Jaarverslag 2011. en eerste kwartaal 2012. Verpleeghuisgeneeskunde VU medisch centrum

Vergelijkbare documenten
25 jaar opleiding tot specialist ouderengeneeskunde GERION/VUmc25 jaar opleiding GERION/VUmc

Ouderengeneeskunde: perspectieven op onderzoek

Jaarverslag 2010 Verpleeghuisgeneeskunde VU medisch centrum

Universitair Netwerk Ouderenzorg van VU medisch centrum te Amsterdam. UNO-VUmc. Door samenwerking beter. Jaarplan 2013

WETENSCHAP: NOODZAKELIJK VOOR TOPZORG?! Symposium ter gelegenheid van het tienjarig jubileum van het UKON

SOON jaarverslag 2014

Samen de goede koers varen

Samenwerking in academische netwerkensa

Palliative care in an aging society Palliatieve zorg in een ouder wordende samenleving. 3rd Amsterdam Symposium on Palliative Care

Afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde

ONDERZOEKSONDERSTEUNING VANUIT UNO-VUMC

Schijndissertatie van het proefschrift: The management of neuropsychiatric symptoms in people with young-onset dementia

UNO-VUmc bestuurdersoverleg

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC

Position Paper #Not4Sissies

Sterven met dementie in Vlaanderen. Lieve Van den Block Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, VUB-Ugent

Voortgang expertteams: delier, geriatrische revalidatie en extramurale behandeling

Jaarplan

Maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften ouderen

Beleidsplan. Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018

UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen

Met subsidie en ontvangen stagevergoedingen financiert de SBOH sinds 1989 de huisartsopleiding en

th Amsterdam Symposium on Palliative Care

College Geneeskundige Specialismen

Domein 2 Academisch niveau

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

Over huisartsen, het vakgebied en de opleiding

Dr. Hilde Verbeek 15 april Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Kader notitie Academische werkplaats

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

V&VN Geriatrie. Jaarplan Inleiding. Missie

1. Uw profiel. Q1/3: U bent... Q2/3: U beantwoordt deze enquête als lid van een...

Van binnen naar buiten: ervaringen uit LPD plus MO Buitenhof in Haarlem

Universitair Netwerk Ouderenzorg van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. UNO-VUmc. Door samenwerking beter. Jaarplan 2007

Zorg bij dementie: Altijd palliatieve zorg? Prof. dr. Cees Hertogh. 15 januari Ouderengeneeskunde & Ethiek van de zorg

ISOQOL-NL. Welkom. ISOQOL NL bestuur Caroline Terwee Sandra Beurskens Jolanda de Vries Lotte Haverman

Huisartsopleiding. Kennismakingsbrochure. Huisarts: specialist in veelzijdigheid! a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

SBOH. Sociaal Jaarverslag Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde

Samen Sterk! Gecombineerde ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers

Competentieprofiel kaderhuisarts

Samenwerking in academisch netwerkensaetwerken

Jaarverslag Vastgesteld in de bestuursvergadering van 11 mei 2015

Gewoonlijk gebeurt in uw regio (huisartsenkring voor huisartsen/territorium MBE voor MBE professionals, etc) de opvolging van...

AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study

Groei van de organisatie. Raad van Commissarissen

Dag van de Dementiezorg 2016 Palliatieve zorg bij dementie

Het beloop van dementie in het verpleeghuis

Voorwoord 4. Missie, visie en strategie SOON Kwaliteit van de opleiding Gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering van onderwijs 8

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Daarnaast betaalt de SBOH voor haar werknemers alle opleidingskosten aan. aantal aios per opleidingsinstituut

Soepele samenwerking voor ouderen thuis. Symposium 8 oktober 2014

Dementie. Het. Gesprek. Cinemec in Ede. Donderdag 12 september 2013 Van 9.00 uur tot uur

VRIJHEIDSBEPERKING: STATE OF THE ART

Verhuizing. Stakeholdersbijeenkomst met Raad van Toezicht

Ouderengeneeskunde in de eerste lijn:

Universitair Medisch Centrum Groningen

Toekomstbestendige ouderenzorg is afhankelijk van goede kwaliteit van verpleging en verzorging

nieuws - nieuws - nieuws - nieuws UKON-nieuwsbrief nr. 2 juni 2012

Jaarverslag MCC Hardenberg 2012

Accreditatiereglement

Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot

Charlotte Griffioen. Opioïd gebruik bij ouderen. Wetenschapsdag SANO in Maastricht 2016

Nota Accreditatie t.b.v herregistratie (update van VSG826)

Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor?

SOON jaarverslag 2013

NVVG. Regelgeving voor het verkrijgen van accreditatie-uren voor overige deskundigheidsbevordering door verzekeringsartsen

Activiteitenplan voor de. periode

NHPR. Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie Divisie van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie.

Nota Accreditatie t.b.v. herregistratie artsen OMG

VZP bij beginnende dementie. Myriam De Schynkel Dementiecoach

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Toetsingskader Specialismen

UNO Update. Voorwoord. U niversitair N etwerk O uderenzorg VUmc (UNO-VUmc) Colofon. In dit nummer. April 2018

De ingangsdatum van deze accreditatieregelgeving is 1 april 2017.

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Ouderenzorg op Bonaire: zorg met aandacht voor elkaar. Bon dia!

Het geriatrisch spreekuur in de huisartsenpraktijk Out off the box

Ouderengeneeskunde: (ook) in de eerste lijn?

De aios als supervisor:

Revalidatie centreren of zo dicht mogelijk bij huis?e

Vanzelf verandert er niets: implementatie en samenwerking tussen onderzoekers en professionals

WERKVELDCONFERENTIE BACHELOR NURSING 2020

Nederlandse samenvatting

Ondersteunende technologie. Inhoud. EMGO Institute - Care and Prevention 1. Functionele eisen ondersteunende technologie.

Betere zorg door minder psychofarmaca?

