NPZ NRZ Examen Lifeguard

NPZ NRZ Examen Lifeguard Uitwerking van portfolio opdrachten, te gebruiken op ROC s bij de examinering voor het branche certificaat Lifeguard binnen de beroepsopleiding Allround Zwembadmedewerker (Nationaal Platform Zwembaden NRZ). Inhoud OPDRACHT 1: HOE ZIET MIJN ZWEMBAD ERUIT EN WAT ZIJN DE REGELS EN AFSPRAKEN?... 2 OPDRACHT 2: KWALITEIT IN HET ZWEMBAD... 4 OPDRACHT 4: ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN JOUW ZWEMBAD... 8 OPDRACHT 5: NOOD-, ONTRUIMINGS- EN CALAMITEITENPLAN... 9 OPDRACHT 6: TOEZICHT HOUDEN IN JE EIGEN ZWEMBAD... 10 OPDRACHT 7: TOEZICHT HOUDEN MET MEERDERE LIFEGUARDS IN HET BAD.... 12 OPDRACHT 8: COMMUNICATIEMIDDELEN EN ANDERE HULPMIDDELEN BIJ HET TOEZICHT... 16 OPDRACHT 9: KWALITEITSZORG, AGRESSIE EN KLACHTEN... 17 OPDRACHT 10: ASSISTEREN BIJ RECREATIEVE, (ZWEM)BEWEGINGSACTIVITEITEN EN ZWEMONDERWIJS.... 19 OPDRACHT 11: BEWIJZEN EIGEN VAARDIGHEID... 21 BEOORDELINGSPROTOCOL PORTFOLIO OPDRACHTEN... 27 Cesuurlijst... 34 1

OPDRACHT 1: HOE ZIET MIJN ZWEMBAD ERUIT EN WAT ZIJN DE REGELS EN AFSPRAKEN? (gekoppeld aan WP1) Maak een zo compleet mogelijke tekening/plattegrond van je zwembad (inclusief alle baden met attracties, afmetingen en dieptes, temperatuur van het water. 2

In onderstaande tabel geef je een beeld over hoe in jouw zwembad om wordt gegaan met regels, procedures en afspraken. Werk de opdrachten uitgebreid uit en gebruik voorbeelden die je bent tegen gekomen in de praktijk. Noteer hieronder procedures en afspraken die in jouw zwembad gelden voor wat betreft dienstverlening en veiligheid. Noteer hier je opdracht: Noteer hier je praktijkvoorbeeld: Noteer hieronder de afspraken (richtlijnen) die gelden voor het toezichthouden in jouw zwembad. Maak hiervan gebruik van het toezichtplan van jouw zwembad. Noteer hier de afspraken: Welke middelen worden er in jouw zwembad ingezet om de veiligheid zo veel mogelijk te waarborgen? Noteer hier je opdracht: Welke afspraken zijn er met jou gemaakt als je actie moet ondernemen om de veiligheid in jouw bad te waarborgen? Wat mag je wel en wat mag je niet? Noteer hier de afspraken: 3

OPDRACHT 2: KWALITEIT IN HET ZWEMBAD (gekoppeld aan WP1 en WP2) Voer een onderzoekje naar bedrijfsvisie op kwaliteit in je zwembad. Vraag of je documenten mag inzien die iets zeggen over kwaliteit en visie. Stel eventueel vragen aan de manager of collega s Beantwoord de volgende vragen in onderstaand tabel. Hoe kan een zwembad, volgens jou, de klant centraal stellen? Leg uit en geef minimaal 2 voorbeelden. Noteer hier je verhaal (uitleg) Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Bespreek jouw antwoord met je manager of een collega. Stelt het zwembad volgens jou de klant centraal? Zo ja, waaruit blijkt dat (leg het uit en geef minimaal twee voorbeelden)? Zo nee, welke visie heeft het zwembad dan? Noteer hier je verhaal Wat wordt er van jou als lifeguard verwacht wat betreft kwaliteit (kwaliteit die moet, die hoort en die mag)? Noteer hier je verhaal Zijn de andere medewerkers ook op de hoogte van deze visie op kwaliteit? Zo nee, welke visie op kwaliteit wordt er volgens jou onbewust gehanteerd, door de manager en (een aantal) medewerkers? Denken ze er hetzelfde over? Noteer hier je verhaal Op welke manier wordt er in het zwembad omgegaan met klanten om het hen zo goed mogelijk naar hun zin te laten hebben? Noteer hier je verhaal Wat is jouw mening over deze aanpak? Noteer hier je verhaal 4

OPDRACHT 3: VEILIGHEID EN HYGIËNE IN JOUW ZWEMBAD (gekoppeld aan WP1 en WP2) Werken in een zwembad brengt verschillende taken met zich mee. Naast het toezichthouden, gastheerschap en EHBO wordt er in veel zwembaden het onderhoud en schoonmaken door eigen personeel uitgevoerd. In de volgende opdracht ga jij je oriënteren in het plegen van onderhoud en het gebruik van (schoonmaak)middelen. Vergelijk het onderstaande reinigingsadvies met het schoonmaakrooster dat gehanteerd wordt in jouw zwembad. REINIGINGSADVIES VOLGENS het Werkboek BHVBZ Oppervlak Gering aantal bezoekers Groot aantal bezoekers Garderobe Vloeren Wanden Kleedruimten Vloeren Wanden Toilet Vloeren Wanden Douche Vloeren Wanden Zwemzaal Perrons Wanden 1 x per week 1 x per week 1 x per dag 1 x per week 1 x per dag 1 x per dag 1 x per dag 1 x per week 1 x per dag 1 x per week 1 x per dag 1 x per dag 2 x per dag 1 x per dag 1 x per 2 uur 2 x per dag 2 x per dag 1 x per dag 2 x per dag 1 x per dag Verwarmde zitbanken 1 x per dag 2 x per dag Overloopranden Uit te voeren bij verlaagd waterniveau; Frequentie afhankelijk van mate vuilafzettingen Bassin Wanden Bodem Beweegbare vloer Noteer hier de verschillen 1 2 x per jaar bij leeg bassin Bodem en beweegbare vloer 2 x per week mbv bodemzuiger Maak een lijst van de 5 meest gebruikte schoonmaakmiddelen en geef aan waarvoor ze gebruikt worden. Schoonmaakmiddelen Waarvoor gebruikt 1 5

