Delier, ontspoord in het verpleeghuis Miriam Jacobs Nurse Practitioner in opleiding
Opzet presentatie Huishoudelijke mededelingen Inleiding Stellingen invullen Uitleg rondom delier Screening delier + Delier Observatie Schaal Verzorgende interventies Stellingen bespreken Vragen? Afsluiting
Huishoudelijke mededelingen Telefoons uit of op trilstand? Evaluatieformulier Schriftelijke informatie na de scholing
Inleiding Aanleiding voor deze scholing Belang scholing delier voor de Oevert
Stellingen
Het delier Acute verwardheid die altijd veroorzaakt wordt door: lichamelijke aandoening en/of (genees)middel Ernstige aandoening die altijd duidt op ziek zijn Cliënt zelf heeft meestal niet door dat hij verward is Verhoogde kans op het ontstaan van letsel, complicaties of het vertragen van de revalidatie Van groot belang: zo snel mogelijk herkennen! Het delier verdwijnt in principe als de ziekte die het veroorzaakt heeft over is vaak restverschijnselen
Drie verschillende soorten delier De onrustige, hyperactieve vorm onrust plukkerigheid agitatie angst met of zonder wanen hallucinaties De apathische, hypoactieve vorm ofwel stille delier bewustzijnsdaling apathie De gemengde vorm afwisselend onrustig en apathisch
Voorspellende en uitlokkende factoren terminaal > 70 jaar cognitieve stoornissen alcoholgebruik opioïdgebruik visusstoornis gehoorstoornis delier in voorgeschiedenis medicatie stofwisselingsstoornissen elektrolytenstoornis (bv kalium, natrium) lever nierfalen hersentumor metastase koorts uitdroging infectie onttrekking nicotine, alcohol verandering verblijfplaats
Kenmerken Stoornis in bewustzijn (wisselend) Stoornis in korte termijn geheugen Stoornis in denken en taal Stoornis in waarneming Motorische agitatie remming Aandachtsstoornis
Beloop Soms prodromen (voortekenen, 1-3 dgn voor delier) slapeloosheid s nachts en sufheid overdag rusteloosheid nachtmerries/levendige dromen (lichte) desoriëntatie moeite met begrip verlies van structuur en orde in handelingen (rommelen) incontinentie geïrriteerdheid angst Acuut begin (eerder uren dan dagen) Meestal s avonds en s nachts erger Symptomen wisselen over de dag valkuil!
Gevolgen Nare ervaring en herinnering Verminderde zelfredzaamheid (ADL) Verhoogde kans op ondervoeding Verhoogde kans op decubitus Verhoogde kans op sterfte Langere verblijfsduur op de Oevert Bij naasten grote indruk Mogelijk blijvende cognitieve schade
Herkennen Veel gevallen van een delier worden niet herkend door het wisselende beeld verwarring met dementie of depressie onterecht benoemen als normale gevolgen ouderdom onvoldoende rapportage op gedrag(sverandering) A B C D Acuut begin, wisselend beloop Bewustzijnsstoornis Cognitieve functies (desoriëntatie) en waarneming veranderen (wanen en hallucinaties) Dag-nachtritme raakt ontregeld en toegenomen bewegingsonrust of apathie
delier dementie depressie begin acuut (in uren tot dagen) sluipend geleidelijk (meestal in weken) beloop dagschommelingen (erger in avond en nacht) langzaam progressief dagschommelingen (ochtend erger dan avond) bewustzijn en aandacht gedaald bewustzijn met gestoorde aandacht in beginstadium ongestoord ongestoord oriëntatie gestoord gestoord ongestoord geheugen korte termijngeheugen gestoord korte- en langetermijn geheugen gestoord geheugen intact hallucinaties en wanen doorgaans aanwezig doorgaans afwezig in begin soms aanwezig (psychotische depressie)
Wat te doen?...en waar dachten we heen te gaan, meneer Versteege? Pre-screening Zoek naar de oorzaak Gebruik DOS-schaal Medicatie (arts) Verzorgende interventies