Informatiebrochure ParkinsonNet

Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen

Kenniscentrum patiëntenlogistiek VUmc-VU

GEAR Reflectieverslag 2015

Prestatie integrale ouderenzorg

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

METIS Kwaliteitssysteem

Nieuwsbrief gezonde leefstijl - 3 e kwartaal 2018

MARKERING en Proactieve ZORGPLANNING

DYNAMIEK IN DE ACUTE INTENSIEVE ZORG

NHG-Standpunt. Huisartsgeneeskunde voor ouderen. Er komt steeds meer bij... standpunt

Huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde

Transcriptie:

Jaarverslag 2011 en eerste kwartaal 2012 Verpleeghuisgeneeskunde VU medisch centrum

Inleiding 2011 was een bijzonder jaar voor de afdeling verpleeghuisgeneeskunde en stond in het teken van afscheid nemen, maar ook in het teken van een nieuw begin. In juni namen we afscheid van Frank Hoek, die in de ruim vijftien jaar van zijn dienstverband een krachtig stempel heeft gedrukt op de sectie opleiding & nascholing van de afdeling: GERION is onder zijn leiding een begrip geworden in Nederland en staat garant voor toonaangevend onderwijs voor professionals in de ouderenzorg. En op 9 december gaf Miel Ribbe, in aanwezigheid van de Staatssecretaris van VWS, zijn afscheidscollege als hoogleraar verpleeghuisgeneeskunde. Zowel het vertrek van Frank als dat van Miel werden voorafgegaan door een door de afdeling georganiseerd symposium, waarin een keur van sprekers een blik wierp in de toekomst van de medische zorg voor kwetsbare ouderen en onder de titel onderweg naar morgen in ging op de daarbij behorende agenda voor het wetenschappelijk onderzoek op het domein van het specialisme ouderengeneeskunde. Tenslotte namen we afscheid van Jan Eefsting, die gedurende 10 jaar een door de Vereniging Het Zonnehuis gefinancierde bijzondere leerstoel verpleeghuisgeneeskunde bij de afdeling bekleedde. Dankzij deze leerstoel heeft vooral het onderzoek in de psychogeriatrie een krachtige impuls gekregen, onder meer in de vorm van onderzoek naar de meer-waarde van kleinschalig wonen voor ouderen met dementie. Uiteraard bleef de afdeling niet onbeheerd achter: Frank Hoek is opgevolgd door Martin Smalbrugge en op 1 december nam Cees Hertogh de leiding van de afdeling over van Miel Ribbe. Tot 1 mei 2012, want vanaf die datum gaan huisartsgeneeskunde en verpleeghuisgeneeskunde samen verder in de nieuw gevormde afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde, afgekort als H&O. Aan deze transitie is ruim een jaar van zorgvuldige voorbereiding vooraf gegaan. Een belangrijke reden voor het samengaan in één afdeling is gelegen in de overweging, dat een toekomstbestendige medische ouderenzorg om een intensieve samenwerking vraagt tussen huisarts en specialist ouderengeneeskunde. Uitgangspunt daarvoor is dat beide beroepsgroepen hun eigen profiel behouden én versterken, hetgeen zowel in de naamgeving als in de organisatiestructuur van de nieuwe afdeling tot uitdrukking is gebracht. De onderzoeksgroep verpleeghuisgeneeskunde. Deze maakt deel uit van het EMGO + Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg, één van de onderzoeksinstituten van het VUmc. Cees Hertogh is hoofd van de onderzoeksgroep; Het Universitair Netwerk Ouderengeneeskunde (UNO), onder de duale leiding van Lizette Wattel en Ruth Veenhuizen, die per 1 april 2011 de door het vertrek van Wilco Achterberg ontstane vacature heeft vervuld; De sectie studentenonderwijs, van waaruit het onderwijs aan studenten geneeskunde georganiseerd en uitgevoerd wordt. Deze sectie wordt aangestuurd door Ariadne Meiboom; De sectie GERION, waarin op opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, de kaderopleidingen en de nascholing zijn ondergebracht. Martin Smalbrugge is hoofd van deze sectie. Dit verslag bestrijkt de periode van 1 januari 2011 tot 1 mei 2012 en is daarmee het laatste jaarverslag van de afdeling verpleeghuisgeneeskunde. In de nieuwe afdeling komt de aanduiding verpleeghuisgeneeskunde niet meer voor. Het verdwijnen van de naam verpleeghuisgeneeskunde heeft ook gevolgen voor de sinds 1989 ingestelde leerstoel verpleeghuisgeneeskunde, waarvan Miel Ribbe de eerste, maar tevens laatste leerstoelhouder was. Rechtdoende aan de ontwikkelingen in het beroepsveld is de naam van de leerstoel gewijzigd in ouderengeneeskunde. Op 1 april is Cees Hertogh, sinds oktober 2009 reeds hoogleraar ethiek van de zorg voor kwetsbare ouderen, benoemd op deze leerstoel. Met de genoemde transities is veel tijd en energie gemoeid geweest. Toch is daarnaast door de circa 90 medwerkers van de afdeling ook met veel inzet gewerkt aan onze academische kerntaken, onder gebracht in de vier secties van de afdeling: Applaus voor Miel Ribbe v.l.n.r. decaan Wim Stalman, staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten, hoogleraar ouderengeneeskunde & ethiek van de zorg Cees Hertogh en hoogleraar sociale geneeskunde Gerrit van der Wal 2