2 3 4 5 Met welk middel wordt in jouw bad gedesinfecteerd en op welke plekken? Desinfectiemiddel: Op welke plekken Voor het schoonmaken van het zwembad (van binnenkomst, kleedruimtes en zwemzaal) worden verschillende materialen gebruikt. Noteer hieronder welke materialen worden gebruikt voor het onderhoud en waar ze voor worden ingezet. Materiaal/gereedschap Wordt gebruikt voor: 1 2 3 4 Onderzoek of in jouw zwembad gewerkt wordt met watermeetapparatuur (een comperator) en vraag wat en waarom er gemeten wordt. Assisteer een medewerker bij een meting en maak hiervan een kort verslag. Maak hier je verslag waarom en hoe er gemeten wordt Als er reparatiewerkzaamheden zijn in het zwembad, wie voert deze uit? Mag iedereen dit werk doen of is er één bepaald persoon aangesteld? Beschrijf hier uitgebreid wie reparaties uitvoert en of je het zelf mag doen. Tot welk niveau mag je zelf reparaties uitvoeren? Geef minimaal drie voorbeelden van mankementen die je kunt tegenkomen in je zwembad. Geeft telkens aan bij wie je het mankement moet melden en hoe het moet worden opgelost? Beschrijf hier de drie voorbeelden, bij wie je het moet melden en de oplossing 6

7

OPDRACHT 4: ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN JOUW ZWEMBAD (gekoppeld aan WP1) Ga een gesprek aan met je stagebegeleider en zoek de onderstaande gegevens uit. Ongevallen Beschrijf hieronder hoe in jouw zwembad de melding van ongevallen is geregeld en of er een ongevallen procedure/register is. Beschrijf hier je verhaal over ongevallen. ARBO Beschrijf hieronder welke werkzaamheden in het zwembad belastend zijn voor je lichaam (bewegingsapparaat) Beschrijf hier de werkzaamheden Voorkomen lichamelijke klachten Geef hieronder jouw mening over de maatregelen die in jouw zwembad zijn genomen om lichamelijke klachten te voorkomen. Beschrijf hier je mening Omgevingsfactoren Beschrijf hieronder hoe in jouw zwembad het licht, geluid en klimaat (vochtigheid, tocht en temperatuur) zijn. En geef jouw mening over de risico s van deze factoren in jouw bad. Beschrijf hier de factoren en jouw mening 8

OPDRACHT 5: NOOD-, ONTRUIMINGS- EN CALAMITEITENPLAN (gekoppeld aan WP1) Is er een nood- en ontruimingsplan aanwezig in jouw bad? Ja / nee Zo, ja, is iedere medewerker op de hoogte van de inhoud van dit plan? Ja / nee Bekijk de inhoud van het plan. Is er een algemeen deel beschreven met daarin: Een volledig overzicht van het gebouw Alle vluchtmogelijkheden Posities en soorten brandblusmiddelen De posities en aanwezigheid van alle apparatuur die gevaar kan opleveren De posities van de belangrijkste schakelaars die bij brand direct uitgeschakeld moeten worden. Ja / nee Motiveer hier je antwoord Zo nee, informeer bij je stagebegeleider en/of bedrijfsleider waarom dit plan er niet is. Maak een verslagje van je gesprek. Maak hier je verslag In een calamiteitenplan staan ook taken en rollen beschreven, geef bij elk van de onderstaande taken een praktijkvoorbeeld. Coördineren van handelingen die gedaan moeten worden. Indammen, bv herstellen van de veiligheid Opvangen van slachtoffer Aanpakken van de veroorzaker Informeren en betrekken omstanders Opvangen van helpers Verantwoorden van handelingen 9

OPDRACHT 6: TOEZICHT HOUDEN IN JE EIGEN ZWEMBAD (gekoppeld aan WP1) Maak een schematische tekening van het bad/ de baden dat/ die je geobserveerd hebt en teken ook de kenmerken van het bad/ de baden (glijbanen, springplanken, afmetingen en diepte etc.). 10

Je observeert minimaal 45 minuten een lifeguard in een toezichtsituatie tijdens een recreatieve activiteit en maakt hiervan een verslag waarin de volgende punten aan de orde dienen te komen: Maak een verslag van je observatie en verwerk daarin de volgende punten: Maak een schematische tekening van het bad wat je geobserveerd hebt. Geef de kenmerken van het bad. (glijbanen, springplanken etc) Beschrijf de recreatieve activiteit Welke bezoekers heb je gezien? Hoeveel lagen er maximaal tegelijk in het water? Heb je preventieve maatregelen gezien? Welke? Hoe scant de lifeguard? Geef aan op welke plekken de lifeguard staat tijdens het toezicht houden. Hoe communiceert de lifeguard met (jeugdige)bezoekers? Maak hier het verslag Observeer een bezoeker en verzamel informatie over het zwemniveau én de tevredenheid. Leg uit wat je opvalt aan de uitvoering (zwemniveau) en het gedrag (tevreden/ontevreden) Maak hiervan een kort verslag. Maak hier het verslag 11