Delier observatie met DOS-schaal Zakt weg tijdens gesprek of bezigheden Is snel afgeleid door prikkels uit omgeving Heeft aandacht voor gesprek of handeling Maakt vraag of antwoord niet af Geeft antwoorden die niet passen bij de vraag Reageert traag op opdrachten Denkt ergens anders te zijn Beseft wel welk dagdeel het is Herinnert zich recente gebeurtenis Is plukkerig, rommelig, rusteloos Trekt aan sonde, catheter e.d. Is snel of plotseling geëmotioneerd Ziet/hoort dingen die er niet zijn
Invullen DOS-schaal Per dienst een DOS-schaal invullen (=3st) interpretatie bij invullen rol psycholoog bij een gemiddelde score 3 waarschijnlijk een delier
Verzorgende interventies bij delier Observeren en rapporteren Continuïteit en coördinatie van zorg Medicatie-effect Optimaliseren lichamelijke toestand mictie en ontlasting medicatietoediening volgens schema let op verslikken extra vocht en calorieën toedienen bijhouden vocht/voedingslijst
Verzorgende interventies (vervolg) Familie erbij betrekken Prikkeldosering Communicatie Oriëntatie bevorderen Omgaan met wanen en hallucinaties Dag/nachtritme Toezicht Beschermen van sonde of catheter Veilig maken van de omgeving In een uiterste situatie: vrijheidsbeperkende interventie
Samenwerking Team verzorging de Oevert Familie Voedingsassistenten Therapeuten die betrokken zijn bij revalidatie Diëtist Psycholoog Arts Laboratoriumassistente Afdelingshoofd Activiteitenbegeleiding Huishoudelijke dienst
Stellingen 1. Het delier is een voorbijgaande aandoening, waarbij uiteindelijk altijd volledig herstel bereikt wordt. Onjuist. Het delier is wel een voorbijgaande aandoening, maar vooral bij ouderen is volledig herstel minder waarschijnlijk. Hierdoor kan een delier bijvoorbeeld een neuropsychologisch onderzoek nadelig beïnvloeden. 2. In de meerderheid van de situaties is de delirante cliënt erg onrustig. Onjuist. Een stil delier en de gemengde vorm komen vaker voor en kenmerken zich met name door teruggetrokken gedrag of een combinatie van teruggetrokken gedrag en onrust. 3. Als de cliënt onrustig wordt, moet de pijnmedicatie worden opgehoogd. Onjuist. Eerst moet bekeken worden waar de onrust vandaan komt en of er sprake is van een delier. Verhoging van de pijnmedicatie kan de onrust verergeren.
Stellingen (vervolg) 4. Cliënten die geen voedsel of vocht meer tot zich nemen, hebben een grotere kans op het ontwikkelen van een delier. Juist. Uitdroging kan het ontwikkelen van een delier beïnvloeden. 5. De arts signaleert het delier eerder dan de verzorgende. Onjuist. Over het algemeen is de verzorgende langer en vaker bij de cliënt en kan daarom een delier eerder signaleren. 6. Een cliënt herinnert zich altijd wat er gebeurd is tijdens het doormaken van een delier. Onjuist. Soms herinnert een cliënt zich wat er gebeurd is, maar vaak niet.
Stellingen (vervolg) 7. Een delier ontwikkelt zich in korte tijd. Juist. 8. Bij een delier is altijd sprake van een onderliggende lichamelijke aandoening of het gebruik van bepaalde (genees)middelen. Juist. 9. Als een delirante cliënt last heeft van hallucinaties of wanen kun je dat het beste tegenspreken. Onjuist. Het is goed de cliënt te helpen te oriënteren en over de realiteit te praten. Echter het tegenspreken geeft juist meer onrust en verwarring.
Stellingen (vervolg) 10. Medicijnen zoals morfine kunnen een delier uitlokken. Juist. Met name opoïden kunnen een delier veroorzaken. 11. De meeste delieren manifesteren zich overdag. Onjuist. Met name in de avonduren en s nachts manifesteert een delier zich. 12. Uitleg achteraf aan de cliënt die een delier heeft doorgemaakt schept alleen maar meer verwarring en kan beter vermeden worden. Onjuist. Uitleg achteraf is nodig ter geruststelling. De cliënt herinnert zich vaak maar flarden, maar het besef dat hij vreemd gedaan heeft kan bedreigend en schaamtevol zijn.
Vragen? Bedankt voor jullie aandacht en inbreng! Vul je nog even een evaluatieformulier in? opsturen naar 8124 of bij mij afgeven