Studentenonderwijs Missie en visie afdeling verpleeghuisgeneeskunde Missie De missie van de afdeling is: bij te dragen aan een optimale functionele autonomie en kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen door het ondersteunen van professionals in de ouderenzorg door middel van kennisontwikkeling, kennisoverdracht en academische patiëntenzorg. VISIE De ambitie van de afdeling is om: een toonaangevende multidisciplinaire afdeling op het gebied van de zorg en geneeskunde voor kwetsbare ouderen met multimorbiditeit te vormen en onderscheidend te zijn door: - wetenschappelijk onderwijs en onderzoek op het gebied van de zorg en geneeskunde voor ouderen, - disseminatie van onderzoeksresultaten ten behoeve van ouderen en ouderenorganisaties, - academische patiëntenzorg, vormgegeven als best practice in samenwerking met andere afdelingen binnen VUmc. De missie van de sectie studentenonderwijs is het bijdragen aan de kwaliteit van leven en zorg voor de ouderen en chronisch zieken via onderwijs aan geneeskundestudenten. De sectie heeft daarbij de ambitie om de student een handvat te bieden voor de medische besluitvorming bij complexe patiënten. Het accent in het onderwijs ligt op het leren klinisch redeneren en wikken en wegen bij de besluitvorming, rekening houdend met kwetsbaarheid, multimorbiditeit, atypische ziektepresentatie, polyfarmacie, somato-psychosociale verwevenheid, wilsonbekwaamheid, en een reeds kleinere levensverwachting door de leeftijd of door de prognose van comorbide aandoeningen. BKO (basis kwalificatie onderwijs) De BKO is een landelijk erkend traject, gericht op het verwerven en ontwikkelen van onderwijscompetenties. Het VUmc, evenals de Vrije Universiteit, heeft ervoor gekozen om iedereen die universitair onderwijs geeft hiervoor te scholen en kwalificeren. Twee docenten van de sectie studentenonderwijs van de afdeling verpleeghuisgeneeskunde hebben hun BKO behaald in 2010. Een docent heeft haar BKO in 2011 aangevraagd via de overgangsregeling. Twee docenten staan ingeschreven voor deelname aan het BKO traject in 2012. Nieuwe activiteiten In 2011 is het hoofd van de sectie studentenonderwijs benoemd als lid in de examencommisie en benoemd als Overzicht onderwijs Coördinatie Uitvoering onderwijs ouderengeneeskunde Uitvoering discipline-overstijgend onderwijs Bachelor 1 Praktijkstage zorg - tutorschappen - mentoren - competentiepractica Bachelor 2 Cursus ouder worden Colleges en practica ouder worden Bachelor 3 Wetenschappelijk focusonderwijs extramurale geneeskunde (samen met huisartsgeneeskunde en sociale geneeskunde) Werkgroepen WFO Master 1 Leerstage ouderengeneeskunde Colleges, trainingen en nabesprekingen ouderengeneeskunde Master 2 Master 3 Keuzeonderwijs Buitenlandse stage Semi-arts stage - tutorschappen - mentoren - competentiepractica - mentoren - competentiepractica Intervisie Intervisie 3

Wetenschappelijk onderzoek examinator voor de landelijke voortgangstoets. Een van de docenten is in 2011 coördinator van het portfolio geweest en heeft als afsluiting een eindproduct geschreven: Portfolio van het portfolio. Dit eindproduct bestaat uit een kritische reflectie met aanbevelingen voor de toekomst, waar een opvolger en het IOO mee verder kunnen. Alle docenten van de sectie hebben geparticipeerd als begeleider van intervisiegroepen van coassistenten in het tweede en derde masterjaar. Leerstage ouderengeneeskunde In 2011 is wederom aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling en verbetering van de leerstage ouderengeneeskunde, welke gestart is in de zomer van 2009. In deze leerstage lopen studenten in hun eerste masterjaar vier weken stage in het verpleeghuis, na een voorbereidende week onderwijs in het klinisch trainingscentrum en met een wekelijkse terugkomdag in het klinisch trainingscentrum. Door middel van bezoeken aan de verpleeghuizen en het opzetten van scholing voor de begeleiders is gewerkt aan kwaliteitsverbetering van de stageplekken. De stage wordt goed voorbeeld door de coassistenten. Met deze stage is ook bereikt dat studenten hun beeldvorming over de ouderengeneeskunde ten positieve bijstellen. Speerpunten en nieuwe ambities Hoewel ook enkele onderzoeksprojecten met jongere patiënten en andere doelgroepen worden uitgevoerd, ligt het accent van het wetenschappelijk onderzoek vanuit het specialisme ouderengeneeskunde in belangrijke mate op de oudste ouderen. Belangrijke thema s zijn: 1 Psychogeriatrie Onderzoek binnen dit thema richt zich op dementie en andere hersenaandoeningen zoals CVA. 2 Gerontopalliatieve zorg Dit type zorg kan worden omschreven als: de medische en multidisciplinaire zorg voor ouderen met gevorderde stadia van chronische aandoeningen en multimorbiditeit in de laatste levensfase (levensverwachting enkele jaren) voor wie kwaliteit van leven het voornaamste zorgdoel is. Tussen beide thema s bestaat overlap, omdat veel ouderen met multimorbiditeit en palliatieve zorgvragen tevens cognitieve problemen hebben, cq aan een vorm van dementie lijden. Daarnaast doen zich bij het onderzoek op deze thema s geregeld ethische vragen voor. Ethiek vormt hier dan ook een belangrijk dwarsverband. In 2011 is een begin gemaakt met het verleggen van de koers en de ambitie van het onderzoek in de richting van onderzoek waarin het dichten van lacunes in kennis en de onderbouwing van het medisch handelen in de ouderengeneeskunde meer centraal staan. Een belangrijk nieuw thema in dit verband is de geriatrische revalidatie. De aanstaande overheveling daarvan naar de zorgverzekeringswet en de ontwikkeling van een dbc geriatrische revalidatie, maken onderzoek naar (de effectiviteit van) interventies op dit zich snel ontwikkelende domein van de ouderengeneeskunde tot een belangrijke prioriteit voor de komende jaren. Academisering van de opleiding In de afgelopen jaren bestond een situatie waarin de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde min of meer gescheiden was geraakt van de sectie onderzoek van de afdeling verpleeghuisgeneeskunde. Een gevolg daarvan is geweest dat opleiding en onderzoeksgroep onvoldoende van elkaars expertise gebruik maakten en dat de academische profilering van de opleiding achterbleef. Sinds 2011 is een actief beleid van toenadering ingezet tussen de sectie wetenschappelijk onderzoek en de sectie GERION. Academisering van de opleiding is daarbij tot een gezamenlijk speerpunt van beleid gekozen. Hieronder wordt verstaan: het integreren van de opleiding in de afdeling en het bevorderen van de wisselwerking tussen onderwijs, opleiding, onderzoek en patiëntenzorg. Belangrijke ambities in dit verband zijn: verwetenschappelijking van de opleiding 4