OPDRACHT 7: TOEZICHT HOUDEN MET MEERDERE LIFEGUARDS IN HET BAD. (gekoppeld aan WP1) A: Lees het toezichtplan die je hebt opgevraagd in opdracht 1 en beantwoord de volgende vragen: Wie is in het zwembad eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor het toezichtplan? Beschrijf hier wie verantwoordelijk is. Wat is een logboek en wat dient hierin bijgehouden te worden? Beschrijf hier het logboek Je hebt het toezichtplan gelezen. Als je het toezichtplan vergelijkt met je observatieopdracht uit opdracht 6, voldoet de lifeguard, die op dat moment aan het werk was, aan de richtlijnen van het toezichtplan? Beschrijf hier je mening Wat zijn de richtlijnen van jouw zwembad met betrekking tot toezicht met meerdere lifeguards en hoe is de roulatie? Geef hier een beschrijving 12

Casus: Opdracht: teken de zones met stippellijnen ------- en geef met een aan waar de toezichthouders staan in dit zwembad 13

14

B: Vraag in het zwembad waar je stage loopt naar onderstaande punten. Dit kan aan je leidinggevende en/of aan een lifeguard. Welke afspraken met betrekking tot het aantal lifeguards dat aan het bad moet staan zijn er? Beschrijf hier de afspraken Welke kwaliteiten moet een lifeguard hebben om te kunnen toezicht houden? Beschrijf hier de kwaliteiten Hoe vaak wordt er geoefend voor de zwemvaardigheidstest? Beschrijf hier het aantal oefeningen Welke afspraken zijn er als er te weinig lifeguards aanwezig zijn? Beschrijf hier de afspraken Welke huisregels worden er gehanteerd? Beschrijf hier de regels Wat moet je doen bij een ontruiming? Beschrijf hier de afspraken Wat wordt er bij het opstarten van het bad (openen) allemaal gecontroleerd? Beschrijf hier de controles Bekijk de wet BHVBZ en de wet WHVBZ en verklaar aan de hand van de gestelde regels, die in de artikelen worden beschreven, of er in jouw zwembad wordt voldaan aan de bestaande wet- en regelgeving en jurisprudentie. Verklaar hier of jouw zwembad voldoet aan de eisen 15

OPDRACHT 8: COMMUNICATIEMIDDELEN EN ANDERE HULPMIDDELEN BIJ HET TOEZICHT (gekoppeld aan WP1) Beschrijf van het zwembad waar je werkt, alle communicatiemiddelen en andere hulpmiddelen die gebruikt worden bij het toezicht. Beschrijf hier Beschrijf van het zwembad waar je werkt, waar zich de communicatiemiddelen en andere hulpmiddelen bij het toezicht bevinden. Beschrijf hier waar zich wat bevindt Beschrijf kort de werking van de communicatiemiddelen. Beschrijf hier de werking Welke afspraken zijn gemaakt over het gebruik van deze middelen? Beschrijf hier de afspraken Beschrijf kort de werking van de andere hulpmiddelen: Beschrijf hier de werking Welke afspraken zijn gemaakt over het gebruik van deze middelen? Beschrijf hier de afspraken Zijn er volgens jou voldoende communicatie-/hulpmiddelen aanwezig om je taak als lifeguard goed uit te voeren? Zo ja, waarom? Zo nee, welke middelen zou je nog adviseren? Beschrijf hier je antwoord 16

OPDRACHT 9: KWALITEITSZORG, AGRESSIE EN KLACHTEN (gekoppeld aan WP1 en WP2) Verzamel alle beschreven afspraken en regels die voor gasten gelden. Lees de gevonden beschreven afspraken en (huis)regels goed door. Geef hieronder een korte beschrijving van deze regels. Noteer hier wat je hebt gevonden Beschrijf twee vormen van agressie die je kan tegen komen of hebt meegemaakt op de werkvloer. Beschrijf hier je twee vormen Geef aan hoe er bij de voorbeelden is gereageerd. Beschrijf het gedrag van de lifeguard zo goed mogelijk van het begin tot het eind. Beschrijf ook de afloop,. Beschrijf hier hoe is gehandeld Hoe ziet het protocol gedragsregels er bij jouw zwembad uit? Voeg hier het protocol in of beschrijf wat er in staat Zoek op internet naar de Gedragscode Zwembadbranche en lees dit door. Vergelijk dit met het protocol van jouw zwembad. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met het protocol van jouw zwembad? Beschrijf hier de verschillen en overeenkomsten Je hebt de Gedragscode Zwembranche nu gelezen. Beschrijf minimaal drie punten die voor jou het meest belangrijk zijn en waarom. Beschrijf hier de drie punten 1 2 3 Waar of bij wie kunnen bezoekers met een klacht terecht? Beschrijf hier de opdracht Elk bad heeft een ideeën- of klachtenbus. Heeft jouw zwembad een standaard formulier voor klachten en /of ideeën? Voeg een formulier toe aan je portfolio. Voeg hier je formulier toe. 17

Geef een voorbeeld uit eigen ervaring hoe jij een klacht van een klant hebt ontvangen en hoe je om bent gegaan met de klacht. Wat heb je daadwerkelijk gedaan? Beschrijf hier je ervaring 18

