Het gewicht van een paard

Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Het gewicht van een paard

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B havo 2015-II

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

wiskunde B pilot havo 2015-II

Correctievoorschrift HAVO 2012

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

wiskunde B pilot havo 2016-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

leeftijd kwelder (in jaren)

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

De vergelijking van Antoine

Examen havo wiskunde B 2016-I (pilot)

Kaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2.

wiskunde B havo 2016-I

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-I

Eindexamen wiskunde B havo I

wiskunde B bezem havo 2017-I

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

wiskunde CSE GL en TL

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2016-I

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

Eindexamen havo wiskunde B I

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II

wiskunde B havo 2017-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

wiskunde B havo 2017-I

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

Correctievoorschrift HAVO 2012

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-II

wiskunde B havo 2018-II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo I

wiskunde B havo 2018-I

HAVO wiskunde B 2011-I. Overlevingstijd 7,2. Voor T 20 geldt: ( 15 ) 177 0,0785 0, ( 15 ) 701 0,0785 0, , 2

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen havo wiskunde B 2013-I

Eindexamen wiskunde B havo I

wiskunde B vwo 2016-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B 1-2 havo 2004-II

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2

wiskunde B vwo 2018-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 19 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Transcriptie:

Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen: de borstomvang en de lengte. Zie figuur 1. lengte borstomvang Bij een van de methoden om met behulp van deze afmetingen het gewicht te schatten, maak je gebruik van een nomogram. Zie figuur 2. Het schatten met behulp van het nomogram gaat als volgt. Na meting van de borstomvang en de lengte van een paard worden deze als twee punten op de bijbehorende verticale assen in het nomogram aangegeven. Het snijpunt van de lijn door deze twee punten met de middelste as (gewicht) geeft een schatting van het gewicht van het paard. In het nomogram zie je bijvoorbeeld dat een borstomvang van 180 cm en een lengte van 150 cm een schatting van het gewicht van het paard geeft van ongeveer 430 kg. figuur 2 borstomvang (cm) 250 240 230 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 gewicht (kg) 700 600 500 400 300 200 100 lengte (cm) 250 240 230 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 In vraag 1 bekijk je twee paarden met een even grote borstomvang. De lengte van het ene paard is 1,5 keer zo groot als die van het andere paard. 4p 1 Kies een borstomvang en een lengte voor het kleinste paard en onderzoek met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage of het gewicht van het grootste paard ook 1,5 keer zo groot is als dat van het kleinste paard. Licht je antwoord toe.

Een andere methode om het gewicht van een paard te schatten aan de hand van de borstomvang en de lengte, maakt gebruik van formules. Twee van zulke formules zijn de formule van Carroll en de formule van Jones: 2 B L G C en 11900 1,78 0,97 B L G J, met 100 B 300 en 100 L 200. 3000 Hierin zijn G C en G J het gewicht in kg volgens respectievelijk Carroll en Jones. B is de borstomvang in cm en L is de lengte in cm. Voor paarden van hetzelfde ras geldt dat er foto 1 een vaste verhouding is tussen de borstomvang en de lengte. Een Belgisch trekpaard bijvoorbeeld is een zwaar gebouwd paard (zie foto 1) waarvoor deze verhouding gelijk is aan 3 : 2. Een bepaald Belgisch trekpaard heeft een lengte van 150 cm. Je kunt het gewicht van dit paard schatten met bovenstaande formules, maar ook met het nomogram. Bij dit paard komt het gewicht volgens het nomogram het best overeen met het gewicht volgens één van beide formules. 5p 2 Welke van de twee formules is dit? Licht je antwoord toe. De Arabische volbloed is een veel slanker foto 2 paardenras. Zie foto 2. We gaan ervan uit dat bij dit ras de borstomvang en de lengte aan elkaar gelijk zijn. V is het verschil tussen de schattingen van het gewicht volgens de twee formules: V G J G C Bij Arabische volbloeden geldt: 2,75 3 L L V 3000 11900 3p 3 Toon dit aan. 3p 4 Onderzoek bij welke lengte van een Arabische volbloed het verschil V maximaal is. Rond je antwoord af op een geheel aantal centimeters.

wiskunde B HAVO 2012-2 uitwerkbijlage Naam kandidaat Kandidaatnummer 1 en 2 borstomvang (cm) gewicht (kg) lengte (cm) 250 240 230 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 700 600 500 400 300 200 250 240 230 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 120 110 100 110

Grafiek 2 2 De functie f is gegeven door f ( x) x 12x, met x 0. In onderstaande figuur is de grafiek van f getekend. figuur y 20 18 16 14 12 f 10 8 6 P 4 2 O 1 2 3 4 x Op de grafiek van f ligt het punt P met coördinaten (2, 7). 4p 5 Stel op algebraïsche wijze een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek in P. Een horizontale lijn snijdt de grafiek van f in de punten A en B. De x-coördinaat van A is 1. 3p 6 Bereken de x-coördinaat van B. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.