door inbedding van het onderwijsprogramma in wetenschappelijk onderzoek, versterking van de wetenschappelijke competenties van docenten en opleiders en verhoging van het aantal gepromoveerde specialisten ouderengeneeskunde, onder meer door het aanbieden van AIOTO-trajecten (- assistent in opleiding tot onderzoeker, ergo: een traject waarin de opleiding tot SO gecombineerd wordt met het doen van promotieonderzoek). In de voorliggende verslagperiode zijn we erin geslaagd om subsidie te verwerven voor 2 AIOTO-trajecten, voor een promotie-onderzoek van één van de zittende arts-docenten én voor een uitbreiding van de aanstelling van het hoofd van opleiding met taken op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Nieuw en oud: de mensen achter het onderzoek In 2011 en voorjaar 2012 traden, behoudens de hierboven en de in de inleiding genoemde, geen wijzigingen op in de seniorstaf die het wetenschappelijk onderzoek begeleid. Deze bestond uit Marja Depla, Franka Meiland, Rose-Marie Dröes, Martin Smalbrugge, Jenny van der Steen, Dinnus Frijters en Cees Hertogh. In diezelfde priode is de onderzoeksgroep wel verder uitgebreid met 5 promovendi, 2 post-docs en op 1 maart startte Simone Hendriks met haar AIOTO-studie. Na het vertrek van Miel Ribbe is Cees Hertogh op 1 april 2011 benoemd tot hoogleraar ouderengeneeskunde & ethiek van de zorg. Hij combineert in deze nieuwe leeropdracht de in 2009 ingestelde leerstoel ethiek van de zorg voor kwetsbare ouderen met de nieuwe leerstoel ouderengeneeskunde. Cees is sinds 1991 werkzaam bij de afdeling, eerst als docent en curriculumontwikkelaar bij de opleiding en vanaf 2000 als senioronderzoeker. De senioronderzoekers bespreken tweemaandelijks de voortgang van het onderzoek. Daarnaast is er eveneens tweemaandelijks de onderzoekerslunch, waarin onderzoekers (junioren en senioren) hun onderzoek presenteren, elkaar bevragen en met elkaar bediscussiëren over onderzoek en onderzoeksideeën. Deze onderzoekslunches staan open voor alle medewerkers van de afdeling. Alle promovendi van de afdeling combineren hun onderzoek met het volgen van scholing op het gebied van epidemiologie en onderzoeksmethodiek, verzorgd door het onderzoeksinstituut EMGO +, waarin al ons onderzoek is ondergebracht. Zo nodig wordt op maat scholing uitgebreid en aangepast aan specifieke wensen en behoeften van de onderzoeker. Sinds 2009 dragen leden van de onderzoeksgroep ook actief bij aan de door Cees Hertogh geinitieerde jaarlijkse EMGO + themamiddag over kwalitatief wetenschappelijk onderzoek. Onderzoeksprojecten in 2011 - mei 2012 Vanuit de afdeling wordt zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek verricht, waarbij vaak intensief wordt samengewerkt met andere onderzoeksgroepen, landelijk en internationaal. In de verslagperiode werkten we aan 30 onderzoeksprojecten, waaronder 19 promotiestudies. Hieronder geven we enkele voorbeelden. Clinical course of dementia: Dit onderzoek richt zich op het beloop van dementie na opname in het verpleeghuis. Hierin gaan we na welke complicatie en intercurrente aandoeningen zich voordoen, hoe ze worden gediagnosticeerd en behandeld en tot welke uitkomsten dit leidt. Het antwoord op deze vragen is van belang om een betere onderbouwing te bieden aan de medische besluitvorming en het formuleren van beleidsafspraken in het kader van advance care planning (AIOTO-traject, gesubidieerd door de SBOH). Transmurale geriatrie: de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn. Dit onderzoek is opgezet als samenwerkingsverband met huisartsgeneeskunde. De doelstelling is om door middel van een actie onderzoek gezamenlijk een interventie in de eerste lijn te ontwikkelen en te evalueren (promotieonderzoek met subsidie van SBOH). EAPC recommendations on palliative care in dementia (dementia white paper). Nederland heeft een grote voorsprong waar het gaat om palliatieve zorg bij dementie. In dit project ontwikkelen we, op basis van literatuuronderzoek en een delphi studie onder experts, aanbevelingen voor een anderzoeksagenda palliatieve zorg bij dementie ten behoeve van de European Assiociation for Palliative Care (www.eapcnet.eu/themes/clinicalcare/eapcwhitepaperondementia.aspx) Promoties Op 21 januari verdedigde Selma te Boekhorst met verve haar proefschrift Group living homes for older people with dementia. Concept and effects. Hierin onderzoekt zij het door beleidsmakers en ideologen van de zorg als panacee omarmde, maar helaas nauwelijks op effectiviteit en meerwaarde onderzochte concept van kleinschalig wonen voor mensen met dementie. Een belangrijk onderdeel van haar onderzoek betrof de conceptuele verheldering van wat we eigenlijk onder kleinschaligheid moeten verstaan. Een woord is immers nog geen concept en achter kleinschalige zorg gaat de nodige spraakverwarring schuil. Voorts lieten de resultaten van Selma s onderzoek zien, dat de effecten van kleinschalig vormgegeven zorg op mensen met dementie en hun verzorgers vooralsnog uiterst bescheiden zijn en zich nauwelijks 5