OPDRACHT 10: ASSISTEREN BIJ RECREATIEVE, (ZWEM)BEWEGINGSACTIVITEITEN EN ZWEMONDERWIJS. (gekoppeld aan WP3) Deze opdracht voer je minimaal 3 keer uit en de activiteiten verschillen van elkaar. In je zwembad worden waarschijnlijk ook recreatieve activiteiten aangeboden/georganiseerd. Assisteer en/of organiseer een activiteit in je zwembad en doe hiervan verslag. Als er gebruik wordt gemaakt van een draaiboek, voeg deze toe. Je wordt beoordeeld op: - (passende) Instructie geven. - Uitvoeren van activiteit volgens afspraak en procedure. - Materiaalkeuze - Actief meedenken en uitvoeren van de recreatieve (zwem)bewegingsactiviteiten. - Product en procesevaluatie van de activiteit. Gebruik deze ruimte voor je verslag van de activiteit. Als er een draaiboek is gebruikt of je hebt deze zelf gemaakt, voeg deze toe. In je zwembad worden waarschijnlijk ook recreatieve activiteiten aangeboden/georganiseerd. Assisteer en/of organiseer een activiteit in je zwembad en doe hiervan verslag. Als er gebruik wordt gemaakt van een draaiboek, voeg deze toe. Je wordt beoordeeld op: - (passende) Instructie geven. - Uitvoeren van activiteit volgens afspraak en procedure. - Materiaalkeuze - Actief meedenken en uitvoeren van de recreatieve (zwem)bewegingsactiviteiten. - Product en procesevaluatie van de activiteit. Gebruik deze ruimte voor je verslag van de activiteit. Als er een draaiboek is gebruikt of je hebt deze zelf gemaakt, voeg deze toe. In je zwembad worden waarschijnlijk ook recreatieve activiteiten aangeboden/georganiseerd. Assisteer en/of organiseer een activiteit in je zwembad en doe hiervan verslag. Als er gebruik wordt gemaakt van een draaiboek, voeg deze toe. Je wordt beoordeeld op: - (passende) Instructie geven. - Uitvoeren van activiteit volgens afspraak en procedure. - Materiaalkeuze - Actief meedenken en uitvoeren van de recreatieve (zwem)bewegingsactiviteiten. - Product en procesevaluatie van de activiteit. Gebruik deze ruimte voor je verslag van de activiteit. Als er een draaiboek is gebruikt of je hebt deze zelf gemaakt, voeg deze toe. 19

20

OPDRACHT 11: BEWIJZEN EIGEN VAARDIGHEID Een Lifeguard dient (levensreddend) te kunnen zwemmen en moet kennis over eerste hulp en reanimeren kunnen toepassen. Levensreddend zwemmen Je moet laten zien dat je zowel de kennis bezit (deel I) als dat je dit kunt toepassen (deel II). Opdracht 11 Deel I Onderstaand staan twee praktijksituaties beschreven. Beantwoord voor beide situaties hoe jij gaat handelen. De volgende elementen moeten (indien van toepassing) in jouw verhaal aan de orde komen: Welke voorbereidingen worden er getroffen? Welke acties voer je achtereenvolgens uit (van begin tot en met het einde)? Geef hierbij ook het tijdsverloop aan. Beschrijf waarom je het zo doet of moet doen en niet anders? Welke reddings- en hulpmiddelen gebruik je bij de door jouw beschreven actie(s) wel of juist niet? Geef een zo compleet mogelijk antwoord op beide vragen! Beschrijf de situatie op je eigen formulier en schrijf daaronder je antwoord aan de hand van de vier bovenstaande punten. Situatie 1 Je staat in een openlucht zwembad met een goed waterdoorzicht. Het bassin is groot 50 x 20 meter en heeft een diepte van 2,50 meter en een springkuil van 4,50 meter onder de springplank die 3 meter hoog is. Het is zonnig weer, daarom is het erg druk in het zwembassin. Jij staat als stagiaire aan het bad. Opeens komt er een bezoeker naar je toe hollen met de melding dat zijn zoontje naar de bodem is verdwenen. Hij kan zelfs zeggen dat het in het midden is gebeurd en dat hij zijn zwembandje om had. Wat doe je? Situatie 2 Je staat in een overdekt zwembad. Het bassin is 25 x 12,5 meter groot. De diepte varieert van 3,00 meter tot 4,50 meter. Er is een tweetal springplanken, één van 1 meter en één van 3 meter, aanwezig. Er is op dat moment recreatief zwemmen. Er zwemmen veel jongeren die van de 3 meter plank af springen. De ouderen trekken baantjes. Op een gegeven moment springt een jongen op een oudere persoon. Deze blijft stil in het water liggen, maar gaat telkens onder water. Wat doe je? 21

