen. De kasten kunnen niet worden ingezet als permanente vervanging van verblijfplaatsen.

3 Vleermuizen 1 Welke kast? Het type kast dat u kunt gebruiken als (tijdelijke) vervanging voor een verdwijnende verblijfplaats is afhankelijk van de soort vleermuis en het type verblijfplaats. Zie de onderstaande tabel voor een geschikte verblijfplaats. Type verblijfplaatsen: Locatie verblijfplaats Zomer Kraam Paar Winter Gewone dwergvleermuis Gebouw + boom A+B 1 C A Maatwerk Ruige dwergvleermuis Gebouw + boom A+B 1 A+B 1 A+B 1 Maatwerk Gewone grootoorvleermuis Gebouw + boom D 2 D 2+3 D 2 Maatwerk Laatvlieger Gebouw Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Watervleermuis Gebouw + boom D 4 Maatwerk Maatwerk Maatwerk Rosse vleermuis Boom D Maatwerk D Maatwerk A: Platte kast klein (gebouw) B: Platte kast groot (gebouw) C: Kraamkast (gebouw) D: Bolle kast (boom) * 1 : Kast A voor een verblijfplaats met <10 dieren, kast B voor > 10 dieren * 2 : Kan ook in gebouwen worden geplaatst * 3 : Alleen geschikt voor enkele dieren * 4 : Alleen geschikt voor < 10 dieren 2 a Waar te plaatsen (kasten A B C - aan gebouwen)?

4 Maximaal 200m van de verdwijnende verblijfplaats, maar altijd binnen het leefgebied van de groep. Bij grote verblijfplaatsen maximaal 50m van de verdwijnende verblijfplaats; Bij voorkeur plaatsen nabij een bestaande vliegroute van vleermuizen; Als de kasten niet aan een gebouw gehangen kunnen worden, kunnen de kasten ook op palen worden bevestigd (zogenaamde faunapalen)*. Niet plaatsen nabij raampartijen, kunstlicht bronnen en andere verstoringsbronnen; Minimaal 3m vrij ruimte onder de kast; Geef de kasten verschillende oriëntaties (niet alle kasten naast elkaar ophangen); Hang de kasten op een zonnige plek. Aantallen: Als uitgangspunt kan worden genomen dat voor elke verdwijnende verblijfplaats 4 vervangende kasten moeten worden opgehangen. 2 b Waar te plaatsen (kast D - aan bomen)? Maximaal 200m van de verdwijnende verblijfplaats, maar altijd binnen het leefgebied van de groep; Bij voorkeur plaatsen nabij een bestaande vliegroute van vleermuizen. Niet plaatsen nabij kunstlicht bronnen en andere verstoringsbronnen; Minimaal 4,5 m vrij ruimte onder de kast, geen takken voor de kast; Geef de kasten verschillende oriëntaties, niet alle kasten in de zelfde richting hangen. Aantallen: Als uitgangspunt kan worden genomen dat voor elke verdwijnende verblijfplaats 4 vervangende kasten moeten worden opgehangen.

5 Huismussen Welke kasten en hoeveel? Voor elke verdwijnende verblijfplaats dienen twee vervangende mussenkasten opgehangen te worden; Als er in de buurt geen gebouw aanwezig is waar de kasten aan gehangen kunnen worden, kan ook een mussentil geplaatst worden. Faunaprojecten maakt deze mussentillen op aanvraag. Maximaal 100m van de verdwijnende verblijfplaats; Er moeten hoge (wintergroene) hagen of heesters nabij de nieuwe nestplek aanwezig zijn (maximaal 50m afstand); Er moet geschikt foerageergebied nabij de nestplek aanwezig zijn (zandige plekken, water, gazon, stuiken, onkruiden etc.) Minimaal 3m hoog; Plaatst meerdere kasten bij elkaar, er moet minimaal 50cm tussen iedere opening zijn; Plaats de kasten niet te warm (noord/oost, of onder een dakgoot).