gunstig onderscheiden van traditionele verpleeghuiszorg. Een belangrijke boodschap, die op z n minst aanzet tot bezinning. Marike de Boer onderzocht de uitvoeringspraktijk van schriftelijke euthanasieverklaringen gericht op dementie. Zij ging na wat de in 2002 geïntroduceerde wetgeving inzake euthanasie voor effect heeft gehad op de praktijk van specialisten ouderengeneeskunde en de zorg voor mensen met een gevorderde dementie én een euthanasieverklaring. Daarnaast heeft zij door middel van interviews onderzocht wat de impact van de aandoening is op de mensen die het betreft. De conclusies van haar proefschrift Advance directives in dementia care, dat zij op 20 december op indrukwekkende wijze verdedigde, zijn van groot belang voor de praktijk van de zorg en de gedachtenvorming over wat dementie voor patiënten betekent. Niet alleen blijken euthanasieverklaringen nauwelijks effect te hebben, ook blijkt de wijze waarop patiënten hun situatie beleven in gunstige zin te verschillen van de beeldvorming daarover in algemene bevolking. Overige opbrengsten van het onderzoek In 2011 en de eerste maanden van 2012 is door de leden van de onderzoeksgroep gewerkt aan de verwerving van nieuwe onderzoekssubsidies en aan het presenteren en publiceren over lopend onderzoek. De onderzoekers droegen tevens bij aan onderwijsactiviteiten, (leer)boeken, vakpublicaties en mediapresentaties. Een selectie van deze output is opgenomen in het kader. Selectie internationale publicaties sectie wetenschappelijk onderzoek (2011). Boekhorst, S. te, Depla, M.F.I.A., Pot, A.M., Lange, J. & Eefsting, J.A. (2011). The ideals of group living homes for people with dementia: do they practice what they preach? International Psychogeriatrics, 23(9), 1526-1527. Boer, M.E. de, Dröes, R.M., Jonker, C., Eefsting, J.A. & Hertogh, C.M.P.M. (2011). Advance directives for euthanasia in dementia: how do they affect resident care in Dutch nursing homes? Experiences of physicians and relatives. Journal of the American Geriatrics Society, 59(6), 989-996. Cherubini, A., Oristrell, J., Pla, X., Ruggiero, C., Ferretti, R., Diestre, G., Clarfield, A.M., Crome, P., Hertogh, C.M.P.M., Lesauskaite, V., Prada, G.I., Szczerbinska, K., Topinkova, E., Sinclair-Cohen, J., Edbrooke, D. & Mills, G.H. (2011). The persistent exclusion of older patients from ongoing clinical trials regarding heart failure. Archives of Internal Medicine, 171(6), 550-556. Crome, P., Lally, F., Cherubini, A., Oristrell, J., Beswick, A.D., Clarfield, A.M., Hertogh, C.M.P.M., Lesauskaite, V., Prada, G.I., Szczerbinska, K., Topinkova, E., Sinclair-Cohen, J., Edbrooke, D. & Mills, G. (2011). Exclusion of older people from clinical trials professional views from nine european countries participating in the PREDICT Study. Drugs and Aging, 28(8), 667-677. Hertogh, C.M.P.M. (2011). The misleading simplicity of advance directives. International Psychogeriatrics, 23(4), 511-515. Niemeijer, A.R., Frederiks, B.J.M., Depla, M.F.I.A., Legemaate, J., Eefsting, J.A. & Hertogh, C.M.P.M. (2011). The ideal application of surveillance technology in residential care for people with dementia. Journal of Medical Ethics, 37(5), 303-310. Steen, J.T. van der, Toscani, F., Graas, T. de, Finetti, S., Nakanishi, M., Nakashima, T., Brazil, K., Hertogh, C.M.P.M. & Arcand, M. (2011). Physicians and nurses perceived usefulness and acceptability of a family information booklet about comfort care in advanced dementia. Journal of Palliative Medicine, 14(5), 614-622. Steen, J.T. van der (2011). Prolonged life and increased symptoms vs prolonged dying and increased comfort after antibiotic treatment in patients with dementia and pneumonia. Archives of Internal Medicine, 171(1), 93-94. Zwijsen, S.A., Niemeijer, A.R. & Hertogh, C.M.P.M. (2011). Ethics of using assistive technology in the care for communitydwelling elderly people: An overview of the literature. Aging and Mental Health, 15(4), 419-427. Zwijsen, S.A., Smalbrugge, M., Zuidema, S.U., Koopmans, R.T.C.M., Bosmans, J.E., Tulder, M.W. van, Eefsting, J.A., Gerritsen, D.L. & Pot, A.M. (2011). Grip on challenging behaviour: a multidisciplinary care programme for managing behavioural problems in nursing home residents with dementia. Study protocol. BMC Health Services Research, 11. Zwijsen, S.A., Depla, M.F.I.A., Niemeijer, A.R., Francke, A.L. & Hertogh, C.M.P.M. (2011). The concept of restraint in nursing home practice: a mixed-method study in nursing homes for people with dementia. International Psychogeriatrics, 23(5), 826-834. 6