Opdracht 11 Deel II Praktijk (alle onderdelen dienen gekleed te worden uitgevoerd!): 1. Op het droge achtereenvolgens de handelingen toepassen ter bevrijding uit: a. de dubbele polsgreep, b. de voorwaartse omklemming, c. de achterwaartse omklemming. 2. Redden van een onder water geraakte drenkeling Vanaf de bassinrand te water gaan op een vlugge, veilige en verantwoorde manier onmiddellijk gevolgd door 10 meter zwemmen in een borstslag, daarna met de hoekduik, in water van tenminste 2 meter diepte, een zich op de bodem bevindende duikpop pakken en tonen aan de examinator. 3. Diverse eigen vaardigheden Vanaf de bassinrand te water gaan op een vlugge, veilige en verantwoorde manier onmiddellijk gevolgd door 15 meter onder water zwemmen waarbij een ring die op een diepte van minimaal 2 meter en 15 meter uit de kant ligt boven water gebracht wordt. Vanaf de bassinrand te water gaan op een vlugge, veilige en verantwoorde manier onmiddellijk gevolgd door 25 meter polocrawl. Deze afstand dient binnen 30 seconden te worden afgelegd. Bij een leeftijd boven de 40 jaar geldt maximaal 35 seconden. Bevrijding in het water uit een dubbele polsgreep, voorwaartse of achterwaartse omklemming en vervolgens 10 meter vervoeren in een toepasselijke vervoersgreep. Vaardigheden tonen om vastpakken te vermijden (benaderen met een drijvend reddings- of hulpmiddel. Overige vaardigheden tonen om te water te gaan op een vlugge, veilige en verantwoorde manier. 4. Vervoersgrepen Vanaf de bassinrand te water gaan op een vlugge, veilige en verantwoorde manier waarbij de pseudo-drenkeling in het zicht gehouden wordt, aansluitend een geklede pseudo-drenkeling over een afstand van 50 meter vervoeren in 4 vervoersgrepen. De vervoersgrepen moeten achter elkaar worden uitgevoerd, zonder het contact met de drenkeling te verliezen. 5. Het uitvoeren van de stabiliseringsgrepen wanneer het vermoeden bestaat van nek/rug letsel. a. body Hug; b. vice Grip; c. handgreep van Zach. 6. Natte of droge reddingen volgens scenario Uitvoeren van een reële droge/natte redding volgens aangereikt scenario (minimaal 2) waarbij de drenkeling(en) en toezichthouder(s) uit de groep kandidaten worden aangewezen door de examinator. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een eerder beschreven reddings- of hulpmiddel. De drenkeling(en) zijn zichtbaar boven water en liggen binnen het bereik van reddings- of hulpmiddelen in het geval van de droge/natte redding. De toezichthouder dient te zorgen voor een adequate alarmering en handelen. Een of twee drenkeling(en) moet worden gekalmeerd/gerustgesteld. De drenkeling(en) moet aan de kant worden gebracht en vervolgens gestimuleerd worden zelf uit het water te klimmen (eventueel met enige hulp van redder). Indien de drenkeling(en) niet zelfstandig op de kant kan komen dienen de vaardigheden getoond te worden om een drenkeling verantwoord op de kant te brengen in 22

een zweminrichting. Mede examenkandidaten kunnen worden ingeschakeld bij het uitvoeren van de actie. Opdracht 11 Deel III Je moet laten zien dat je kennis over eerste hulp en reanimeren kunt toepassen. Bij deze opdracht dien je eerste hulp vaardigheden en reanimatie toe te passen in een gesimuleerde situatie. Bij deze opdracht moet je aantonen dat je de volgende competenties beheerst: Vakdeskundigheid toepassen Instructies en procedures opvolgen Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: Volgens de geldende procedures en richtlijnen toepassen van eerste hulp en reanimatie. Contact maken met de persoon en informeren naar de klachten/verschijnselen. Systematisch onderzoeken van de persoon en beslissen wat te doen. Zo nodig inschakelen van hulp van omstanders. Melden en rapporteren van het incident aan de verantwoordelijk functionaris. 23

BIJLAGE 1 Criteria bij het opstellen van een calamiteitenplan, ontruimingsplan en ongevallenregistratie 24

Bijlage 1. Criteria bij het opstellen van een calamiteitenplan, ontruimingsplan of ongevallenregistratie Calamiteitenplan Binnen een zwembad dienen een calamiteitenplan en een ontruimingsplan te worden opgesteld. In het calamiteitenplan dienen in ieder geval maatregelen te zijn vastgelegd voor de volgende calamiteiten en onvoorziene gebeurtenissen: Verdrinking Brand Vrijkomen van gevaarlijke stoffen Overval Explosie Bommelding Ongevallen Ongevallen met dodelijke afloop Agressie, seksuele intimidatie en geweld Diefstal Stroomuitval Voor bovenstaande calamiteiten en onvoorziene gebeurtenissen worden de maatregelen vastgelegd over hoe te handelen indien deze calamiteit zich voordoet. In de beschrijving van te nemen maatregelen wordt in ieder geval vastgelegd: Melding van de calamiteit Wijze van alarmering Wijze van melding aan de bezoekers (standaardtekst) Procedure melding aan de bevoegde instanties (indien vereist) Instructies voor personeel: Wijze van instrueren personeel zwemzaal en het bijhouden van de vaardigheden (oefening) Instructies voor de technische dienst Instructies receptie Inzet en instructies voor de BHV-ers Handleiding voor huurders van de accommodatie, waarbij geen personeel aanwezig is Overige procedures Procedure handelswijze t.a.v. publiek Procedure ontruiming Procedure regeling nazorg betrokkenen Schriftelijke rapportage na afloop van de calamiteit c.q. onvoorziene gebeurtenis Aanwezigheid van noodvoorzieningen Ontruimingsplan In het ontruimingsplan dienen in ieder geval maatregelen te zijn vastgelegd voor ontruiming bij de volgende calamiteiten: Brand Vrijkomen van gevaarlijke stoffen Overval Explosie Bommelding Stroomuitval De maatregelen voor ontruiming dienen helder te worden beschreven. De maatregelen dienen in ieder geval betrekking te hebben op: Organisatie van de ontruiming 25