Maatschepje Bij een bepaald wasmiddel wordt een maatschepje meegeleverd. Zie de foto. Een model van het maatschepje is in figuur 1 getekend. Alle maten zijn in centimeters. foto figuur 1 K 4 J 5 G H 8 C F 4 D 4 E Er geldt: GHJK stelt de opening van het schepje voor; AB 8 cm; AC AF BD BE 5 cm; FEJK is een rechthoek met zijden 4 en 8 cm; CDHG is een rechthoek met zijden 4 en 5 cm; CDEF is een vierkant met zijde 4 cm; in DEJH en CFKG zijn de hoeken bij D, E, C en F recht. Op de uitwerkbijlage is een begin gemaakt met een uitslag van het model van het maatschepje op schaal 1 : 2. 5p 7 Maak de uitslag af en zet bij elk hoekpunt de bijbehorende letter. Licht je werkwijze toe. Het model van het maatschepje kun je opvatten figuur 2 als een ruimtelijk object dat is opgebouwd uit twee lichamen: CDEF.GHJK en AB.CDEF. C In figuur 2 is alleen het lichaam AB.CDEF getekend. Om de inhoud van AB.CDEF te berekenen, kun je het verdelen in een prisma en twee piramides. De inhoud van AB.CDEF is ongeveer 44 cm 3 A. L 4p 8 Bereken de inhoud van AB.CDEF in cm 3 in twee decimalen nauwkeurig. Op vlak FEJK wil je aangeven tot welke hoogte het maatschepje gevuld moet worden om 100 cm 3 waspoeder af te meten. Daarbij wordt het maatschepje zodanig gehouden dat vlak CDEF horizontaal is. 4p 9 Geef in de figuur op de uitwerkbijlage deze hoogte aan. Licht je werkwijze toe. A 8 F 4 5 D M 5 B 4 5 B E 5

wiskunde B HAVO 2012-2 uitwerkbijlage 7 K J F E

wiskunde B HAVO 2012-2 uitwerkbijlage 9 K J F E

Luchtdruk en hoogte In de luchtvaart spelen hoogte en luchtdruk een belangrijke rol. De luchtdruk kan worden gemeten met een luchtdrukmeter. Uit de waarde van de gemeten luchtdruk kan de hoogte van het vliegtuig worden afgeleid. Luchtdruk wordt gemeten in millibar (mbar) en hoogte in feet (meervoud van foot, 1 foot 30 cm). Hoe hoger je vliegt, hoe lager de luchtdruk is. foto Voor het verband tussen de hoogte en de luchtdruk wordt gebruik gemaakt van de volgende vuistregels: Op zeeniveau (hoogte 0 foot) is de luchtdruk 1013 millibar; Tot een hoogte van 12 000 feet neemt de luchtdruk af met 1 millibar per 30 feet stijging. Uit deze vuistregels is voor hoogten tot 12 000 feet de volgende lineaire formule af te leiden: h 30 390 30p Hierin is h de hoogte in feet en p de luchtdruk in millibar. 4p 10 Toon aan dat de formule volgt uit de vuistregels. Een andere manier om het verband tussen de luchtdruk p en de hoogte h te beschrijven, gaat uit van een logaritmisch verband. In de figuur is het verband tussen log p en h weergegeven. Deze figuur staat vergroot op de uitwerkbijlage. In een vliegtuig wordt een luchtdruk van 843 millibar gemeten. In de figuur op de uitwerkbijlage kan nu de hoogte worden afgelezen. 4p 11 Lees deze hoogte af en bereken hoeveel deze verschilt van de hoogte die berekend kan worden met behulp van de formule h 30 390 30p. figuur 12000 h (in feet) 10000 8000 6000 4000 2000 0 2,80 2,85 2,90 2,95 3,00 log p (met p in mbar)