Opleiding en Nascholing GERION: goed opgeleide professionals voor optimale zorg aan kwetsbare ouderen. De sectie GERION van de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde verzorgt de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, de kaderopleidingen (geriatrische revalidatie, psychogeriatrie en palliatieve zorg), de profielopleiding ouderenpsycholoog, de opleiding tot case-manager dementie en nascholingscursussen voor universitair en HBO opgeleide professionals in de ouderenzorg. Onder de naam GeriMedica heeft GERION een nieuw praktijkmodel voor de medische zorg aan ouderen ontwikkeld en een EPD Ysis : bruggen tussen praktijk enerzijds en academisch onderwijs en onderzoek anderzijds. Afscheid en start Op 16 juni 2011 nam Frank Hoek afscheid van zijn GERION. Frank Hoek heeft een gedegen opleiding tot specialist ouderengeneeskunde neergezet. Met het aanbieden van de kaderopleidingen voor specialisten ouderengeneeskunde, de profielopleiding ouderenpsycholoog en de opleiding tot casemanager dementie (en alle kortere na- en bijscholingen) is GERION onder zijn leiding tot een belangrijke aanbieder van opleidingen in de ouderenzorg geworden. Met GeriMedica heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de praktijkvoering van de ouderengeneeskunde: van groot belang voor de toekomst van het specialisme. Martin Smalbrugge is per 1 augustus 2011 begonnen als hoofd van GERION. Hij is specialist ouderengeneeskunde en senior onderzoeker bij de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde van het VUmc. Hij heeft in 1994 bij GERION de opleiding tot verpleeghuisarts voltooid en is als opleider en later als docent aan de opleiding verbonden geweest en heeft ook zijn promotieonderzoek bij de afdeling verpleeghuisgeneeskunde van het VUmc uitgevoerd. Opleiding specialisme ouderengeneeskunde De instroom in 2011 was conform het aantal toegekende plaatsen (41): voor het eerst sinds 3 jaar was weer sprake van een volledige bezetting van het aantal opleidingsplaatsen. Er zijn twee groepen gestart in Amsterdam en een groep in de dependance Groningen. De grotere instroom is mede te danken aan de uitgebreide PRcampagne waarin GERION via SOON (Samenwerkende Opleidingen Ouderengeneeskunde Nederland) geparticipeerd heeft: informatiestands op congressen, aanwezigheid op banenmarkten, advertentiecampagnes in NTVG en Medisch Contact, meeloopdagen voor basisartsen en co-assistenten. Ruim twintig aios kregen hun certificaat in 2011. Tien aios zijn helaas gestopt met de opleiding. Dit is mede aanleiding geweest om in SOON verband de selectie voor de opleiding aan te scherpen met ingang van 2012. Het aantal samenwerkingsovereenkomsten met verpleeghuizen (78), ziekenhuizen (14), ambulante GGZ-zorg instellingen (24) en keuzestage-aanbieders (25) is ongeveer gelijk gebleven. De evaluatie van het cursorisch onderwijs aan aios is gedigitaliseerd en geïntensiveerd. Cursorisch onderwijs kan op die manier snel worden aangepast. In SOON verband is het landelijk opleidingsplan en het protocol toetsing en beoordeling aangepast. Ook is in SOON verband, met subsidie van de SBOH, een nieuw landelijk digitaal registratie systeem inclusief portfolio voor aios en opleiders/ docenten ontwikkeld dat in 2012 operationeel zal zijn. In dit portfolio worden de landelijk uniforme toetsen en beoordelingen opgenomen. De opleiding voor opleiders is samen met SOON verder uitgebreid en voor ervaren opleiders is een traject gestart dat tot certificering van opleiders leidt op grond van Eerder Verworven Competenties (EVCs). Docenten van GERION hebben docenttrainingen gevolgd en er is een start gemaakt met de opzet van een gezamenlijke docenttraining met huisartsopleiding van het VUmc. Afscheid Frank Hoek in het Spoorwegmuseum Nascholing In 2011 is de vijfdaagse cursus Aan de slag, waarin een specialist ouderengeneeskunde samen met een huisarts een plan uitwerkt voor samenwerking op dit terrein, opnieuw 2x georganiseerd. Op de slotdag presenteren de cursisten hun plan voor een forum met vertegenwoordigers van de zorgverzekeraars, de LHV en Verenso. De opleiding tot casemanager dementie, die GERION samen met Alzheimer Nederland en Geriant heeft ontwikkeld, is een groot succes gebleken. De eerste groep is in 2011 gecertificeerd en in 2011 zijn nog 4 groepen gestart. 7

Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc: door samenwerking beter De Profielopleiding Ouderenpsychologie, een verdiepingsopleiding na de opleiding tot GZ-psycholoog, gericht op het werkveld van de ouderenzorg, die GERION organiseert in samenwerking met de RINO Noord Holland, is in januari 2011 van start gegaan. Eind 2011 is begonnen met de eerste Delta-lezingen cyclus rond het thema identiteit bij dementie, waarin dit thema vanuit verschillende invalshoeken (filosofie, psychologie, ethiek, geneeskunde, literatuur) wordt belicht. De kaderopleidingen Psychogeriatrie, Palliatieve Zorg en Geriatrische Revalidatie hebben hun waarde inmiddels ruimschoots bewezen. Maar liefst een vijfde van alle specialisten ouderengeneeskunde heeft een van de kaderopleidingen van GERION voltooid of is daar nu mee bezig. Na het succesvol voltooien van de opleiding is de kaderarts beschikbaar als consulent voor collega specialisten ouderengeneeskunde, voor huisartsen en medische specialisten en ook inzetbaar in de richtlijnontwikkeling of als docent. In 2011 is de onderwijskundige restyling van de kaderopleidingen volgens de nieuwste inzichten op het gebied van competentiegericht leren afgerond en zijn met Verenso afspraken gemaakt voor een register van kaderartsen. Dit register wordt operationeel in 2012. Hard gewerkt is ook aan een scholingsprogramma om de verworven competenties van de kaderarts op peil te houden. Gerimedica Ysis 2.0 GeriMedica is in 2011 gestaag verder gegaan op de ingeslagen weg. Bij 6 instellingen voor V&V is organisatieadvies verleend bij het verbeteren van de praktijkorganisatie van specialisten ouderengeneeskunde en psychologen. Deze adviestrajecten verschillen sterk in omvang en duur. De kernbegrippen die GeriMedica heeft geformuleerd in haar statuut blijken overal in het land goed te landen: Kwaliteit, Profilering, Positionering, Efficiëntie, Dienstverlening, Netwerkvorming, Vernieuwing. Ysis in de loop van 2011 uitgegroeid tot een volwaardig, multidisciplinair EPD dat inmiddels wordt ingezet in een vijftal grote V&V en VG instellingen in het land. Een groot aantal functionaliteiten zijn in de loop van het jaar toegevoegd, steeds in nauw overleg met de eindgebruikers. GeriMedica BV; de rechtspersoon die Ysis op de markt brengt, sluit het jaar af met gezonde cijfers. Door Samenwerking Beter - sinds de start eind 2006 is dit het motto van het UNO-VUmc. De samenwerking tussen wetenschap en praktijk moet leiden tot meer kennis over de zorg aan kwetsbare ouderen. Deze kennis kan vervolgens worden gebruikt om de zorg te verbeteren. Eind 2011 vierde het UNO-VUmc zijn eerste lustrum en werd teruggekeken op de resultaten van vijf jaar samenwerking. Met enige trots kon melding worden gedaan van 4 goed lopende promotieonderzoeken, 1 afgeronde pilotstudie, 4 afgeronde afstudeeronder-zoeken, ondersteuning bij 6 kleinschalige onderzoeksinitiatieven binnen UNO-instellingen, 2 afgeronde projecten meetinstrumenten, 7 symposia, 2 thema(mid)dagen, 6 x wetenschappelijke scholing, 5x platform presentatie onderzoek, 1 implementatieproject, 1 website voor praktijkvoorbeelden en uitwisseling van best practices. En dat zijn alleen de vergevorderde of reeds afgeronde projecten die volledig binnen UNO-verband zijn uitgevoerd. Er gebeurt nog veel meer. Het mag duidelijk zijn dat dit alleen mogelijk is door een samenwerking die zich kenmerkt door veel inzet en enthousiasme. Organisatie In 2011 bestond het netwerk naast VUmc - uit dezelfde 18 deelnemende instellingen als in 2010. Per 1 april 2012 is het netwerk uitgebreid met locatie de Vreugdenhof van Osira Amstelring. Dit betekent dat er in totaal 26 verpleeghuizen zijn aangesloten. Na het vertrek van het hoofd van het UNO- VUmc, Wilco Achterberg, in 2010 is het team in 2011 versterkt met onderzoekscoördinator Ruth Veenhuizen en secretaresse Bernadette Jurriën. Onderzoek Het wetenschappelijk onderzoek van het UNO-VUmc wordt begeleid door de sectie onderzoek van de afdeling verpleeghuisgeneeskunde. Bijzonder aan de projecten is dat deze worden opgezet in nauwe samenwerking met de deelnemende instellingen. Zij hebben een grote inbreng bij het bepalen van onderzoeksvragen die relevant zijn voor de praktijk. In 2011 is als nieuw speerpunt gekozen voor het thema transmurale zorg. Dit thema is toegevoegd omdat er vanuit de verpleeghuizen steeds meer zorgaanbod wordt ontwikkeld voor mensen die buiten het verpleeghuis verblijven. In het afgelopen jaar is dit zorgaanbod binnen het UNO-VUmc in kaart gebracht en is gewerkt aan een concrete onderzoeksvraagstelling. Een overzicht van alle onderzoeken binnen het UNO-VUmc kunt u vinden op de website www.vumc.nl/uno. Eén van de onderzoeken wordt hier nader toegelicht: Grip op Probleemgedrag Probleemgedrag, zoals agressie en rusteloosheid, komt veel voor bij verpleeghuisbewoners met dementie. Dit is vaak erg belastend voor zowel de bewoner zelf als zijn omgeving. Binnen Grip op Probleemgedrag is een zorgprogramma ontwikkeld voor de aanpak van probleemgedrag bij verpleeghuisbewoners met dementie. Het zorgprogramma is gebaseerd op 8

de bestaande richtlijnen en kent een multidisciplinaire aanpak waarin de nadruk ligt op de inzet van psychosociale interventies een restrictief gebruik van medicatie en vrijheidsbeperkende maatregelen. Door middel van deze gestructureerde aanpak wordt geprobeerd probleemgedrag te verminderen en te voorkomen. Het zorgprogramma wordt geïmplementeerd op veertien afdelingen van verschillende verpleeghuizen en geëvalueerd op effectiviteit en kosteneffectiviteit. Het onderzoeksproject Grip op Probleemgedrag is ontstaan vanuit de samenwerking tussen de afdeling verpleeghuisgeneeskunde van VUmc en de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van UMC St Radboud. Onderwijs en deskundigheidsbevordering Een belangrijk doel van het UNO-VUmc is de kennis op het gebied van de ouderenzorg dichterbij de medewerkers te brengen. In het voorjaar van 2011 organiseerden we een avond waarop vijf onderzoeksideeën en resultaten werden gepresenteerd en bediscussieerd. Het jaarlijkse symposium in november stond in het teken van gedrag na CVA en van het lustrum. Het ochtendprogramma was opgebouwd rondom de presentatie van de resultaten van het Castilon-onderzoek, het eerste grote onderzoek dat in UNO-verband is opgezet en uitgevoerd. Het betreft een crosssectioneel onderzoek naar de (chronische) zorg voor mensen met een CVA in het verpleeghuis. In het middagprogramma was er aandacht voor een verscheidenheid aan UNO-projecten, waarna de dag met een feestelijk tintje werd afgerond. Een aantal acties op een rij: er hebben 16 intakegesprekken plaatsgevonden, er zijn 14 mondzorgteams geformeerd, ruim 700 medewerkers zijn geschoold in mondzorg en/of projectmanagement, er werd een implementatiepakket samengesteld, er is een implementatiewijzer ontwikkeld, mondzorgmateriaal werd aangeschaft, mondzorgplannen werden ingevuld. Het project heeft in alle deelnemende huizen geleid tot stappen richting betere mondzorg: de mondzorgtrein is in beweging gezet. Het project is inmiddels afgesloten, maar de mondzorgteams zijn nog steeds een belangrijke en actieve speler in de verpleeghuizen. Patiëntenzorg Op het gebied van patiëntenzorg heeft het UNO-VUmc als doel om best practices beschikbaar te stellen en de implementatie hiervan de ondersteunen. Hiervoor worden verschillende manieren gebruikt. Het UNO- VUmc ontwikkelt zelf best practices, bijvoorbeeld voor het gebruik van meetinstrumenten. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de UNO-COG, een toolkit van meetinstrumenten die kunnen worden ingezet binnen het onderzoek naar cognitieve problemen bij complexe geriatrische problematiek. De UNO-COG is ontwikkeld door psychologen uit het netwerk. Daarnaast worden best practices die in instellingen van het UNO-VUmc zijn ontwikkeld getoetst en uitgewisseld. In 2010 werd Mondzorg uit Naarderheem gekozen tot zogenaamde UNO-Topper en met een subsidie van ZonMw werd deze geïmplementeerd in een deel van de instellingen. 9