Bevoegdheden bij ontruiming Waarschuwing tot ontruiming (standaardtekst) De wijze van ontruiming De omschrijving van de ontruimingsroutes. Hieronder wordt verstaan: de vluchtroutes, vluchtdeuren, in- en uitgangen Wijze van controle dat iedereen het pand verlaten heeft Plaatsbepaling van de opvangplaats(-en) Inventarisatie van personen die geëvacueerd zijn Instructie van derden die de accommodatie zonder personeel huren Ongevallenregistratieformulier In een ongevallenregistratie moeten per ongeval tenminste de volgende punten worden opgenomen: Naam van het slachtoffer Adres Woonplaats Geboortedatum Datum, tijd en plaats van het ongeval Aard van de verwonding Naam van de verzekeringsmaatschappij Oorzaak van het ongeval EHBO verleend door (naam persoon) EHBO bestaande uit (handelingen) Naam behandelend arts Ondernomen actie m.b.t. oorzaak ongeval Verder verdient het aanbeveling om bij ieder ongevallenformulier een plattegrond van de zweminrichting toe te voegen, waarop de exacte plaats van het ongeval kan worden aangegeven. 26

BEOORDELINGSPROTOCOL PORTFOLIO OPDRACHTEN In onderstaande protocollen worden de beoordelingen genoteerd van de portfolio opdrachten. De beoordeling geschiedt volgens een 5 puntenschaal. 1 2 3 4 5 Niveau van beheersing Niveau typering Niet beoordeelbaar Handelt / beschrijft / communiceert ONDER DE MAAT. Handelt / beschrijft / communiceert niet adequaat op dit onderdeel. Is niet zeker van zichzelf. Schiet te kort op onderdelen. Er is niet / nauwelijks resultaat. Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Handelt / beschrijft / communiceert ZWAK. Handelt / beschrijft / communiceert niet binnen het toelaatbare van de kwaliteitseisen. De deelnemer twijfelt erg. Zijn optreden is nauwelijks adequaat. Het resultaat is onbevredigend. Behoeft kleine verbeteringen Handelt / beschrijft / communiceert meestal VOLDOENDE. Handelt / beschrijft / communiceert zoals van een beginnend beroepskracht verwacht wordt. Is zeker van zichzelf. Zijn optreden is meestal adequaat. Het resultaat voldoet aan de minimale eisen. Voldoet volledig Handelt / beschrijft / communiceert ADEQUAAT. Handelt / beschrijft / communiceert in de situatie beter dan van een beginnend beroepskracht vereist is. Is vastberaden en daadkrachtig. Zijn optreden is naar verwachting en sterk. Het resultaat stijgt boven de minimale eisen uit. Excellent Handelt / beschrijft / communiceert ver boven het verwachte niveau Handelt / beschrijft / communiceert in de situatie als een volledig collega. Werkt volgens de verwachtingen van een volledig collega Zijn optreden is sterk, adequaat en daadkrachtig Het resultaat stijgt ver boven de eisen uit. slecht onvoldoende voldoende goed excellent De beoordelaar beoordeelt de opdrachten volgens dit schema. 27

Elke opdracht dient op zich zelf voldoende te worden beoordeeld om deel te kunnen nemen aan het mondeling examen van de NPZ NRZ. Als alle opdrachten zijn beoordeeld zal er een eindcijfer bekend gemaakt kunnen worden. Hieronder staat een voorbeeld hoe de beoordeling dient te geschieden. In dit voorbeeld de beoordeling van opdracht 1. In stappen: - Elk item is beoordeeld - Er worden 4 items beoordeeld 4 x 5 = maximaal te scoren 20 punten (100%) - Opdracht 1 is beoordeeld met 13 punten. - De cesuur van de opdrachten ligt op 60% via omrekentabel (cesuurlijst) wordt het cijfer, in dit geval een 6,5 toegekend. Opdracht 1 presentatie van jouw zwembad 1 2 3 4 5 Heeft geldende procedures en afspraken voor wat betreft X dienstverlening en veiligheid van het zwembad beschreven. Heeft afspraken die gelden voor het toezichthouden in het X zwembad beschreven. Heeft beschreven welke middelen worden ingezet om de X veiligheid in het zwembad te waarborgen. Heeft gemaakte afspraken omtrent actie ondernemen bij x calamiteiten beschreven. Totaal 60% 28

Opdracht 1 presentatie van jouw zwembad 1 2 3 4 5 Heeft een plattegrond van het zwembad toegevoegd met de daarbij gevraagde punten Heeft geldende procedures en afspraken voor wat betreft dienstverlening en veiligheid van het zwembad beschreven. Heeft afspraken die gelden voor het toezichthouden in het zwembad beschreven. Heeft beschreven welke middelen worden ingezet om de veiligheid in het zwembad te waarborgen. Heeft gemaakte afspraken omtrent actie ondernemen bij calamiteiten beschreven. Totaal 60% Opdracht 2 kwaliteit in het zwembad 1 2 3 4 5 2 voorbeelden hoe de klant centraal kan worden gesteld + toelichting Staat de klant centraal volgens de bedrijfsvisie? + toelichting Wat is er besproken wat men van je verwacht? Welke kwaliteit wordt nagestreefd/verwacht van je? Welke medewerkers weten af van deze visie op kwaliteit? Op welke manier wordt er in het zwembad omgegaan met klanten? Wat is jouw mening over deze aanpak? Totaal 60% Opdracht 3 veiligheid en hygiëne in jouw bad 1 2 3 4 5 Noteert de verschillen tussen het reinigingsadvies van het WHVBZ en het schoonmaakrooster in jouw bad Lijst met 5 schoonmaakmiddelen + waarvoor gebruikt Welke desinfectie wordt gebruikt en op welke plekken? Welke materialen worden gebruikt en waarvoor worden ze gebruikt? Onderzoek naar de comperator en een kort verslag Wie voert reparatiewerkzaamheden uit en wat mag je zelf oplossen? 3 voorbeelden van mankementen, beschrijving bij wie dit gemeld moet worden en hoe het opgelost kan worden. Totaal 60% 29