Het logaritmische verband dat in de figuur is weergegeven, kan beschreven worden met de formule h 61500 (3,00 log p ). Hierin is h weer de hoogte in feet en p de luchtdruk in millibar. Bij een bepaalde luchtdruk leveren de formules h 30 390 30p en h 61500 (3,00 log p ) dezelfde hoogte op. 3p 12 Bereken bij welke luchtdruk dit het geval is. Geef je antwoord in een geheel aantal millibar. Een vliegtuig stijgt van 0 foot naar 1000 feet. 4p 13 Bereken het percentage waarmee de luchtdruk tijdens deze stijging volgens de formule h 61500 (3,00 log p ) afneemt. Rond je antwoord af op één decimaal.

wiskunde B HAVO 2012-2 uitwerkbijlage 11 12000 h (in feet) 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2,80 2,85 2,90 2,95 3,00 log p (met p in mbar)

Sinusoïdes De functies f en g zijn gegeven door gx ( ) 4sin( x π). 1 10 f( x) 4sin( x π) en Deze twee functies hebben dezelfde evenwichtsstand en dezelfde periode. In de figuur zie je (een deel van) de grafieken van de functies f en g. 1 10 figuur y f O x g Je kunt de grafiek van f horizontaal over een afstand m verschuiven, zodat deze samenvalt met de grafiek van g. 3p 14 Bereken exact een mogelijke waarde van m. De verschilfunctie v is gegeven door vx ( ) f( x) gx. ( ) Hieruit volgt dat vx ( ) kan worden geschreven in de vorm vx ( ) a bsin c x d. 5p 15 Bereken mogelijke waarden van a, b, c en d. Rond de gevonden waarden zo nodig af op twee decimalen.

Functies met een wortel Voor c 0 is de functie c 2 fc ( x) ( x 11 x c) x. 2 In figuur 1 is de grafiek van de functie ( ) ( 11 28) x getekend. figuur 1 y 28 f 28 A O x 3p 16 Bereken exact de x-coördinaten van de snijpunten van de grafiek van f 28 met de x-as. Op de grafiek van f 28 ligt punt A. Punt A is een top van de grafiek. Zie figuur 1. 5p 17 Bereken met behulp van differentiëren de coördinaten van A. In figuur 2 is voor enkele waarden van c de grafiek van f c getekend. figuur 2 y O x 4p 18 Bereken exact voor welke waarde van c de grafiek van f c de x-as raakt.

Kegelkunstwerk Op de foto is een aantal stalen kunstwerken te zien. Eén zo n kunstwerk bestaat uit een cirkelvormige bodemplaat met daarop een lichaam L bestaande uit twee gelijke, op elkaar gelaste kegels. De kegels hebben een tophoek van 90. Het lichaam kan over de bodemplaat rollen. We nemen aan dat de bodemplaat een straal heeft van 100 cm. foto Vanuit een bepaalde kijkrichting heeft het aanzicht van de twee kegels de vorm van een vierkant met zijde 100 cm. In de figuur is dit aanzicht getekend. De punten B en D zijn de toppen van de kegels. Verder zijn A en C vaste punten op de rand van het grondvlak van de kegels. In de beginsituatie ligt A recht onder D en ligt C recht boven B. figuur D 100 cm C Afgerond op één decimaal is de straal van het grondvlak van de kegels 70,7 cm. 100 cm 3p 19 Bereken exact de straal van het grondvlak van de kegels. A B Als het lichaam L gerold wordt, draait het om de as BD. Hierbij rolt de rand van het grondvlak van de kegels precies over de rand van de bodemplaat. Punt B blijft daarbij altijd in het midden van de bodemplaat. De hoogte van punt C varieert. In de beginsituatie bevindt punt C zich in het hoogste punt. Zie de figuur. L wordt zo ver gerold dat punt C weer de maximale hoogte bereikt. Het lichaam is dan over een hoek van ongeveer 255º over de bodemplaat gedraaid. 3p 20 Bereken deze hoek in één decimaal nauwkeurig. Vanuit de beginsituatie wordt L gerold. Als het lichaam 360º over de bodemplaat is gedraaid, bevindt punt C zich niet in het hoogste punt. 3p 21 Beredeneer of punt C zich op het moment van het passeren van de 360º omhoog of omlaag beweegt. lees verder