Internationalisering Amsterdam Center on Aging In het kader van internationale onderzoeksprojecten werken onderzoekers van de afdeling verpleeghuisgeneeskunde intensief samen met tal van onderzoeksgroepen in Europa, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten. Voorbeelden van projecten die in de verslagperiode werden gefinancierd door de EU en waarin de afdeling participeerde zijn: PRISMA (palliatieve zorg in Europese verpleeghuizen), ROSETTA (ondersteunende technologie voor thuiswonende mensen met lichte tot matig ernstige dementie), STAR (e-learning over dementie voor leken en professionals door internetcursus en raadpleging van expert communities), SHELTER (validering van de Minimum Data Set for long term care residents (InterRAI-LTCF) en IMPACT-eu (implementatie van kwaliteitsindicatoren voor palliatieve zorg bij kanker en dementie). Onderzoekers van de afdeling presenteerden hun onderzoeksresultaten voor een breed internationaal forum op verscheidene internationale congressen en symposia, zoals het VIIe European congress of the International Association of Gerontology and Geriatrics in Bologna (Italië), het congres van de European Association for Palliative Care in Lissabon (Portugal), Alzheimer Disease International Congres in London (UK) en het congres van de International Psychogeriatric Association (IPA) in Den Haag. Ter bevordering van de internationale samenwerking participeren verschillende leden van de afdeling in internationale netwerken van onderzoekers op het terrein van de ouderen-geneeskunde en de ouderenzorg, zoals InterRAI, INTERDEM, GSA- Palliative care interest Group, EU GMS Palliative Care Interest Group, de American Medical Directors Association International Interest Group, International Psychogeriatric Association (task force mental health in long term care en task force decisonal capacity), het Global Research network on Health and Ageing, de European Association of Geriatric Psychiatrists en Alzheimer Europe. Ook hebben enkele leden van de afdeling zitting in internationale adviesorganen en in editorial boards van internationale wetenschappelijke tijdschriften. Cees Hertogh is lid van de Dementia Ethics Steering Committee van Alzheimer Europe, Miel Ribbe is lid van de redactieraad van de Journal of the American Medical Directors Association (JAMDA), Rose- Marie Dröes van de redactieraad van Aging & Mental Health en Non-pharmacological therapies in dementia en Jenny van der Steen is lid van de redactieraad van Palliative Medicine. Om internationale uitwisseling van stages voor artsen in opleiding mogelijk te maken en interesse voor de ouderenzorg te stimuleren, is er sinds 2010 contact met University College London en met verpleeghuis Betèsda op Curaçao. 10 Eén van de grootste uitdagingen in de komende decennia is de veroudering van de bevolking. Dit brengt complexe problemen met zich mee die vragen om innovatieve oplossingen, ondersteund door multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek. Ouderenonderzoekers van VUmc en VU (o.m. EMGO +, MOVE, NCA, CAMeRA, Fac. Sociale Wetenschappen, Fac. Psychologie en Pedagogiek) hebben zich om die reden verenigd in het Amsterdam Center on Aging (ACA). Naast de bevordering van excellent multidisciplinair ouderenonderzoek binnen VUmc en VU zet ACA zich in om de kennis die voortkomt uit het ouderenonderzoek beschikbaar en bruikbaar te maken voor de maatschappij en andere kennisinstituten. Sinds 2009 is het bureau van ACA gehuisvest bij de afdeling verpleeghuisgeneeskunde. In de verslagperiode waren bij ACA vier medewerkers in deeltijd werkzaam (een senior en junior medewerker kennistransfer, een medewerker ondersteuning onderzoeksacquisitie en een administratief medewerker). Zij werden aangestuurd door een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur, onder voorzitterschap van prof. dr. Rose-Marie Dröes. Om ouderenonderzoekers van VUmc en VU van elkaars werk op de hoogte te brengen en de gelegenheid te bieden tot netwerken organiseerde ACA in de verslagperiode met regelmaat refereerbijeenkomsten en, in het voorjaar van 2012, een goed bezochte postersessie. In de periode 2011 - mei 2012 werden voorts diverse cursussen georganiseerd (voor ouderenadviseurs, voor personeel van Ontmoetingscentra en van Laagdrempelige Psychogeriatrische Dagbehandelingen met mantelzorgondersteuning). Er werden brochures en factsheets samengesteld en verspreid (o.m. over zorg rond het levenseinde van mensen met dementie, functionele eisen voor ondersteunende technologie voor mensen met dementie, en het aanleren van een empowerment bevorderende attitude in de ouderenzorg). Ook werd ondersteuning verleend bij het opzetten van een digitale (webbased) informatiedesk voor Effectieve zorg en behandeling bij dementie en de organisatie van de jaarlijkse bijeenkomst van de Landelijke Werkgroep Ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun verzorgers. Colofon Het jaarverslag van de afdeling verpleeghuisgeneeskunde van VUmc komt alleen in digitale vorm uit. Redactie: Vormgeving: Druk: Rose-Marie Dröes, Cees Hertogh, Ariadne Meiboom, Salomé Sahusilawane, Martin Smalbrugge, Lizette Wattel Joost van Ommen, Dienst Marketing & Communicatie VU Papyrus, Diemen 22327_1 Marketing & Communicatie VU