Opdracht 4 arbeidsomstandigheden in jouw bad 1 2 3 4 5 Beschrijving hoe de melding van ongevallen is geregeld en of er een ongevallen procedure/register is. Beschrijving welke werkzaamheden in het zwembad belastend zijn voor het lichaam (bewegingsapparaat) Eigen mening over het stagezwembad welke maatregelen er zijn genomen om lichamelijke klachten te voorkomen Beschrijving hoe in het bad het licht, geluid en klimaat is. + eigen mening over de risico s van deze factoren Totaal 60% Opdracht 5 nood-, ontruimings- en calamiteitenplan 1 2 3 4 5 Zo ja: Motiverend antwoord op de inhoud van het plan aan de hand van gegeven punten in de opdracht. Zo nee: een verslag van het gesprek met stagebegeleider waarom dit plan er niet is Nb: beoordeel alleen ja (indien ja) of alleen nee (indien nee). Heeft praktijkvoorbeelden gegeven bij elke taak in het calamiteitenplan Totaal 60% Opdracht 6 toezichthouden in eigen zwembad 1 2 3 4 5 Maakt een schematische tekening van het bad Geeft de kenmerken van het bad Beschrijving recreatieve activiteit. Beschrijving bezoekers die zijn geobserveerd Beschrijving hoeveel er in het water tegelijk lagen Of er preventieve maatregelen zijn gezien. + motivatie over wat wel of niet Een beschrijving van hoe de lifeguard scant Een aanduiding in de tekening op welke plekken de lifeguard staan Een beschrijving hoe de lifeguard communiceert met de bezoekers Beschrijving observatie opdracht over een bezoeker voor wat betreft zwemniveau en tevredenheid Totaal 60% 30

Opdracht 7A. toezicht houden met meerdere lifeguards aan 1 2 3 4 5 het bad Is het toezichtplan van het bad toegevoegd? Zo ja, beoordeling 4 Beschrijving wie er verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het toezichtplan Beschrijving wat een logboek is en wat er dient te worden bijgehouden Beschrijving (eigen mening) op de lifeguard voldeed aan de richtlijnen van het toezichtplan. Beschrijving richtlijnen meerdere toezichthouders en beschrijving roulatie Een aanduiding in de tekening op welke plekken de lifeguard staan en hoe de zones zijn Totaal 60% Opdracht 7B 1 2 3 4 5 Beschrijft afspraken aantal toezichthouders er aan het bad moeten staan Beschrijft uitgebreid de kwaliteiten die een lifeguard moet hebben Beschrijft het aantal keer zwemtest Beschrijft afspraken als er te weinig personeel aan het bad staat Beschrijft de huisregels van het bad Beschrijft de afspraken die gelden bij een ontruiming Beschrijft de controles die gedaan moeten worden bij het opstarten van de dag. Beschrijving of het zwembad voldoet aan de regels zoals beschreven in de BHVBZ en de WHVBZ Totaal 60% Opdracht 8 communicatiemiddelen en andere hulpmiddelen 1 2 3 4 5 bij het toezicht Beschrijving van alle communicatie- en hulpmiddelen die gebruikt worden bij het toezichthouden Beschrijving van waar zich wat bevindt. Beschrijving van de werking van de communicatiemiddelen Beschrijving over welke afspraken er zijn gemaakt over het gebruik van de communicatiemiddelen Beschrijving van de werking van de hulpmiddelen Beschrijving over welke afspraken er zijn gemaakt over het gebruik van de hulpmiddelen Eigen mening of er voldoende communicatie- en hulpmiddelen aanwezig zijn. Totaal 60% 31

Opdracht 9 kwaliteitszorg, agressie en klachten 1 2 3 4 5 Beschrijving van de huisregels Beschrijving minimaal twee vormen van agressie die men kan tegenkomen of is meegemaakt op de werkvloer Beschrijving hoe er is gereageerd en een beschrijving van het gedrag van de lifeguard en hoe het is afgelopen Beschrijving of een bijgevoegd protocol gedragsregels Beschrijving verschillen en overeenkomsten van de Gedragscode met protocol van het zwembad Eigen mening over 3 belangrijke punten uit de Gedragscode Beschrijving bij wie bezoekers terecht kunnen met klachten of opmerkingen Is er een formulier toegevoegd? Toekenning 4 punten Geeft een praktijkvoorbeeld hoe de klacht is ontvangen en hoe is omgegaan met de klacht. Totaal 60% Conform het examenreglement en examenprocedures maken opdracht 10 en opdracht 11 geen onderdeel uit van het NPZ examen en beoordeling (Dit is dan ook niet in de cesuur verwerkt). Opdracht 10A assisteren bij recreatieve, 1 2 3 4 5 (zwem)bewegingsactiviteiten en zwemonderwijs. Beschrijving/verslag over het instructiegeven. Beschrijving/verslag over de uitvoering van de activiteit. Beschrijving/verslag inzet materiaal. Beschrijving/verslag van de evaluatie. Totaal 60% Opdracht 10B assisteren bij recreatieve, 1 2 3 4 5 (zwem)bewegingsactiviteiten en zwemonderwijs. Beschrijving/verslag over het instructiegeven. Beschrijving/verslag over de uitvoering van de activiteit. Beschrijving/verslag inzet materiaal. Beschrijving/verslag van de evaluatie. Totaal 60% Opdracht 10C assisteren bij recreatieve, 1 2 3 4 5 (zwem)bewegingsactiviteiten en zwemonderwijs. Beschrijving/verslag over het instructiegeven. Beschrijving/verslag over de uitvoering van de activiteit. Beschrijving/verslag inzet materiaal. Beschrijving/verslag van de evaluatie. Totaal 60% 32

Opdracht 11 Bewijzen eigen vaardigheid 1 4 Bewijs Levensreddend Zwemmen Theorie Bewijs Levensreddend Zwemmen Praktijk Bewijs Eerste Hulp vaardigheden en reanimatie Totaal 100% 33

Cesuurlijst In onderstaande tabellen vind u de omzet van score naar cijfer per opdracht. opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6 score cijfers score cijfers score cijfers score cijfers score cijfers score cijfers 20 10 20 10 35 10 20 10 10 10 50 10 19 9,5 19 9,5 34 9,7 19 9,5 9 9 49 9,8 17 8,5 17 8,5 33 9,4 17 8,5 8 8 48 9,6 15 7,5 15 7,5 32 9,1 15 7,5 7 7 47 9,4 13 6,5 13 6,5 31 8,9 13 6,5 6 6 46 9,2 11 5,6 11 5,6 30 8,6 11 5,6 5 5,2 45 9 9 4,8 9 4,8 29 8,3 9 4,8 4 4,3 44 8,8 7 3,9 7 3,9 28 8 7 3,9 3 3,5 43 8,6 5 3,1 5 3,1 27 7,7 5 3,1 2 2,7 42 8,4 4 2,7 4 2,7 26 7,4 4 2,7 1 1,8 41 8,2 3 2,3 3 2,3 25 7,1 3 2,3 0 1 40 8 2 1,8 2 1,8 24 6,9 2 1,8 39 7,8 1 1,4 1 1,4 23 6,6 1 1,4 38 7,6 0 1 0 1 22 6,3 0 1 37 7,4 21 6 36 7,2 20 5,8 35 7 19 5,5 34 6,8 18 5,3 33 6,6 17 5 32 6,4 16 4,8 31 6,2 15 4,6 30 6 14 4,3 29 5,8 13 4,1 28 5,7 12 3,9 27 5,5 11 3,6 26 5,3 10 3,4 25 5,2 9 3,1 24 5 8 2,9 23 4,8 7,5 2,8 22 4,7 7 2,7 21 4,5 6 2,4 20 4,3 5 2,2 19 4,2 4 2 18 4 3 1,7 17 3,8 2 1,5 16 3,7 1 1,2 15 3,5 0 1 14 3,3 13 3,2 12 3 11 2,8 10 2,7 9 2,5 8 2,3 7 2,2 6 2 5 1,8 4 1,7 3 1,5 2 1,3 1 1,2 0 1 34

opdracht 7A opdracht 7B opdracht 8 opdracht 9 score cijfers score cijfers score cijfers score cijfers 30 10 40 10 35 10 45 10 29 9,7 39 9,8 34 9,7 44 9,8 28 9,3 38 9,5 33 9,4 43 9,6 27 9 37 9,3 32 9,1 42 9,3 26 8,7 36 9 31 8,9 41 9,1 25 8,3 35 8,8 30 8,6 40 8,9 24 8 34 8,5 29 8,3 39 8,7 23 7,7 33 8,3 28 8 38 8,4 22 7,3 32 8 27 7,7 37 8,2 21 7 31 7,8 26 7,4 36 8 20 6,7 30 7,5 25 7,1 35 7,8 19 6,3 29 7,3 24 6,9 34 7,6 18 6 28 7 23 6,6 33 7,3 17 5,7 27 6,8 22 6,3 32 7,1 16 5,4 26 6,5 21 6 31 6,9 15 5,2 25 6,3 20 5,8 30 6,7 14 4,9 24 6 19 5,5 29 6,4 13 4,6 23 5,8 18 5,3 28 6,2 12 4,3 22 5,6 17 5 27 6 11 4,1 21 5,4 16 4,8 26 5,8 10 3,8 20 5,2 15 4,6 25 5,6 9 3,5 19 5 14 4,3 24 5,4 8 3,2 18 4,8 13 4,1 23 5,3 7 2,9 17 4,5 12 3,9 22 5,1 6 2,7 16 4,3 11 3,6 21 4,9 5 2,4 15 4,1 10 3,4 20 4,7 4 2,1 14 3,9 9 3,1 19 4,5 3 1,8 13 3,7 8 2,9 18 4,3 2 1,6 12 3,5 7,5 2,8 17 4,1 1 1,3 11 3,3 7 2,7 16 4 0 1 10 3,1 6 2,4 15 3,8 9 2,9 5 2,2 14 3,6 8 2,7 4 2 13 3,4 7 2,5 3 1,7 12 3,2 6 2,3 2 1,5 11 3 5 2 1 1,2 10 2,9 4 1,8 0 1 9 2,7 3 1,6 8 2,5 2 1,4 7 2,3 1 1,2 6 2,1 0 1 5 1,9 4 1,7 3 1,6 2 1,4 1 1,2 0 1 35